p r o v i n c i e Limburg



Vergelijkbare documenten
overslag van 200 ton oude metalen deel van de totale opslag van maximaal 2000 ton - en 60 ton

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

BEKENDMAKING VAN HET OPENBAAR ONDERZOEK VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG KLASSE 1

MLAV1/ /RP/si

MLAV1/ /MV/bd

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

p r o v i n De deputatie van de provincie Limburg

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

MLAV1/ /MV/lydr.

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

o v in c i e Limburg De deputatie van de provincie Limburg 1/5

college van burgemeester en schepenen Zitting van 14 augustus 2015

BEKENDMAKING VAN EEN BESLISSING OVER EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN EEN WIJZIGING VAN MILIEUVERGUNNINGSVOORWAARDEN EN OPENBAAR ONDERZOEK

Besluit van de Deputatie

p r o v i n c i e L i m b u r g

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

Openbaar onderzoek: 5 april 2005 tot en met 4 mei 2005.

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26.

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

Milieuvergunningsaanvraag 1 ste klasse VLAREM

LSDC nv, Kempische Steenweg 311 bus 4.01 te 3500 Hasselt, heeft een aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een milieuvergunning voor het

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /RTH/vive

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

DE KRACHT ACHTER UW BEDRIJF!

Uittreksel uit de notulen van Omgevingscollege van 13 november 2018

uitbaten garagewerkplaats Ligging Hillarestraat 184 te 9160 Lokeren Kadastrale ligging afdeling 4, sectie C, perceel 1038T Contact

2/MLAV1/ /JB/AB Milieuvergunningen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 5 februari 2016

de omgevingsvergunning partim milieu

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Bestendige Deputatie

Dossiernummer 7C/32030/129/1/M/1

MLAV1/ /RP/bd

BIJLAGE B : Voorbeeld van een ingevulde melding

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT

college van burgemeester en schepenen Zitting van 29 januari 2016

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2.

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

Vlaamse Regering :~~~= ~ = ',.. "~ AMV/ /1001

p r o v i n c i e Limburg

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2620 HEMIKSEM, G. GILLIOTSTRAAT 60.

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Vlaamse overheid. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieuvergunningen. Jean Ferong Diensthoofd Limburg

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)

Besluit van de Deputatie

Vlaamse Regering ::J..~-

MLVER/ /PAG/sdv

MLAV1/ /MV/pn.

Veelgestelde vragen Versie 21/04/2015

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD

AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

Besluit van de Deputatie

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

p r o v i n c i e Limburg

Schema voor het bepalen van de meldplicht aan het LMA: voor toezichthouders, d.d. 6 juni 2016

VLAAMSE REGERING AMV/ /1007B

MLAV1/ /MV/AG

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

)"1 = Vlaamse Regering :~~"= , " AMV/ /1000

Besluit van de Bestendige Deputatie

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon.

Bijlage C5: CHECKLIST HORECA MILIEUREGELGEVING VLAREM Aangepast aan nieuwe indelingslijst d.d. 23/2/2017

Liersesteenweg 268 te 2800 Mechelen. Eikestraat 1 en 1A te 2800 Mechelen Afdeling 12402, sectie B, percelen 302 K, 302 L en 302 M

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Besluit van de Deputatie

Vlaamse Regering.::sm~~= '~ = " " AMV/ /1009

De melding ingediend door Herbosch Kiere, Sint-Jansweg 7, 9130 Beveren, werd per beveiligde zending verzonden op 4 augustus 2017.

Dossiernummer 7C/37011/17/2/M/1

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 december 2015

Departement Behandeld door Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Stedelijke Ontwikkeling Dennis De Caluwé DDC/17/0021/ddc 25/01/17

MLVER/ /RTH/AG/sdv

Besluit van de Deputatie

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

Transcriptie:

p r o v i n c i e Limburg 3 d e D i r e c t i e Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Natuur S e c t i e 3. 3. 1 Milieu en Natuur - Vergunningen De deputatie van de provincie Limburg Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen (hierna afgekort als Vlarem I); Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse regering, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn latere wijzigingen; Gelet op de op 2007-10-01 ingediende aanvraag laatst vervolledigd op 2007-10-25 van de nv STASSEN RECYCLING (btw-nr. 477.443.896), Hengelhoefstraat 177 te 3600 GENK voor het verkrijgen van een milieuvergunning voor het veranderen van het vergunde recyclagebedrijf door: - het opslaan en mechanisch behandelen van tonercartridges - het uitbaten van een depollutiecentrum voor AEEA - een Dual Fuel motor (PPO-olie en diesel) van 1.500 kw - een transformator van 1.500 kva - de opslag van 30.000 liter stikstof - de opslag van 50 ton PPO-olie - een warmtepomp voor de verwarming van de nieuwe kantoren zodat de inrichting na de geplande uitbreiding volgende rubrieken omvat: - (rubriek 2.1.2.b.) : opslag en overslag van afvalstoffen niet aan een verwerking verbonden klasse 1 opslag en overslag van 500 ton oude metalen (deel van de totale opslag van 5.435 ton) - (rubriek 2.2.1.e.2 ) : opslag en sortering van gevaarlijke afvalstoffen klasse 1 opslag en sortering van 50 ton gevaarlijk teerhoudend kabelafval, 250 ton niet-gedepollueerd AEEA (deel van de totale opslag van 5.435 ton) en 50 ton oude autobatterijen totale opslag van 350 ton - (rubriek 2.2.2.c.3 ) : opslag en mechanische behandeling van schroot klasse 1 opslag, sortering en mechanische behandeling van ferro- en non-ferro materialen en van gedepollueerd AEEA met een maximale opslagcapaciteit van 3.600 ton 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

(rubriek 2.2.2.d.2 ) : opslag en mechanische behandeling van voertuigwrakken klasse 2 depollutiecentrum met een capaciteit van 25 wrakken of 25 ton - (rubriek 2.2.2.f.1 ) : opslag en mechanische behandeling van andere niet gevaarlijke afvalstoffen klasse 2 opslag en kabelpellen van 50 ton niet-teerhoudende kabels (deelopslag van totale opslagcapaciteit van 5.435 ton) (uitbreiding nieuwe rubriek); 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

