RUNDEREN. Er dient een ondertekende overeenkomst op het bedrijf aanwezig te zijn.

Vergelijkbare documenten
RUNDEREN. Er dient een ondertekende overeenkomst op het bedrijf aanwezig te zijn.

RUNDEREN. Er dient een ondertekende overeenkomst op het bedrijf aanwezig te zijn.

RUNDEREN - 1 STER VERSIE

RUNDEREN. Er dient een ondertekende overeenkomst op het bedrijf aanwezig te zijn.

RUNDEREN. Er dient een ondertekende overeenkomst op het bedrijf aanwezig te zijn.

Concept RUNDEREN - 1 STER VERSIE 2.0,

Bij het bepalen van het aantal NGE van een rundveebedrijf geldt: 1 vleesstier = 0,165 NGE 1 vleeskoe = 0,141 NGE 1 zoogkoe (incl.

Aspecten Criterium Omschrijving controle Sanctie Algemeen Interpretatie

Norm Welzijnsaspect / Criterium Omschrijving controle Sanctie

Bij het bepalen van het aantal NGE van een rundveebedrijf geldt: 1 vleesstier = 0,165 NGE 1 vleeskoe = 0,141 NGE 1 zoogkoe (incl.

Aspecten Criterium Omschrijving controle Sanctie Algemeen Interpretatie

RUNDEREN 2 STERREN VERSIE 2.1, dd

RUNDEREN - 1 STER VERSIE 2.1,

RUNDEREN 2 STERREN VERSIE 2.1, dd

RUNDEREN 3 STERREN VERSIE 1.1, dd

BIJLAGE IIIb: VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN, KOOIHUISVESTING (BEHORENDE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI)

Versie: Norm Welzijnsaspect / voorziening Normen kenmerk met 2 sterren Opmerking Interpretatie Sanctie Algemeen BLKA01 BLKA01A

KONIJNEN. Versie: Normen kenmerk met 1 ster Opmerking Interpretatie Sanctie. Norm Welzijnsaspect / voorziening Algemeen

Controleer aanwezigheid IKBkonijn of GGE konijn certificaat.

AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN KOOI EN KOLONIEHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5B)

CERTIFICATIESCHEMA VOOR DIERLIJKE PRODUCTEN. Criteria voor Runderen (vleesvee) met normen voor Milieukeur. Datum van ingang: 1 februari 2015

KALVERSLACHTERIJ / UITSNIJDERIJ / VERWERKER VERSIE

Welzijnsaspect / voorziening Normen kenmerk met 1 ster Opmerking Interpretatie Sanctie Norm Algemeen

ALGEMEEN... 3 INRICHTING/DIERENWELZIJN...3

Kwaliteitshandboek. Keten Duurzaam Rundvlees

CBD/IKBR/BIJL/12 Voorschriften IKB Rund

VARKENSSLACHTERIJ / UITSNIJDERIJ / VERWERKER

Controleer of het Nederlandse verzamelcentrum een procedure heeft voor de beoordeling van kalveren op genoemde aandoeningen en ook toepast.

Scharrelvarken Producert ( * ) (deelnemer dient gecertificeerd te zijn voor IKB NV )

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

CHECKLIST WELZIJN VARKENS

KALVERSLACHTERIJ VERSIE 1.1, dd

Conditie, bevuiling, schurft..

AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN IKB EI VOOR LEGEINDBEDRIJVEN SCHARRELHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5C)

LEGHENNEN. Dierenwelzijnsnormen voor leghennen met 3 sterren: Rondeel. Versie:

Criteria Beter Leven kenmerk voor varkens met 2 sterren

Norm Welzijnsaspect / voorziening Normen kenmerk met 1 ster Opmerking Interpretatie Sanctie Algemeen. LB 1, IKB en KAT. IKB, KAT (geen uitzonderingen)

KONIJNENSLACHTERIJ/ UITSNIJDERIJ / VERWERKER VERSIE

Voorschriften verzamelcentra algemeen

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

DPA 2098 BESCHERMING EN WELZIJN VAN KALVEREN IN KALVERHOUDERIJEN [2098] v5

CERTIFICATIESCHEMA VOOR DIERLIJKE PRODUCTEN. Criteria voor Runderen (vleesvee) met normen voor Milieukeur. Datum van ingang: 1 februari 2017

Aanvullend op versie 2.1, dd

1-sept sept-14 Gewijzigd per: 1-jul-17. Gewijzigd per: 1-juli-2018

MDV melkschapenstal Aanvullende criteria melkschapen voor certificatieschema MDV melkgeitenstallen

