Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 26 juni 2007

Vergelijkbare documenten
Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 29 mei 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 juli 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 april

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 31 juli 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 19 juni 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 5 december 2007

van 22 december 2009 gewijzigd op (23 maart 2010)

van 17 februari 2009

van 14 augustus 2007

van 20 november 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 29 april 2008

van 25 september 2009

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 juli gewijzigd op 16 september 2009

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 januari 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart gewijzigd op 2 maart 2010

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 januari 2007

van 23 februari 2010

van 23 februari 2010

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart 2009

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juli 2008

van 23 februari 2010

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 20 juli gewijzigd op 24 januari 2007

van 11 december 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 juni 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 april 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 maart 2005

van 23 februari 2010

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 27 januari 2009

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 26 juli 2005

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 31 mei 2005

van 18 september 2012

Typ hier de naam van hedrijf

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 april gewijzigd op 23 februari 2010.

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 27 april 2006

van 7 februari 2007, gewijzigd op 31 juli en 13 november 2007

VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 27 april gewijzigd op 14 juli 2009 en 30 maart 2010

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 januari 2006

Commissie Benchmarking Vlaanderen

In het Belgisch Staatsblad van 31 december 2012 werd op bladzijde e.v. bovengenoemd besluit gepubliceerd.

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 april 2014

Geïnstalleerd vermogen en aantal warmtekrachtinstallaties per provincie

Brussel, 11 januari _advies_besluit_WKK. Advies. Besluit warmtekrachtkoppeling

TER CONSULTATIE. Mededeling van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van XXX

Aantal uitgereikte warmtekrachtcertificaten en garanties van oorsprong

EINDBESLISSING (B) CDC-1251

van 14 augustus 2007

Ontwerp van. Mededeling van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 maart 2012

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 7 oktober 2003

EINDBESLISSING (B) CDC-1231

EINDBESLISSING (B) CDC-1272

Aantal uitgereikte warmtekrachtcertificaten en garanties van oorsprong

Steunmechanismen voor WKK. 16 oktober 2018

Aantal uitgereikte warmtekrachtcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte warmtekrachtcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte warmtekrachtcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte warmtekrachtcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte warmtekrachtcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte warmtekrachtcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte warmtekrachtcertificaten en garanties van oorsprong

WKK-regelgeving. Ingrijpende wijziging Beschikbare warmte Biomethaan Kleinschalige biogas-wkk. Mieke Van Houtte 30 maart 2018

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 10/12/2013

WARMTEKRACHTKOPPELING (WKK) INFOBROCHURE

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 1 maart 2016

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 mei 2012

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 11 mei

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 april 2003

EINDBESLISSING (B) CDC-1273

Rapport van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 augustus 2006

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 3 juli 2012

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 9 december 2003

Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor het indienen van steunaanvragen voor nuttigegroenewarmte-installaties

COGEN Vlaanderen vzw. Doelstelling: actief meewerken aan de ontwikkeling van kwaliteitsvolle WKK Expertisecentrum Expertiseverstrekking naar leden

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 9 december 2009

van 21 augustus 2015

Inventaris warmte-krachtkoppeling Vlaanderen

van 19 december 2005

Advies van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 3 augustus 2010

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 14 april 2004

Persmededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 3 februari 2008

Mededeling van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 3 oktober 2013

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Ontwerp van. Mededeling van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 26 juni 2013

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 1 februari 2005

Handleiding voor indieners van projectvoorstellen voor de call groene warmte, restwarmte en biomethaan

Aanvraag van groenestroomcertificaten voor elektriciteit uit offshore windenergie

Versie 1.0 TOELICHTING BIJ HET BEGRIP BESCHIKBARE WARMTE INHOUD

EINDBESLISSING (B) CDC-1478

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

25/03/2013. Overzicht

van 23 december 2014

VR MED.0485/2

Groenestroomcertificaten en subsidies voor het BHG toegepast op warmtekrachtkoppeling

