Alcoholmatigingsbeleid Amsterdam 2011-2014



Vergelijkbare documenten
Preventie en handhavingsplan alcohol 2014

Preventie- en handhavingsplan alcohol

2 Te veel, te vaak en te jong

Samenvatting Aanvalsplan Alcohol & Jongeren

Inhoud. Alcoholpreventie Jeugd Gemeente Dalfsen

Alcoholbeleid 18 + MHCWoerden per 1 januari 2014

Dit voorstel geeft invulling aan de wettelijke verplichting genoemd onder punt 2.

Gemeente Hillegom. Preventie- en Handhavingsplan Alcohol Hillegom

Jongeren en alcohol. Gemeente s-hertogenbosch

Opzet alcoholbeleid voor werknemers binnen een instelling of bedrijf in de gemeente Raalte Alcoholpreventie volwassenen

Actieplan Naar een nuchter Bergen Gemeente Bergen

Preventieoverzicht alcohol Gezondheidswinst voor Interventie en werkwijze/producten

Bestuurlijk Overleg Alcoholmisbruik Hollands Midden

ACTIEPLAN 'ALCOHOL EN JEUGD' GEMEENTE SMALLINGERLAND 7 januari 2008

Interventieoverzicht alcohol Doelgroep Doelstelling Intermediair Organisatie die (nadere informatie over) de interventie aanbiedt

Preventie- en Handhavingsplan Drank- en Horecawet Rijssen-Holten

Kaderstellende notitie Drank- en horecawet. De Wolden. Januari actief en betrokken. dewolden.nl

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 12 november 2013 Corr. nr.:

Preventie- en handhavingsplan

BESTUURSREGLEMENT KSV DE BETUWE

Reglement alcoholgebruik sportkantine WFHC Hoorn

Toelichting Drank- en Horecaverordening gemeente Wormerland

Voor de helderheid Actieplan voorkomen en bestrijden alcohol-/drugsgebruik

Onderwerp Preventie en Handhavingsplan Drank- en Horecawet

WTC Houten 80. Bestuursreglement alcohol in sportkantines

Factsheet over preventie van overmatig alcoholgebruik vanuit de eerstelijn.

Bestuursreglement Alcoholverstrekking (Concept)

Commissienotitie Reg. nr : Comm. : MZ Datum :

Bestuursreglement alcohol in de sportkantine van rksv VOLKEL

Reglement Alcohol in sportkantines december 2011

bestuursreglement kv De Hazenkamp richtlijnen alcohol

Onderwerp : Uitvoeringsplan alcoholmatigingsbeleid

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Bestuursreglement alcoholgebruik TC Rodhe

PREVENTIE- EN HANDHAVINGSPLAN GEMEENTE NUENEN C.A.

Bestuursovereenkomst Jeugd en alcohol Zeeland

heeft het bestuur het volgende bestuursreglement Alcohol in sportkantines vastgesteld. Paragraaf 1 - Algemene bepalingen Artikel 1 - Begripsbepalingen

Model Bestuursreglement Alcohol in Sportkantines

Bestuursreglement. Alcohol in sportkantines. van de v.v. Wieldrecht.

BESTUURSREGLEMENT ALCOHOL IN SPORTKANTINES

Gevraagd besluit De raad van de gemeente Molenwaard besluit de Drank- en Horecaverordening 2014 Gemeente Molenwaard vast te stellen.

Alcohol FACT. Twee op de drie jongeren heeft weleens gedronken. Helft 4 e -klassers heeft recent gedronken SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

bestuursreglement alcohol in het Trefpunt

Actieplan alcohol en jeugd gemeente Teylingen Definitieve versie: 10 juli 2008

Bestuursregelement VV Lekkerkerk

Alcoholbeleid. ZV De Ham ZC d.d. 15 januari 2019

Agenda informatieavond Drank en Horecawet, 13 juni 2013, uur. -Burgemeester. -Ellen Zegers / Mark goossens. -Start interactief gedeelte

Tielse LTC. Bestuursreglement 'alcohol in sportkantines

Bestuursreglement Alcohol

Bestuursreglement alcoholverstrekking in sportkantines Tennisclub Groot Driene

Reglement sociale hygiëne RSC ALLIANCE

Portefeuillehouders: D. Bijl, H.H.M. Rotgans. Behandeld door: E.L.C. Boschma

BESTUURSREGLEMENT ALCOHOL IN DE SKF KANTINE

Bestuursreglement inzake het schenken van alcohol in ons clubhuis

COLLEGEVOORSTEL. ONDERWERP: Projectplan Jeugd en Alcohol Zeeuws-Vlaanderen

Uit oogpunt van verantwoorde alcoholverstrekking dienen de volgende wettelijke bepalingen te worden nageleefd:

Zwak-alcoholhoudende drank: bier, wijn en gedistilleerd met minder dan 15% alcohol.

Rook-, Alcohol- en Drugsbeleid het Bouwens

MEMO. Aan : Gemeenteraad Afdeling : Van : Het college van B&W Afdeling :

Aanwezigheidseis leidinggevende of barvrijwilliger. Instructie Verantwoord Alcoholgebruik

ongeoorloofde vormen van concurrentie met de reguliere horeca te voorkomen;

BESTUURSREGLEMENT TOS BERGEIJK 'ALCOHOL IN TENNISPAVILJOEN'

* *

GMHC BESTUURSREGLEMENT ALCOHOL IN SPORTKANTINES. Preambule

Bestuursreglement Alcohol in sportkantines V.V. Schagen Vastgesteld d.d. 1 Januari 2014

UITVOERINGSPLAN INTEGRAAL ALCOHOL- EN DRUGSBELEID VOOR JONGEREN IN BEESEL

4. SAMENVATTING. 4.1 Onderzoeksopzet. 4.2 Jongeren

Presentatie DHW voor studenten. Dinsdag 12 mei 2015

Model bestuursreglement alcohol in sportkantines. r.k.v.v. V.C.W

Bestuurssamenvatting strategie Verzuip jij je Toekomst?!

KORFBALVERENIGING IJSSELVOGELS BESTUURSREGLEMENT INZAKE DE VERSTREKKING EN HET GEBRUIK VAN ALCOHOL IN HET CLUBHUIS

Alcoholgebruik onder Jongeren in Limburg-Noord

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Model bestuursreglement alcohol in sportkantines

Aanpak problematisch middelengebruik 2007

Handhavingsmodel Drank- en Horecawet

Preventie- en handhavingsplan alcohol

Bestuursreglement Alcohol in de sportkantine. Preambule. In overweging nemende dat:

a. Alcoholhoudende dranken: Zwak-alcoholhoudende drank: bier, wijn en gedistilleerd met minder dan 15% alcohol;

s.v. Veensche Boys BESTUURSREGLEMENT ALCOHOL IN SPORTKANTINES s.v. Veensche Boys Westerveenstraat EN Nijkerkerveen

Bestuursreglement bargebruik

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Raadsvoorstel agendapunt

Rapportage Mystery Guest Drank & Horeca Gemeente Oldebroek Uitgevoerd oktober 2015 JZ DHW

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Reglement alcohol en de tuinvereniging

GGD Amsterdam Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering

BESTUURSREGLEMENT VOOR HET CLUBHUIS

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2005

BESTUURSREGLEMENT Mixed Hockey Club Roden ALCOHOL IN SPORTKANTINES

ONTNUCHTERENDE BLIK OP JEUGD EN ALCOHOL

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/47

Raadscommissievoorstel

Bestuursreglement alcohol in de kantine van schietportvereniging Zeldenroos

Voorstel invoering Halt maatregel in Hollands Midden. Ontwikkeld in opdracht van het Bestuurlijk Overleg Alcoholmatigingsbeleid (BOA)

Bestuursreglement alcohol in sportkantines. TV Meihoven Ameide

Beantwoording rondvragen 18R.00833

PROGRAMMABEGROTING

Transcriptie:

Alcoholmatigingsbeleid Amsterdam 2011-2014

Uitgave GGD Amsterdam, oktober 2011 (in opdracht van gemeente Amsterdam) Tekst Johan Osté (GGD Amsterdam, afd. EDG), Arnoud Verhoeff (GGD Amsterdam, afd. EDG) en Rob van Binsbergen (Bestuursdienst Amsterdam, afd. OOV) Vormgeving Ed Blaas (GGD Amsterdam, afd. EDG) 2

Inhoud Samenvatting 3 1. Inleiding 5 2. Waarom inzetten op een alcoholmatigingsbeleid? 6 2.1 Nadelige effecten van overmatig alcoholgebruik 6 2.2 Alcoholgebruik in Amsterdam 6 2.3 Aandachtsgebieden volgens deskundigen 8 3. Wat is het huidige beleid ten aanzien van alcoholgebruik? 11 3.1 Landelijke beleid 11 3.2 Gemeentelijk beleid 12 4. Wat willen we bereiken en hoe gaan we dat doen? 14 4.1 Ambitie 14 4.2 Doelen 14 4.3 Een integrale benadering 14 4.4 Wat gaan we doen? 14 4.5 Evaluatie 22 4.6 Financiering 23 Literatuur 25 Bijlage 1: geraadpleegde deskundigen en organisaties Bijlage 2: evaluatie actiepunten preadvies Bijlage 3: reactie politie Bijlage 4: vergelijkend onderzoek van politie ter kennisname 3

