Zomerganzentelling Provincie Utrecht. Canadese gans

Vergelijkbare documenten
Zomerganzentelling Provincie Utrecht

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

Utrechtse zomerganzentelling 2011

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2014 Lopikerwaard e.o.

JAARVERSLAG. Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

JAARVERSLAG Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2015 Lopikerwaard e.o.

JAARVERSLAG. Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

1nvexo. Interreg Vlaanderen Nederland. minder invasieve planten en dieren. Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Technische vragen over de stand van zaken van het Ganzenakkoord en het ganzenbeleid in Noord-Brabant. 2

JAARVERSLAG Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal. Tel

Faunabeheereenheid Overijssel

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015

FBE Nieuws Bijgedragen door Faunabeheereenheid

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

ZOMERGANZEN De navolgende voorschriften zijn specifiek bedoeld voor overzomerende ganzen.

JAARVERSLAG. Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken

Groninger ganzenakkoord Definitief 27 mei 2014

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Integrale telling Zomerganzen. Zuid-Holland Resultaten en aanbevelingen. H.J. den Hollander. A. Visser. CLM Onderzoek en Advies

JAARVERSLAG Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

Protocol zomertelling ganzen

Nieuwsbrief 2 Juli 2015

de Wet natuurbescherming op 1 januari 2017 inwerking is getreden;

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Ganzenakkoord. Product: Uitwerking (toelichting) Ganzenakkoord. Taakgroep: Uitwerking

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 juli 2008) Nummer 2183

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

Afschotregistratie ganzen en Smienten (P5) Rapportage seizoen

Integrale telling Zomerganzen Zuid-Holland 2010

JAARVERSLAG Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal


Datum: 19 december 2016 Betreft: Beroep tegen besluit op bezwaar tegen ontheffing Ffw voor het doden van zomerganzen Ons kenmerk: SL 500/16.

6.1 Houtduif (Columba palumbus)

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr.

Jaarverslag. faunabeheereenheid Utrecht 2016

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Ontheffing Knobbelzwaan

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht

Nieuwsbrief December 2018

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 23 juli 2011) Nummer 2515

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

JAARVERSLAG Faunabeheereenheid Utrecht. Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal. Tel Fax.

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland 28 februari 2015

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

GESCAMD OP 2 3 SEP Gemeente Oostzaan

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van

7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis)

5.1 Fazant (Phasianus colchicus)

omgevingsdienst HAAGLANDEN

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

Van: Verzonden: maandag 21 maart :10. Onderwerp: Opvolgingsmarkering: Markeringsstatus: Gemarkeerd. Categorieën: Geachte heer/mevrouw

Ganzenakkoord. Product: Handleiding en telprotocol Zomertelling ganzen. Taakgroep: Monitoring

Rapportage Integrale telling zomerganzen Zuid-Holland 2016

TELINSTRUCTIE REEËN IN UTRECHT. Wie? Wat? Waar? Projectteam Faunatellingen i.s.m. de Utrechtse Wildbeheereenheden

7.2 Kauw (Corvus monedula)

Integrale telling zomerganzen Zuid-Holland 2014

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

9 Zwarte kraai (Corvus corone)

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

ECLI:NL:RBOVE:2015:3971

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Jaarverslag Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal Tel

Rapportages 2009 van de aan Faunabeheereenheid verleende ontheffingen

Integrale telling Zomerganzen Zuid-Holland 2012

BESLUIT FLORA EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Wij beginnen met een herhaling van de vraag en geven vervolgens de antwoorden (cursieve tekst):

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

Rapportages 2015 van de aan Faunabeheereenheid verleende ontheffingen

- 3 KM /10/A.9, LGW Buurmeijer F.8. (050) uw brief d.d. 30 januari 2015

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet behandelen eieren grauwe ganzen

7.3 Zwarte kraai (Corvus corone)

Beheer van zomerganzen in de provincie Utrecht

Integrale telling zomerganzen Zuid-Holland Resultaten en aanbevelingen

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

ffi SrnrEN '?"üffhorrand Eh*E Lid Gedeputeerde Staten

Julia Stahl. Ganzen populaties en beheer

Ganzen populaties en beheer. Julia Stahl Berend Voslamber

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen

zaaknummer datum 27-aug-09 1-jul mei-10 doc. nummer

worden vanaf een uur voor zonsopkomst tot een uur na zonsondergang.

Gans in balans. Hoe houden we in Fryslân de schade en overlast beheersbaar bij duurzame populaties ganzen?

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel

Faunabeheerplan ganzen Zuid-Holland A. Visser D.D.J. Keuper M. Huber J.A. Guldemond

Opzoek naar een optimale datum en methode voor een. Teldata en methode voor overzomerende ganzen in Nederland

De telformulieren 1 tot en met 5 kopiëren ten behoeve van de tellers.