Europese primeur! WKK-installatie AGFA

van 13 augustus 2009

Transcriptie:

Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 1000 Brussel Tel. +32 2 553 13 53 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt van 26 juni 2007 met betrekking tot de goedkeuring van de aanvraag tot toekenning van warmtekrachtcertificaten voor de warmtekrachtbesparing gerealiseerd door de warmtekrachtinstallatie Nobis bestaande uit interne verbrandingsmotor met een elektrisch vermogen van 1532 kw, gelegen te Herderstraat 13 B, 2840 Rumst (referentie: WKC-0058) BESL-2007-68

De Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt; Gelet op de artikelen 16 en 25bis van het decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2006 ter bevordering van de elektriciteitsopwekking in kwalitatieve warmtekrachtcentrales (hierna "het WKK-Besluit ); Gelet op het Ministerieel Besluit van 6 oktober 2006 inzake de vastlegging van referentierendementen voor toepassing van de voorwaarden voor kwalitatieve warmtekrachtinstallaties (hierna het Ministerieel Besluit ) Gezien de aanvraag tot toekenning van warmtekrachtcertificaten voor de warmtekrachtbesparing gerealiseerd door de warmtekrachtinstallatie bestaande uit interne verbrandingsmotor met een elektrisch vermogen van 1532 kw, gelegen te Herderstraat 13 B, 2840 Rumst (hierna de Warmtekrachtinstallatie genoemd), ingediend door Nobis CVBA (hierna de aanvrager genoemd), ontvangen door de VREG op 19 februari 2007; Gezien het schrijven van de VREG van 21 mei 2007, waarin de aanvrager verzocht werd zijn aanvraagdossier te vervolledigen; Gezien de bijkomende inlichtingen, ontvangen 8 juni 2007; Overwegende dat de VREG vaststelt dat het aanvraagdossier volledig werd ingediend; Overwegende dat de aanvrager in het aanvraagdossier verklaart de eigenaar van de Warmtekrachtinstallatie te zijn; Overwegende dat de Warmtekrachtinstallatie gelegen is in het Vlaams Gewest; Overwegende dat de Warmtekrachtinstallatie als brandstof aardgas verbruikt; Overwegende dat de door de Warmtekrachtinstallatie geproduceerde warmte nuttig wordt gebruikt, namelijk voor verwarming van een tuinbouwserre; Overwegende dat de Warmtekrachtinstallatie warmte produceert in de vorm van warm water en warme lucht; Overwegende dat de door de Warmtekrachtinstallatie geproduceerde elektrische energie ter plaatse wordt verbruikt en wordt geïnjecteerd in het distributienet; Overwegende dat de door de Warmtekrachtinstallatie geproduceerde elektrische energie wordt geïnjecteerd op een spanning van 11 kv; Overwegende dat de warmtekrachtinstallatie voor het eerst in dienst werd genomen op 15 maart 2007; Overwegende dat de rendementsreferentiewaardes voor gescheiden elektriciteits- en warmteproductie voor de bepaling van de besparing op primaire energie worden gegeven door het Ministerieel Besluit; Overwegende dat de rendementsreferentiewaarde voor gescheiden elektriciteitsproductie gelijk is aan 52,5 %, overeenkomstig Bijlage I van het Ministerieel Besluit voor het gegeven type brandstof en het gegeven jaar van eerste indienstname van de Warmtekrachtinstallatie; Pagina 2 van 8

