COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.12.2003 COM(2003) 825 definitief 2003/0317 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG ter verlenging van de termijn tijdens welke de lidstaten kunnen worden gemachtigd een verlaagd BTW-tarief toe te passen op bepaalde arbeidsintensieve diensten Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD tot verlenging van de geldigheidsduur van Beschikking 2000/185/EG waarbij de lidstaten worden gemachtigd om overeenkomstig de procedure vastgesteld in artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG een verlaagd BTW-tarief op bepaalde arbeidsintensieve diensten toe te passen (door de Commissie ingediend) NL NL
TOELICHTING Ter uitvoering van de aanbevelingen van de Europese Raad van 11 en 12 december 1998, in het bijzonder de Strategie van Wenen voor Europa, heeft de Raad op 22 oktober 1999 Richtlijn 1999/85/EG 1 vastgesteld. Deze Richtlijn wijzigt Richtlijn 77/388/EEG 2 (Zesde BTW-richtlijn) wat betreft de mogelijkheid om bij wijze van experiment op arbeidsintensieve diensten een verlaagd BTW-tarief toe te passen. Zij heeft ten doel de lidstaten die dit wensen de mogelijkheid te geven te experimenteren met een gerichte BTW-verlaging voor deze diensten teneinde de werkgelegenheid te bevorderen en het zwartwerk tegen te gaan. Elke lidstaat die van deze mogelijkheid gebruik wenste te maken, diende de Commissie daarvan vóór 1 november 1999 in kennis te stellen 3. Volgens artikel 28, lid 6, van de Zesde BTW-richtlijn mag tot 31 december 2003 bij wijze van experiment een verlaagd BTW-tarief worden toegepast op arbeidsintensieve diensten. In dit artikel is verder bepaald dat de lidstaten die een dergelijk verlaagd tarief toepassen, vóór 1 oktober 2002 een evaluatierapport dienen op te stellen waarin zij verslag doen van hun bevindingen wat de schepping van werkgelegenheid en de efficiëntie betreft. Op basis van de evaluatierapporten die zijn opgesteld door de lidstaten die een verlaagd tarief toepassen, heeft de Commissie het Europees Parlement en de Raad een globaal evaluatierapport van het experiment voorgelegd 4. Op 23 juli 2003 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn goedgekeurd waarmee wordt gestreefd naar een volledige herziening van de verlaagde BTW-tarieven 5 met het oog op de vereenvoudiging en rationalisering daarvan. Dit voorstel houdt rekening met de conclusies van het evaluatierapport en past in het kader van de mededeling van de Commissie over de strategie ter verbetering van de werking van het BTW-stelsel in het kader van de interne markt 6. 1 2 3 4 5 6 PB L 277 van 28.10.1999, blz. 34. PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/92/EG (PB L 260 van 11.10.2003, blz. 8). De door de lidstaten ingediende verzoeken werden ingewilligd bij Beschikking 2000/185/EG van de Raad van 28 februari 2000 (PB L 59 van 4.3.2000, blz. 10). COM(2003) 309 def. van 2.6.2003. COM(2003) 397 def. van 23.7.2003. COM(2000) 348 def. van 7.6.2000. 2
Aangezien de Raad nog niet in staat was tot een unaniem besluit te komen om dit voorstel voor een richtlijn aan te nemen, verdient het aanbeveling, teneinde rechtsonzekerheid vanaf 1 januari 2004 te voorkomen en de Raad de tijd te geven die nodig is om te beslissen over het globale voorstel betreffende de verlaagde BTW-tarieven, dat zowel artikel 28, lid 6, eerste alinea, van Richtlijn 77/388/EG als artikel 1, eerste alinea, van Beschikking 2000/185/EG worden gewijzigd, in die zin dat de geldigheidsduur van de machtiging met twee jaar wordt verlengd uiterlijk tot en met 31 december 2005. Deze verlenging geeft de negen lidstaten die momenteel een verlaagd BTW-tarief toepassen op arbeidsintensieve diensten, de gelegenheid dit tarief twee jaar langer onder dezelfde voorwaarden te handhaven, zonder de reikwijdte van het experiment te wijzigen of te verruimen. 3