TELINSTRUCTIE VOORJAARSTELLING 6 april 2019

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 21 maart 2016) Nummer 3158

Transcriptie:

Zomerganzentelling 2016 - Provincie Utrecht Canadese gans Utrecht, september 2016 1

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Wettelijk kader en provinciaal beleidskader... 4 3. Resultaten... 5 Totaalbeeld... 5 Stedelijk gebied... 5 Soorten en meerjarentrends... 6 Resultaten per gebied... 7 4. Resultaten ganzenbeheer zomerperiode... 9 5. Discussie... 11 6. Overige overwegingen en opmerkingen... 12 Bijlagen... 13 Bijlage 1 Tabel ganzentelling 2016 en 2015... 13 Bijlage 2 Verspreidingskaarten totaal 2016 en 2015... 14 Bijlage 3- Ontwikkelingen per ganzensoort... 16 Bijlage 4 Verspreidingskaarten per ganzensoort... 17 Bijlage 5 Begrenzing Wildbeheereenheden... 25 Bijlage 6 Grafieken per gebied... 26 Bijlage 7 Afschotgegevens per WBE... 31 2

1. Inleiding Inleiding Op zaterdag 16 juli 2016 vond de telling van de overzomerende ganzen in de provincie Utrecht plaats. Dit is de zesde keer op rij dat deze telling plaatsvond. Het is gelukt om dezelfde gebieden te inventariseren als de voorgaande jaren. In een groot deel van Utrecht zijn de aanwezige stand of overzomerende ganzen gebiedsdekkend geteld. Via de Faunabeheereenheid (FBE) heeft er afstemming tussen de verschillende provincies plaatsgevonden, zodat dubbeltellingen worden voorkomen. De telling is geverifieerd door het projectteam faunatellingen, een samenwerking van provincie, wbe s, LTO, particulier grondbezit, terreinbeherende organisaties en de FBE. Het merendeel van het (tel)werk is verricht door de wildbeheereenheden (WBE s). Ondersteuning werd verleend door de terreinbeherende organisaties (TBO s), het recreatieschap, agrariërs, agrarische natuurverenigingen (ANV s) en medewerkers van de provincie Utrecht. Aan de hand van tabellen, figuren en kaarten worden de verspreiding en aantalsontwikkeling van soorten in dit rapport weergegeven. Aanleiding De zomerganzentelling geeft waardevolle informatie over de aard en de schaal van (schade-) problematiek veroorzaakt door ganzen. De informatie kan worden gebruikt om het provinciale beleid te evalueren en de uitvoering, indien noodzakelijk, bij te stellen. 3

2. Wettelijk kader en provinciaal beleidskader Op 26 februari 2013 is ter uitvoering van het ganzenakkoord het Projectteam ganzenbeheer Utrecht opgericht als schakel tussen uitvoering en beleid. In dit team zijn naast de (voormalige) Ganzen-7 partijen ook de Jagersvereniging (voorheen KNJV) en de provincie vertegenwoordigd. Op 2 december 2013 is het ganzenakkoord ontbonden omdat op enkele details geen overeenstemming kon worden bereikt. In het Projectteam ganzenbeheer Utrecht (waarin de provincie, LTO, agrarische natuurverenigingen, wildbeheereenheden en terreinbeherende organisaties zijn vertegenwoordigd) is besloten de lijn van het gesneuvelde ganzenakkoord voort te zetten. Uitgangspunt is zoveel mogelijk rust voor trekganzen in de winterperiode en intensief beheer op standganzen in de rest van het jaar. Deze uitwerking is onderdeel geworden van het Faunabeheerplan Utrecht 2014 2019. De afspraken zijn beleidsmatig verankerd in de Beleidsnota Flora- en faunawet Provincie Utrecht 2014. De doelstelling is de schadeomvang van de grauwe gans terug te brengen tot het niveau van 2005. Hiertoe dient de populatie gereduceerd te worden tot een voorjaarsstand van 4000 dieren. Voor de brandgans gaat het om het terugbrengen van de schadeomvang tot het niveau van 2011, hetgeen overeenkomt een voorjaarsstand van 3000 dieren. De daarbij berekende zomerstanden zijn respectievelijk 7000 grauwe ganzen en 5000 brandganzen. Het reduceren van de populatie geschiedt door de grondgebruikers/jachtaktehouders en wordt gecoördineerd door de Faunabeheereenheid. In situaties waarbij op bepaalde plaatsen niet kan worden opgetreden kan het Ganzenbeheerteam Utrecht worden ingezet. Dit team heeft ook de mogelijkheid om, waar nodig, op te treden zonder toestemming van terreineigenaren. Op grond van artikel 65 van de Flora- en faunawet zijn in de Verordening schadebestrijding dieren provincie Utrecht 2014 de grauwe gans, kolgans en brandgans aangewezen als soorten die verstoord mogen worden ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen. Tevens is het, onder specifieke voorschriften, toegestaan om deze soorten, ter ondersteuning van verjaagacties, te doden met het geweer in de periode 1 november tot 1 maart. Op grond van artikel 65 van de Flora- en faunawet is de Canadese gans aangewezen als soort die in het gehele land schade aanricht aan gewassen. Deze soort kan op basis van datzelfde artikel worden bestreden conform de voorschriften uit het Besluit beheer en schadebestrijding dieren. Indien het noodzakelijk is om af te wijken van deze voorschriften kan er door Gedeputeerde Staten ontheffing verleend worden. Naast deze vrijstellingen zijn er, op grond van artikel 68 van de wet, verschillende ontheffingen verleend om ganzen te bestrijden ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen en in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer. Ook zijn op grond van artikel 67 van de wet, de verwilderde gedomesticeerde gans en de nijlgans aangewezen als soorten waarvan de stand kan worden beperkt. Het is belangrijk om te verwijzen naar de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van mei 2016 aangaande de wijze van vangen en doden van grauwe en Canadese ganzen. Hierin is, kort gezegd, aangegeven dat bij ontheffing niet kan worden afgeweken van de lijst van middelen en de gebruiksvoorschriften uit het Besluit beheer en schadebestrijding dieren (Bbsd). Deze uitspraak had tot gevolg dat in de ruiperiode van 2016 geen gecoördineerde vangacties hebben plaatsgevonden. Dit heeft invloed op de aantallen ganzen die in het gebied aanwezig zijn. 4