Overwegende dat op deze waarde een correctie voor klimaatomstandigheden moet worden toegepast, overeenkomstig artikel 2, 1, van het Ministerieel Besluit; Overwegende dat voor de gemiddelde jaarlijkse buitentemperatuur op de plaats van de Warmtekrachtinstallatie gelijk wordt verondersteld aan de gemiddelde temperatuur van het KMIweerstation te Ukkel, namelijk 9,7 C; Overwegende dat op deze waarde een correctie voor vermeden netverliezen moet worden toegepast, overeenkomstig artikel 2, 2, van het Ministerieel Besluit; Overwegende dat deze correctiefactoren als volgt worden toegepast: Ref Eη = (52,5 %, + Delta_T x 0,1 %) x N In deze uitdrukking is: Ref Eη Delta_T N het gecorrigeerde referentierendement voor de gescheiden opwekking van elektriciteit, het geheel aantal graden dat de gemiddelde jaartemperatuur onder 15 C blijft, gelijk aan 5, correctiefactor voor de vermeden netverliezen, gelijk aan 0,9442, volgens bijlage IV van het Ministerieel Besluit voor het gegeven spanningsniveau en toepassing van de door de Warmtekrachtinstallatie geproduceerde elektriciteit; Overwegende dat de gecorrigeerde rendementsreferentiewaarde voor gescheiden elektriciteitsproductie (hierna: Ref Eη ) bijgevolg 50,04 % bedraagt; Overwegende dat de rendementsreferentiewaarde voor gescheiden warmteproductie (hierna: Ref Wη_W ) 90% bedraagt en dat de rendementsreferentiewaarde voor gescheiden warmterproductie in de vorm van warme lucht (hierna: Ref Wη_L ) 85 % bedraagt, overeenkomstig bijlage II van het Ministerieel Besluit; Overwegende dat het elektrisch rendement van de Warmtekrachtinstallatie (hierna: Eη") 42,03 % bedraagt, op basis van constructeurgegevens; Overwegende dat het thermisch rendement voor de aanmaak van warm water door de Warmtekrachtinstallatie (hierna Wη_W") 53,96 % bedraagt, en dat het thermisch rendement voor de aanmaak van warme lucht door de Warmtekrachtinstallatie (hierna Wη_L") 5,31 % bedraagt op basis van constructeurgegevens; Overwegende dat de door de Warmtekrachtinstallatie gerealiseerde relatieve besparing op primaire energie ten opzichte van de gescheiden productie van warmte en elektriciteit (hierna BPE), bijgevolg 33,42 % bedraagt, volgens onderstaande berekening overeenkomstig bijlage III van het WKK-Besluit: BPE = 1 1 100% Wη_W Wη_L Eη + + Ref Wη_W Ref Wη_L Ref Eη Overwegende dat de Warmtekrachtinstallatie bijgevolg een relatieve primaire energiebesparing realiseert die groter is dan of gelijk is aan 10% ten opzichte van de gescheiden productie van warmte Pagina 3 van 8