CERTIFICATIESCHEMA VOOR DIERLIJKE PRODUCTEN. Criteria voor Runderen (vleesvee) met normen voor Milieukeur. Datum van ingang: 1 februari 2016

PRI 3078 Houden van kalveren (vetmesten) - Dierenwelzijn [3078] v2

Bijlage 3j Overzicht welzijnseisen voor varkens

ANTIBIOTICUM RESISTENTIE ABRES. Rundveehouderij

Na volledig invullen van de enquête neemt een assistente of uw bedrijfseigen dierenarts contact met u op om een afspraak te maken voor het BGP 2017.

Definitie: Een verbouwing is een bouwkundige wijziging aan een bestaand gebouw. Dit kan een uitbreiding zijn, maar ook een gewijzigde indeling.

Voorschriften verzamelcentra algemeen

PRI 2102 Bescherming en welzijn van varkens in veehouderijen [2102] v4

BIJLAGE 6: OVEREENKOMST KALVERHOUDER, KALVEREIGENAAR EN DIERENARTS IKB VLEESKALVEREN 2008

Bijlage IV Auditprotocol Geborgde Varkensdierenarts. Versie vastgesteld CvB d.d goedgekeurd SGD d.d pagina 1 van 9

CODIPLAN PLUS Rund

Aanvullend op versie 2.1, dd

BIJLAGE 9 - MODEL BEDRIJFSGEZONDHEIDSPLAN EN BEDRIJFSBEHANDELPLAN PLUIMVEEBEDRIJVEN IKB EI

Bijlage 11 Model Bedrijfsgezondheids- en Bedrijfsbehandelplan Pluimveebedrijven IKB Kip

Beoordelings- en beslissingsprotocol Geborgde Rundveedierenarts

Er dient een ondertekende overeenkomst op het bedrijf aanwezig te zijn.

Ingekomen Reactieformulieren inzake de ACR-vergadering d.d. 31 januari 2012

1. Natuur Vaardigheden van herder bij het proces van planning en uitvoering begrazing

CONCEPT KETENREGISSEUR VERSIE 1.0 d.d

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 19 november 1991 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (91/629/EEG)

Norm Welzijnsaspect Criterium Interpretatie Meetmethode Sanctie

Vitaal, Gezond en Duurzaam kalf

Koninklijk besluit van 15 mei 2003 betreffende de bescherming van varkens in varkenshouderijen

BIJLAGE 12: MODEL BEDRIJFSGEZONDHEIDS- EN BEDRIJFSBEHANDELPLAN PLUIMVEEBEDRIJVEN IKB KIP

Aanvullend op versie 3.1, dd en versie 2.1 dd

Norm Welzijnsaspect / voorziening Normen kenmerk met 1 ster Opmerking Interpretatie Sanctie Algemeen. LB 1, IKB en KAT. IKB, KAT (geen uitzonderingen)

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

PRI 2102 Houden/fokken van varkens - Dierenwelzijn [2102] v7

Konijnenvlees met 1 ster

Controleer van 2 recente Eigen vervoer tot 65km valt hier BLKT01 Certificering. transporten of de transporteur AH buiten. QLL.

Verantwoord Diergeneesmiddelengebruik

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

MODEL BEDRIJFSGEZONDHEIDS- EN BEDRIJFSBEHANDELPLAN FOK-, OPFOK- EN VERMEERDERINGSBEDRIJVEN VLEESKUIKENSECTOR

Er dient een ondertekende overeenkomst op het bedrijf aanwezig te zijn.

PRI 3076 Houden van varkens - Dierenwelzijn [3076] v1

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 19 november 1991 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (91/629/EEG)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

1 Onderwerp. 2 Wettelijke basis

1 Onderwerp. 2 Wettelijke basis. 3 Begrippen. 4 Benodigdheden

1-mrt-17 Administratief Controleer of het verzamelcentrum een overeenkomst heeft afgesloten met de CI. 1-jul-17 Administratief / Fysiek

Praktijkopdrachten Gezondheid en Welzijn

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

PLUIMVEESLACHTERIJ/ UITSNIJDERIJ / VERWERKER

Aanvullend op versie 5.1, dd en versie en 2.1, dd

Varkensvlees met 1 ster

Normen voor foodservice hoofdkantoor Versie 1.0, d.d

Controle- en certificeringsreglement PROduCERT gecertificeerd Scharrelrundvlees, versie 4.5, 1 januari 2014