Getelde ganzen 3. Resultaten Totaalbeeld Het totaal aantal getelde ganzen in 2016 betreft 37.744 dieren, dat is 2850 minder (-7%) dan het aantal van de telling in 2015. Na een forse afname van het totaal in 2014 en een stabilisatie in 2015 vindt er dit jaar dus wederom een afname plaats, waardoor de neergaande meerjarentrend zich doorzet (tabel 1 en figuur 1). In Bijlage 1 staat een tabel met alle getelde ganzen per soort en per gebied, zowel voor 2016 als 2015. In Bijlage 2 staat de verspreidingskaart, zowel voor 2016 als 2015. De afname van het totaal aantal ganzen dit jaar is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan grauwe gans (-1320, -4,5%). Maar ook alle andere ganzensoorten, behalve de kolgans, nemen in aantal af. Vooral de Canadese gans en de nijlgans lopen in forse aantallen terug. De volgende paragraaf gaat verder in op de aantallen en trends per soort. Stedelijk gebied Helaas worden de aanwezige ganzen in het stedelijk gebied niet door deze telling gedekt. Het lijkt dat het aantal ganzen daar toeneemt, bijvoorbeeld in Bunschoten-Spakenburg en Soest. Eerder werd in een nieuwsbericht van Sovon ook al vastgesteld dat het aantal ganzen in de stad toenemen 1. De ganzen in de bebouwde kom lijken zich steeds meer terplekke voort te planten en het is duidelijk dat deze ganzen moeilijker gereduceerd kunnen worden. In 2016 is in opdracht van de provincie Utrecht in een aantal Utrechtse steden een inventarisatie uitgevoerd, waaruit inderdaad blijkt dat in Utrecht en Nieuwegein de broedende ganzen een gewone verschijning geworden zijn en dat de populaties ganzen in Leusden en Amersfoort zich in een vestigingsfase bevinden 2. Totaal ganzen 2012-2016 incl. trendlijn 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0 2012 2013 2014 2015 2016 totaal gans 50185 51565 39900 40594 37744 Figuur 1- Trendontwikkeling totaal ganzen 1 https://www.sovon.nl/sites/default/files/doc/grauwe%20gans_sn%2011-04.pdf 2 https://www.sovon.nl/sites/default/files/doc/rap_2016-19_stadsganzen_utrecht_2016.pdf 5