en elektriciteit, zoals vereist in artikel 7 en bijlage III van het WKK-Besluit voor warmtekrachtinstallaties met een elektrisch nominaal vermogen groter dan 1 MW.; Overwegende dat de Warmtekrachtinstallatie voorzien is van de nodige meetapparatuur om permanent de netto-elektriciteitsproductie, de benutte warmte en het brandstofverbruik te meten en deze meetapparatuur, evenals de meetopstelling en de toegepaste meetprocedures voldoen aan de terzake geldende internationale en nationale normen, zoals in artikel 3 van het WKK-Besluit wordt vereist van warmtekrachtinstallaties met een elektrisch nominaal vermogen groter dan 200 kw; Overwegende dat de warmtekrachtinstallatie bijgevolg voldoet aan de voorwaarden voor een kwalitatieve warmtekrachtinstallatie, vastgelegd in uitvoering van artikel 16 van het Elektriciteitsdecreet; Overwegende dat uit de aanvraag blijkt dat de door de Warmtekrachtinstallatie geproduceerde nuttige warmte zo dicht mogelijk bij de plaats van de aanwending wordt gemeten, zoals vereist in artikel 3 van het WKK-Besluit; Overwegende dat de referentierendementen voor de gescheiden productie van elektriciteit en warmt water en warme lucht voor de bepaling van de warmtekrachtbesparing (hierna η E, η Q_W en η Q_L ) worden gegeven door Artikel 10 van het WKK-Besluit; Overwegende dat de Warmtekrachtinstallatie wordt gebruikt voor de productie van CO 2, en dat de gemeten hoeveelheid benutte warmte bijgevolg met 10% wordt verhoogd voor de berekening van de warmtekrachtbesparing; Overwegende dat de metingen van elektriciteit, bedoeld in artikel 9, 1, eerste lid, van het WKK- Besluit, door IVEKA aan de VREG worden overgemaakt; Overwegende dat de metingen van de verbruikte hoeveelheid aardgas, bedoeld in artikel 9, 1, eerste lid, van het WKK-Besluit, door IVEKA aan de VREG worden overgemaakt; Overwegende dat de VREG van mening is dat deze metingen, bedoeld in artikel 9, 1, eerste lid, van het WKK-Besluit, dienen te worden aangevuld met andere metingen om de warmtekrachtbesparing te bepalen, namelijk de metingen opgesomd in Artikel 2 van deze beslissing; Overwegende dat de VREG op verzoek van de certificaatgerechtigde beslist heeft deze metingen over te laten aan de certificaatgerechtigde; Overwegende dat de Warmtekrachtinstallatie een elektrisch nominaal vermogen heeft dat groter is dan 1 MW en dat bijgevolg overeenkomstig artikel 4, 1, 4 van het WKK-Besluit een keuringsverslag dient te worden bijgevoegd bij het aanvraagdossier; Overwegende dat een keuringsverslag en een aanvullend keuringsverslag werden opgemaakt door een daartoe geaccrediteerde keuringsinstantie, zoals bedoeld in artikel 1, 2, 11 van het WKK- Besluit, met name AIB-Vinçotte; Overwegende dat de keuringsinstantie in het keuringsverslag en een aanvullend keuringsverslag bevestigt dat de metingen die met behulp van de meetapparatuur, bedoeld in artikel 3 van het WKK- Besluit, worden verricht, voldoen aan de in dat artikel gestelde voorwaarden; Overwegende dat uit het aanvullende keuringsverslag dat betrekking heeft op een nazicht op 23 april 2007 van de WKK-installatie, blijkt dat de gegevens en meterstanden van een urenteller op de CO2- injectie toegevoegd worden aan het oorspronkelijke keuringsverslag dat betrekking heeft op een nazicht op 23 maart 2007; Pagina 4 van 8