- (rubriek 2.2.2.g.2 ) : opslag en mechanische behandeling van gevaarlijke afvalstoffen klasse 1 - opslag en kabelpellen met een opslagcapaciteit van 50 ton teerhoudende en loodhoudende kabels (deelopslag van totale opslag van 5.435 ton) - depollutiecentrum AEEA met een capaciteit van 50 ton - opslag en mechanische behandeling van tonercartridges: - opslag van 2 x 30 ton (9.000 ton per jaar) - mechanische behandeling d.m.v. shredder, afzuiging en transportbanden (totaal 300 kw) (uitbreiding, nieuwe rubriek); - (rubriek 3.3.) : het lozen van niet in rubriek 3.6. begrepen huishoudelijk afvalwater in de openbare riolen klasse 3 de lozing van huishoudelijk afvalwater van woning en bedrijf in de openbare riolering aan de Hengelhoefstraat, max. debiet van 440 m³jaar - (rubriek 3.4.1 ) : het lozen van niet in rubriek 3.6. begrepen bedrijfsafvalwater dat één of meer van de in bijlage 2C bij titel I van het Vlarem bedoelde gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de geldende milieukwaliteitsnormen voor het uiteindelijk ontvangende oppervlaktewater klasse 2 de lozing van bedrijfsafvalwater belast met metaloïden, verontreinigd hemelwater en waswater in de openbare riolering aan de Hengelhoefstraat via een KWS-afscheider met een max. van debiet 2 m³uur - (rubriek 12.1.1.): elektriciteitsproductie, niet in rubrieken 20.1.5., 20.1.6. en 43.2. bedoelde inrichting voor elektriciteitsproductie, m.u.v. de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus klasse 2 een generator van 1.400 kw, twee generatoren van ieder 400 kw en een dual fuel motor van 1.500 kw totaal elektrisch vermogen: 3.700 kw (uitbreiding: vergund voor 3 generator met een totaal vermogen van 2.200 kw) - (rubriek 12.2.1.) : transformatoren klasse 3 drie transformatoren met een nominaal vermogen van 1 X 350 kva en 2 X 500 kva - (rubriek 12.2.2.) : transformatoren klasse 2 een transformator van 1.275 kva en een van 1.500 kva (uitbreiding, reeds vergund voor een transformator van 1.275 kva) - (rubriek 15.1.1.) : al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van autovoertuigen enof aanhangwagens, andere dan personenwagens klasse 3 stalplaats voor 8 kranen, 3 bulldozers, 5 vrachtwagens met aanhangwagens, 3 vorkliften en 3 veegmachines totaal 22 voertuigen - (rubriek 15.3.) : werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan één schouwput of brug, met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden klasse 2 twee autoherstelwerkplaatsen waarvan één uitgerust met een schouwput + een depollutiecenter uitgerust met twee schouwbruggen - (rubriek 15.4.1.) : niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens klasse 3 een wasstraat voor max. 9 kranen of vrachtwagens per dag - (rubriek 16.3.1.1.) : koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren en airconditioninginstallaties klasse 3 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

drie luchtcompressoren met een vermogen van 4, 6 en 10 kw totaal 20 kw - (rubriek 16.7.2.) : opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen in verplaatsbare recipiënten klasse 2 de opslag van 7.750 liter gassen in verplaatsbare recipiënten, waarvan 5.000 liter zuurstof in flessen van 50 liter inhoud, 750 liter propaan in flessen van 30 liter inhoud, 900 liter argon in flessen van 45 liter inhoud, 1.000 liter LPG en 100 liter freon - (rubriek 16.8.3.) : opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen in vaste reservoirs, uitgezonderd deze van drukvaten deeluitmakend van compressoren en uitgezonderd buffervaten klasse 1 de opslag van 30.000 liter stikstof (uitbreiding nieuwe rubriek); - (rubriek 17.3.3.1.a.) : opslagplaatsen voor oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen, volledig gelegen in een industriegebied klasse 1 de opslag van 1.540 kg antivries, koelvloeistof en ruitersproeiervloeistof - (rubriek 17.3.4.2.a.) : opslagplaatsen voor zeer licht ontvlambare en licht ontvlambare vloeistoffen, volledig gelegen in een industriegebied klasse 2 de opslag van 5.000 liter (afval) benzine in een bovengrondse dubbelwandige tank - (rubriek 17.3.6.2 ) : opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 55 C, maar dat 100 C niet overtreft klasse 2 opslag van 102.000 liter P3-producten waarvan: 20.000 liter stookolie in een bovengrondse ingekuipte tank, 20.000 liter diesel in een bovengrondse ingekuipte tank en 20.000 liter diesel in een bovengrondse dubbelwandige tank 5.000 liter (afval) diesel in een bovengrondse dubbelwandige tank 30.000 liter stookolie in twee bovengrondse ingekuipte tanks van ieder 15.000 liter inhoud 3.000 liter afvalolie (3 x 1.000 liter) 4.000 liter afgewerkte olie in vaten ( 20 x 200 liter) - (rubriek 17.3.7.1 ): opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 100 C klasse 3 opslag van 9.400 liter P4-producten waarvan: 4.000 liter nieuwe olie in vaten (20 x 200 liter) 4.000 liter producten in bovengrondse tanks met name 1.000 liter remvloeistof, 1.000 liter ruitensproeiervloeistof en 2.000 liter oliën 1.400 liter antivries en koelvloeistof - (rubriek 17.3.9.3 ) : brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, zijnde installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) klasse 1 4 verdeelslangen, ieder afzonderlijk verbonden met één van de drie tanks voor rode of witte mazout - (rubriek 24.4.) : laboratoria andere dan bedoeld in rubriek 24.1. klasse 3 een labo voor analyse van metalen 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

- (rubriek 29.5.2.3.) : smederijen, andere dan deze bedoeld in rubriek 29.5.1. en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal klasse 1 toestellen met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 1.763 kw waarvan een schaar- en persinstallatie van 315 kw, een shredder van 550 kw en 120 kw (transportbanden, ventilatie, magneten, scheiders en trommelzeef), een non-ferrolijn van 35 kw, een elektrische overslagmachine van 140 kw, vijf mobiele kranen van samen 450 kw, een pers van 150 kw en een kabelpeller van 3 kw - (rubriek 31.1.2.) : vast opgestelde motoren klasse 1 een verbrandingsmotor voor elektriciteitsproductie van 1.400 kw, twee verbrandingsmotoren van elk 400 kw een dual fuel motor van 1.500 kw totaal nominaal vermogen: 3.700 kw (uitbreiding met een dual fuel motor, reeds vergund voor een totaal vermogen van 2.200 kw); - (rubriek 38.1.) : inrichtingen voor de bereiding, behandeling of verwerking van springstof, met inbegrip van de installaties voor de terugwinning of vernietiging van explosieve stoffen, met uitzondering van de werkplaatsen voor het laden van jachtpatronen bij wapensmeden en andere kleinhandelaars klasse 1 installatie voor de verwerking van airbags - (rubriek 39.4.1 ) : warmtewisselaars, andere dan deze vermeld onder rubriek 39.2. en deze voor op een stoomdistributienet aangesloten woningen klasse 3 een warmtewisselaar van 3.000 liter (uitbreiding, nieuwe rubriek); - (rubriek 44.2.1.) : inrichtingen voor het vervaardigen of behandelen van plantaardige enof dierlijke oliën en vetten, wassen of andere niet-eetbare vetstoffen, andere dan deze bedoeld in rubriek 44.1. klasse 2 een dual fuel motor van 1.500 kw (uitbreiding, nieuwe rubriek); 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