Voorstel voor een 2003/aaaa (CNS) RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG ter verlenging van de termijn tijdens welke de lidstaten kunnen worden gemachtigd een verlaagd BTW-tarief toe te passen op bepaalde arbeidsintensieve diensten DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 93, Gezien het voorstel van de Commissie 7, Gezien het advies van het Europees Parlement 8, Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité 9, Overwegende hetgeen volgt: (1) Volgens artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag 10, kunnen de in artikel 12, lid 3, onder a), derde alinea, bedoelde verlaagde tarieven gedurende een periode van maximaal vier jaar tussen 1 januari 2000 en 31 december 2003 eveneens worden toegepast op de arbeidsintensieve diensten die in de in bijlage K van de vorengenoemde richtlijn vermelde categorieën zijn genoemd. (2) Beschikking 2000/185/EG van de Raad van 28 februari 2000 waarbij de lidstaten worden gemachtigd om overeenkomstig de procedure vastgesteld in artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG een verlaagd BTW-tarief toe te passen op bepaalde arbeidsintensieve diensten 11, verleent bepaalde lidstaten toestemming om tot en met 31 december 2003 een verlaagd BTW-tarief toe te passen op de arbeidsintensieve diensten waarvoor zij een verzoek hebben ingediend. 7 8 9 10 11 PB C van, blz.. PB C van, blz.. PB C van, blz.. PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/92/EG (PB L 260 van 10.11.2003, blz. 8). PB L 59 van 4.3.2000, blz. 10. Beschikking gewijzigd bij beschikking 2002/954/CE (PB L 331 van 07.12.2002, p. 28. 4
(3) Op basis van de evaluatierapporten die zijn opgesteld door de lidstaten die aan het experiment deelnemen, heeft de Commissie op 2 juni 2003 haar globaal evaluatieverslag voorgelegd 12. (4) In overeenstemming met haar mededeling over de strategie ter verbetering van de werking van het BTW-stelsel in het kader van de interne markt 13 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn goedgekeurd tot globale herziening van de verlaagde BTW-tarieven 14 met het oog op de vereenvoudiging en rationalisering daarvan. (5) Aangezien de Raad tot op heden nog geen overeenstemming heeft bereikt over de inhoud van dit voorstel, verdient het aanbeveling, teneinde rechtsonzekerheid vanaf 1 januari 2004 te voorkomen, dat de Raad de tijd krijgt die nodig is om te beslissen over het voorstel tot globale herziening van de verlaagde BTW-tarieven; het is dus noodzakelijk de bij Richtlijn 77/388/EEG vastgestelde termijn voor de toepassing van de betrokken maatregel te verlengen. (6) Het verdient aanbeveling Richtlijn 77/388/EEG dienovereenkomstig te wijzigen, HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 In artikel 28, lid 6, eerste alinea, van Richtlijn 77/388/EEG wordt het zinsdeel vier jaar tussen 1 januari 2000 en 31 december 2003 vervangen door zes jaar tussen 1 januari 2000 en 31 december 2005. Artikel 2 De betrokken lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 februari 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. Artikel 3 Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar goedkeuring. Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Artikel 4 12 13 14 COM(2003) 309 def. van 2.6.2003. COM(2000) 348 def. van 7.6.2000. COM(2003) 397 def. van 23.7.2003. 5
Gedaan te Brussel, Voor de Raad De Voorzitter 6
TOELICHTING Ter uitvoering van de aanbevelingen van de Europese Raad van 11 en 12 december 1998, in het bijzonder de Strategie van Wenen voor Europa, heeft de Raad op 22 oktober 1999 Richtlijn 1999/85/EG 15 vastgesteld. Deze Richtlijn wijzigt Richtlijn 77/388/EEG 16 (Zesde BTW-richtlijn) wat betreft de mogelijkheid om bij wijze van experiment op arbeidsintensieve diensten een verlaagd BTW-tarief toe te passen. Zij heeft ten doel de lidstaten die dit wensen de mogelijkheid te geven te experimenteren met een gerichte BTW-verlaging voor deze diensten teneinde de werkgelegenheid te bevorderen en het zwartwerk tegen te gaan. In artikel 28, lid 6, van de Zesde BTW-richtlijn, gewijzigd bij Richtlijn 2002/93/EG 17, wordt toegestaan dat bij wijze van experiment tot 31 december 2003 een verlaagd BTW-tarief wordt toegepast op arbeidsintensieve diensten. De lidstaten die deze maatregel wensten in te voeren, dienden de Commissie daarvan vóór 1 november 1999 in kennis te stellen. Negen lidstaten dienden een verzoek in dat aan de voorwaarden van deze bepalingen voldeed. Deze verzoeken werden ingewilligd bij Beschikking 2000/185/EG van de Raad van 28 februari 2000 18. Deze beschikking werd