Overwegende dat hieruit kan afgeleid worden dat bij het eerste nazicht op 23 maart 2007 nog geen gegevens en meterstanden van een urenteller op de CO2-injectie beschikbaar waren; Overwegende dat de CO2-injectie en de bijhorende warmte-inhoud van de rookgassen bijgevolg niet in rekening kan gebracht worden bij de berekening van de warmtekrachtbesparing voor de periode tussen 23 maart 2007 en 23 april 2007; Overwegende dat de datum van het keuringsverslag 23 maart 2007 is en van het aanvullend keuringsverslag, 23 april is; Overwegende dat het totaal rendement van de Warmtekrachtinstallatie op jaarbasis groter is dan 75%, en dat de elektriciteitsproductie uit warmtekrachtkoppeling dus gelijk wordt gesteld aan de totale elektriciteitsproductie van de eenheid, in opvolging van Bijlage II van het WKK-Besluit Overwegende dat de aanvraag en de Warmtekrachtinstallatie bijgevolg voldoen aan de terzake van toepassing zijnde decretale en reglementaire voorwaarden tot toekenning van warmtekrachtcertificaten; Beslist: Artikel 1. De warmtekrachtinstallatie bestaande uit interne verbrandingsmotor met een elektrisch vermogen van 1532 kw, gelegen te Herderstraat 13 B, 2840 Rumst (hierna de Warmtekrachtinstallatie genoemd), voldoet aan de voorwaarden voor de toekenning van warmtekrachtcertificaten, bedoeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 2006 ter bevordering van de elektriciteitsopwekking in kwalitatieve warmtekrachtinstallaties. Artikel 2. Het aantal warmtekrachtcertificaten dat in een bepaalde maand door de VREG zal worden toegekend voor de warmtekrachtbesparing gerealiseerd door de Warmtekrachtinstallatie, bedoeld in artikel 1, wordt bepaald door de warmtekrachtbesparing WKB volgens volgende formule: E WKB = η Hierin is: netto E + ( Q + Q Q ) HT LT η Q _W buffer tan k Q + η L Q _ L 11, F E netto Q HT de door de Warmtekrachtinstallatie hoeveelheid netto geproduceerde elektriciteit, uitgedrukt in MWh en gemeten door de meter Landys+Gyr ZMD405CT44.0607 met serienummer 87535892, op basis van de meetgegevens met betrekking tot het toegangspunt met EAN-code 54-14548-9710000158-8 die maandelijks door IVEKA aan de VREG worden overgemaakt; de door de Warmtekrachtinstallatie hoeveelheid netto geproduceerde warmte in het hoge temperatuur warmwatercircuit, uitgedrukt in MWh en berekend in de rekeneenheid CALEC light van Aquametro met serienummer 4671192 uit metingen door de meters: - Promag 50 van Endress+Hauser met serienummer 9112E619000 (debiet), - PT100 met serienummer 02867R0637(824) (temperatuur uit), - PT100 met serienummer 02867V0637(859) (temperatuur in), op basis van de gegevens die maandelijks door Nobis CVBA aan de VREG worden overgemaakt; Pagina 5 van 8

Q LT Q buffertank Q L de door de Warmtekrachtinstallatie hoeveelheid netto geproduceerde warmte in het lage temperatuur warmwatercircuit, uitgedrukt in MWh en berekend in de rekeneenheid CALEC light van Aquametro met serienummer 4671194 uit metingen door de meters: - Promag 50 van Endress+Hauser met serienummer 9112DE19000 (debiet), - PT100 met serienummer 20879R0637(825) (temperatuur uit), - PT100 met serienummer 20879V0637(817) (temperatuur in), op basis van de gegevens die maandelijks door Nobis CVBA aan de VREG worden overgemaakt; is de geschatte hoeveelheid maandelijks verlies van warmte bij het transport en buffering van de geproduceerde warmte zowel op het hoge als het lage temperatuur warmwatercircuit, gelijk aan 4.364,67 kwh; warmtelevering door de gezuiverde rookgassen aan de serre, in de vorm van warme lucht; bepaald als Q L = H x m x h x c hierbij is: H m h c enthalpieverschil tussen de lucht die in de serre geïnjecteerd wordt en de omgevingslucht (per kg), gelijk aan 0,05312 kwh, op basis van een nominale temperatuur van de in de serre geïnjecteerde lucht van 55 C, en een omgevingstemperatuur in de serre van 20 C; massadebiet van de in de serre geïnjecteerde lucht, gelijk aan 2,3460 kg/s (=8445,76 kg/h) op basis van constructeurgegevens; het aantal uren dat de klep geopend is om warmte lucht in de serre te injecteren, uitgedrukt in h en gemeten door de meter DEIF HC84 met serienummer WOM-200703-001, op basis van de meetgegevens die maandelijks door Nobis CVBA aan de VREG worden overgemaakt; correctiefactor die in rekening brengt dat een deel van de warme lucht de serre verlaat op een hogere temperatuur dan omgevingstemperatuur, geschat op 0,95; F de door de Warmtekrachtinstallatie hoeveelheid verbruikte aardgas, uitgedrukt in MWh en gemeten door de meter Actaris Fluxy TZ G250 met serienummer 1281001007, op basis van de meetgegevens die maandelijks door IVEKA aan de VREG worden overgemaakt; η E het elektrisch referentierendement, gelijk aan 50 %; η Q _W het thermisch referentierendement, gelijk aan 90 % η Q _ L het thermisch referentierendement, gelijk aan 85 % Artikel 3. De toegekende warmtekrachtcertificaten, zoals berekend in artikel 2 van deze beslissing, zijn aanvaardbaar voor de certificatenverplichting zoals bedoeld in Artikel 11 van het WKK-Besluit. Vanaf de maand maart 2011 wordt er voor X% van de in artikel 2 berekende warmtekrachtbesparing certificaten toegekend die aanvaardbaar zijn voor de certificatenverplichting, en voor (100-X)% van deze warmtekrachtbesparing certificaten die niet aanvaardbaar zijn voor de certificatenverplichting. Pagina 6 van 8