Tabel 1 - Ontwikkeling totaal aantal ganzen Soorten en meerjarentrends In Bijlage 3 is de aantalsontwikkeling per ganzensoort van 2012-2016 te zien. In Bijlage 4 is de verspreiding van de verschillende ganzensoorten over de provincie te zien. De WBE s hebben de tellingen in de verschillende gebieden gecoördineerd; de begrenzing van de WBE s staat in Bijlage 5. Grauwe gans: Het aantal neemt met 4,5% af vergeleken met de telling vorig jaar. De neergaande trendlijn vanaf 2012 zet door. Verschillende factoren hebben invloed gehad op de ontwikkeling in aantallen grauwe gans. Mogelijk zou de afname sterker zijn als er in 2016 vangacties tijdens de rui uitgevoerd waren geweest. Ook zijn er ca. 409 grauwe ganzen minder afgeschoten dan in seizoen 14-15 (zie paragraaf 4). Daarentegen is het aantal behandelde eieren (en daarmee niet uitgekomen eieren) dit jaar met +2.072 eieren fors hoger. Het aantal behandelde eieren betrof 17.065, tegenover 14.993 in 2015 en 9.043 in 2014. Het Ganzenbeheerteam heeft hier, samen met de inzet van de terreinbeherende organisaties, een flinke slag gemaakt. Per gebied zijn er voor grauwe gans aanzienlijke verschillen te zien. In de Lopikerwaard nam het aantal grauwe ganzen met 2962 af. In Eemland betrof de afname 1407 grauwe ganzen. De afname van grauwe ganzen vond vooral in deze twee gebieden plaats. Tussen Vecht en Oude Rijn herbergde daarentegen 1330 meer grauwe ganzen en Vecht en Veenstreek 1151 meer grauwe ganzen. Brandgans en kolgans: De brandgans neemt voor het derde jaar op rij in aantal af (-151, -3,5%). Dit terwijl er ca. 620 minder brandganzen geschoten werden dan vorig jaar. De brandgans houdt zich voornamelijk op in het zuiden van de provincie in de buurt van de grote rivieren. Het aantal kolganzen is iets hoger dan vorig jaar maar nog steeds laag, er werden er 290 geteld en dat komt voornamelijk door een groep van 270 in Eemland. Er werden 158 meer kolganzen geschoten dan vorig jaar. Andere soorten: De nijlgans vertoonde al een neergaande trend over de jaren en dit zet zich door (- 745, -22,9%). Waar de Canadese gans vorig jaar nog toenam, gaat deze soort dit jaar ook flink achteruit (-520, -19,3%). Bij beide soorten lijkt een connectie te zijn met een verhoogde inzet qua beheer. Er werden vergeleken met vorig seizoen namelijk ca. 853 meer nijlganzen en ca. 475 meer Canadese ganzen geschoten. Na een toename vorig seizoen nemen de boerenganzen in deze telling met 176 af tot 570. De Indische gans lijkt met slechts 18 waarnemingen zo goed als verdwenen. 6

Resultaten per gebied De ontwikkeling in elk gebied wordt kort doorgenomen. In Bijlage 6 is de ontwikkeling van de verschillende soorten ganzen per gebied in een grafiek afgebeeld. De resultaten in de verschillende gebieden lopen uiteen. In zeven gebieden is het totale aantal ganzen afgenomen: Eemland, Kromme Rijn, Lage Vuursche, Lopikerwaard, Noorderpark, Schaffelaar en Vallei. Een toename was te zien in zes gebieden: Amstelland, Gooi en Vechtstreek, Tussen Vecht en Oude Rijn, Vecht en Veenstreek, Vijfheerenlanden en IJmeer en Vechtstreek. Amstelland De oplopende trend in het aantal grauwe ganzen heeft zich doorgezet. Andere soorten werden tijdens de telling in het gebied vrijwel niet aangetroffen, dat was afgelopen jaren ook zo. Eemland (excl. Noord Hollands gedeelte) Het totaal aantal in Eemland nam aanzienlijk af (-1730, -22%). In een toelichting noemt WBE de Eem de hoge aantallen van vorig jaar overigens een uitschieter door migratie. Zowel de grauwe gans (- 1407, -23%), als de Canadese, brand- en nijlgans namen aanzienlijk in aantal af. Opvallend is een grote groep van 300 Canadese ganzen die in telgebied 3 van de Eem werd waargenomen. Wel werden er dit jaar 270 kolganzen geteld en vorig jaar geen. Gooi en Vechtstreek Na een stabilisatie vorig jaar, nam het aantal grauwe ganzen dit jaar lichtjes toe. Het aantal Canadese ganzen en vooral nijlganzen nam toe, waardoor er in totaal een opgaande ontwikkeling zichtbaar is. Kromme Rijn Wederom neemt het totaal aantal ganzen in het gebied af, dit sluit aan bij de neerwaartse meerjarentrend die vanaf 2012 al werd ingezet. De afname van dit jaar komt voornamelijk door kolgans, brandgans en nijlgans. Wel nam het aantal grauwe ganzen voor het eerst in jaren weer wat toe, van 3318 naar 3643. Opvallend is een grote groep van 394 nijlganzen in telgebied 2 van WBE de Kromme Rijn. Lage Vuursche In dit gebied komen niet veel ganzen voor, dit jaar van alle soorten nog minder dan vorig jaar. Lopikerwaard De oplopende trend van de laatste jaren is dit jaar bruusk doorbroken. Het totaal aantal halveerde bijna met 3033 ganzen (-47%) tot een totaal van 3399 (was 6432). Dit komt vrijwel geheel door een afname van grauwe gans met 2962 dieren (-55%). Noorderpark Het totaal aantal ganzen is vrijwel gelijk gebleven aan vorig jaar. Naast een licht toename van grauwe gans werden er meer brandganzen geteld. De overige soorten namen in aantallen af, wat voornamelijk voor Canadese gans een trendbreuk met eerdere jaren betekent. Schaffelaar Het totaal aantal ganzen neemt af (-127, -20%) tot 499 dieren. Dit komt vrijwel geheel door de afname aan grauwe ganzen (-133), de overige soorten blijven nagenoeg gelijk. Tussen Vecht en Oude Rijn Dit jaar is een toename van het aantal ganzen te zien, wat een trendbreuk is met de afname in voorgaande jaren. De toename in dit gebied komt vooral door meer grauwe ganzen (+1330, +54%). 7