- (rubriek 44.3.) : opslagplaatsen voor vetten, wassen, oliën of ander niet-eetbare vetstoffen klasse 2 de opslag van 50 ton PPO-olie (uitbreiding, nieuwe rubriek); - (rubriek 53.8.1 ) : boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning, andere dan deze bedoeld in rubriek 53.1. tot en met 53.7.- klasse 3 een grondwaterwinning met een maximum debiet van 240 m³jaar (uitbreiding nieuwe rubriek); - (rubriek 55.1.2 ) : verticale boringen ten behoeve van de aanleg van peilputten en voor andere doeleinden, andere dan deze bedoeld in de rubrieken 53., 54. en 55.2. klasse 2 3 verticale boringen op een diepte van 60 meter voor een warmtepomp (uitbreiding, nieuwe rubriek); op de kadastrale percelen van en te Genk, Afdeling 7, Sectie H, perceelsnrs. 1a5, 1v5, 1g7, 1f7 en 1e7, ter plaatse Hengelhoefstraat 177; Gelet op de volgende vergunningen en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de bovenvermelde inrichting reeds werden getroffen en op datum van indiening van de bovenvermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing zijn: - besluit van de deputatie d.d. 1999-04-21, houdende de vergunning voor de verdere exploitatie en verandering van een inrichting voor opslag en verwerking van ferro- en non-ferro-metaalafvalstoffen, voor een termijn van 20 jaar, dus tot 2019-04-21; - besluit van de deputatie van 2002-12-18, houdende vergunning voor het uitbreiden en wijzigen van de vergunde inrichting, voor een termijn eindigend op 2019-04-21; - besluit van de deputatie van 2006-01-18 waarbij akte wordt genomen van de melding van overname van de bovenvermelde milieuvergunningen door de NV Stassen Recycling; - besluit van de deputatie van 2006-05-24 waarbij vergunning wordt verleend voor de uitbreiding en wijziging van een bedrijf voor de opslag en verwerking van ferro- en non-ferrometaalafvalstoffen; Gelet op het schrijven d.d. 2007-11-06, waarbij de aanvrager in kennis werd gesteld dat zijn aanvraag volledig en ontvankelijk werd verklaard; Gelet op de brief d.d. 2007-11-06, waarbij aan de burgemeester van de stad Genk, werd gevraagd over te gaan tot het organiseren van een openbaar onderzoek i.v.m. de ingediende milieuvergunningsaanvraag; Gelet op de brieven, d.d. 2007-11-06, waarbij conform artikel 35, 3 van Vlarem I, door de gemachtigde ambtenaar advies werd gevraagd aan: a) de Provinciale Milieuvergunningscommissie; b) het college van burgemeester en schepenen van en te Genk; Gelet op de brieven d.d. 2007-11-06, waarbij door de secretaris van de Provinciale Milieuvergunningscommissie advies werd gevraagd aan de belanghebbende adviserende besturen; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van Vlarem I; Gelet op het P.V. d.d. 2007-12-17, van sluiting van het openbaar onderzoek, waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend; 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

Gelet op het gunstig advies, d.d. 2007-12-19, van het college van burgemeester en schepenen van Genk, omwille van volgende overwegingen: Gelet op volgende adviezen: *advies brandweer van 2007-12-10, gunstig advies: Te voorziene maatregelen omtrent de brandbestrijding: de aanwezige brandbestrijdingsmiddelen m.n. de snelblustoestellen moeten steeds in goede staat van werking en onderhoud verkeren. De brandbestrijdingsmiddelen moeten jaarlijks door een bevoegd persoon onderzocht worden. -advies ROW van 2007-11-19: stedenbouwkundig is er geen bezwaar teen de eventuele toekenning van een milieuvergunning. De bestemming is in overeenstemming met het gewestplan en het bijzonder plan van aanleg. 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

*advies Leefmilieu van 2007-11-23, gunstig advies: -het vergund recyclagebedrijf wordt uitgebreid met het opslaan en mechanisch behandelen van tonercartridges, het uitbaten van een depollutiecentrum voor AEEA, een dual fuel motot van 1.500 kw, een transformator van 1.500 kva, de opslag van 30.000 liter stikstof en een warmtepomp voor de verwarming van de nieuwe kantoren; -de exploitant voorziet op jaarbasis 9.000 ton cartridges, die thans gestort worden, op te slaan en te verwerken. De cartridges worden aangevoerd in gesloten containers van 30 ton, vervolgens via een luchtdichte opvoerband naar de shredder, die de cartridges breekt in kleine stukken breekt en naar een zigzagfilter. De shredder staat binnen de hal en wordt omkast om geluidshinder te beperken. Om stofexplosie tegen te gaan wordt er automatisch stikstofgas geïnjecteerd vanuit een stikstoftank. Op verschillende plaatsen in het proces is afzuiging voorzien voor opvang van stof naar de zakkenfilter met transport naar een cycloon voor afvoer naar de verbrandingsovens. De exploitant voorziet een emissie van maximum 10 mg stofm³. De brokstukken uit de zigzagfilter komen via een transportband terecht in een wervelstroomtrommel onder een magneet om de ferro en non-ferro te scheiden in afzonderlijke containers. De non-fractie wordt verder via de bestaande installatie, uitgerust met een magneettrommel, in drie verschillende fracties gescheiden voor geëigende verwerking; -de inzameling van AEEA is reeds vergund. Uitgezonderd de toestellen met koelvloeistoffen enof beeldschermen, de gasontladingslampen en medische apparatuur, zullen de elektrische toestellen handmatig ontmanteld worden op sorteertafels. Alle niet-metalen delen worden verwijderd en selectief opgeborgen in afwachting van afvoer naar erkende verwerkers. De metalen delen gaan door de shredders; -de exploitant voorziet een verticale aardewater warmtepomp met gesloten circuit. Deze heeft een gemiddeld rendement van minstens 4. De nodige 3 boringen tot ± 60 m diepte boren slechts 1 watervoerende laag aan. Het boorgat wordt uitgerust met de leidingen, filtergrind en kleistoffen; -de WKK met PPO (= Pure Plant Oil) als brandstof wordt in een geluidsdichte container geplaatst om geluidshinder te voorkomen, de shredderinstallatie komt op silent blocs om de trillingen op te vangen; - het terrein is volledig verhard; - alle gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen volgens de normen van Vlarem II en ARAB; - het terrein is omgeven door een groenstrook. De beplanting wordt geregeld in de stedenbouwkundige vergunning; overwegende dat: het Vlaams gewest een geïntegreerd rioleringenbeleid wenst te realiseren; volgens het bodemsaneringsdecreet en zijn besluiten de nodige aandacht dient beseed aan preventieve maatregelen tot voorkoming van bodem- en grondwaterverontreiniging; vanuit milieuhygiënisch standpunt t.o.v. water, bodem, geluid en lucht geen abnormale milieuhinder te verwachten is; vanuit veiligheidsoverwegingen de richtlijnen van de brandweer worden nageleefd; het federaal plan inzake duurzame ontwikkeling 2004-2008 tot verantwoordelijk beheer van natuurlijke hulpbronnen noopt; de stad een groenbeleid bij de KMO s wenst te realiseren, adviseert de Dienst Leefmilieu deze verandering van een recyclagebedrijf op naam van STASSSEN RECYCLING nv gunstig voor een termijn, die eindigt op 2019-04-21 mits naleving van de algemene, de geëigende sectorale Vlarem-voorwaarden en de reeds opgelegde bijzondere milieuvoorwaarden. Overwegende dat gesteld kan worden dat de exploitatie van de inrichting die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Besluit: De milieuvergunningsaanvraag van de nv Stassen Recycling wordt gunstig geadviseerd mits naleving van de van toepassing zijnde milieuvergunningsvoorwaarden; 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

