1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 Afdelingsreglement Jonge Democraten Limburg Hoofdstuk 1: Algemeen Artikel 1: Begrippen a) AAV: Algemene Afdelingsvergadering b) Afdeling: de afdeling Jonge Democraten Limburg, zoals vastgesteld in artikel 33(HR) c) Afdelingsbestuur: het bestuur van Jonge Democraten Limburg d) AR: Afdelingsreglement Jonge Democraten Limburg e) HR: Huishoudelijk Reglement Jonge Democraten f) KasCo: de Kascontrole Commissie g) LB: het Landelijk Bestuur van de Jonge Democraten h) Leden: leden der Jonge Democraten Limburg i) Vereniging: de vereniging Jonge Democraten Artikel 2: Algemene Bepalingen 1. De Afdeling draagt de naam Jonge Democraten Limburg. 2. De Afdeling valt onder de vereniging Jonge Democraten. 3. Het Afdelingsreglement (inclusief bijlagen) mag niet in strijd zijn met het bepaalde in de Statuten en het Huishoudelijk Reglement van de vereniging Jonge Democraten. 4. Bij verschillen tussen het Afdelingsreglement en de Statuten en het Huishoudelijk Reglement van de vereniging zullen laatsgenoemden voorgaan. 5. Het wijzigen van het Afdelingsreglement vereist een tweederde meerderheid van stemmen op de Algemene Afdelingsvergadering. Hoofdstuk 2: Algemene Afdelingsvergadering Artikel 3: Algemeen 1. De AAV is het hoogste orgaan van de Afdeling en wordt gevormd door de stemgerechtigde leden van de Afdeling 2. De AAV wordt ten minste een keer per kalenderjaar bijeen geroepen, en vaker als het Afdelingsbestuur dat wenselijk acht. 3. Op schriftelijk verzoek van vijf of meer leden is het Afdelingsbestuur verplicht binnen vier weken een AAV bijeen te roepen. Als het Afdelingsbestuur niet binnen 14 dagen inhoudelijk en gemotiveerd reageert op een dergelijk verzoek, kunnen de leden zelf tot bijeenroeping van een AAV overgaan. 4. De AAV wordt ten minste twee weken van tevoren schriftelijk aangekondigd. 5. Ieder stemgerechtigd lid heeft één stem. Het is niet mogelijk anderen te machtigen een stem uit te brengen. Artikel 4: De Algemene Afdelingsvergadering 1. Op de AAV worden minimaal behandeld: a) Bestuursverantwoording b) Afdelingsfinanciën c) Terugkoppeling van Politieke of Organisatorische Moties die de afgelopen AAV zijn aangenomen 2. De AAV: a) Verkiest het Afdelingsbestuur en de KasCo b) Keurt de jaarrekeningen en jaarverslagen van de Afdeling goed en stelt de afdelingsbegroting vast
52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 Artikel 5: Voorstellen AAV 1. De volgende types voorstellen kunnen voorgelegd worden aan de AAV: a) Politieke Moties b) Organisatorische Moties c) Wijzigingen op het Afdelingsreglement d) Congresvoorstellen zoals beschreven in Artikel 10(1) (HR) e) Moties van Orde 2. Ieder individueel lid kan tot aanvang van de AAV de voorstellen genoemd onder lid 1 indienen, met uitzondering van voorstellen als bedoeld onder 1(e) die te allen tijde ingediend kunnen worden. Artikel 6: Orde van de AAV 1. De voorzitter van de Afdeling is belast met het handhaven van de vergaderorde op de AAV. Bij afwezigheid van de voorzitter neemt de vice-voorzitter deze taak over. 2. De algemeen secretaris draagt zorg voor de verslaglegging van de AAV. Bij afwezigheid van de algemeen secretaris neemt een ander bestuurslid deze taak over. 3. De Algemene Afdelingsvergadering benoemt leden van de Stemcommissie van de AAV per acclamatie. 4. De Stemcommissie heeft als taak het tellen van de stemmen en het aankondigen van de uitslag van de verkiezingen. 5. De Stemcommissie wordt benoemd voor de duur van de AAV. Artikel 7: Wijze van Besluitvorming 1. Een ieder die tenminste tweeënzeventig uur voor de aanvang van de AAV bij het Landelijk Bestuur als lid van de Afdeling is aangemeld, behoudens het bepaalde in Artikel 4 (HR), heeft stemrecht op de AAV. 2. Er wordt in beginsel gestemd door middel van handopsteken; tenzij de AAV anders beslist. 3. Een voorstel is aangenomen als een meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen vóór heeft gestemd. 4. Onder geldig uitgebrachte stemmen in het geval van voorstellen wordt verstaan de voor- en tegenstemmen. 5. Stemming over personen geschiedt schriftelijk en anoniem. Hoofdstuk 3: Afdelingsbestuur Artikel 8: Samenstelling Afdelingsbestuur 1. Het Afdelingsbestuur bestaat ten minste uit drie leden, te weten: a) Voorzitter b) Algemeen Secretaris c) Penningmeester 2. Daarnaast kent het Afdelingsbestuur idealiter ook de volgende functies: a) Secretaris Internationaal b) Secretaris Organisatie c) Secretaris Politiek d) Secretaris Promotie 3. Het Afdelingsbestuur benoemt desgewenst één van haar leden, niet zijnde de voorzitter, tot vice-voorzitter van de Afdeling.