Gevolgen UDD-regeling voor veehouder en dierenarts

Vleeskalveren 2 sterren - CONCEPT Versie 2.0, dd

Protocol leghennen productieperiode

PRI 2102 Houden van varkens - Dierenwelzijn [2102] v11

Gearchiveerd op 15/01/2015

Overzicht welzijnseisen voor varkens (Varkensbesluit)

Cursus Geborgde Kalver Dierenarts (GKD) Teus Kreuger Lid College van Belanghebbenden

Transcriptie:

RUNDEREN Dierenwelzijnsnormen voor runderen gehouden voor het vlees met 1 ster Niet voor verspreiding. Aan deze criteria kunnen geen rechten worden ontleend. Onjuistheden en aanpassingen voorbehouden. = administratief herstel, = Herstel Inspectie, Schorsing = herstel aantonen binnen 3 maanden middels een en tussentijd geen aflevering onder Beter Leven kenmerk, = uitsluiting voor min. 1 jaar van Beter Leven kenmerk. Versie: 26 maart 2014 Aspecten Criterium Interpretatie Sanctie Algemeen A01 Registratie deelnemers Alle deelnemers aan de rundvleesketen worden geregistreerd. D.w.z. de deelnemende vleesveehouders, slachterijen, vleesverwerkers en verkopers tekenen een overeenkomst waarbij zij aangeven de criteria uit het reglement van het Beter Leven kenmerk te kennen en deze na te leven en mee te werken aan de controle hierop. Er dient een ondertekende overeenkomst op het bedrijf aanwezig te zijn. A02 Kennis & vaardigheden Er moet aangetoond worden dat de veehouder en zijn personeel de nodige kennis en vaardigheden heeft van diergezondheid, dierenwelzijn en diergedrag en van diverse veehouderijsystemen. Het bedrijfseigen personeel heeft tenminste MAS veehouderij of 1 jaar werkervaring in de vleesveehouderij, of werken onder verantwoordelijkheid van iemand met genoemde kwalificaties. Diploma s en certificaten zijn aanwezig op het bedrijf. Hiervan wordt een overzicht bijgehouden. A03 Controle veehouders De vleesveebedrijven worden gecertificeerd door een ter zake kundige en onafhankelijke controle instantie (CI). Voeding V01A Stampvoedering Stampvoedering is niet toegestaan. Dit betekent dat: Min. 60% van het dagrantsoen moet bestaan uit ruwvoer, bijv. gras of kuilgras. V01B Krachtvoer Maximaal 40% van het dagrantsoen mag krachtvoer zijn. De volgende voeders worden o.a. tot krachtvoer gerekend: Corn Cob Mix, maïskolvenschroot, perspulp, bierborstel, aardappelvezels, gras- en luzernebrok. Een voedermiddel dat aan de volgende 3 eisen voldoet Controleer of het overzicht van de kennis en kwalificaties van de veehouder en het personeel aanwezig is en of het voldoet aan de voorwaarden. Noteer laatste datum aanpassing van het overzicht. De vleesveehouders krijgen jaarlijks een controle. Bereken en noteer of tenminste 60% van het voederrantsoen bestaat uit ruwvoer, gemeten in % ruwvoer. Controleer en noteer het percentage krachtvoer. Waarschuwing Schorsing Schorsing 1