Gelet op het gunstig advies, d.d. 2007-12-24, van de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, omwille van volgende overwegingen: LIGGING : Het bedrijf is volgens het gewestplan gelegen in een transportzone, op een afstand van: 2.700 m van een woongebied met landelijk karakter; 800 m van een woonuitbreidingsgebied; 80 m van woongebied; 80 m van een natuurgebied; 1.700 m van een natuurreservaat; 50 m van een parkgebied; 80 m van een dienstverleningsgebied (spoorweg); Het bedrijf is gelegen op een afstand van 3.540 m van Vogelrichtlijngebied V5 en op 580 m van Habitatrichtlijngebied H24; Het bedrijf is gelegen op meer dan 1.000 m van een drinkwaterwinningsgebied; VERSLAG ONDERZOEK : Beschrijving van de exploitatie Het betreft een bedrijf voor de recyclage van schroot, voertuigwrakken, AEEA en non-ferrometalen. De veranderingen omvatten: - het opslaan en mechanisch behandelen van tonercartridges - het uitbaten van een depollutiecentrum voor AEEA - een Dual Fuel motor (PPO-olie en diesel) van 1.500 kw - een transformator van 1.500 kva - de opslag van 30.000 liter stikstof - de opslag van 50 ton PPO-olie - een warmtepomp voor de verwarming van de nieuwe kantoren Aspect geluid: Het mechanisch behandelen van de tonercartridges en het depollutiecentrum voor AEEA gebeuren binnen een loods. Rond de shredderinstallatie van de cartridges zal ook nog een omkasting geplaatst worden. De WKK-installatie zal geplaatst worden in een geluidsdichte container om de geluidshinder naar de omgeving binnen de perken te houden. Deze maatregelen dienen toereikend te zijn om de geluidshinder binnen aanvaardbare grenzen te houden. Aspect luchtverontreiniging: De behandelde materialen geven geen geur af en bevatten ook geen bederfbare producten. Bij het verwerken van de cartridges komt er stof vrij van de tonerresten. Op verschillende plaatsen in het proces is er daarom een stofafzuiging voorzien en het afgezogen stof wordt afgeleid naar een zakkenfilter. Volgens de exploitant zal de stofconcentratie in de lucht na het filter max. 10 mgm³ bedragen. Om stofexplosies tijdens de behandeling (shredderen) tegen te gaan wordt stikstofgas geïnjecteerd. De verbrandingsgassen van de WKK-installatie (dual fuel motor) dienen te voldoen aan de voorwaarden van hoofdstuk 5.31 van titel II van het Vlarem. Om de NOx-concentratie van de uitlaatgassen van de PPO-motor te verlagen wordt gebruik gemaakt van een Selectieve Katalytische Reductie m.b.v. ureum, waardoor NOx wordt gereduceerd tot N 2 en H 2 O in aanwezigheid van een katalysator. Er kan bijgevolg verwacht worden dat de hinder voor de omgeving binnen aanvaardbare grenzen kan blijven. Aspect oppervlaktewaterverontreiniging: In de oorspronkelijke aanvraag werd voorzien dat het zakkenfilter zou gereinigd worden met een hogedrukreiniger, waardoor tonerresten in het bedrijfsafvalwater zouden terecht komen. 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

Volgens nieuwe gegevens zal de zakkenfilter in een volledig gesloten systeem zitten, waarbij automatisch de zakken worden leeggeblazen en het residu wordt opgevangen in de bigbag die onder de filter geplaatst is. Er is bijgevolg geen verandering van de lozing van bedrijfsafvalwater. Aspect bodem- en grondwaterverontreiniging De oppervlakken waarop de activiteiten gebeuren (verwerking en opslag) zijn verhard. De opslag van gevaarlijke vloeistoffen gebeurt boven inkuipingen of in dubbelwandige tanks. Er is bijgevolg weinig gevaar voor bodem- en grondwaterverontreiniging van de exploitatie. Aspect externe veiligheid: Uit de plannen van de aanvraag is gebleken dat de opslag van 7.750 liter gassen (5.000 liter zuurstof, 750 liter propaan, 900 liter argon, 1.000 liter LPG en 100 liter Freon) gebeurt op andere plaatsen dan op het plan van de vergunning van 24.05.2006 is aangegeven. Zuurstof, propaan en argon worden binnen in de verwerkingsplaats voor AEEA en cartridges geplaatst, waar eveneens lasposten staan. Volgens de voorwaarden van artikel 5.16.5.10. 2 van titel II van het Vlarem, is het verboden om in open en gesloten opslagplaatsen alsmede in de zones die begrensd zijn door de veiligheidsafstanden enof de schermen die door de artikelen 5.16.5.4 en 5.16.5.5 zijn voorgeschreven, te roken, vuur te maken of gebruik te maken van toestellen met onbeschermd vuur of onbeschermde vlam of andere zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare of brandbare stoffen op te stapelen, voor zover er zich recipiënten in deze opslagplaats bevinden. De opslag van de gassen in de verwerkingsplaats voor AEEA en cartridges dient bijgevolg geweigerd te worden, zodat de opslag buiten langs de burelen, zoals op het plan van het vergunningsbesluit van 24.05.2006 is aangegeven, behouden blijft. Volgens de voorwaarden van artikel 5.2.1.9 van Vlarem II dient de exploitant in overleg met de bevoegde brandweer de maatregelen om brand te voorkomen en de plaatsing van de nodige brandbestrijdingsmiddelen vast te leggen. Zodoende kan het risico voor de omgeving binnen aanvaardbare grenzen gehouden worden. Aspect EG-vogelrichtlijngebieden: Het bedrijf is gelegen op een afstand van 3.540 m van Vogelrichtlijngebied V5 en op 580 m van Habitatrichtlijngebied H24; In verband met deze ligging is op 09.11.2007 advies gevraagd aan de afdeling Natuur. Het advies, binnen gekomen op 12.12.2007, is gunstig voor de uitbreiding en wijziging daar er geen negatieve invloeden op de natuurwaarden in de speciale beschermingszones verwacht worden. Het is wel raadzaam om na te gaan of de voorgestelde grondwaterwinning geen invloed hebben op de waterhuishouding in de beschermingszones. De grondwaterwinning werd hier aangevraagd als een uitbreiding. Aangezien de grondwaterwinning echter reeds vergund is in het besluit van 24.05.2006, maakt ze geen deel uit van deze vergunningsaanvraag, waardoor de vraag om de invloed na te gaan op de beschermingszones komt te vervallen. Aspect grondwaterwinningen: De warmtepomp maakt gebruik van de warmte uit het grondwater en de grond, waarvoor 3 putten met een diepte van 60 zullen geboord worden. Er wordt echter geen grondwater onttrokken. Aspect energie: Om de burelen te verwarmen en in de zomer te koelen zal gebruik gemaakt worden van een warmtepomp, die gebruik maakt van de warmte uit het grondwater en de bodem. Hiervoor worden 3 putten met een diepte van 60 m geboord, waarin een gesloten circuit wordt aangelegd met water en glycol, bestaande uit 2 aanvoerleidingen en 2 afvoerleidingen per boring. Er dient geen water uit deze putten opgepompt te worden. 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