Een uitzondering hierop vormen de nijlganzen, die vanaf 2012 een forse teruggang laten zien, ook dit jaar weer (-251, -40%). De overige soorten blijven nagenoeg gelijk. Vallei Na een gestage toename in de afgelopen jaren halveert de totale populatie bijna van 751 naar 394 dieren (-48%). Dit komt door grauwe gans (-178, -46%). Behalve enkele nijlganzen werden er verder geen andere soorten meer waargenomen. Vecht en Veenstreek Vergeleken met vorig jaar neemt de totale ganzenpopulatie met 703 dieren (+12%) toe. Waar het aantal grauwe ganzen vorig jaar stabiel bleef werden er nu 1151 meer geteld (+23%). Vooral een grote groep van 1300 grauwe ganzen in telgebied 4 valt daarbij in het oog. Opvallend is verder dat er vrijwel geen brandganzen werden geteld (-223, -93%) en dat het aantal Canadese ganzen tot 107 dieren terugliep (-158, -60%). Vijfheerenlanden Per saldo neemt het totaal aantal ganzen zo n 16% toe tot 1553 dieren. Er werden vooral meer brandganzen (+193, +67%) en grauwe ganzen (+152, +20%) geteld. De aantallen van deze soorten lijken veel te fluctueren in dit gebied. Er waren opvallend minder nijlganzen (-149, -62%). IJmeer en Vechtstreek In totaal werden 115 meer ganzen geteld (+53%). Het aantal grauwe ganzen verdubbelde met 124 dieren bijna tot 250 dieren, wat de toename grotendeels verklaart. 8

4. Resultaten ganzenbeheer zomerperiode De onderstaande tabellen 2 en 3 geven informatie over de ganzen die in de periode 16 juli 2015 tot en met 15 juli 2016 zijn gedood. In totaal werden er ca. 23.572 ganzen gedood. In deze periode vorig seizoen werden er 25.683 ganzen aan de populatie onttrokken. Dat is een afname per saldo van ca. 2.111 ganzen. In bijlage 7 staan de afschotgegevens per WBE van het huidige en vorige seizoen vermeld. Opgemerkt wordt dat de genoemde aantallen een benadering zijn en daarom staat er steeds circa bij de aantallen. Hiervoor zijn enkele praktische oorzaken te noemen. Enkele gegevens worden per kalenderjaar aangeleverd en deze worden vertaald naar de periode van juli tot juli van het volgende jaar. Op het moment dat de cijfers worden opgevraagd en dit rapport wordt opgesteld, loopt de ontheffingsperiode nog. Hierdoor is het mogelijk dat er nog aanpassingen van de cijfers plaatsvinden. Voor alle soorten die gedood worden op basis van een ontheffing geldt een rapportageverplichting, zoals voor de grauwe gans. Maar voor afschot van Canadese ganzen (op basis van de landelijke vrijstelling) en voor afschot van nijlganzen en verwilderde gedomesticeerde ganzen (op basis van de provinciale aanwijzing) geldt geen rapportageverplichting. Hierdoor kan het zijn dat de aantallen voor het seizoen 2014-15 (enigszins) afwijken van de getallen uit de rapportage van vorig jaar. Naast afschot heeft er in 2016 een grotere inspanning plaatsgevonden in de vorm van nestreductie (+2.072 eieren). Met name het ganzenbeheerteam heeft in het voorjaar van 2016 op gecoördineerde wijze legsels onklaar gemaakt. De effectiviteit van legselreductie hangt nauw samen met de intensiteit waarmee dat plaatsvindt. Als richtlijn wordt aangegeven dat indien er meer dan 70% van de nesten in een gebied behandeld wordt, dit effectief is. Bij geringere aantallen is de overlevingskans van de overgebleven jongen zo groot dat het effect van de maatregelen tenietgedaan wordt. Het heeft daarom zin om in gebieden waar legselbehandeling plaats vindt dit gecoördineerd uit te voeren, om daardoor vrijwel alle nesten op te sporen en onklaar te maken. Vorig jaar nam het aantal behandelde eieren overigens ook al flink toe. Grauwe gans: er zijn ca. 2.493 grauwe ganzen minder gedood dan in het seizoen 14/15. Er werden ca. 409 grauwe ganzen minder afgeschoten. Daarnaast werden er ca. 492 minder gedood via een aanwijzing aan ganzenbeheerteam (41 t.o.v. 533). De overige afname van 2084 grauwe ganzen is toe te schrijven aan het achterwege blijven van gecoördineerde vangacties. Dit ten gevolge van de eerder genoemde uitspraak van de rechtbank. Overige ganzen: er werden minder brandganzen geschoten (ca. -/-620). Daarentegen zijn er fors meer nijlganzen (ca. +853) en Canadese ganzen geschoten (ca. +475). 9