Aspecten Criterium Interpretatie Sanctie meer dan 900 VEM/kg droge stof, - structuur van 0,3 of minder, d- droge stof van 80% of meer. Alle overige voeders worden tot de ruwvoeders gerekend. V01D GMP+ Aangekocht voer is GMP+. Noteer naam en plaats voederleverancier. V02A Vreetruimte Bij onbeperkt voeren is er 1 vreetplaats per 2 runderen. Controleer of er voldoende ruimte is om de runderen gelijktijdig te laten eten. Noteer bevinding. V02B Vreetplaats Een vreetplaats is minstens 75 cm breed. Noteer afwijkingen. V02C Vreetplaats Bij beperkt voeren is er voor elk rund een vreetplaats. Noteer afwijkingen. V04A Drinkwater Alle runderen moeten permanent toegang hebben tot drinkwater. Noteer of de dieren permanent de beschikking hebben over drinkwater. V04B Drinkwater Het drinkwater dient schoon te zijn. Controleer en noteer of het drinkwater schoon is. V04C Eigen bron Bij gebruik van een eigen bron wordt de kwaliteit hiervan eens per jaar door een ter zake kundig en erkend laboratorium onderzocht. (HOSOWO lab). NVT geen eigen bron. V04D V04E Uitval drinkwatervoorziening Drinkwatervoorziening weide In de weide is een werkende drinkwatervoorziening aanwezig. In de weide mag de afstand tot de drinkwatervoorziening niet verder zijn dan 500 m. Huisvesting H01A Weidegang Alle runderen krijgen weidegang, tenzij extreme weersomstandigheden dit onmogelijk maken, die dagen dienen door de veehouder met reden genoteerd te worden, bijvoorbeeld op een (beweidings)kalender. H01B Cultuurgrasland Op cultuurgrasland is de veebezetting max. 2 runderen per ha. In natuurgebieden hangt de veebezetting af van het beschikbare voedsel en wordt de veebezetting in beheersafspraken geregeld. Controleer of het jaarlijks drinkwateronderzoek heeft plaatsgevonden op chemische en bacteriologische waarden en noteer of het water geschikt is en de laatste datum wateronderzoek en naam van het lab. Noteer afwijkingen. Noteer afstand van verste punt van de wei tot aan drinkgelegenheid. Controleer of de veehouder bijhoudt op welke dagen de dieren niet beweid zijn, met reden. Controleer veebezetting per ha. NVT geen eigen bron 2

Aspecten Criterium Interpretatie Sanctie HA01 Weidegang De weidegang omvat tenminste 150 dagen van minimaal 8 uur per dag, met uitzondering van stieren ouder dan 1 jr. Noteer of aan de weidegangverplichting is voldaan. Noteer afwijkingen. H02 Beschutting Bij extreme regenval, winterweer of hitte (>25ºC ) is er beschutting in de wei of een stalruimte aanwezig om alle dieren tegen het extreme weer te beschermen. Uitgezonderd natuurgebieden met natuurlijke beschutting. H03 Zicht in de stal Het hok is zo gesitueerd dat naar minimaal 2 zijden minimaal 3 meter zicht is. Noteer type beschutting. Uitgezonderd natuurgebieden, mits natuurlijke beschutting aanwezig is. Controleer of het hok voldoet. Noteer afwijkingen. H04 Verwondingsvrije omgeving De stal is zo gebouwd en ingericht dat de dieren zich niet kunnen verwonden. Zowel buiten als binnen moet de omgeving geen aanleiding geven tot verwondingen. Noteer of de dieren verwondingen hebben en of deze veroorzaakt zijn door de stalinrichting. Verwondingen worden gedefinieerd als korrelig litteken weefsel in een mate aanzienlijk groter dan veroorzaakt door eens een botsing of een kras. H05 Huidverzorging De runderen kunnen aan de hokafscheiding of een andere voorziening (bijv. een speciaal aangebrachte paal of borstel) zich de huid schuren. Controleer of een bruikbare schuurgelegenheid aanwezig is. H06A Zachte ligplek Binnengehouden runderen moeten permanent toegang hebben tot een liggedeelte met dichte vloer en een zacht ligbed van stro, houtkrullen, of een roostervloer met rubber en waarop alle dieren gelijktijdig kunnen liggen. Controleer of de stal voldoet en alle dieren tegelijk op het zachte gedeelte kunnen liggen. Noteer type bodembedekking. H06A Vloer De vloer mag maximaal 10% schuin aflopen. Controleer of de vloer minder dan 10% afloopt. H07 Hoogte Dieren moeten zich binnen vrij kunnen bewegen, boven Controleer of de runderen zich vrij kunnen binnenhuisvesting het hok moet een vrije ruimte zijn van 2.5m, gemeten bewegen, noteer afwijkingen. HA04 Min. oppervlak per rund binnen vanaf de vloer. Gewicht Ingestrooid of voorzien van rubber Totaal tot 200 1,25m2 2,5m2 201-300 1,75m2 3,5m2 301-400 2,6m2 3,8m2 401-500 3,0m2 4,2m2 501-600 3,4m2 4,6m2 Controleer of oppervlakte voldoet aan de gestelde norm. Noteer afwijkingen. 3