Samenvatting De gemeente Amsterdam wil dat Amsterdammers zo gezond mogelijk leven. Dat is het uitgangspunt van het gezondheidsbeleid. Het gebruik van overmatig alcohol is een van de aspecten van ongezond gedrag. Daarnaast leidt overmatig alcoholgebruik niet alleen tot gevolgen voor de drinker zelf, maar ook voor zijn of haar directe omgeving: ouders, partner, kind, etc. Het gaat dus niet alleen om de individuele gezondheid van de gebruiker, maar ook om maatschappelijke schade. Het terugdringen van overmatig alcoholgebruik is daarom een belangrijk aandachtspunt van het gemeentelijk beleid. In deze notitie beschrijven we hoe we de alcoholproblematiek de komende jaren gaan aanpakken. De aanpak bestaat uit een mix van maatregelen op het gebied van preventie, behandeling, wetgeving en handhaving. Daarbij zal intensieve samenwerking plaats gaan vinden met politie, horeca, detailhandel, de Voedsel en Warenautoriteit (VWA), OGGZ, verslavingszorg, scholen, welzijn, sport en verschillende afdelingen van de gemeente Amsterdam. Belangrijke aandachtsgroepen zijn: jongeren en hun verzorgers; autochtone Amsterdamse mannen en in het bijzonder de groep alleenstaande mannen; 55-74 jarigen, en de groep gemarginaliseerde alcoholverslaafden. Bij de aanpak zal rekening worden gehouden met de setting van gebruik en de mogelijkheden voor preventie of hulpverlening, te weten: de scholen, de opvoedsituatie, het uitgaanscircuit, sport- en studentverenigingen, en de openbare ruimte. In de notitie wordt de aanpak per doelstelling beschreven. Om jongeren op latere leeftijd te laten beginnen met alcoholgebruik (doelstelling 1) gaan we de preventieprogramma s De Gezonde School en Genotmiddelen, Alcohol en opvoeding en Jeugdnet continueren en op een aantal punten uitbreiden. In overleg met sportbonden en VWA willen we nagaan in hoeverre verenigingen aan de eisen voldoen met betrekking tot leeftijdscontrole en het voorkomen van doorschenken. Om vervolgens op basis daarvan verdere actie te ondernemen. Speciaal aandachtspunt hierbij is de Instructie Verantwoord Alcohol Schenken, die voor alle barvrijwilligers verplicht is. Na systematische inventarisatie van het alcoholbeleid op scholen in het voortgezet onderwijs gaan we ze gericht adviseren. Rondom handhaving willen we in samenspraak met de horeca, de VWA, en de detailhandel afspraken maken over leeftijdscontrole en beperking van het aanbod van alcoholhoudende dranken. Daarbij zal de GGD met scholen tot afspraken komen over het informeren van omliggende supermarkten en de VWA wanneer er een schoolfeest in de buurt wordt gegeven. Daarnaast willen we in overleg met jeugdwerk en streetcornerwork de hang- en drinkplekken van jongeren in kaart brengen, zodat gerichter toezicht kan worden verricht op de leeftijdsgrens voor alcoholverstrekking in de omliggende detailhandel. We gaan frisfeesten stimuleren en willen continuering van het huidige reclamebeleid. Voor het verminderen van overmatig alcoholgebruik onder jongeren (doelstelling 2) continueren we huidige preventieprogramma s. We gaan inzetten op verbeterde signalering in het voortgezet onderwijs. Dat vraagt om intensievere samenwerking tussen partijen als Leerplicht, schoolmaatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, OGGZ verslavingszorg, de netwerken 12+ en een goede informatie-uitwisseling tussen deze instanties. Verder wordt er geëxperimenteerd met een nieuw programma rondom alcohol en uitgaan in de laatste klassen van het voortgezet onderwijs. Bij gebleken succes, zal nagegaan worden of het programma kan worden uitgebreid naar andere scholen. Sport- en studentenverenigingen mogen volgens de Drank- en Horecawet alleen barvrijwilligers dienst laten doen die het IVA-certificaat (Instructie Verantwoord Alcohol Schenken) behaald hebben. Samen met deze verenigingen willen we kijken naar mogelijkheden om te stimuleren dat barvrijwilligers ook daadwerkelijk deze training volgen (zie ook doelstelling 1). In verband met de introductieweken aan het begin van het academisch jaar willen we de mentorentraining onder de aandacht brengen bij de Vrije Universiteit, de Hogeschool van Amsterdam en Amsterdamse studentenverenigingen. Om barpersoneel in de horeca te ondersteunen bij alcoholgerelateerde problemen gaan we het programma Barcode en de training Eerste Hulp bij Drank- en Drugsincidenten aanbieden aan (nieuw) personeel. Voor jongeren tot 25 jaar die ten gevolge van 4

alcoholgebruik met de ambulance worden vervoerd of in contact komen met de politie, wordt een nazorgtraject ontwikkeld. Op het gebied van toezicht en handhaving, zal in overleg met de VWA en politie nagegaan worden hoe we de wens tot intensivering van het toezicht kunnen realiseren. Dat geldt voor supermarkten, slijters, horeca en in mindere mate ook voor sportverenigingen. Amsterdam is voorstander van ophoging van de leeftijdsgrens naar 18 jaar voor alcoholverstrekking door de detailhandel. Om het aantal volwassen probleemdrinkers terug te dringen (doelstelling 3) gaan we de eerstelijns zorg ondersteunen bij vroegsignalering en verwijzing bij overmatig alcoholgebruik. Ondermeer door de inzet van Praktijk Ondersteuner Huisarts (POH), een (wekelijks) spreekuur in gezondheidscentra, en het beter bekendmaken van verwijsmogelijkheden. In Amsterdam-Noord wordt hiermee geëxperimenteerd en op basis van de opgedane ervaringen, wordt deze aanpak verspreid naar andere stadsdelen. Voor de groep alleenstaande mannen met een uitkering vindt onderzoek plaats naar ondersteuningsmogelijkheden. Om het alcoholgebruik bij ouderen te verminderen willen nagaan in hoeverre we kunnen aansluiten bij de ontwikkelingen rondom het preventief gezondheidsonderzoek ouderen. Voor het realiseren van een sluitend aanbod voor probleemdrinkers en (dakloze) alcoholverslaafden (doelstelling 4) gaan we het volgende doen. We gaan inventariseren of uitbreiding van het aanbod van dagbesteding nodig is en zonodig breiden we dit uit. In Oost-Watergraafsmeer wordt geëxperimenteerd met een nieuwe aanpak van (dakloze) alcoholverslaafden. Op basis van de bevindingen van dit experiment kan de aanpak verspreid worden naar andere stadsdelen. In overleg met verschillende partijen willen we structurele maatregelen ontwikkelen voor de aanpak van dakloze alcoholverslaafden, gedacht wordt aan: bredere en langere dagbesteding, onderzoeken in hoeverre gebruikersruimten in combinatie met dagbesteding zinvol en haalbaar is. Verder willen we nagaan of de huidige aanpak van alcohol- en drugsverslaafden in de binnenstad (volgens het 4-fasen model), uitgebreid kan worden naar andere gebieden in de politieregio waar alcohol- en drugsoverlast speelt. Ook gaan we het spreekuur op de Sarphatistraat (voorheen Gastenburg) continueren. De laatste doelstelling betreft het tegengaan van de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik in bijzondere situaties (doelstelling 5). Daarbij richten we ons op huiselijk geweld, grootschalige evenementen, uitgaan en veiligheid, en rijden onder invloed. Bij de Steunpunten Huiselijk Geweld wordt alcohol geregistreerd en indien van toepassing wordt de hulpverlening hierop aangepast. Voor grootschalige evenementen zoals Koninginnedag willen we evalueren of zwaardere openbare ordemaatregelen nodig zijn, bijvoorbeeld het beperken van het aantal verkooppunten. In overleg met de horeca willen we kijken naar afspraken rondom doortappen, het deurbeleid en inperken van het happy hour. Wat betreft rijden onder invloed zal nagegaan worden in hoeverre intensivering of wijziging van het huidige beleid wenselijk is. 5