De warmte uit dit eerste circuit wordt m.b.v. een warmtepomp afgegeven aan een tweede circuit (de verwarmingskringloop). De PPO-WKK-installatie omvat een motor die gevoed wordt met een mengsel van plantaardige oliën. Er wordt elektriciteit mee geproduceerd en de vrijkomende warmte wordt in de winter gebruikt voor het verwarmen van de werkplaatsen. Aspect afvalstoffen: De activiteiten van het bedrijf breiden uit met: - het opslaan en mechanisch behandelen van tonercartridges - het uitbaten van een depollutiecentrum voor AEEA De opslag van de aangevoerde tonercartridges (lasercartridges) gebeurt buiten in containers van 30 ton. De opslagbunker is volledig gesloten om verspreiding van tonerstof te vermijden. De verwerking zal gebeuren in een aparte hal en bestaat uit het shredderen van de cartridges. Deze installatie is volledig omkast om geluidshinder en stofemissies te vermijden. Om stofexplosies tegen te gaan wordt in het shreddergedeelte stikstofgas geïnjecteerd. Op 4 plaatsen wordt een stofafzuiging voorzien met afvoer naar een zakkenfilter. Het opgevangen stof wordt naar een cycloon afgevoerd en bij voldoende hoeveelheid afgevoerd naar een verbrandingsinstallatie. De brokstukken uit het zigzagfilter worden via een transportband naar de scheider gevoerd waar er een scheiding zal plaatsvinden in ferro en non-ferro. De opgevangen materialen worden opgeslagen in containers en kunnen verder verwerkt worden. Er wordt verwacht om ca. 9.000 ton cartridges per jaar te verwerken. In tegenstelling tot de inzameling van AEEA (vergund in het milieuvergunningsbesluit van 24.05.2006) dat alle stromen accepteert, zullen enkel volgende stromen gedepollueerd worden: - Alle AEEA behalve de toestellen die voorzien zijn van koelvloeistoffen enof beeldschermen. Geen gasontladingslampen en medische apparatuur. Het betreft bijgevolg het BW-REC (huishoudelijke apparaten), AV (audio-visuele apparaten), SDA (kleine huishoudelijke apparaten), ICT-apparaten, ET&G (gereedschappen en tuingereedschappen), LightRec (verlichtingstoestellen) voor zover ze geen beeldschermen, koelvloeistoffen of gasontladingslampen bevatten. Mela-Rec (medische toestellen) zijn eveneens uitgesloten voor depollutie. De depollutie van AEEA zal in dezelfde loods gebeuren als de depollutie van voertuigwrakken. Er wordt wel een afgescheiden gedeelte gecreëerd. Het gedepollueerde AEEA kan verder verwerkt worden in de schrootverwerking. 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

Het AEEA wordt handmatig gesorteerd. De toestellen BW-REC (huishoudelijke apparaten), AV (audio-visuele apparaten), SDA (kleine huishoudelijke apparaten), ICT-apparaten, ET&G (gereedschappen en tuingereedschappen), LightRec (verlichtingstoestellen) worden op sorteertafels handmatig ontmanteld, waarbij alle niet-metalen delen worden verwijderd en opgeslagen in een van de voorziene vakken voor restproducten. Het basismateriaal gaat ook door de cartridgeshredder. De metalen delen worden verder verwerkt in de metaalverwerking. Alle gedepollueerde en nog verder te depollueren fracties worden als volgt opgeslagen: - Elektronische componenten en printplaten in 3 dekselvaten. - Elektrolytische, PCB- en PCT-houdende onderdelen in 4 dekselvaten. - Inktpatronen, toners en inktlinten in 4 dekselvaten (verder verwerkt in de tonershredder). - Kunststoffen met gebromeerde brandvertragers in 2 palletboxen. - Overige kunststoffen in 2 palletboxen. - Batterijen en accumulatoren in 4 dekselvaten. - Asbesthuodende onderdelen in 4 dekselvaten. - Kwikhoudende onderdelen in 4 dekselvaten. - LCD-schermen in 2 palletboxen. - Elektrische kabels in 2 palletboxen. - Onderdelen in vuurvaste keramische vezels in 2 palletboxen. - Overige vloeistoffen, afzonderlijk in gesloten 200 liter vaten. - Onderdelen die radio-actieve stoffen bevatten (vb. rookmelders) in een container met loodplaten. Deze fracties worden afgevoerd naar erkende verwerkers. Er wordt verwacht om ca. 150 ton AEEA per jaar te verwerken. VOORSTEL: Aan de nv STASSEN RECYCLING de gevraagde vergunning voor het veranderen van een recyclagebedrijf toe te staan voor een vergunningstermijn eindigend op 2019-04-21; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van het Agentschap R-O Vlaanderen, Ruimtelijke Ordening; Gelet op het gunstig advies, d.d. 2008-01-06, van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, omwille van volgende overwegingen: Stassen Recycling nv is een schrootverwerkend bedrijf dat actief is in het inzamelen (recyclage) en depollueren van schroot, voertuigwrakken en non-ferromaterialen en wenst uit te breiden door: - opslaan en mechanisch behandelen van tonercartridges - uitbaten van een depollutiecentrum voor AEEA Er werd geen plaatsbezoek uitgevoerd. De activiteiten waarvoor wij advies verlenen vallen onder de volgende rubrieken van de Vlarem I-indelingslijst: Rubriek 2.2.1.e.2 Opslag en sortering van gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 1 ton. Opslag en sortering van 50 ton gevaarlijk teerhoudend kabelafval, 250 ton niet-gedepollueerd AEEA (deel van de totale opslag van 5.435 ton) en 50 ton oude autobatterijen totale opslag van 350 ton. (reeds vergund, geen wijzigingen) Rubriek 2.2.2.g.2 Opslag en mechanische behandeling van gevaarlijke afvalstoffen, met een opslagcapaciteit van meer dan 1 ton. Opslag en kabelpellen met een opslagcapaciteit van 50 ton teerhoudende en loodhoudende kabels (deel van de totale opslag van 5.435 ton). Een depollutiecentrum AEEA met een capaciteit van 50 ton. Opslag en 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

mechanische behandeling van tonercartridges (opslag van 2 x 30 ton 9000 tonjaar) en mechanische behandeling d.m.v. shredder, afzuiging en transportbanden (totaal 300 KW). (uitbreiding: nieuwe rubriek) Bij de advisering inzake het verlenen van een vergunning aan Stassen Recycling nv worden volgende gezondheidsaspecten beoordeeld: Omgevingsaspecten enof klachten Ligging van het bedrijf: Het bedrijf is gelegen in een transportzone. Het dichtstbijzijnde woongebied bevindt zich ten zuidoosten op een afstand van 150 m. In het noordoosten bevindt zich een woongebied op 450 m. Klachten: Uit het telefonisch contact met de milieuambtenaar van de betrokken gemeente op 03012008 blijkt dat er op dat ogenblik nog geen klachten werden uitgebracht. 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

Relevante gezondheidsbedreigende factoren: Emissiesimmissies: Emissies van fijn stof beladen met zware metalen, organische stoffen, KWS kunnen een toxicologische impact hebben op de gezondheid. Nadelige gezondheidseffecten kunnen worden vermeden door efficiënte stofreducerende maatregelen voor geleide en niet geleide emissies. Geleide emissies (afzuiging uit de depollutiehal) en niet-geleide emissies (lek- en verladingsverliezen, stofopwaai), emissies naar de componenten lucht, bodem en grondwater toe. De belangrijkste emissies zijn deze van het afvalwater. Hiervoor verwijzen we naar het deskundig advies van de VMM Verontreiniging van bodem grondwater en oppervlaktewater: Lekkage kan het grondwater verontreinigen en mogelijk het drinkwater. Alle oppervlakten met opslag of activiteit zijn verhard met beton. Alle olievaten zijn voorzien van een opvangbak en de brandstof worden opgeslagen in dubbelwandige tanks. Geurhinder: In het bedrijf worden er geen afvalstoffen verbrand en geen materialen opgeslagen die geur afgeven. Stofhinder: De cartridges worden aangevoerd in containers van 30 ton welke geheel zijn afgesloten zodat er geen tonerstof in het milieu vrij komt. Via een transportband die naadloos aansluit op de container wordt de inhoud naar de shredder getransporteerd. Bij het verwerken van de cartridges is er op verschillende plaatsen in het proces een stofafzuiging voorzien. Het stof wordt afgeleid naar een zakkenfilter en vanuit de deze filter wordt het verder naar een cycloon getransporteerd. De cycloon wordt afgevoerd naar de verbrandingsoven, waar het stof verbrand wordt. Om stofexplosies tegen te gaan wordt er automatisch stikstofgas in het shreddergedeelte geïnjecteerd. Visuele hinder De inrichting is gelegen in een industrieterrein. Op een aantal plaatsen op het terrein zal er een Evergreen muur (geluidsscherm met begroeiing) worden aangelegd. Geluidshinder De meeste geluidsproducerende activiteiten worden in de loods ofwel in het lager gelegen gedeelte van het terrein uitgevoerd. De shredderinstallatie van de cartridges staat in een geïsoleerde plaats en zal voorzien worden van een omkasting zodat het geluid beperkt wordt tot een minimum. De installatie zelf is geïsoleerd en de geluidsnormen voor industriegebieden worden gerespecteerd. De shredderinstallatie staat centraal op het terrein en is voorzien van silent blocs zodat trillingen naar de omgeving geminimaliseerd worden. Er zal op bepaalde plaatsen op het terrein een geluidsscherm met begroeiing (Evergreen muur) worden aangelegd. Verkeersoverlast Het bedrijf is gelegen in een industriegebied. Voor de aanvoer wordt er gebruik gemaakt van wegtransport. Voor de nieuwe activiteit betekent dit een extra transportbeweging van 1 vrachtwagen per dag (9 000 ton: 30 ton per vrachtwagen gedurende 300 dagen per jaar). Voor de afvoer wordt er zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de spoorlijn. Veiligheidsproblemen De terreinen van de inrichting zijn volledig omheind en niet toegankelijk voor onbevoegden. Buiten de openingsuren zijn de poorten gesloten. Bij elke milieuvergunningsaanvraag wordt de brandweer om advies gevraagd. 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