Aspecten Criterium Interpretatie Sanctie 601-700 3,6m2 5,0m2 701-800 4,0m2 5,4m2 > 800 80% totaal binnen + 0,4m2/ 100kg H08A Stabiele groepen Runderen worden binnen in stabiele groepen gehouden. Controleer of de runderen in stabiele groepen gehouden worden. H08B Groepsgrootte De groepsgrootte per hok is maximaal 40 runderen (excl. bijbehorend jongvee) Controleer de dieren in groepen < 40 gehouden worden. Noteer groepsgrootte. H09A Aanbinden Runderen worden niet aangebonden, tenzij kort <3 uur voor bijv. veterinaire behandeling. (Nb. Aanbind- en grupstallen zijn dus niet toegestaan). H09B Vastzetten Gedurende de korte periode van vastzetten is visueel en auditief contact met de rest van de kudde mogelijk. Controleer of er dieren aangebonden staan. Noteer indien dit het geval is, met reden van aanbinden. Controleer of visueel en auditief contact met de rest van de kudden mogelijk is. H10 Huisvesting fokstieren Volwassen fokstieren gehouden in individuele hokken moeten tenminste 16 m 2 ligruimte en een totale ruimte, incl. bewegings- en dekruimte hebben van 20m 2. H11 Vloeren Niet ingestrooide vloerdelen moeten non-slip zijn of zo onderhouden worden dat het risico van uitglijden beperkt wordt. Vloeren mogen nooit zo ruw zijn dat ze verwondingen aan de poten veroorzaken, noch zo glad dat ze resulteren in uitglijden. H12 Luchtkwaliteit Alle stallen moeten dusdanig geventileerd worden dat stofniveau, relatieve vochtigheid en ammoniakgehalte niet schadelijk zijn voor de runderen. Gradatie bij menselijke beoordeling: laag, middel, hoog. HA05 Daglicht De stal is voorzien van lichtdoorlatende delen die tenminste 2% van het vloeroppervlak beslaan. Toelichting: Lichtdoorlatend materiaal is schoon. Alle oppervlaktes / delen die licht doorlaten worden meegerekend, tenzij de normale afsluitwijze van dit deel (deur / luik / gordijn) niet lichtdoorlatend is. Controleer of oppervlakte voldaan wordt. Noteer afwijkingen. Bij twijfel aan de vloerkwaliteit (te glad of te stroef), noteer afwijking. Veehouder zal een FSC-2000 meting moeten laten uitvoeren om vloerkwaliteit aan te tonen, of certificaat van de producent kunnen overleggen waarin kwaliteit gemeten is. Noteer afwijkingen ten aanzien van stofniveau, vochtigheid en/of ammoniakgehalte in de lucht. Noteer het % lichtdoorlatend oppervlak. Noteer tevens of het lichtdoorlatend materiaal schoon is. H13 Kunstlicht Er is verlichting in de stal aanwezig om de runderen te Meet met behulp van een gekalibreerde Luxmeter 4

Aspecten Criterium Interpretatie Sanctie allen tijde te kunnen inspecteren. Verlichting moet van zodanige sterkte zijn, min. 50 Lux, dat de runderen goed te zien zijn. Luxmeter dient jaarlijks gekalibreerd te worden. de lichtsterkte op ooghoogte van de dieren op 3 verschillende plaatsen in de stal. Noteer aantal Lux. H14 Dag- en nachtritme Er is een aaneengesloten periode in de nacht van minstens 6 uur met een laag lichtniveau om de runderen te laten rusten. H15A Calamiteitenplan Er moet een calamiteitenplan zijn voor noodgevallen, zoals het uitvallen van bedrijfsapparatuur. Noteer gehanteerde lichtregime. Controleer of er een calamiteitenplan op het bedrijf aanwezig is. H15B Noodstroomaggregaat Indien gebruik gemaakt wordt van mechanische ventilatie moet er een werkend alarm en noodstroomaggregaat aanwezig zijn. NVT natuurlijke ventilatie. H15C Test De noodstroomaggregaat dient minimaal eenmaal per kwartaal aantoonbaar getest te worden. H16 Brandveiligheid Met het oog op de brandveiligheid vindt minimaal eens in de vijf jaar een Agro Elektra Inspectie plaats conform NEN1010. Gezondheid en Ingrepen GO1 Vaste dierenarts De rundveehouder heeft met één geborgde rundveedierenarts een bilaterale overeenkomst. GO2A Bedrijfsgezondheidsplan De rundveehouder heeft een bedrijfsgezondheidsplan als bedoeld in IKB rund. Het plan bevat conform IKB Rund o.a. info over de veestapel, de gezondheidsstatus en de omstandigheden op het bedrijf. GO2B Bedrijfsbehandelplan De rundveehouder heeft een bedrijfsbehandelplan als bedoeld in IKB Rund. Het plan bevat conform IKB Rund o.a. de meest voorkomende aandoeningen en de behandeling hiervan. Controleer of er bij mechanische ventilatie op natuurlijke ventilatie of een noodaggregaat kan worden overgestapt. Noteer de data van afgelopen jaar waarop de noodaggregaat getest is. Controleer of er een certificaat is van de laatste keuring en noteer de datum. Zie voor een lijst van bedrijven die de keuring kunnen verrichten http://www.averoachmea.nl/ zakelijk/pages/agroelektrainspectie.aspx Verificatie op basis van overeenkomst tussen de rundveehouder en de bedrijfseigen dierenarts. De modelovereenkomst van de Stichting Geborgde dierenarts dient gebruikt te worden. De overeenkomst dient door rundveehouder en dierenarts ondertekend te zijn. Controleer of er een bedrijfsgezondheidsplan conform IKB rund aanwezig is. Controleer of er een bedrijfsbehandelplan conform IKB rund aanwezig is. GO2C Evaluatie Het bedrijfsgezondheidsplan en het bijbehorende Controleer of veehouder en dierenarts evaluaties indien geen alarm, noodstroomaggregaat of rampenplan aanwezig. indien alarm wel getest wordt, maar dit niet aantoonbaar is. indien onvolledig. Schorsing indien registratie niet aanwezig. indien onvolledig. Schorsing indien niet aanwezig. 5