1. Inleiding Dit is het alcoholmatigingsbeleid van de gemeente Amsterdam, zoals aangekondigd in de nota preventie genotmiddelengebruik [5] en de nota Volksgezondheid 2008-2011 Alle Amsterdammers gezond. De gemeente Amsterdam wil dat Amsterdammers zo gezond mogelijk leven. Dat is het uitgangspunt van het gezondheidsbeleid. Het gebruik van overmatig alcohol is een van de aspecten van ongezond gedrag. Daarnaast leidt overmatig alcoholgebruik niet alleen tot gevolgen voor de drinker zelf, maar ook voor zijn of haar directe omgeving: ouders, partner, kind, etc. Het gaat dus niet alleen om de individuele gezondheid van de gebruiker, maar ook om maatschappelijke schade. Het terugdringen van overmatig alcoholgebruik is daarom een belangrijk aandachtspunt van het gemeentelijk beleid. Deze notitie beschrijft hoe we de alcoholproblematiek de komende jaren gaan aanpakken. Uitgangspunt bij de totstandkoming van de nieuwe aanpak is het in 2002 vastgesteld alcoholmatigingsbeleid van de gemeente Amsterdam als Preadvies op de nota van de toenmalige raadsleden Yalin en Irik getiteld Alcohol in Amsterdam. Dit beleid bestond uit 24 actiepunten op het gebied van preventie en handhaving. Onderdeel van dit actieplan was de ontwikkeling van een alcoholmonitor ter verbetering van de registratie van de alcoholproblematiek in Amsterdam. In 2008 is deze alcoholmonitor voor de tweede maal verschenen. Naast de evaluatie van het lopende alcoholmatigingsbeleid vormt dit de basis voor de formulering van het actuele alcoholmatigingsbeleid. In aanvulling hierop zijn vertegenwoordigers van verschillende betrokken partijen geraadpleegd (zie bijlage 1). Het terugdringen van (overmatig) alcoholgebruik is een onderwerp waar interventies van lokale en nationale overheid samen op moeten trekken. Het landelijke alcoholbeleid kent een samenhangend pakket van maatregelen zoals wetgeving, zelfregulering, zorg- en hulpverlening, en voorlichting. Vanwege de samenhang tussen landelijk en lokaal beleid bespreken we in deze notitie de belangrijkste ontwikkelingen van het landelijk alcoholbeleid. Daarnaast vereist een effectief alcoholbeleid de betrokkenheid tussen verschillende sectoren, zowel binnen als buiten de lokale overheid. De aanpak van alcohol reikt immers verder dan de gezondheid en zal zich ook moeten richten op de maatschappelijke consequenties van alcoholgebruik. Naast preventie betekent dit ook maatregelen op het terrein van regelgeving en handhaving. Voor de totstandkoming van deze notitie zijn daarom verschillende partijen betrokken die vanuit verschillende invalshoeken te maken hebben met alcoholmatiging. In het volgende hoofdstuk gaan we in op de effecten van alcoholgebruik en het alcoholgebruik van de Amsterdamse bevolking. We bespreken de belangrijkste risicogroepen en aandachtsgebieden die op basis van de monitor en in overleg met sleutelfiguren zijn vastgesteld. Vervolgens staan we stil bij het landelijk en gemeentelijk beleid en de laatste ontwikkelingen op dit gebied. In het laatste hoofdstuk beschrijven we het plan van aanpak met actiepunten om het schadelijk alcoholgebruik verder terug te dringen. 6

2. Waarom een alcoholmatigingsbeleid? 2.1 Nadelige effecten van overmatig alcoholgebruik De schadelijke gevolgen van overmatig alcoholgebruik (3 of meer glazen per dag voor mannen, 2 of meer glazen per dag voor vrouwen) zijn talrijk en divers. Overmatig alcoholgebruik heeft negatieve effecten op diverse organen en systemen, zoals de lever, nieren, centraal zenuwstelsel, immuunsysteem en hart en bloedvaten. Het verhoogt het risico op verschillende vormen van kanker, op verhoogde bloeddruk en daarmee het risico op hart- en vaatziekten en op beschadiging van de hersenen en zenuwen. Bovendien kan het leiden tot afhankelijkheid van alcohol (verslaving). Op jonge leeftijd starten met alcohol vergroot de kans op verslavingsproblemen op latere leeftijd. Er bestaan duidelijke aanwijzingen dat alcohol onherstelbare schade kan berokkenen aan het zich ontwikkelende brein [18]. Tenslotte heeft (over)matig alcoholgebruik bij zowel mannen als vrouwen gevolgen voor de vruchtbaarheid, en bij zwangere vrouwen voor de ontwikkeling van het kind voor en na de geboorte. Naast de schadelijke gevolgen van langdurig overmatig alcoholgebruik, kan een teveel aan alcohol bij één drinkgelegenheid leiden tot dronkenschap en alcoholvergiftiging. Verder leidt overmatig alcoholgebruik ook tot indirecte schade in de relationele sfeer met familie, vrienden of anderen. Dit uit zich, in de privésfeer of op straat, in overlast en openbare orde problematiek via verbaal en non-verbaal geweld. Denk aan huiselijk geweld, vernielingen in de openbare ruimte of agressie in het verkeer. De jaarlijkse maatschappelijke kosten ten gevolge van alcoholgebruik werden in 2001 geschat op 2,58 miljard euro. Belangrijkste kostenposten waren verlies aan arbeidsproductiviteit door ziekteverzuim, misdrijven en overtredingen, verslavingszorg en gezondheidszorg [2]. 2.2 Alcoholgebruik in Amsterdam De alcoholmonitor geeft inzicht in het gebruik van alcohol in Amsterdam. We beperken ons hier dan ook tot een samenvatting van de belangrijkste resultaten, aangevuld met recente gegevens uit andere monitors. Leerlingen uit het basisonderwijs in Amsterdam (10-12 jarigen) drinken minder alcohol dan gemiddeld in Nederland (25% ooit gebruik versus 36% ooit gebruik) [6]. Het alcoholgebruik onder jongeren van twaalf jaar en ouder ligt gemiddeld in Amsterdam ook lager dan landelijk. Onder de derdeklassers van het voorgezet onderwijs vinden we een daling van het huidige gebruik (maand voorafgaand aan de enquête). In 1995 was bijna de helft van de derdeklassers (48%) huidige drinker, in 2007 was dat 30%. Ruim een derde (36%) van deze groep geeft aan de afgelopen maand dronken te zijn geweest [16]. Van de 12- en 13-jarigen zegt 17% zelf wel eens alcohol te kopen. Bij de 14- en 15-jarigen is dit 56%. De tieners kopen de alcohol vooral in de supermarkt (41% van drinkende jongeren onder de 16 jaar) en in mindere mate in een café/discotheek (14%) [14]. Van de jongeren die alcohol besteld hebben, krijgt ongeveer 85% dit ook [17]. Het aantal alcoholgerelateerde ambulanceritten steeg in Amsterdam van 1733 in 2003 tot 2304 in 2009. In het bijzonder wordt er de laatste jaren een stijging waargenomen bij jongeren onder de 25 jaar (zie figuur 1). Het aantal ritten steeg van 180 in 2003 (10% van de alcoholgerelateerde ambulanceritten) naar 502 in 2009 (22% van de alcoholgerelateerde ambulanceritten). Onder jongeren tot 25 jaar komt bijna de helft van de alcoholgerelateerde ambulanceritten uit het postcode gebied 1012 en 1017, waar zich de belangrijkste uitgaanscentra bevinden. Het gaat relatief vaak om meisjes, toeristen en om een combinatie van alcohol en druggebruik. Vooral tijdens speciale feestdagen zoals kerst, Nieuwjaar en Koninginnedag zien we een fors aantal alcoholgerelateerde ambulanceritten. Tijdens Koninginnedag 2009 werd 460 keer een beroep gedaan op de ambulance, waarvan 70 keer gerelateerd aan alcohol. 7

i zware 600 24% aantal alcoholgerelateerde ambulanceritten 500 400 300 200 100 20% 16% 12% 8% 4% % van alle alcoholgerelateerde ritten 0 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 jaar 0% abs aantal < 25 year % van alcoholgerelateerde ritten Bij de buurt- en probleemjongeren is alcohol ook het meest gebruikte genotmiddel. Vooral de Marokkaanse buurtjeugd heeft in de afgelopen jaren meer ervaring opgedaan met alcohol. Autochtone en Surinaamse jongeren drinken wel meer, maar alcohol is minder een taboe geworden bij de Marokkaanse buurtjeugd. Een fors deel van de probleemjongeren drinkt dagelijks [16]. Het aandeel huidige drinkers onder de clubbezoekers steeg van 90% in 1995 tot 96% in 2008. Tegelijkertijd daalde het gemiddelde aantal glazen dat clubbezoekers op een avond drinken in dezelfde periode van 6.7 glazen naar 5.7 glazen. Van de café bezoekers gebruikt ruim 29% 5 tot 6 glazen per keer, ruim 10% 7 tot 8, ruim 6% 9 tot 10, en 4,5% meer dan 10 glazen per gelegenheid. Van de Amsterdammers van 16 jaar en ouder, is 16% een zware i drinker, 14% een overmatige drinker en 9% drinkt zowel zwaar als overmatig. Het hoogste percentage zware drinkers vinden we in de leeftijdscategorie 16-34 jarigen (21%), waarbij het dan vooral gaat om drinken tijdens uitgaan of feestjes. De overmatige drinkers komen vaker voor bij de 55-74 jarigen (19%). In totaal wordt 7% van de Amsterdammers onder de 55 beschouwd als een probleemdrinker ii. Als we dit percentage ook aanhouden voor de populatie 55+, zijn er naar schatting ongeveer 45.000 probleemdrinkers in Amsterdam. Van de groep probleemdrinkers hebben ongeveer 15.000 drinkers een chronisch alcoholprobleem. Hiervan springen de dakloze drinkers het meest in het oog. Amsterdam kent ongeveer 2500 dak- en thuislozen [3] en daarvan heeft naar schatting tenminste 20% (500) een alcoholprobleem [4]. Deze mensen hebben veelal niet de gelegenheid om in de opvang te drinken waardoor drankgebruik op straat plaatsvindt (drinken in de horeca is te kostbaar). Bij lekker weer sluit zich (een onbekend aantal) zelfstandig wonende mensen bij deze drinkers aan, zij dragen daarmee bij aan de overlast. Uit het pilot project Oosterpark blijkt dat 40% van de overlast veroorzakende groep zelfstandig woont. Veelal blijken deze mensen tevens woonproblemen te hebben zoals huurachterstand, vervuiling en inwoon- en logeer situaties met andere chronisch alcoholisten. drinkers drinken minimaal 1 keer per week 6 glazen of meer; overmatige drinkers drinken gemiddeld 3 of meer glazen per dag. ii combinatie van drinken boven een bepaalde drempelwaarde (tenminste 21 glazen per week en minimaal 1 keer per week 6 glazen op een dag) en problemen ondervinden van drankgebruik (bijvoorbeeld onthoudingsverschijnselen, verzuim). 8