103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 Artikel 9: Verkiezen van Afdelingsbestuurders 1. De Afdelingsbestuurders worden gekozen conform de methode van Bijlage A: Verkiezen van Personen in Functie. 2. Kandidaatstelling voor het Afdelingsbestuur kan tot het agendapunt op de AAVaan de orde komt. Het lidmaatschap van een Nederlandse nationale politieke of een daaraan gelieerde of daardoor erkende politieke jongerenorganisatie, anders dan D66 moet bij de kandidaatstelling worden vermeld. 3. Het lidmaatschap van het Afdelingsbestuur is niet verenigbaar met: a) het lidmaatschap van het Europees Parlement, de Staten-Generaal, de Provinciale Staten of de Gemeenteraad; b) het lidmaatschap van enig bestuurlijk of vertegenwoordigend lichaam van een Nederlandse nationale politieke partij of daaraan gelieerde of daardoor erkende politieke jongerenorganisatie, anders dan D66. 4. Ieder lid van de Afdeling kan zich verkiesbaar stellen voor het Afdelingsbestuur, indien hij/zij aan de in de Statuten of dit reglement gestelde eisen voldoet. 5. Een lid van het Afdelingsbestuur wordt voor een termijn van maximaal twee jaar gekozen en is éénmaal onmiddellijk herkiesbaar. Indien een bestuurslid aftreedt voordat de termijn van twee jaar is verstreken en wordt gekozen in een andere bestuursfunctie, geldt voor deze benoeming een termijn van twee jaar of de tijd die resteert tot de zittingstermijn van vier jaar is bereikt. Artikel 10: Taken van het Afdelingsbestuur 1. Het Afdelingsbestuur heeft tot taak: a) het voorbereiden van Algemene Afdelingsvergaderingen; b) het organiseren van politieke bijeenkomsten van algemene strekking; c) het vertegenwoordigen van de Afdeling zowel binnen de vereniging als naar buiten; d) het verrichten van ander noodzakelijke bestuurlijke activiteiten, zoals het voorleggen van het afdelingsbeleidsplan, de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening aan de AAV. Artikel 11: Financiën 1. De middelen van de Afdeling bestaan uit: a) bijdragen van de vereniging; b) schenkingen; c) overige baten. 2. Jaarlijks biedt het Afdelingsbestuur de AAV een begroting voor het komende boekjaar ter goedkeuring aan. De indeling van de begroting sluit aan bij de indeling van de landelijke begroting. 3. Na goedkeuring door de AAV stuurt de afdelingspenningmeester de begroting ter kennisname aan de landelijk penningmeester. 4. Jaarlijks overlegt de afdelingspenningmeester de jaarrekening over het afgelopen jaar aan de AAV en de landelijk penningmeester. De jaarrekening bevat tenminste een balans en een resultatenrekening en een toelichting op beide. 5. Halverwege het jaar stelt de Afdelingspenningmeester een bijgewerkte versie van de begroting van het lopende jaar op. Deze wordt in ieder geval besproken met het Afdelingsbestuur, de KasCo en landelijk penningmeester. 6. Ten aanzien van schenkingen aan de Afdelingen is Artikel 6(3) van de Statuten van toepassing.
154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 Hoofdstuk 4: Bijzondere Organen Artikel 12: Algemeen 1. De Afdeling kent twee soorten bijzondere organen, te weten: a) de KasCo b) Werkgroepen Artikel 13: de KasCo 1. De KasCo wordt gekozen door de AAV conform de methode van Bijlage A: Verkiezen van Personen in Functie. 2. De KasCo bestaat uit ten minste twee en maximaal vijf leden. 3. Het lidmaatschap van de KasCo is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het Afdelingsbestuur. 4. De KasCo heeft tot taak het controleren van de door de penningmeester gevoerde financiële administratie en het begrotingsbeleid namens de AAV. 5. De controle van de financiële administratie door de KasCo vindt bij voorkeur eenmaal per drie maanden plaats en in ieder geval voorafgaand aan de Algemene Afdelingsvergadering waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd. De KasCo doet tijdens de AAV verslag van haar bevindingen en adviseert over decharge van het Afdelingsbestuur. Artikel 14: Werkgroepen 1. Werkgroepen worden door het Afdelingsbestuur ingesteld en worden gekoppeld aan een lid van het Afdelingsbestuur. 2. Idealiter zijn in ieder geval de volgende werkgroepen actief binnen de Afdeling: a) Werkgroep Politiek b) Werkgroep Promotie 3. De (leden van) werkgroepen treden nimmer zonder ruggespraak naar buiten op. Meningen en opvattingen, publicaties en dergelijke vallen onder verantwoordelijkheid van het Afdelingsbestuur.