Andere opmerkingen - aandachtspunten: Niet van toepassing BESLUIT Ons advies is gunstig voor de gevraagde activiteiten omdat de activiteiten medisch milieukundig verenigbaar zijn in de omgeving. De stofreducerende maatregelen voor geleide en niet geleide emissies moeten efficiënt worden opgevolgd. 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

Gelet op het gunstig advies, d.d. 2007-12-20, van de OVAM, omwille van volgende overwegingen: Voorwerp van deze aanvraag: Wat de OVAM-adviesbevoegdheid betreft, gaat deze aanvraag over rubriek 2.2.2.g.2.: opslag en mechanische behandeling van gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 1 ton. Stassen is reeds vergund voor de opslag en de mechanische behandeling van gevaarlijke afvalstoffen, maar dit gaat enkel over een depollutiecentrum met een capaciteit van 25 voertuigwrakken en deze activiteit is ingedeeld in een andere rubriek namelijk: 2.2.2.d.2. Stassen wil zijn activiteit met gevaarlijke afvalstoffen uitbreiden met een installatie (shredder met toebehoren) die speciaal ontworpen is voor de mechanische behandeling en de materiaalscheiding van de probleemafvalstof tonercartridges, maar waarmee ook een deel van de AEEA zal verwerkt worden. De aangevraagde opslagtank voor 30.000 liter stikstof is aan deze shredder verbonden. Bespreking van het afvalstoffenaspect: Sinds een paar decennia is het gebruik van de pc en bijhorende apparatuur, waaronder printers, fors toegenomen zowel door bedrijven als door gezinnen. Hierdoor komen er ook steeds meer lege inktpatronen en tonercartridges als afvalstof vrij. In deze aanvraag wordt vermeld dat er in België jaarlijks ongeveer 6 miljoen tonercartridges leeg gemaakt worden. Vele inktpatronen en zeker de dure tonercartridges voor laserprinters, kunnen worden gereconditioneerd. Dit wil zeggen dat selectief ingezamelde exemplaren geschikt worden gemaakt voor hergebruik als cartridge door deskundig technisch nazicht (waarbij versleten onderdelen vervangen worden en de resttoner verwijderd wordt) en hervulling met nieuw tonerpoeder. Er zijn in Europa en ook in Vlaanderen, meerdere bedrijven actief die zich toeleggen op de selectieve inzameling en de reconditionering van inktpatronen en tonercartridges. In Vlaanderen moeten deze bedrijven minstens beschikken over een erkenning als overbrenger van (gevaarlijke) afvalstoffen en (meestal) ook over een vergunde inrichting voor opslag en sortering van gevaarlijke afvalstoffen. Hier worden de ingezamelde exemplaren eerst gesorteerd op herbruikbaarheid. De herbruikbaar bevonden exemplaren worden dan verder gesorteerd per merk en type en (internationaal) vermarkt. De exemplaren die stuk zijn, die versleten zijn of die dermate verouderd zijn dat er nog nauwelijks afzet voor is, worden verwerkt als (gevaarlijk) bedrijfsafval. Door de snelle evolutie in de ICT-sector, worden ook de toestellen met inktpatronen of tonercartridges steeds performanter waardoor hun gebruikers vaak een nieuw toestel kopen, hoewel het bestaande nog behoorlijk werkt. Reeds bij een gering defect worden die toestellen niet meer hersteld maar dadelijk vervangen door een recenter type. Vermits in een bepaald type (merk, model) printer, fax, copier, meestal, slechts 1 type cartridge past, worden ook steeds meer cartridges ingezameld die technisch wel nog reconditioneerbaar zijn maar waarvoor dit economisch niet meer rendabel is omdat er (bijna) geen afzet meer voor kan worden gevonden. Er komt dus een groeiend aantal lege, niet meer reconditioneerbare cartridges beschikbaar dat een milieuverantwoorde verwerking moet krijgen. Wanneer een voorwerp niet meer als dusdanig herbuikbaar is (niet meer naar het tweedehands circuit kan) is materiaalhergebruik de volgende stap in de hiërarchie van verwerkingswijzen voor afvalstoffen die bekend is als de ladder van Lansink. Knelpunt bij inktpatronen en tonercartridges hierbij is dat ze bestaan uit meerdere materiaalsoorten en dat ze nog een restinhoud aan inkt of toner bevatten. Bovendien moeten sommige inkten en toners in de afvalfase, als gevaarlijk worden beschouwd. De installatie was tijdens het bedrijfsbezoek dat de OVAM op 26 november 2007 heeft gebracht aan Stassen, reeds in aanbouw en kan als volgt worden omschreven: een volledig gesloten aanvoerbunker, waarin de cartridges worden overgebracht vanuit de volledig gesloten container van 30 m³ waarin ze worden aangeleverd; een volledig overdekte opvoerband die de cartridges naar de eigenlijke shredder voert; 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