In 2007 werden 781 personen met alcohol(gerelateerde) problemen aangemeld bij Vangnet en Advies. Vermoedelijk is dit een onderschatting omdat alcoholproblemen vaak niet op zichzelf staan en de onderliggende problematiek is bij agressie (huiselijk geweld), extreme overlast, zelfverwaarlozing, dakloosheid en/of psychische problemen. In 2006 waren bij Jellinek 3016 mensen in behandeling voor alcoholverslaving. Mannen (75%) en autochtone Amsterdammers (72%) waren hierbij oververtegenwoordigd. In de periode van 2002 tot 2006 is het aantal verslavingszorgpatiënten per 1000 inwoners toegenomen van 2,5 tot 4,9. Het vermoeden is dat dit komt door een toegenomen hulpvraag en niet zozeer door een toename van het aantal personen met een alcoholprobleem. Uit veiligheidscijfers (objectieve dimensie iii ) blijkt dat het gebied rondom de uitgaansgebieden Rembrandtplein en Leidseplein de afgelopen jaren onveiliger is geworden. Uit onderzoek naar de aard en omvang van de problematiek blijkt dat uitgaansgeweld de afgelopen jaren is toegenomen. In veel gevallen lijkt middelengebruik, waaronder vaak alcohol, een katalyserende rol te spelen bij een (gewelds)incident. Het beeld is dat het aandeel middelengerelateerde incidenten in werkelijkheid hoger is dan tot nu toe blijkt uit de politieregistraties. Horecaondernemers geven aan dat jongeren vaak thuis indrinken om later in beschonken toestand de horecagelegenheden te bezoeken[8]. Uit Antenne 2008 blijkt dat 54% van de clubzoekers van tevoren gemiddeld 3.7 glazen alcohol drinkt [16]. 2.3 Aandachtsgebieden volgens deskundigen In voorgaande paragrafen zijn we achtereenvolgens ingegaan op de consequenties van overmatig gebruik en het drinkgedrag van de Amsterdamse bevolking. Naast de cijfermatige onderbouwing voor het nieuwe beleid, zijn er verschillende discussiebijeenkomsten geweest met deskundigen rondom de ontwikkelingen en uitvoering van het alcoholbeleid. Gespreksthema s waren: de evaluatie van het alcoholmatigingsbeleid 2002, de ervaren knelpunten bij de huidige aanpak en de gewenste koers van de nieuwe aanpak. De evaluatie van het alcoholmatigingsbeleid is te vinden in bijlage 2. De belangrijkste bevindingen uit de verschillende gesprekken, zijn in deze paragraaf weergegeven. Een lijst met betrokken personen en organisaties is te vinden in bijlage 1. De aanpak van overmatig alcoholgebruik vereist een brede benadering gericht op verschillende settings en risicogroepen, met inzet van meerdere instrumenten. Het gaat dan om een mix van preventie, behandeling, wetgeving en handhaving. De volgende zaken worden daarbij genoemd: Preventie en behandeling - Vroegsignalering voor de volwassen drinkers krijgt nauwelijks aandacht. Gegeven de ernst van de problematiek en de omvang van deze groep zijn maatregelen noodzakelijk. Gedacht wordt aan versterking van de eerste lijn bij het signaleren van de problematiek en het toeleiden naar vormen van (online) ondersteuning gericht op alcoholmatiging en/of onthouding. - De verslavingszorg in Nederland bereikt slechts een zeer gering percentage (3%) van de problematische gebruikers van alcohol. Zeker in vergelijking met de opiaatverslaafden waar het bereik tussen de 30-60% ligt. Ook in Amsterdam blijkt dat het bereik laag ligt. Verbetering in de signalering en toeleiding en verwijzing en uitbreiding van de verslavingszorg zijn dringend nodig. - Het gebruikersbeleid in opvanginstellingen van de Maatschappelijke Opvang is onduidelijk. Opvanginstellingen verwijzen weinig door naar Jellinek en de crisisaanpak van de opvanginstellingen schiet te kort (als de situatie escaleert ten gevolge van drankgebruik, wordt iemand uit de opvanginstelling gezet, in plaats van opname in de detox afdeling van Jellinek, waardoor de persoon weer op straat beland). - De laatste jaren is er een toename van het gebruik van anonieme online zelfhulp iii De Amsterdamse veiligheidsindex is gebaseerd op objectieve misdaad- en overlastcijfers van de politie Amsterdam- Amstelland, op de veiligheidsgevoelens van de burgers, gemeten in een jaarlijks bevolkingsonderzoek. 9

programma s. Vooralsnog hoeft de cliënt hier niet voor te betalen. Wanneer de cliënt in de toekomst zelf moet gaan betalen, dan betekent dat het einde van het anonieme karakter van het aanbod. Juist de anonimiteit maakt het aanbod laagdrempelig en succesvol [7]. - De toename van het aantal alcoholgerelateerde ambulanceritten onder jongeren is zorgelijk. Op dit moment wordt nog geen beleid gevoerd op jongeren (en hun opvoeders) die vanwege alcoholgerelateerde problematiek met de ambulance moeten worden vervoerd. Wetgeving en handhaving - Het beperken van de beschikbaarheid van alcohol. Daarbij gaat het om het reguleren van prijsacties in de vorm van happy hours of stuntprijzen, beperking van het aantal verkooppunten (vooral bij feestdagen als Koninginnedag), wijziging sluitingstijden horeca, verhoging van alcoholprijzen en het optrekken van de leeftijdsgrens voor alcoholverstrekking in de horeca van 16 naar 18 jaar. - Handhaving van bestaande regelgeving ten aanzien van het beschikbaar stellen en het nuttigen van alcohol. Vooral het schenken aan mensen die (te) veel alcohol hebben genuttigd vormt een probleem [8]. Bij het niet mogen schenken aan minderjarigen zouden de minimum leeftijdsgrenzen van de discotheken kunnen helpen, mits deze goed worden gehandhaafd. Setting Scholen Vrijwel alle scholen hebben een alcoholbeleid voor schoolfeesten en schoolreizen. Belangrijke elementen in dit beleid zijn: tot 16 jaar geen alcohol en vanaf 16 jaar gematigd alcohol (verstrekking onder toezicht). Er zijn signalen dat scholen problemen ervaren met jongeren die van tevoren indrinken. Het is wenselijk dat nagegaan wordt in hoeverre deze problemen spelen en of het indrinken voorkomen kan worden. Opvoedsituatie Alcoholgebruik onder jongeren begint al op jonge leeftijd, soms met toestemming van ouders. Er zal meer aandacht moeten komen voor het ondersteunen van ouders in de omgang met kinderen die drinken. Het mag geen vanzelfsprekend verschijnsel zijn dat jongeren al voor hun 16 jaar alcohol drinken. Uitgaanscircuit Alcoholgerelateerde problematiek in het uitgaanscircuit vraagt om ingrijpen. Zeker gezien de veiligheidscijfers en de hoeveelheid maatregelen om het gebied veilig te maken. Alcohol is verreweg het meest gebruikte middel in het uitgaanscircuit en onderzoek toont aan dat er een verband bestaat tussen het gebruik van alcohol en agressief gedrag. Ruim een kwart van de alcoholgerelateerde ambulance ritten komt uit het uitgaansgebied en handhaving van de openbare orde vereist veel extra politie-inzet. De problematiek zal niet alleen worden opgelost met regelgeving en verbeterde handhaving. De aanpak vraagt om de inzet en gedeelde verantwoordelijkheid van verschillende partners. Sportkantines en studentenverenigingen Hoewel goede onderbouwing voor de Amsterdamse situatie ontbreekt, zijn er signalen dat overmatig alcoholgebruik in sport- en studentenverenigingen veelvuldig voorkomt. Mede omdat de prijzen voor alcoholische dranken doorgaans lager zijn dan in de reguliere horeca. Openbare ruimte Er is een aanzienlijke groep dakloze alcoholverslaafden die met hun drinkgedrag in de openbare ruimte overlast veroorzaken. De zorg voor deze groep is vaak onvolledig en discontinu. De politie kan op basis van verstoring van de openbare orde of alcoholverboden ingrijpen, maar dat leidt niet tot een bevredigende oplossing voor de lange termijn. Bij de zware verslaafden is detoxificatie vaak 10