X wordt hierbij berekend als volgt: X = 100 ( BPE 0,2 ( T 48 )) BPE In deze uitdrukking is: BPE T de relatieve besparing op primaire energie, uitgedrukt in procenteenheden, berekend aan de hand van de formule opgenomen in deze beslissing, en op basis van de meest recente gegevens bekend bij de aanvraag of bekend na een controle; de periode tussen de datum van indienstneming en de productiemaand, vermeld op het warmtekrachtcertificaat, uitgedrukt in maanden Artikel 4. De hoeveelheid elektriciteit uit kwalitatieve warmtekrachtkoppeling E WKK, wordt berekend als volgt: E WKK = E netto In deze uitdrukking wordt E netto verklaard zoals in artikel 2 van deze beslissing. Indien WKB, zoals berekend in artikel 2 van deze beslissing, groter is dan E WKK zoals berekend in dit artikel, krijgt het aantal warmtekrachtcertificaten, berekend als het verschil tussen WKB en E WKK, bij toekenning de vermelding niet van toepassing zoals bedoeld in Artikel 12, 2, 15 van het WKK- Besluit; Indien WKB, zoals berekend in artikel 2 van deze beslissing, kleiner is dan E WKK zoals berekend in dit artikel, wordt het aantal toe te kennen warmtekrachtcertificaten, zoals berekend in artikel 2 van deze beslissing, verhoogd tot E WKK. De extra (E WKK -WKB) toegekende certificaten zijn niet aanvaardbaar voor de certificatenverplichting zoals bedoeld in Artikel 11 van het WKK-Besluit. Het aantal toe te kennen warmtekrachtcertificaten, dat bij toekenning de vermelding nog niet gebruikt krijgt, zoals bedoeld in Artikel 12, 2, 15 van het WKK-besluit, wordt bepaald door E WKK,inj volgens volgende formule: E WKK,inj = E inj In deze uitdrukking is: E inj de door de Warmtekrachtinstallatie geproduceerde elektriciteit uit kwalitatieve warmtekrachtkoppeling die wordt geïnjecteerd in het distributienet beheerd door IVEKA gemeten door de meter Actaris SL761B040 met serienummer 35048233, op basis van de meetgegevens met betrekking tot het toegangspunt met EAN-code 54-14488- 6000409995-0 die maandelijks door IVEKA aan de VREG worden overgemaakt; Het aantal toe te kennen warmtekrachtcertificaten, dat bij toekenning de vermelding ter plaatse gebruikt krijgt, zoals bedoeld in Artikel 12, 2, 15 van het WKK-besluit, wordt bepaald als het verschil tussen E WKK en E WKK,inj. Pagina 7 van 8

Artikel 5. De eerste toekenning van warmtekrachtcertificaten zal gebeuren op basis van de warmtekrachtbesparing die wordt gerealiseerd vanaf 23 maart 2007. Artikel 6. De laatste toekenning van warmtekrachtcertificaten zal gebeuren op 22 maart 2009, tenzij ten laatste op deze datum een nieuw keuringsverslag wordt voorgelegd aan de VREG. Voor de VREG Brussel, 26 juni 2007, André Pictoel Gedelegeerd Bestuurder Pagina 8 van 8