Jaar 2015/16 Beheerresultaten grauwe ganzen 2014/15 7751 Afschot 16-7-15 tot 1-11-15 8655 964 Afschot i.h.k.v. parenreductie - 1-3-16 tot 31-3-16 998 9019 Afschot 1-3-16 tot 15-7-16 8576 0 Anderszins doden tijdens rui vangacties buiten Schipholzone 671 41 Aanwijzing ganzenbeheerteam 533 427 Afschot onth. Schiphol V&V-streek 16-7 tm 31-10-15 + 1-3 tm 15-7- 341 16 0 Schipholzone (vangacties provincie Utrecht) 1413 18202 subtotaal grauwe gans 21187 Tabel 2 Aantallenreductie grauwe gans in de periode 16 juli 2015 t/m 15 juli 2016 Jaar 2015/16 Indicatie gedode overige ganzensoorten (aantallen) 2014/15 267 Kolgans afschot 109 595 Brandgans afschot 1215 0 Brandgans vangacties 0 2783 Nijlgans afschot 1930 1459 Canadese gans afschot 984 266 Boerengans 258 5370 subtotaal overige ganzensoorten 4496 23572 totaal alle ganzen 25683 Tabel 3 Aantallenreductie overige ganzen en totaal in de periode 16 juli 2015 t/m 15 juli 2016 10

5. Discussie Het totaal aantal getelde ganzen is lager dan vorig jaar en de dalende trend van de laatste jaren zet zich door. Deze lijn past bij de beleidsdoelstelling van de provincie. Bij de telling van dit jaar zijn alle soorten, behalve de kolgans, in aantal teruglopen. Echter, de streefstand van 7.000 overzomerende grauwe ganzen in 2017 is lastig te behalen. Door de rechtelijke uitspraak heeft er dit jaar geen reductie van grauwe gans in de ruiperiode plaatsgevonden. Bovendien zijn er minder grauwe ganzen afgeschoten dan vorig jaar. Van alle andere soorten zijn wel meer individuen geschoten. In 2016 heeft er een grotere en gecoördineerde inspanning plaatsgevonden in de vorm van nestreductie. In dit rapport wordt verder gewezen op de aantallen broedende ganzen in de bebouwde kom. Als in de komende jaren het beleid geëvalueerd wordt, dan is het verstandig alle voorgenoemde factoren in beschouwing te nemen. Aanvullend daarop is het essentieel om te kijken naar de ontwikkelingen van aantallen ganzen in de buurprovincies van Utrecht. 11

6. Overige overwegingen en opmerkingen De tellingen worden gedaan op basis van een telprotocol. Het telprotocol wordt voorafgaande aan de telling rondgestuurd aan alle betrokken. De telling betreft, net als voorgaande jaren, een minimum aantal ganzen. Dit komt door de gekozen methode, waarbij alleen de waargenomen dieren worden geteld. Dit betekent dat in minder overzichtelijke terreinen, zoals gebieden met veel bosschages, hoog gras, bebouwing en maïs, vermoedelijk de aantallen worden onderschat. Bovendien wordt een aantal gebieden, waarvan de verwachting is dat er minder ganzen voorkomen, niet geteld. De provincie Utrecht heeft voor de periode 2014-2017 haar beleidsinzet geïntensiveerd. Daarnaast heeft de provincie Utrecht, middels tijdig afgegeven ontheffingen, aanwijzingen en vrijstellingen, mogelijk gemaakt dat zoveel mogelijk beschikbare middelen, onder voorwaarden, ingezet kunnen worden teneinde de landbouwschade te beperken en de eerder genoemde doelstellingente behalen. De overzomerende ganzen worden bestreden op basis van ontheffingen. Dit jaar is er alleen een ontheffing voor populatiereductie van grauwe gans. Aantallen brandganzen en kolganzen zaten namelijk onder de streefstand, waardoor voor die soorten alleen ondersteunend afschot als verjaagmethode wordt gebruikt. De doelstelling voor 2017 is een voorjaarsstand van 4000 grauwe ganzen en 3000 brandganzen (Faunabeheerplan 2014-2019). De daarbij berekende zomerstanden zijn respectievelijk 7000 grauwe ganzen en 5000 brandganzen. Het is belangrijk dat de monitoring van overzomerende ganzen wordt voortgezet, zodat de trend in de gaten wordt gehouden en het beleid goed kan worden geëvalueerd. 12