geen doel meer. Het gaat vaak meer om matiging en het aanbieden van adequate ondersteuning op andere terreinen, zoals wonen en dagbesteding. Doelgroepen Vanuit het oogpunt van preventie zijn jongeren en hun verzorgers een belangrijke doelgroep. Bij de aanpak zal rekening moeten worden gehouden met de setting (school, sport, thuissituatie, uitgaanscircuit) waar het drankgebruik plaatsvindt. Een andere risicogroep betreft de autochtone Amsterdamse mannen. Speciale aandacht verdient daarbij de groep alleenstaande volwassen mannen die al langdurig afhankelijk zijn van een uitkering. Bij deze groep lijkt - naast een hoge alcoholconsumptie een aantal risicofactoren samen te komen. Ook de 55-74 jarigen vormen een belangrijke doelgroep. Het is de groep waar overmatig alcoholgebruik het meest plaatsvindt. Tot slot, willen we ons ook richten op de groep gemarginaliseerde chronische alcoholverslaafden. Het gaat om mensen met problemen op vaak meerdere terreinen, die in de openbare ruimte relatief veel overlast veroorzaken. In het vierde hoofdstuk vertalen we deze cijfers en aandachtsgebieden naar een aanpak van alcoholmatiging in Amsterdam. In het volgende hoofdstuk gaan we eerst in op het huidige landelijke en lokale beleid rondom de aanpak van alcohol. 11

3. Wat is het huidige beleid ten aanzien van alcoholgebruik? Het terugdringen van (overmatig) alcoholgebruik is een onderwerp dat de lokale en nationale overheid hand in hand moeten doen, dat kan Amsterdam niet alleen. Vanwege de samenhang tussen landelijk- en lokaal beleid besteden we hier eerst aandacht aan het landelijk beleid ten aanzien van alcoholgebruik. 3.1 Landelijk beleid In november 2007 heeft het kabinet in de hoofdlijnenbrief alcoholbeleid het beleid beschreven ter voorkoming van schadelijk alcoholgebruik en de (uitwerking van) initiatieven op dit punt. Gekozen is voor de doelstelling om schadelijk alcoholgebruik in de Nederlandse samenleving te voorkomen. De belangrijkste doelgroep wordt gevormd door jongeren: voorkomen is immers beter dan genezen. Maar het kabinet streeft er ook naar om het aantal volwassenen met alcoholgerelateerde problemen terug te brengen en de schade die drinken veroorzaakt, te beperken. In het kort wil het kabinet met het landelijke alcoholbeleid bereiken dat: kinderen niet vóór hun 16 e jaar beginnen met drinken; jongeren minder gaan drinken; minder mensen lichamelijk of geestelijke afhankelijk worden van alcohol; de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik in bijzondere situaties worden verminderd (in het gezin, op het werk, in het verkeer en bij het uitgaan). Voor 2011 zijn concrete streefcijfers geformuleerd voor twee doelstellingen [20]: het percentage kinderen van 12 t/m 15 jaar dat alcohol gebruikt moet in 2011 teruggebracht zijn tot 62% (in 2003 was dit 82%); het percentage volwassen probleemdrinkers moet in 2011 teruggebracht zijn naar 8% (in 2004 was dit 9,3%). Het rijk zet in op een mix van beleidsinstrumenten. Zo wordt belang gehecht aan het reguleren (beperken) van de aanbodzijde van de markt, rondom bijvoorbeeld leeftijdsgrenzen, verkooppunten en openingstijden. Verder wil het rijk meer toezicht, waaronder maatregelen om rijden onder invloed tegen te gaan, en meer kortdurende interventies voor mensen met beginnende alcoholproblemen. Deze beleidsmaatregelen zullen worden ondersteund door preventie en voorlichting. Ten aanzien van regulering en handhaving heeft het Rijk een aantal wijzigingen voorgesteld in de Drank- en Horecawet. Het kabinet stelt voor om jongeren onder de 16 jaar die alcoholhoudende drank bij zich hebben op de openbare weg of in voor publiek toegankelijke plaatsen (zoals stationshallen, overdekte winkelcentra) strafbaar te stellen. Decentralisatie van het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet. Het is straks niet meer de VWA die controleert maar de gemeenten. Het toezicht zal onderdeel worden van het lokale alcoholbeleid. De burgemeester krijgt de mogelijkheid om maatregelen te nemen bij supermarkten die drie keer binnen één jaar het verbod overtreden om alcohol aan jongeren onder de 16 jaar te verkopen. Vereenvoudiging van het vergunningenstelsel waardoor vergunninghouders straks minder vaak een nieuwe vergunning hoeven aan te vragen. Ook kunnen leidinggevenden sneller en makkelijker aan het werk in horeca en slijterijen. Het voorstel om gemeenten de mogelijkheid te geven te experimenteren met het verhogen van de leeftijdsgrens voor het kopen van zwak-alcoholhoudende drank van 16 naar 18 jaar wordt geschrapt uit het wetsvoorstel. Het kabinet vindt dat de huidige leeftijdsgrenzen eerst beter gehandhaafd en nageleefd moeten worden. In de nieuwe Mediawet is een verbod op alcoholreclame op televisie en radio van 06:00 tot 21.00 uur opgenomen. Deze wet is per januari 2009 in werking getreden. Er zijn nieuwe gerichte maatregelen geïntroduceerd om het aantal rijders onder invloed terug te dringen, zoals de 12

Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (EMA) iv, de Licht Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (LEMA) en een Alcoholslotprogramma (ASP) v. Ook zal de politie voortaan bij verdachten van een geweldsmisdrijf standaard een blaastest afnemen. Verder wil het Rijk investeren in vroegsignalering voor mensen met beginnende alcoholproblematiek. Daarvoor zijn reeds een aantal initiatieven genomen, zoals de ontwikkeling van een NHG-richtlijn voor problematisch alcoholproblematiek voor huisartsen, nascholing huisartsen voor motiverende gespreksvoering, en de ontwikkeling van een handleiding alcoholconsultatieprojecten. Daarnaast worden drempels opgeworpen tegen zoete (mix) dranken. Daarbij wordt gedacht aan een prijsverhoging op deze dranken en het beperken van de verkoop via slijters en niet meer via de supermarkten. Ten aanzien van preventie en voorlichting zullen de landelijke leefstijl- en voorlichtingscampagnes zoals Drank maakt meer kapot dan je lief is en Alcohol en opvoeding, doorlopen. Tevens wordt het project De gezonde school en genotmiddelen voor het basis en voortgezet onderwijs gecontinueerd. 3.2 Gemeentelijk beleid De gemeente is bevoegd om vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid, maatregelen te treffen. Ook verstrekt de gemeente vergunningen in het kader van de drank- en horecawet. Daarnaast is de gemeente in het kader van de Wet Publieke Gezondheid verantwoordelijk voor het beschermen en bevorderen van de gezondheidstoestand van haar inwoners. Op grond van deze wet brengen gemeenten elke vier jaar een eigen nota volksgezondheidsbeleid uit, voor Amsterdam is dit de nota Volksgezondheid 2008-2011 Alles Amsterdammers gezond. In deze nota vinden we ook het gezondheidsbeleid rondom alcoholgebruik. Preventie en voorlichting Het preventieve gezondheidsbeleid richt zich vooral op autochtone kinderen tot 16 jaar en hun ouders (om uitstel van het eerste gebruik te bereiken), autochtone, Surinaamse en Antilliaanse jongeren (om de alcoholconsumptie onder jongeren terug te dringen) en autochtone mannen (om het aantal excessieve drinkers terug te dringen). Het gaat daarbij vooral om voorlichtings- en preventieactiviteiten die door Jellinek en GGD Amsterdam worden uitgevoerd. Belangrijke projecten hierbij zijn De Gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs), regionale uitvoering van het landelijk project 'Alcohol en Opvoeding' (basisonderwijs). Jellinek voert daarnaast het programma Jeugdnet uit, gericht op voorlichting en advies aan jongeren en ouders. In uitgaansgelegenheden en op grootschalige dance-events vindt peer-education plaats vanuit het project Unity. Ook het peer-education project CIA geeft alcoholvoorlichting. Daarbij richt het project zich op jongeren in het speciaal onderwijs, de jeugdzorg en jeugddetentie. Daarnaast wordt in het kader van de nieuwe Amsterdamse aanpak van jeugdcriminaliteit en jeugdoverlast Veiligheid begint vroeg, expliciet aandacht besteed aan de relatie tussen alcohol/drugs en jeugdcriminaliteit/overlast. Onder andere door de invoering van Multifunctionele Familie Therapie voor jongeren met verslavingsproblematiek. Op het gebied van vroegsignalering wordt in Amsterdam Noord geëxperimenteerd met een nieuwe aanpak. Daarbij wordt ondersteuning geboden ter versterking van de eerste lijn in het signaleren en bespreekbaar maken van overmatig alcoholgebruik. Ook wordt gekeken naar betere verwijsmogelijkheden. Daarnaast zijn er ook andere circuits waar alcohol(gerelateerde) problematiek wordt gesignaleerd, bijvoorbeeld door de Meldpunten Zorg & Overlast, de buurtregie en Vangnet en Advies. Om signalering van overmatig alcoholgebruik in horeca, sport- en studentenverenigingen te stimuleren wordt de Instructie Verantwoord Alcoholgebruik verzorgd. Het NOC*NSF heeft in 2001 in iv Deze maatregel houdt in dat mensen die onder invloed van alcohol aan het verkeer deelgenomen hebben, verplicht een cursus over alcohol en verkeer moeten volgen. Wie niet deelneemt aan de opgelegde cursus, raakt zijn rijbewijs kwijt. De LEMA is een kortere versie van de EMA en bedoeld voor beginnende bestuurders jonger dan 25 jaar, bij wie een bloed- of ademalcoholgehalte is geconstateerd tussen 0,5% en 0,8%. v Om alcoholmisbruik in het verkeer verder tegen te gaan wil de regering zware drinkers verplichten in hun auto een alcoholslot als startonderbreker, met daaraan gekoppeld een registratie-unit, in te laten bouwen en te gebruiken. 13