die shredder bestaat eveneens uit een volledig gesloten stalen cilindervormig lichaam met verticale as waaraan kettingen verbonden zijn die rondslingeren en daardoor de cartridges verbrijzelen; een geluidsdichte omkasting omheen de shredder; een geautomatiseerde injectie van stikstofgas in de installatie zorgt ervoor dat het zuurstofgehalte in de shredder tussen de 4 à 6 % blijft, zodat er geen gevaar is voor stofexplosie van het fijne tonerpoeder; de volledige installatie staat onder onderdruk, waardoor voorkomen wordt dat er stof (hoofdzakelijk tonerpoeder) in de omgevingslucht terechtkomt; op drie plaatsen is er een afzuiginstallatie die het tonerpoeder leidt naar een zakkenfilter; de brokstukken uit de shredder worden naar een zigzag filter gevoerd, door de schokken wordt hier het laatste restje poeder van de brokstukken gescheiden en afgezogen naar de stoffilter; vanuit de zakkenfilter wordt de lichtste fractie (tonerpoeder met kleine stukjes lichte kunststofmousse) getransporteerd naar een cycloon waaruit het kan afgetapt worden in big-bags, voor verwerking in een andere inrichting; de materiaalfragmenten uit de zigzagfilter worden via een transportband gevoerd naar een installatie waar de ferrometalen eruit worden afgescheiden door middel van magneten; de non-ferro deeltjes worden elektrisch geladen en magnetisch weggeschoten; afhankelijk van hun lading worden hierbij 3 fracties bekomen: een niet gelanden fractie die bij het restafval wordt gevoegd (dit zijn geen metalen); een zware fractie die in het geval van cartridges vooral uit koper bestaat (bij AEEA kan er eventueel ook lood bij zitten) en een lichte fractie die de cartridge-onderdelen uit aluminium zal afzonderen. De inrichting wordt gebouwd in de loods van Stassen waar ook de depollutie van afgedankte voertuigen gebeurt en waar nu reeds de opslag is van AEEA. Als deze vergunning wordt verleend, zal hier ook de depollutie van een deel van het AEEA gebeuren. Hiervoor zal een bijkomende medewerker worden aangetrokken die goed op de hoogte is van de depollutievoorwaarden van AEEA. Het depollutiecentrum voor afgedankte voertuigen zal dan worden overgebracht naar een nog op te richten gebouw op het terrein van Stassen. Een lege cartridge bestaat grosso modo uit: 7,5 % resttoner (meestal fijne polystyreenkorreltjes of hars, doordrenkt met inkt) 6 % niet recycleerbare lichte kunststoffen (mousses) 31 % ferrometalen (vooral roestvrij staal) 15,5 % non-ferro metalen (vooral koper en aluminium) 40 % recycleerbare kunststoffen (hoofdzakelijk HIPS = High Impact Polystyreen en ABS = Acrylonitril Butadieen Styreen). De resttoner en de niet recycleerbare kunststoffen (samen ca. 13,5 gewichtsprocent van de lege cartridge) zijn hoogcalorisch en zullen worden verwerkt tot alternatieve brandstof voor de cementindustrie. Er zijn hiervoor reeds contacten gelegd met Holcim (Ciment d Oubourg). Stassen heeft ruime ervaring in de vermarkting van de ferro en de non-ferrometalen. Dit aandeel (ca. 46,5 gewichtsprocent van een lege cartridge) is de meest waardevolle fractie die bij deze verwerkingswijze wordt bekomen. De ca. 40 gewichtsprocent aan recycleerbare kunststoffen dat bij deze verwerking van lege cartridges wordt bekomen, zal in een eerste fase tegen marktprijs verkocht worden aan kunststof-recyclagebedrijven. RIMA denk eraan zelf een installatie te bouwen in de nabijheid van Stassen, voor de opwerking van deze kunststoffen tot een regranulaat dat rechtstreeks inzetbaar is voor de vervaardiging van voorwerpen uit kunststof. In de toekomst hoopt men ook ruime partijen van een zelfde type cartridge aan te trekken die afkomstig zijn van de vrijwillige terugname door de fabrikanten van nieuwe cartridges (zoals Canon, HP, Lexmark.). Deze fabrikanten zouden dan de kunststoffen, bekomen bij de hierboven beschreven verwerking van hun eigen exemplaren, terugnemen 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

voor zgn. close loop recycling, dit is: hergebruiken voor de vervaardiging van de kunststofbehuizingen van nieuwe cartridges. Men hoopt met de nieuwe installatie bij Stassen, op termijn ca. 9.000 ton niet meer reconditioneerbare cartridges per jaar te verwerken (de capaciteit van de shredder ligt wellicht iets hoger). RIMA voorziet aanvankelijk in ca 4.500 ton cartridges per jaar, dus is er nog wat shreddercapaciteit over die zal gebruikt worden voor de verwerking van AEEA. Verwerking van AEEA Stassen beschikt sinds de laatste aanpassing van zijn milieuvergunning in 2006, over een opslagcapaciteit van 250 ton niet-gedepollueerd AEEA die vergund is onder rubriek 2.2.1.e (= opslag en sortering van gevaarlijke afvalstoffen). Tot op heden doet Stassen enkel de manuele sortering van het aangeleverd AEEA in de vier voorgeschreven categorieën: koel- en vriesapparatuur, groot wit, beeldbuishoudend en overige elektro (kleine apparaten, hifi, e.d.). Sinds juni 2006 kan Stassen ook fungeren als inzamelpunt voor AEEA, in het kader van het zogenaamde vierde circuit van Recupel. Dit betekent dat zowel particulieren als bedrijven, AEEA kunnen aanleveren bij Stassen. De naam vierde circuit is aan deze opslagoverslag van AEEA bij schroothandel, gegeven omdat er reeds 3 andere (reguliere) circuits bestaan voor het inleveren van AEEA: afgifte aan de eindverkoper bij de aankoop van een nieuw toestel; afgifte aan een kringloopcentrum (liefst enkel nog goed werkende toestellen), afgifte op de daarvoor voorziene plaats in het gemeentelijk containerpark. Stassen kan bijgevolg alle aangeleverd AEEA sorteren en afvoeren naar een door Recupel aangestelde verwerker. Stassen wenst nu echter, een nieuwe activiteit op te starten namelijk het in de eigen inrichting depollueren (dit is het verwijderen van de gevaarlijke onderdelen) van het aangeleverde AEEA, om vervolgens het gedepollueerde AEEA verder te verwerken in de eigen in aanbouw zijnde installatie (de shredder voor cartridges) of in de bestaande installatie voor mechanische behandeling van niet gevaarlijk afval (de shredder voor schroot). In de aanvraag wordt vermeld dat volgende toestellen mechanisch zullen behandeld worden: huishoudelijke apparaten (BW-REC); audio-visuele apparaten (AV); ICT-apparaten; gereedschappen en tuingereedschappen (ET&G); verlichtingstoestellen (LightRec). Toestellen die beeldschermen, koelvloeistoffen of gasontladingslampen bevatten, zullen bij Stassen niet mechanisch behandeld worden en alle medische toestellen (MeLaRec) zijn eveneens uitgesloten van depollutie. Tijdens het plaatsbezoek op 26 november 2007 deelde Stassen aan de OVAM mee dat het bedrijf zich zal beperken tot het depollueren en mechanisch verwerken van Groot Wit (= wasmachines, droogkasten, ) en ICT-apparaten. Alle andere AEEA die bij Stassen worden binnen gebracht, zullen enkel worden opgeslagen, gesorteerd per categorie en worden afgevoerd naar een vergunde verwerker. Stassen zal dit bevestigen tijdens de hoorzitting op de Provinciale Milieuvergunningscommissie. Stassen zal de aangeleverde AEEA-fracties elk apart opslaan in de loods, op een vloeistofdichte vloer. De fracties die bij Stassen zelf mechanisch verwerkt worden, zullen eerst ontdaan worden van de gevaarlijke onderdelen. Hiertoe zal een bijkomende deskundige medewerker worden aangeworven. Samenvatting en advies De speciale shredderinstallatie voor de verwerking van niet meer herbruikbare tonercartridges en een deel van de AEEA (groot wit en ICT-materiaal) maakt het mogelijk om voor deze probleemafvalstoffen een performante materiaalscheiding door te voeren onder milieuverantwoorde omstandigheden. De materiaalfracties die ontstaan bij de verwerking van niet meer herbruikbare tonercartridges zijn voor 100 % nuttig toepasbaar: ca. 85 % ervan gaat naar materiaalhergebruik en de resterende 15 % naar energetische valorisatie. Dit is een forse verbetering t.o.v. de huidige toestand die veelal een volledige verbanding is van de cartridge als industrieel afval. 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