G03 Aspecten Criterium Interpretatie Sanctie bedrijfsbehandelplan worden jaarlijks geëvalueerd en geüpdated. en aanpassingen hebben ondertekend. Regelmatig artsen bezoek Elke productie-eenheid van het veehouderijbedrijf wordt regelmatig (tenminste elk half jaar) door de vaste dierenarts bezocht voor een klinische inspectie en bedrijfsbegeleiding (op grond van bijv productiegegevens, Ante Mortem en Post Mortem keuringsresultaten). Controleer in de administratie de bezoekrapportages van de dierenarts van de afgelopen 2 jaar en noteer de data van bezoeken van afgelopen jaar. G04 Arts inschakelen bij ziekte / wonden Bij ernstige ziekte en ernstige verwonding van dieren, bij verschijnselen van zeer besmettelijke dierziekten, abnormale verlaging van de voeropname en/of sterfte onder de runderen wordt direct de dierenarts ingeschakeld. Controleer aan de hand van de bezoekfrequentie, in relatie tot de voorgeschreven koppelbehandelingen, en evaluatie van het bedrijfsgezondheidsplan of de rundveehouder aan het voorschrift voldoet. G05 Euthanasie Zeer ernstig zieke of gewonde dieren zonder zicht op herstel worden geëuthanaseerd. Dit wordt uitgevoerd door de dierenarts. G06A Ziekenboeg Zieke en gewonde runderen moeten worden verwijderd uit de groep en moeten worden behandeld in adequate lokalen (eenlingbox / ziekenbox) met droog en comfortabel strooisel tenzij de dierenarts strooisel om veterinaire redenen afraadt. G06B Ziekenboeg De ziekenboeg beslaat minimaal 1% van de runderplaatsen, met een minimum van 1 plaats. Indien ruimte niet standaard aanwezig is, maar gecreëerd wordt indien noodzakelijk, dan kan deelnemer dit aantonen. Controleer aan de hand van bezoekrapportages en/of het logboek of euthanasie heeft plaatsgevonden. Controleer of er in de stal een ziekenboeg aanwezig is waarin zieke en gewonde dierenafgescheiden gehouden kunnen worden van de gezonde dieren. Bereken aan de hand van het aantal runderplaatsen de beschikbare ruimte. Noteer de berekening. G06D Visueel contact Visueel contact met andere dieren is hier vanuit mogelijk. G07A Antibioticagebruik Bij de ingangscontrole van het bedrijf moet het antibioticagebruik in ieder geval binnen het door de St. Diergeneesmiddelen Autoriteit (SDA) bepaalde signaleringsniveau liggen met een plan om binnen 2 jaar op of onder het door SDA bepaalde streefniveau te vallen. Controleer of de dieren oogcontact met elkaar kunnen maken. Noteer afwijkingen. Noteer bij de ingangscontrole en het jaar daarop of de dierdagdosering van het bedrijf onder het door de SDA vastgestelde signaleringsniveau ligt. Vanaf 2 jaar na de ingangscontrole jaarlijks controleren of het antibioticagebruik beneden het door de SDA bepaalde streefniveau ligt. Schorsing als niet op vereiste niveau. als er geen PvA is. 6