het kader van het meerjaren project alcohol in sportkantines een model bestuursreglement opgesteld om sportverenigingen te ondersteunen. Dit bevat o.a. de wettelijke eisen rond verkoop en schenken, te hanteren gedragsregels en voorlichting. De activiteiten zijn er op gericht om overmatig alcoholgebruik terug te dringen en sportverenigingen uit te nodigen om eigen verenigingsbeleid te ontwikkelen. De KNVB heeft een folder aan alle voetbalverenigingen gestuurd, waarin een ordemaatregel staat vermeld over alcoholgebruik. De verenigingen worden er op gewezen, dat schenken en drinken van alcohol alleen is toegestaan binnen het clubgebouw en het terras (als daarvoor vergunning is verleend door de gemeente). Hulpverlening Jellinek, instelling voor verslavingszorg, heeft een aanbod voor mensen met een alcoholprobleem. Naast de alcoholkliniek voor intramurale behandeling, biedt Jellinek ook ambulante dagbehandeling en kortdurende ambulante behandeling. Ook is er een groeiend aanbod van online behandeling. Verder zijn er diverse outreachende en 'bemoeizorg' (ACT) teams die hulp verlenen aan zwaar chronisch verslaafden, zoals het Jellinek Outreachtend Team (JOT) en het veldwerkteam, een samenwerking tussen de Regenboog, Jellinek en de GGD. Het doel van de hulpverlening is om de verslaving af te bouwen en verslaafden steeds verder maatschappelijk te re-integreren. Vanuit de GGD bemoeit Vangnet en Advies zich met Amsterdammers in een psychiatrische crisis of maatschappelijke problemen. De cliënten hebben uiteenlopende problemen zoals verslaving, psychiatrische ziekten en gedragsstoornissen of een combinatie hiervan. Recentelijk is voor de groep chronisch alcoholverslaafden een aanpak ontwikkeld. De aanpak richt zich op goede sociaal medische zorg aan alcoholisten en op het herstel/behoud van een goede voortgang van het openbare leven. Betrokken partijen hierbij zijn politie, justitie, Jellinek, GGD en de DWI. Verder bieden het Leger des Heils, HVO Querido en de Volksbond verschillende vormen van opvang aan: inloophuizen, nachtopvang en dagbesteding. Zowel de nachtopvang als de woonvoorzieningen zijn voor alcohol- en voor drugsverslaafden. Tot slot wordt door de verschillende instellingen dagbesteding aangeboden. Regelgeving en handhaving Een belangrijk instrument voor regulering en handhaving van het alcoholgebruik in het uitgaanscircuit is het verstrekken van vergunningen in het kader van de drank- en horecawet door het College van Burgemeester en wethouders. Bij risico s op verstoring van de openbare orde kan de gemeente alcoholverboden instellen op basis van artikel 2.17:2 van de APV. Stadsdelen zijn door de burgemeester gemandateerd om een alcoholverbod in te stellen. Amsterdam kent op dit moment een flink aantal alcoholverboden. De politie handhaaft de plaatselijke alcoholverboden, treedt op tegen openbaar dronkenschap en handhaaft de openbare orde. Ook voert de politie plaatselijk georganiseerde alcoholcontroles uit onder automobilisten. In 2006 bleek voor de regio Amsterdam-Amstelland het percentage personen dat met te veel alcohol (bloedalcoholconcentratie > 0.5 promille) aan het verkeer deelneemt, gedaald te zijn tot 3% (in 1999 was dit 7%). De huidige maatregelen van het gemeentelijk beleid vormen een belangrijke basis voor alcoholmatiging. In het volgende hoofdstuk beschrijven we welke actiepunten we extra gaan doen om het overmatig alcoholgebruik terug te dringen. 14

4. Wat willen we bereiken en hoe gaan we dat doen? 4.1 Ambitie Alcoholmatiging is een belangrijk onderwerp voor de gemeente Amsterdam. Bij een gezonde stad horen Amsterdammers met een gezonde leefstijl. Voor de volwassen Amsterdammer kan gematigd alcoholgebruik prima samengaan met een gezonde leefstijl. Voor de jongeren tot 16 jaar betekent een gezonde leefstijl dat ze beter geen alcohol kunnen drinken. We realiseren ons dat alcohol voor velen synoniem is aan gezelligheid. Het is niet de bedoeling om dat plezier te ontnemen, maar de omvang en ernst van de gevolgen van overmatig alcoholgebruik, maken extra maatregelen noodzakelijk. Een nieuwe balans tussen ingrijpen in de vrijheid van de burger en de maatschappelijke schade van overmatig alcoholgebruik is nodig. De nieuwe aanpak moet er voor zorgen dat alle Amsterdammers op een verantwoorde manier met alcohol omgaan. In dit hoofdstuk beschrijven we hoe we hieraan invulling gaan geven. Na een beschrijving van de te realiseren doelstellingen, zal in de volgende paragrafen per doelstelling een pakket aan maatregelen worden gepresenteerd. 4.2 Doelen In navolging van de landelijke doelstellingen en de doelstellingen van de nota Volksgezondheid willen we het volgende bereiken: 1) jongeren op latere leeftijd laten beginnen met de consumptie van alcohol, in elk geval niet onder de 16 jaar (uitstel eerste gebruik); 2) het verminderen van overmatige alcoholconsumptie van Amsterdamse jongeren (16-24 jaar) die drinken * ; 3) het terugdringen van het aantal volwassen probleemdrinkers; het percentage probleemdrinkers in Amsterdam neemt tot 2013 niet toe. 4) een sluitend hulpaanbod voor probleemdrinkers en (dakloze) alcoholverslaafden; 5) het tegengaan van de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik in bijzondere situaties (in het gezin, in het verkeer en bij het uitgaan). * Voor jongeren onder de 16 jaar is uitstel van gebruik de primaire doelstelling. Bij de groep 16- minners die echter al drinken, richten we ons op vermindering van (overmatig) alcoholgebruik. Streefcijfers 2012* Voor 2012 zijn streefcijfers geformuleerd voor de eerste drie doelstellingen: Ad 1) - Het percentage 10-12 jarigen dat ooit gedronken heeft, is gedaald van 25% in 2007 tot 15% in 2012 - Het percentage 14-15 jarigen dat ooit gedronken heeft, is gedaald van 58% in 2007 tot 53% in 2012. - Het percentage 14-15 jarigen dat de afgelopen maand gedronken heeft, is gedaald van 30% in 2007 tot 25% in 2012. Ad 2) - Het percentage zware drinkers onder Amsterdamse jongeren (16-24 jaar) is gedaald van 21% in 2008 tot 18% in 2012. - Het ombuigen van de stijgende trend van alcoholgerelateerde ambulanceritten onder jongeren (< 25jaar) afkomstig uit het uitgaansgebied. *Streefcijfers worden benoemd voor 2012 omdat dan in het kader van de reguliere monitorcyclus cijfers bekend worden over alcoholgebruik onder jongeren en volwassen. Deze bevindingen zullen leiden tot formulering van nieuwe streefcijfers voor de periode na 2012. Met ingang van schooljaar 2010/2011 is er bovendien een jaarlijkse monitor van tweedeklassers in het voortgezet onderwijs beschikbaar. Op basis daarvan kunnen streefcijfers voor deze groep jongeren jaarlijks geëvalueerd worden. 15