grauwe gans kolgans brandgans Canadese gans indische gans nijlgans boerengans totaal gans absoluut t.o.v. 2014 % t.o.v. 2014 grauwe gans kolgans brandgans canadagans indische gans nijlgans boerengans totaal gans absoluut t.o.v. 2015 % t.o.v. 2015 Bijlagen Bijlage 1 Tabel ganzentelling 2016 en 2015 Ganzentelling 2016 Amstelland 1285 0 0 3 0 9 1 1298 296 29,5% De Eem 4846 270 65 805 0 54 132 6172-1730 -21,9% Gooi en Vechtstreek 766 0 0 199 0 169 21 1155 167 16,9% Kromme Rijn 3643 21 3116 227 15 1164 57 8243-108 -1,3% Lage Vuursche 0 0 33 45 0 16 2 96-55 -36,4% Lopikerwaard 2408 1 147 435 0 269 139 3399-3033 -47,2% Noorderpark 3296 0 253 152 0 112 39 3852-28 -0,7% Schaffelaar 327 0 2 55 2 103 10 499-127 -20,3% Tussen Vecht en Oude Rijn 3782 0 0 79 1 377 22 4261 1088 34,3% Vallei 383 0 0 0 0 11 0 394-357 -47,5% Vecht en Veenstreek 6166 0 17 107 0 101 101 6492 703 12,1% Vijfheerenlanden 912 0 480 69 0 91 1 1553 219 16,4% IJmeer en Vechtstreek 250 0 0 5 0 30 45 330 115 53,5% TOTAAL 2016 28064 292 4113 2181 18 2506 570 37744-2850 -7,0% Ganzentelling 2015 Amstelland 992 0 0 10 0 0 0 1002 + 40 + 4% Eem 6253 0 150 1194 2 154 149 7902 + 1932 + 32% Gooi en Vechtstreek 735 0 0 145 0 75 33 988 + 208 + 27% Kromme Rijn 3318 164 3293 145 24 1342 65 8351-1311 - 14% Lage Vuursche 0 0 44 78 0 23 6 151 + 69 + 84% Lopikerwaard (incl. Driebruggen) 5370 1 81 466 0 320 194 6432 + 1806 + 39% Noorderpark 3191 0 152 233 0 198 106 3880-137 -3% Schaffelaar 460 0 0 52 0 114 0 626 + 130 + 26% Tussen Vecht en Oude Rijn 2452 0 17 61 0 628 15 3173-1043 - 25% Vallei 712 0 0 19 0 6 14 751 + 194 + 35% Vecht en Veenstreek 5015 0 240 265 7 127 135 5789 + 403 + 7% Vijfheerenlanden 760 46 287 0 1 240 0 1334-1327 - 50% IJmeer en Vechtstreek 126 3 0 33 0 24 29 215-270 - 56% TOTAAL 2015 29384 214 4264 2701 34 3251 746 40594 694 + 1,7% 13

Bijlage 2 Verspreidingskaarten totaal 2016 en 2015 Toelichting: de groepen >50 ganzen (ongeacht de soort) zijn allen met een aparte stip ingetekend op de kaart. Er zijn ook groepen <50 ganzen; deze kleine groepjes zijn per telgebied opgeteld en vormen centraal in het telgebied een paarse stip. De locatie van de paarse stip geeft dus niet aan dat de kleine groepjes op die precieze locatie hebben gezeten. De paarse stip geeft een indicatie van de aantallen ganzen aanwezig in kleine groepjes. Verspreiding 2016 totaal 14

Verspreiding 2015 totaal 15

Bijlage 3- Ontwikkelingen per ganzensoort 16

Bijlage 4 Verspreidingskaarten per ganzensoort Toelichting: de groepen >50 ganzen (per soort) zijn allen met een aparte stip ingetekend op de kaart. Als een klein groepje (<50) van deze soort onderdeel uitmaakte van een grote groep>50, dan krijgt het een kleine geel-groene stip op de kaart. Zaten de kleine groepjes (<50) van deze soort daadwerkelijk los in het veld, dan worden ze opgeteld en centraal in het telgebied als paarse stip opgenomen. De locatie van de paarse stip geeft dus niet aan dat de kleine groepjes op die precieze locatie hebben gezeten. Verspreidingskaarten 2016 2016 17