Aspecten Criterium Interpretatie Sanctie GO7B Het bedrijf gebruikt alleen antibiotica s van de 1 e en 2 e Gebruik van antibiotica s van de 3 e en 4 e generatie generatie. is niet toegestaan. G08 Slachtbevindingen De door de slachterij teruggekoppelde slachtbevindingen worden met de dierenarts en evt. de veevoeradviseur besproken om de verzorging waar nodig bij te sturen. De dierenarts verwerkt dit in zijn bezoekverslag. Controleer of in de administratie teruggekoppelde informatie van het slachthuis aanwezig is van de afgelopen 2 jaar. Noteer opmerkingen laatste slachthuisverslag en bespreking met dierenarts. Toelichting: Keuringsuitslagen van levers/ nieren en spuitplekken, aanvoer van schone dieren en vulling maagdarmpakket van voorgaande leveringen (tot min. 2 jaar, en eventuele eerdere leveringen van dezelfde ronde) zijn aanwezig. G09 Evaluatie klauwen De conditie van de klauwen wordt besproken met de dierenarts en zo nodig wordt een klauwverzorgingsplan opgesteld. Controleer of de veehouder de klauwcondities met de veearts bespreekt (kan onderdeel zijn van het gezondheids- en welzijnsplan). G10 Couperen Het couperen van de staart is niet toegestaan. Controleer 10% van de dieren door een ronde door de stal te lopen. Noteer afwijkingen. G11 Heet- of Koudmerken Heet- of koudmerken van runderen is niet toegestaan. G12a Onthoornen Onthoornen mag alleen in de 1 e 5 levensweken door een dierenarts met een heet ijzer onder verdoving en met pijnbestrijding achteraf. Onthoornen van dieren wordt geregistreerd. Noteer op welke wijze de dieren geïdentificeerd worden. Noteer leeftijd van onthoornen en controleer of de dierenarts dit onder verdoving heeft uitgevoerd. indien preventief gecoupeerd wordt. G12b Inkorten hoorns Indien een rund niet onthoornd is, maar de uitgelopen hoorns een zodanige ontwikkeling vertonen dat dit naar het oordeel van de dierenarts een bedreiging vormt voor het rund zelf, dan mogen de hoorns alsnog door een dierenarts ingekort worden, mits onder verdoving en met pijnbestrijding achteraf. G13 Castratie Als runderen worden gecastreerd gebeurt dit door een dierenarts onder verdoving en met pijnbestrijding achteraf. G14 Keizersnede Runderen moeten worden geselecteerd op afkalfgemak. Belgisch Blauwen en Verbeterd roodbont runderen met een hoge incidentie keizersneden mogen niet gebruikt worden. De keizersnede mag alleen in Controleer of er dieren op het bedrijf zijn waarvan de hoorns op latere leeftijd ingekort zijn. Noteer of dit onder verdoving en met pijnbestrijding achteraf uitgevoerd is. Controleer van 2 recent gecastreerde kalveren of uit de bezoekverslagen van de dierenarts blijkt dat hij dit conform dit voorschrift heeft gedaan. Controleer of er geen Belgisch Blauwen of Verbeterd roodbont wordt gehouden. 7

G15 Aspecten Criterium Interpretatie Sanctie noodgevallen toegepast worden niet routinematig. Voortplantingstechnieken Routinematige toepassing van embryotransplantatie en Noteer toegepaste voortplantingswijze en % Ovum Pick up zijn niet toegestaan. Maximaal in 5% van gebruik gemaakt van ET of OPU. de dieren is gebruik gemaakt van ET of OPU. Transport TA01 Reisduur De runderen zijn op een leeftijd van minimaal 3 maanden ter aanvoer naar de vleesveehouderij niet langer dan 8 uur oftewel 500km getransporteerd. T01 Reisduur jongvee Het transport van runderen tot een leeftijd van 5 maanden mag maximaal 8 uur duren en vanaf een leeftijd van 5 maanden (z.g. broutards) naar het vleesveebdrijf mag dit maximaal 12 uur duren Noteer land en plaats van herkomst van de dieren en controleer de transportpapieren. Noteer aan de hand van de transportpapieren de herkomst en de reistijd van de dieren. Bij het bepalen van de transportduur mag een marge van een ½ uur worden gehanteerd. T02 T03 Reisduur naar het slachthuis Verblijf op het vleesveebedrijf Het transport van runderen van de vleesveehouderij naar de slachterij mag maximaal 4 uur rijden duren, oftewel 250 km zijn. Eenmaal op het vleesveehouderijbedrijf blijven de dieren op deze locatie tot afvoer naar het slachthuis. Noteer aan de hand van de transportpapieren de herkomst en de reistijd van de dieren alsmede het slachthuis van bestemming. Controleer middels een steekproef in de stallijst of de dieren vanaf opzet op één UBN gehuisvest zijn geweest. 8