Doordat deze verwerking in eigen land mogelijk wordt, zal er minder uitvoer van AEEA nodig zijn inzonderheid naar het Verre Oosten, waar er minder controle is op de socio-ecologische omstandigheden waaronder de verwerking gebeurt. De installatie waarvoor Stassen bij deze vergunning voor vraagt, past dus goed in het huidig Vlaams afvalstoffen- en materialenbeleid. Gelet op het bovenstaande, adviseert de OVAM gunstig met betrekking tot het afvalstoffenaspect van de milieuvergunningsaanvraag van de NV Stassen Recycling voor het uitbreiden van een bestaande inrichting voor opslag en mechanische behandeling van afvalstoffen, gelegen te 3600 Genk, Hengelhoefstraat 177. Kadastraal bekend: Genk, Afdeling 7, Sectie H, perceelnummers 1a5, 1v5, 1g7, 1f7 en 1e8. De vergunning kan verleend worden voor een termijn samenvallend met het einde van de lopende vergunning, namelijk 21 april 2019, mits verder voldaan wordt aan de reeds opgelegde algemene en sectorale voorwaarden. De OVAM vraagt om volgende bijzondere voorwaarden op te leggen: de aanlevering van de tonercartridges en de afvoer van de materiaalstromen die daarbij vrijkomen, moeten in een apart in- en uitgaand register worden bijgehouden, zodat de traceerbaarheid van deze afvalstoffen gegarandeerd blijft; enkel Groot-Wit en ICT-apparatuur mag gedepollueerd en mechanisch verwerkt worden; Gelet op het gunstig advies, d.d. 2008-01-08, van de VMM, omwille van volgende overwegingen: Overwegende dat deze milieuvergunningsaanvraag geen wijziging van het lozingsaspect met zich meebrengt, is het advies van de VMM inzake afvalwater niet vereist; Deel luchtemissies De aanvraag betreft een schrootverwerkend bedrijf gespecialiseerd in de metaalhandel en in de recyclage van metaalafvallen tot secundaire grondstof. De geplande verandering betreft de uitbating van een depolutiecentrum voor AEEA, de opslag en mechanische behandeling van tonercartridges en de installatie van een dual WKK-motor voor PPO en diesel. De verwerking van de lasercartridges zal geschieden in een volledig gesloten systeem t.t.z vanaf het lossen van de cartridges uit de container, over het laden van de cartridges in de shredder via een transportband tot de invoer in de shredder. Op verschillende plaatsen in het proces is bijkomend nog een stofafzuiging voorzien aangesloten op een zakkenfilterinstallatie; na deze zakkenfilter kan een minimale restconcentratie gegarandeerd (cfr Vito-rapport Gids Luchtzuiveringstechnieken). Bij de AEEA-depollutie zullen alleen toestellen zonder koelvloeistoffen enof beeldschermen worden aanvaard; op die manier zullen geen gassen of dampen kunnen ontstaan. De PPO-motor heeft een vermogen van 1.500 kw. De geproduceerde elektriciteit zal intern worden aangewend voor aandrijving van de machines en voor verlichting, de warmte zal worden benut om de productiehal te verwarmen. Door het ter plaatse verbruiken en aanwenden van de geproduceerde elektriciteit respectievelijk wordt de ingezette brandstof zeer efficiënt benut. Het is evenwel zeer de vraag of deze PPO-motor niet dient uitgerust met een deno x -installatie teneinde de toepasselijke NO x -emissiegrenswaarde te kunnen respecteren; het verdient aanbeveling dit na te vragen bij de constructeur. Overwegende dat voorliggende aanvraag een schrootverwerkend bedrijf betreft, overwegende dat de uitbating van een depolutiecentrum voor AEEA, een shreddereenheid voor lasercartridges en een PPO-motor worden aangevraagd, overwegende dat de shreddereenheid in een volledig gesloten systeem is uitgevoerd en voorzien is van de nodige BBT-conforme stofbeperkende maatregelen namelijk lokale stofafzuigingsapparatuur en een zakkenfilter, overwegende dat bij de AEEA-depolutie-eenheid geen toestellen met koelvloeistoffen enof beeldschermen zullen worden verwerkt en overwegende dat de in de PPO-motor geproduceerde warmte en elektriciteit in het bedrijf zelf zullen kunnen verbruikt en aangewend zodat de ingezette brandstof met een hoge energie-efficiëntie kan worden benut mag gesteld 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342

dat de nodige voorzieningen aanwezig zijn om de inrichting met een voor de omgeving aanvaardbare hinder te kunnen uitbaten m.a.w. voor de milieuvergunningsaanvraag van het bedrijf Stassen Recycling te Genk kan een gunstig advies worden verleend. Het verdient aanbeveling bij de constructeur na te gaan of al dan niet een deno x -installatie dient voorzien aan de PPO-motor. Advies VMM, inzake lucht De milieuvergunningsaanvraag van het bedrijf Stassen Recycling te Genk voor het veranderen van een bestaande vergunde inrichting kan gunstig geadviseerd worden; Gelet op het gunstig advies, d.d. 2008-01-09, van de Afdeling Water, omwille van volgende overwegingen: Ontgonnen waterlaag Nihil (Formatie van Bolderberg) Lozing in de openbare riolering Advies i.v.m. het gebruik van het water (overeenstemming van de aangevraagde hoeveelheid met de werkelijke behoeften, rekening houdend met recuperatiemogelijkheden, alternatieve bevoorradingsmogelijkheden, enz. ) Het betreft hier een verandering van de milieuvergunning voor een recyclagebedrijf dat jaarlijks 1000 autowrakken, 9000 ton cartridges en 50.000 ton oude metalen en batterijen verwerkt. De aanvraag bevat de uitvoering van 3 verticale boringen tot 60 m diepte (in de Formatie van Bolderberg) waarin een gesloten circuit van PE-buizen voor het rondpompen van een water-glycol mengsel wordt geplaatst t.b.v. een warmtepomp voor de verwarming van de nieuwe kantoren. Nadien worden de boorgaten terug opgevuld en er wordt geen grondwater onttrokken zodat deze geplande inrichting kan worden ingedeeld in rubriek 55.1.2. Besluit Het betreft hier de uitvoering van 3 verticale boringen tot een diepte van 60 m t.b.v. een warmtepomp. Voorgesteld wordt om vergunning te verlenen voor de aanleg van 3 verticale boringen tot 60 m diepte. De sectorale voorwaarden van hfdst. 5.55 van VLAREM II zijn van toepassing. Gelet op de bespreking van dit dossier in de Provinciale Milieuvergunningscommissie d.d. 2008-01-21, waarbij het volgende werd gesteld: het betreft de verandering van een vergund recyclagebedrijf door het opslaan en mechanisch behandelen van tonercartridges, het uitbaten van een depollutiecentrum voor AEEA, een dual fuel motor met opslag van PPO, een bijkomende transfo, een stikstoftank en een warmtepomp; tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend; alle adviezen zijn gunstig; VMM beveelt aan om bij de constructeur van de PPO-motor na te gaan of deze met een denox uitgerust moet worden; in de ontwerp-vlaremtrein is een versoepeling van de normen voorzien voor deze motoren maar de exploitant zal er in de hoorzitting en in de consideransen op gewezen worden dat aan de Vlarem-voorwaarden voldaan moet worden desnoods door maatregelen te treffen; 023.03.10V2008N014311 750.71A07.342