4.3 Een integrale benadering De Amsterdamse aanpak van overmatig alcoholgebruik kenmerkt zich door een brede benadering gericht op verschillende settings en risicogroepen, met inzet van meerdere beleidsinstrumenten. Het gaat dan om een mix van preventie, behandeling, wetgeving en handhaving. Daarbij zal intensieve samenwerking plaats gaan vinden met politie, horeca, detailhandel, de Voedsel en Waren Autoriteit, GGD, OGGZ, verslavingszorg, scholen, welzijn, sport en de verschillende afdelingen van de gemeente Amsterdam waaronder DZS, OOV, DMO, GGD. Deze benadering doet volgens ons recht aan de verschillende facetten van het probleem en zal moeten leiden tot een samenhangend en effectief pakket aan maatregelen voor alcoholmatiging in de stad. Bovendien is deze integrale aanpak ook het meest belovend in termen van alcoholmatiging [9]. 4.4 Wat gaan we doen? Hieronder wordt per doelstelling weergegeven welke acties uitgevoerd gaan worden. Waar mogelijk is gekozen voor bewezen effectieve maatregelen of interventies. Van sommige maatregelen is op voorhand niet helemaal in te schatten wat de mogelijke uitwerking zal zijn. De keuze voor dit soort maatregelen is gemaakt op basis van gesprekken met deskundigen en waar mogelijk gebaseerd op meer algemene bevindingen uit de literatuur en ervaringen in andere gemeenten. Doel 1: Jongeren op latere leeftijd laten beginnen met de consumptie van alcohol. Voorlichting en preventie: Het Trimbos-instituut heeft een nieuwe en bewezen effectieve manier van oudervoorlichting ontwikkeld. Deze wijze van oudervoorlichting past goed binnen het programma Gezonde School en Genotmiddelen (DGSG) wat op een groot aantal scholen in Amsterdam loopt. DGSG bestaat uit vier onderdelen, te weten: voorlichtingslessen, ouderparticipatie, signaleren en begeleiden, en regels. De nieuwe vorm van oudervoorlichting gaan we het komende jaar integreren in het aanbod van Gezonde School en Genotmiddelen. Continuering van de preventieprogramma s Gezonde School en Genotmiddelen, Jeugdnet, en regionale uitvoering van het landelijk project 'Alcohol en Opvoeding' gericht op opvoeders. In overleg met sportbonden en VWA willen we nagaan in hoeverre verenigingen aan de eisen voldoen met betrekking tot leeftijdscontrole en het voorkomen van doorschenken. Om vervolgens op basis daarvan verdere actie te ondernemen. Sportverenigingen mogen volgens de Drank- en Horecawet alleen barvrijwilligers in dienst laten die het IVAcertificaat (Instructie Verantwoord Alcohol Schenken) behaald hebben. Samen met deze verenigingen willen we kijken naar manieren om te stimuleren dat barvrijwilligers ook daadwerkelijk deze training volgen. We willen hierbij niet alleen het (vrijwillige) barpersoneel bereiken, maar ook teamleiders en andere vrijwilligers binnen de vereniging. Met deze cursus beogen we dat er meer aandacht komt voor leeftijdscontrole en het voorkomen van doorschenken. Aandacht zal vooral gericht zijn op de type sporten waar veel gedronken wordt. Verder gaan we bij sportverenigingen inventariseren hoe het alcoholbeleid eruit ziet en of bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van de richtlijnen uit het model reglement van NOC*NSF. Op basis van de uitkomsten van deze inventarisatie willen we gericht adviseren en ondersteunen. Veel scholen hebben al een alcoholbeleid. Het gaat dan vooral om het gebruik van alcohol op schoolfeesten, excursies en werkweken. We gaan allereerst systematisch inventariseren op welke scholen alcoholbeleid is vastgelegd en hoe dit beleid eruit ziet. Daarbij willen we ook de ervaringen met het gebruik van de alcoholtesten meenemen, voor zover daarvan gebruik is gemaakt. Afhankelijk van de uitkomsten van deze inventarisatie willen we gericht adviseren en ondersteunen. Uitgangspunt is dat alcoholverkoop tot 16 jaar niet is toegestaan. Een inventarisatie- en adviesfunctie zal een vast onderdeel uitmaken van het programma de Gezonde School en Genotmiddelen. 16

Zoals eerder aangegeven bereiken ons signalen dat indrinken in toenemende mate een probleem is. In samenspraak met de scholen zal naar passende oplossingen worden gezocht. Een belangrijke strategie om te voorkomen dat jongeren overmatig alcohol gebruiken is het inperken van de verkrijgbaarheid van alcohol. Onderzoek heeft uitgewezen dat het verhogen van de leeftijd een effectief middel is om alcoholgebruik te minderen. Amsterdam pleit daarom samen met de andere G4-steden voor ophoging van de leeftijdsgrens voor alcoholverstrekking voor de detailhandel naar 18 jaar. Dit voorkomt een verplaatsing naar buurgemeenten van overlast in het uitgaansleven. Amsterdam verschilt op dit punt van de andere G4-steden omdat deze pleiten voor een algehele ophoging van de leeftijdsgrens voor alcoholverstrekking, dus ook voor de (paracommerciële) horeca. In tegenstelling tot de verkoop van de detailhandel is er bij de verkoop in de paracommerciële horeca toezicht aanwezig waarmee voorkomen kan worden dat jongeren overmatig drinken. Het voorstel om gemeenten de mogelijkheid te geven te experimenteren met het verhogen van de leeftijdsgrens voor het kopen van zwak-alcoholhoudende drank van 16 naar 18 jaar wordt echter geschrapt uit het wetsvoorstel. Het kabinet vindt dat de huidige leeftijdsgrenzen eerst beter gehandhaafd en nageleefd moeten worden. Regelgeving en handhaving We willen de toegankelijkheid van alcoholhoudende dranken voor jongeren beperken. Uit onderzoek blijkt dat jonge tieners vrij gemakkelijk aan alcohol kunnen komen. In overleg met de politie, de VWA en de detailhandel willen we tot afspraken komen over de leeftijdscontrole en beperking van het aanbod van alcoholhoudende dranken, waaronder ook de populaire mixdranken. Ook willen we in overleg met de horecasector in Amsterdam om na te gaan op welke wijze voorkomen kan worden dat minderjarigen alcohol kunnen drinken. De volgende concrete acties gaan we doen. De GGD zal met scholen tot afspraken komen over het informeren van omliggende supermarkten wanneer er een schoolfeest in de buurt wordt gegeven. De supermarkten kunnen dan voortijdig extra maatregelen nemen teneinde te voorkomen dat jongeren gaan voordrinken doordat zij alcoholhoudende dranken kunnen inkopen bij supermarkten. Supermarkten kunnen dan bijvoorbeeld ten behoeve van het overzicht één kassa inrichten voor de verkoop van alcohol, een oudere bedrijfsleider aanwezig laten zijn of inzetten op oudere caissières. Ook zal de scholen geadviseerd worden om de VWA te informeren over een schoolfeest zodat gericht toezicht kan worden ingezet bij de verkooppunten in de omgeving. Dit advies zal onderdeel worden van Gezonde School en Genotmiddelen (zie ook onder doel 1: preventie en voorlichting). We realiseren ons overigens dat veel schoolfeesten niet meer op scholen zelf worden gehouden hetgeen een belemmering kan vormen bij de uitvoering van dit actiepunt. Daarnaast gaan we in overleg met jeugdwerk en streetcornerwork de hang- en drinkplekken van jongeren in kaart brengen. Met deze informatie kan de VWA gerichter toezien op de leeftijdsgrens voor alcoholverstrekking in de omliggende detailhandel. Bij de vergunningenaanvraag van de sportsector wordt het model bestuursreglement van het NOC*NSF meegenomen bij de vergunningenverstrekking. In het reglement worden, aanvullend op de wettelijke maatregelen van de Drank- en Horecawet, richtlijnen rondom alcoholmatiging beschreven. Aandachtspunten daarin zijn: het hanteren van leeftijdsgrenzen, het doorschenken, en de tijden waarop geschonken wordt. Zoals eerder aangegeven willen we inventariseren hoe invulling wordt gegeven aan alcoholbeleid bij sportverenigingen en op basis daarvan handelen. Gegeven de beperkte afname van de Instructie Verantwoord Alcohol Schenken in de sportsector (zie bijlage 2), verdient handhaving op dit punt extra aandacht. Intensivering van het toezicht hierop wordt met de VWA besproken. Een goed alternatief voor horecaondernemers is om alcoholvrije feesten te organiseren voor kinderen tot achttien jaar. Het jongerenwerk doet dat al jarenlang en ook steeds meer horecaondernemers doen dat. Als gemeente zijn we voorstander van frisfeesten, om zo een alternatief te bieden voor het reguliere uitgaanscircuit en om jongeren te laten ervaren 17