Specifieke criteria voor zoogkoeien en ossen Naast de hiervoor gegeven algemene voorschriften gelden voor het houden van zoogkoeien met hun kalveren en voor ossen de volgende specifieke voorschriften. Voeding VA01A Spenen De kalveren worden gespeend van de koe op een leeftijd van min. 3 maanden. Het spenen gebeurt geleidelijk door het kalf steeds meer ruwvoer en drinkwater te geven en door tijdelijk scheiden van koe en kalf met alleen oogcontact. VA01B Spenen Blaarkop en Lakenvelder worden gespeend op een leeftijd van 14 dagen. Het spenen gebeurt geleidelijk door het kalf steeds meer ruwvoer en drinkwater te geven en door tijdelijk scheiden van koe en kalf met alleen oogcontact. V03 Bijvoer Daarnaast moeten kalveren worden bijgevoerd met vers water en ruwvoer vanaf een leeftijd van 14 dagen. Noteer gehanteerd regime. Noteer gehanteerd regime. Controleer of de kalveren vanaf een leeftijd van 14 dagen worden bijgevoerd, Huisvesting HA02 Binnen afmesten Voor het binnen afmesten van vaarzen en ossen mag gedurende een beperkte periode afgeweken worden van de verplichte weidegang. De periode van binnen afmesten mag niet langer zijn dan 1/5 deel van de levensduur met een maximum van 5 maanden. Noteer gehanteerd afmestregime. 9

Specifieke criteria voor het mesten van stieren die permanent op stal worden gehouden Naast de hiervoor gegeven algemene voorschriften gelden voor het mesten van stieren de volgende specifieke voorschriften. T04 T05 Herkomst stieren Van zoogkoeienbedrijf buitenland Leeftijd vertrek zoogkoeienbedrijf De stieren mogen als kalf van zoogkoeienbedrijven uit het buitenland komen die niet aan Beter Leven deelnemen en niet op de algemene criteria van Beter leven zijn gecontroleerd mits aan de navolgende voorwaarden wordt voldaan. De kalveren zijn minstens 3 maanden oud voor zij van het zoogkoeienbedrijf van geboorte weg gaan. T06 Transportduur Het transport van de kalveren tot een leeftijd van 5 maanden mag maximaal 8 uur duren. Vanaf een leeftijd van 5 maanden mag dit maximaal 12 uur duren. T07 Tijdelijk opvang vleesveebedrijf Als het niet mogelijk is binnen 8 uur de mesterij te bereiken waar de kalveren als stier zullen worden afgemest, dan mogen de kalveren eenmalig tijdelijk op een opvang-vleesveebedrijf geplaatst worden voor minimaal 21 dagen. Dit in afwachting van verder vervoer naar het uiteindelijke mesterijbedrijf. G12a Onthoornen Als de kalveren onthoornd zijn dient dit gebeurt te zijn onder verdoving en met pijnbestrijding achteraf. Voeding V01C Krachtvoer stieren Voor stieren die permanent op stal gehouden worden, bestaat het dagelijks voer uit maximaal 40% GMP+ krachtvoer. Controleer middels een steekproef aan de hand van de I&R gegevens van wat voor soort bedrijf de kalveren komen. Controleer middels een steekproef aan de hand van de I&R-gegevens op welke leeftijd de kalveren van het bedrijf van geboorte zijn weg gegaan. Noteer land en plaats van herkomst van de dieren en controleer de transportpapieren Controleer aan de hand van de I&R-gegevens de datum waarop de kalveren op een opvangvleesveebedrijf zijn aangekomen en de vertrekdatum naar de stierenmesterij. Controleer of er een verklaring van een dierenarts is waaruit blijkt dat het onthoornen op de vereiste wijze heeft plaatsgevonden. Controleer en noteer het percentage krachtvoer. Huisvesting HA03 Huisvesting stieren Stieren ouder dan 1 jaar mogen in plaats van weidegang permanent op stal gehouden worden met voldoende frisse lucht, onbelemmerde toegang van daglicht en een zachte ligplek van stro. Noteer of de huisvesting aan alle punten voldoet. 10