2016 18

2016 19

2016 20

Verspreidingskaarten per soort 2015 Toelichting: de groepen >50 ganzen (per soort) zijn allen met een aparte stip ingetekend op de kaart. Als een klein groepje (<50) van deze soort onderdeel uitmaakte van een grote groep>50, dan krijgt het een kleine geel-groene stip op de kaart. Zaten de kleine groepjes (<50) van deze soort daadwerkelijk los in het veld, dan worden ze opgeteld en centraal in het telgebied als paarse stip opgenomen. De locatie van de paarse stip geeft dus niet aan dat de kleine groepjes op die precieze locatie hebben gezeten. 2015 21

2015 22

2015 23

2015 24

Bijlage 5 Begrenzing Wildbeheereenheden 25

Bijlage 6 Grafieken per gebied 1400 Amstelland 1200 1000 800 600 400 grauwe gans andere ganzen totaal gans 200 0 2012 2013 2014 2015 2016 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 De Eem 2012 2013 2014 2015 2016 grauwe gans Canadese gans andere ganzen totaal gans 26

2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 Gooi en Vechtstreek 2012 2013 2014 2015 2016 grauwe gans andere ganzen totaal gans 18000 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 Kromme Rijnstreek 2012 2013 2014 2015 2016 grauwe gans brandgans nijlgans andere ganzen totaal gans 160 140 120 100 80 60 40 20 0 Lage Vuursche 2012 2013 2014 2015 2016 grauwe gans Canadese gans andere ganzen totaal gans 27

7000 Lopikerwaard 6000 5000 4000 3000 2000 1000 grauwe gans Canadese gans nijlgans àndere ganzen totaal gans 0 2012 2013 2014 2015 2016 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 Noorderpark 2012 2013 2014 2015 2016 grauwe gans andere ganzen totaal gans 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Schaffelaar 2012 2013 2014 2015 2016 grauwe gans andere ganzen totaal gans 28

8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 Tussen Vecht en Oude Rijn 2012 2013 2014 2015 2016 grauwe gans nijlgans andere ganzen totaal gans 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Vallei 2012 2013 2014 2015 2016 grauwe gans andere ganzen totaal gans 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 Vecht en Veenstreek grauwe gans andere ganzen totaal gans 29

3000 Vijfheerenlanden 2500 2000 1500 1000 500 grauwe gans brandgans nijlgans andere ganzen totaal gans 0 2012 2013 2014 2015 2016 600 IJmeer en Vechtstreek 500 400 300 200 grauwe gans andere ganzen totaal gans 100 0 2014 2015 2016 30

Bijlage 7 Afschotgegevens per WBE afschot per wbe 2015-2016 grauwe gans Brandgans kolgans boerengans canadese gans nijlgans totaal WBE de Vallei (UT) 166 0 0 16 22 64 268 WBE Lopikerwaard 1781 8 84 38 414 634 2959 WBE Lage Vuursche 8 0 0 0 0 0 8 WBE Gooi en Vechtstreek (UT) 464 0 0 0 31 136 631 WBE Tussen Vecht en Oude Rijn 1980 2 0 0 54 327 2363 WBE Amstelland (UT) 666 0 8 0 4 24 702 WBE Kromme Rijn 1102 280 37 0 77 207 1703 WBE Vecht en Veenstreek 7216 18 0 129 126 599 8088 WBE Vijfheerenlanden (UT) 375 79 42 1 61 238 796 WBE Noorderpark (UT) 2455 39 27 7 123 353 3004 WBE de Eem (UT) 1468 169 69 75 532 177 2490 WBE IJmeer en Vechtstreek (UT) 398 0 0 0 0 0 398 WBE De Schaffelaar (UT) 82 0 0 0 15 24 121 Totaal 18161 595 267 266 1459 2783 23531 afschot per wbe 2014-2015 grauwe gans Brandgans kolgans boerengans canadese gans nijlgans totaal WBE de Vallei (UT) 195 0 0 5 2 42 244 WBE Lopikerwaard 1690 81 1 66 276 547 2661 WBE Lage Vuursche 7 9 0 0 0 0 16 WBE Gooi en Vechtstreek (UT) 282 1 0 0 32 26 341 WBE Tussen Vecht en Oude Rijn 1328 40 1 8 54 440 1871 WBE Amstelland (UT) 710 29 0 0 1 18 758 WBE Kromme Rijn 1696 535 57 1 75 220 2584 WBE Vecht en Veenstreek 7239 69 0 2 37 173 7520 WBE Vijfheerenlanden (UT) 574 327 11 7 91 80 1090 WBE Noorderpark (UT) 2485 6 0 9 22 183 2705 WBE de Eem (UT) 1422 118 39 137 370 131 2217 WBE IJmeer en Vechtstreek (UT) 420 0 0 0 0 0 420 WBE De Schaffelaar (UT) 181 0 0 0 29 9 219 Totaal 18229 1215 109 235 989 1869 22646 31

Colofon Dit rapport is opgesteld door de Provincie Utrecht. Foto voorzijde: www.hlfotografie.nl. Provincie Utrecht Archimedeslaan 6 3584 BA Utrecht 32