bij Beschikking 2002/954/EG van 3 december 2002 19 een eerste maal verlengd met één jaar zodat de nationale rapporten over dit experiment globaal en grondig konden worden geëvalueerd. Op 2 juni 2003 heeft de Commissie haar evaluatieverslag voorgelegd 20. Op 23 juli 2003 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn goedgekeurd waarmee wordt gestreefd naar een volledige herziening van de verlaagde BTW-tarieven 21. Dit voorstel past in het kader van de mededeling van de Commissie over de strategie ter verbetering van de werking van het BTW-stelsel in het kader van de interne markt 22. De Raad heeft geen overeenstemming bereikt over de inhoud van dit voorstel. Teneinde rechtsonzekerheid vanaf 1 januari 2004 te voorkomen en de Raad de tijd te geven die nodig is om te beslissen over het globale voorstel betreffende de verlaagde BTW-tarieven, dient de Commissie een voorstel in tot wijziging van artikel 28, lid 6, van de Zesde BTW-richtlijn in die zin dat de termijn tijdens welke verlaagde BTW-tarieven mogen worden toegepast op arbeidsintensieve diensten, met twee jaar wordt verlengd. 15 16 17 18 19 20 21 22 PB L 277 van 28.10.1999, blz. 34. PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/92/EG (PB L 260 van 11.10.2003, blz. 8). PB L 331 van 7.12.2002, blz. 27. PB L 59 van 4.3.2000, blz. 10. PB L 331 van 7.12.2002, blz. 28. COM(2003) 309 def. van 2.6.2003. COM(2003) 397 def. van 23.7.2003. COM(2000) 348 def. van 7.6.2000. 7
Beschikking 2000/185/EG van de Raad van 28 februari 2000 waarbij de negen lidstaten worden gemachtigd een verlaagd BTW-tarief toe te passen op arbeidsintensieve diensten moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd teneinde deze lidstaten de mogelijkheid te geven dit tarief twee jaar langer onder dezelfde voorwaarden te handhaven zonder de reikwijdte van het experiment te wijzigen of te verruimen. 8
Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD tot verlenging van de geldigheidsduur van Beschikking 2000/185/EG waarbij de lidstaten worden gemachtigd om overeenkomstig de procedure vastgesteld in artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG een verlaagd BTW-tarief op bepaalde arbeidsintensieve diensten toe te passen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag 23, en met name op artikel 28, lid 6, Gezien het voorstel van de Commissie 24, Overwegende hetgeen volgt: (1) België, Frankrijk, Griekenland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk zijn krachtens Beschikking 2000/185/EG van de Raad 25, gemachtigd tot en met 31 december 2003 een verlaagd BTW-tarief toe te passen op de arbeidsintensieve diensten waarvoor zij een daartoe strekkend verzoek hebben ingediend. (2) Op 23 juli 2003 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn goedgekeurd tot globale herziening van de verlaagde BTW-tarieven 26. Aangezien de Raad hierover geen overeenstemming zal bereiken vóór 31 december 2003, verdient het aanbeveling het huidige stelsel van verlaagde BTW-tarieven voor arbeidsintensieve diensten met twee jaar te verlengen. (3) De bij Richtlijn 77/388/EEG vastgestelde termijn voor de toepassing van de betrokken maatregel werd verlengd. (4) Het verdient aanbeveling eveneens de geldigheidsduur van Beschikking 2000/185/EG te verlengen, 23 24 25 26 PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/92/EG (PB L 260 van 11.10.2003, blz. 8. PB C van, blz.. PB L 59 van 4.3.2000, blz. 10, gewijzigd bij Beschikking 2002/954/EG (PB L 331 van 7.12.2002, blz. 28). COM(2003) 397 def. van 23.7.2003. 9
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD: Artikel 1 Beschikking 2000/185/EG wordt als volgt gewijzigd: 1) In artikel 1, eerste alinea, wordt de zinsnede vier jaar, van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2003 vervangen door zes jaar, van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2005 ; 2) In artikel 3, tweede alinea, wordt de datum van 31 december 2003 vervangen door de datum van 31 december 2005. Artikel 2 Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, de Franse Republiek, de Helleense Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Portugese Republiek, het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De Voorzitter 10