dat uitgaan zonder alcohol ook gezellig kan zijn. Om deze feesten succesvol te houden is alertheid op indrinken van belang. De GGD zal in overleg met de organisatoren nagaan of rondom het indrinken beleid gevoerd moet worden. Continuering van het huidige reclamebeleid; d.w.z. geen alcoholreclame op materialen die in eigendom zijn van de gemeente en een verbod op alcoholreclame als voorwaarde voor reclamedragers waarvoor de gemeente een vergunning moet verlenen, bijvoorbeeld grote steigerdoeken. Doel 2: Het verminderen van de alcoholconsumptie van Amsterdamse jongeren die drinken. Een deel van de maatregelen die onder doel 1 zijn beschreven, richten zich ook op het verminderen van de alcoholconsumptie. In aanvulling op bovenstaande maatregelen gaan we het volgende doen. Preventie en behandeling Om het bewustzijn over de consequenties van overmatig alcoholgebruik onder jongeren te vergroten zullen we het programma Unity continueren en voor het reguliere uitgaanscircuit intensiveren. Deze voorlichting wordt gegeven door leeftijdsgenoten en vindt plaats bij grote evenementen en in uitgaansgelegenheden. Daarnaast wordt gestart met een aanbod van online zelfhulp waarbij peers worden ingezet voor online ondersteuning (OASIS). Jongeren worden via Unity naar deze vorm van hulpverlening toegeleid. Binnen detentie, jeugdzorg en onderwijsopvang draait het project Cannabis Intelligence Amsterdam (CIA). Binnen dit project is ook aandacht voor alcoholmatiging onder vooral allochtone jongeren. Op twee scholen in het voortgezet onderwijs (5 VWO) wordt door de GGD geëxperimenteerd met een nieuw programma preventielessen alcohol 16+. Het programma richt zich vooral op het voorkomen van overmatig alcoholgebruik in de uitgaanssetting. Bij gebleken succes, zal het programma kan worden uitgebreid naar andere scholen en dan met name de scholen met veel autochtone leerlingen. Signalering van alcoholgebruik in het voorgezet onderwijs. Leerkrachten hebben hierbij een belangrijke rol. Zij kunnen signalen doorgeven aan zorgcoördinatoren die dit vervolgens kunnen bespreken in de Zorg Advies Teams (ZAT). In dit multidisciplinaire team kan vervolgens naar passende ondersteuning worden gezocht. Het gaat hierbij niet zozeer om dronken leerlingen in de klas, maar bijvoorbeeld om signalen van structureel verzuim na het weekend. We gaan samenwerkingsafspraken maken met Leerplicht, schoolmaatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg en de verslavingszorg bij het aanpakken van alcohol- en middelengebruik en daaraan gerelateerd, spijbelen en schooluitval. Hierbij zou een koppeling gemaakt kunnen worden met de netwerken 12+ in de stadsdelen. Bij deze netwerken is veel kennis beschikbaar over jongeren die (overmatig) alcohol gebruiken. Samenwerking tussen de ZAT en de netwerken 12+ versterkt het zicht en de aanpak. Op sommige scholen, waaronder het Altra college, functioneert al een spreekuur vanuit Jeugdnet voor de niet pluis - gevallen als het gaat om middelengebruik. De school kan deze jongeren naar dit spreekuur verwijzen, waarna 1-3 gesprekken plaatsvinden. Nagegaan zal worden op welke wijze de informatie-uitwisseling tussen instanties zoals de politie, GGD, leerplicht verbeterd moet worden om signalen over zorgelijk gedrag bij jongeren zo goed mogelijk op te pakken. Overmatig alcoholgebruik/overlastgevend alcoholgebruik in de openbare ruimte kan duiden op andere problemen die in de keten/netwerken 12+ besproken kunnen worden. Alcoholgebruik speelt een belangrijke rol in het studentenleven. Wij willen studenten bewust maken van de nadelige consequenties van overmatig alcoholgebruik. Vooralsnog vindt de mentorentraining alleen plaats voor mentoren van de UvA. Wij zouden deze training graag willen uitbreiden naar de Vrije Universiteit, de Hogeschool van Amsterdam en Amsterdamse studentenverenigingen. Daarvoor zal samenwerking worden gezocht met studentenverenigingen, de Hogeschool van Amsterdam en de universiteiten om tot een plan van aanpak te komen. Sport- en studentenverenigingen mogen volgens de Drank- en Horecawet alleen barvrijwilligers dienst laten doen die het IVA-certificaat (Instructie Verantwoord Alcohol 18

Schenken) behaald hebben. Samen met deze verenigingen willen we kijken naar manieren om te stimuleren dat barvrijwilligers ook daadwerkelijk deze training volgen. Met deze cursus willen we vooral bereiken dat er beter ingegrepen wordt bij overmatige alcoholconsumptie. Het streven is dat alle barvrijwilligers van studentenverenigingen deze cursus hebben gekregen. Barpersoneel in de horeca willen we ondersteunen bij het tegengaan van problemen door drankgebruik. Het programma Barcode is specifiek ontwikkeld voor horecapersoneel. We willen dat deze training een minder vrijblijvend karakter krijgt en standaard wordt aangeboden door al het nieuw aan te stellen barpersoneel. In overleg met de VWA en horeca zal nagegaan worden hoe aan dit punt invulling kan worden gegeven. Daarnaast gaan we ondersteuning bieden aan portiers van horecagelegenheden. Zij zijn degenen die dronken personen moeten weren en lam gezopen publiek naar buiten moeten dragen. We gaan de training Eerste Hulp bij Drank en Drugsincidenten stimuleren en samenwerkingsafspraken maken met politie bij de (vroeg)signalering van dronken bezoekers. Voor de jongeren die met een ambulance worden vervoerd ten gevolge van alcoholgerelateerde problematiek willen we een nazorgtraject na ontslag uit het ziekenhuis. Deze nazorg richt zich op begeleiding van jongeren en hun opvoeders om zo herhaling te voorkomen. Daarvoor is samenwerking vereist met de Amsterdamse ziekenhuizen. Eerste contacten zijn gelegd met het OLVG. Naar aanleiding van een melding uit een ziekenhuis en/of van de ambulancebroeders, kan zal een nazorgtraject gestart worden. We willen starten met een pilot van tien vervoerde jongeren. Op basis daarvan zal het werkproces worden verfijnd. De volgende stap is dan het opschalen van deze nazorgtrajecten. Ook jongeren die in contact komen met de politie vanwege alcoholgebruik zouden doorgeleid kunnen worden naar bepaalde interventies, bijvoorbeeld naar een cursus Omgaan met alcohol. Regelgeving en handhaving Wij willen dat de in de Drank- en Horecawet vastgelegde leeftijdsgrenzen voor de verkoop van zwak- en sterk alcoholhoudende dranken (respectievelijk 16 en 18 jaar), ook worden gehanteerd door de verstrekkers. De slaagkans voor jongeren onder de 16 jaar om aan alcohol te komen is nog altijd hoog. Het gaat hierbij om supermarkten, slijters, horeca en in mindere mate de sportverenigingen [19, 20]. Vooralsnog wordt door stadsdelen en politie niet of nauwelijks bij de VWA gemeld over alcoholverkoop of het schenken van alcohol aan minderjarigen. Om ervoor te zorgen dat dit soort signalen wel bij de VWA terecht komen en dat de samenwerking van de stadsdelen, politie met de VWA wordt verbeterd. Op basis van signalen en gegevens uit registratiesystemen van de ambulance- en politieregistratie kan het toezicht waarschijnlijk ook selectiever worden ingezet. Het verstrekken van alcohol aan minderjarigen en het doortappen aan klanten in kennelijke staat, kan worden opgepakt bij de aanpak van malafide horeca. Evenals bij de sportsector (zie doel 1) moeten studentenverenigingen en de culturele sector huisregels kunnen overhandigen bij de vergunningsaanvraag. Het gaat dan om het model-alcohol bestuursreglement voor Studentenverenigingen en Model Alcoholbestuursreglement sociaal culturele accommodatie. Het reglement omvat de verplichte wettelijke regels en belangrijke aanvullende huis- en gedragsregels. De gemeente toetst of het voorgelegde alcoholbestuursreglement voldoet aan de wet en aan de voorgeschreven eisen. Ook hier zal in overleg met de VWA nagegaan worden in hoeverre de handhaving geïntensiveerd moet worden. We realiseren ons dat de verkoop van alcoholhoudende dranken een belangrijke inkomstenbron is voor sport- en studentenverenigingen. We vinden het daarom van belang om deze sectoren hier actief bij te betrekken om zo tot een juiste balans te komen van de verschillende maatregelen en belangen. Tot slot willen we in overleg met horecaondernemers afspraken maken rondom het doortappen aan personen in kennelijke staat en over het inperken dan wel afschaffen van prijsacties in de vorm van happy hours en stuntprijzen. 19