182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 Bijlage A: Verkiezen van Personen in Functie Artikel 1: Algemeen 1. Alle stemgerechtigden ontvangen een stembiljet waarop de kandid(a)at(en) in alfabetische volgorde zijn vermeld. 2. De stembiljetten worden bij een door de AAV aangewezen stemcommissie ingeleverd en geteld. Artikel 2: Procedure bij één kandidaat voor een vacature 1. Gestemd wordt door op het stembiljet achter de naam van de kandidaat voor, tegen of blanco op te schrijven en het stembiljet bij de Stemcommissie in te leveren. 2. De kandidaat is gekozen als meer dan de helft van de geldige uitgebrachte stemmen voor de benoeming van de kandidaat is. In andere gevallen blijft de functie vacant. Stemgerechtigden die zich hebben onthouden van stemmen tellen telt niet mee voor het bepalen van het vereiste aantal stemmen, blanco stemmen wel. Artikel 3: Procedure bij twee of meerdere kandidaten voor een vacature 1. Gestemd wordt door achter de naam van elke kandidaat voor, tegen of blanco te schrijven en het stembiljet bij de Stemcommissie in te leveren. Wanneer een stemgerechtigde achter meerdere kandidaten voor op het stembiljet noteert, dient hij/zij een volgorde aan te geven (1, 2, 3.. enzovoorts). 2. Een kandidaat met meer dan de helft van de geldig uitgebrachte eerste voorstemmen is verkozen. Tweede voorstemmen tellen in eerste instantie als tegenstem. Stemgerechtigden die zich hebben onthouden van stemmen tellen telt niet mee voor het bepalen van het vereiste aantal stemmen, blanco stemmen wel. 3. Indien geen kandidaat aan deze voorwaarden voldoet, wordt de kandidaat met het geringste aantal voorstemmen afgewezen. Hebben tenminste twee kandidaten hetzelfde geringe aantal stemmen, dan wordt herstemd tussen de kandidaten met de minste stemmen door middel van de tweede voorkeurstemmen erbij op te tellen. Is er dan geen verschil, de derde voorkeurstemmen etc. Uiteindelijk nog steeds zelfde aantal stemmen betekent dat er opnieuw gestemd moet worden. 4. De procedure als genoemd in het derde lid wordt herhaald zolang er nog niemand is verkozen. Als er nog maar één kandidaat over is en deze heeft geen meerderheid weten te verwerven, blijft de functie vacant. Artikel 4: Procedure bij twee of meerdere kandidaten voor meerdere gelijke vacatures 1. Gestemd wordt door achter de naam van elke kandidaat voor, tegen of blanco te schrijven en het stembiljet bij de Stemcommissie in te leveren. Wanneer een stemgerechtigde achter meerdere kandidaten voor op het stembiljet noteert, dient hij/zij een volgorde aan te geven (1, 2, 3.. enzovoorts). 2. Een kandidaat met meer dan de helft van de geldig uitgebrachte eerste voorstemmen is verkozen. Tweede voorstemmen tellen in eerste instantie als tegenstem. Stemgerechtigden die zich hebben onthouden van stemmen tellen telt niet mee voor het bepalen van het vereiste aantal stemmen, blanco stemmen wel. 3. Indien geen kandidaat aan deze voorwaarden voldoet, wordt de kandidaat met het geringste aantal voorstemmen afgewezen. Hebben tenminste twee kandidaten hetzelfde geringe aantal stemmen, dan wordt herstemd tussen de kandidaten met de minste stemmen. Elk van de voorstemmen voor de afgewezen kandidaat wordt toegekend aan de op het stembiljet genoemde kandidaat van eerstvolgende voorkeur. Biljetten zonder verdere voorkeur tellen mee als blanco stem.
231 232 233 234 235 236 237 238 4. De procedure als genoemd in het derde lid wordt herhaald zolang er nog niemand is verkozen. Als er nog maar één kandidaat over is en deze heeft geen meerderheid weten te verwerven, blijft de functie vacant. 5. Wanneer een eerste kandidaat is gekozen wordt de procedure herhaald totdat voor elke openstaande vacature een kandidaat is verkozen tenzij dit onmogelijk is doordat er geen meerderheden zijn. Bij herhaling van de stemprocedure wordt elk van de voorstemmen voor de op dat moment reeds verkozen kandidaat toegekend aan de op het stembiljet genoemde kandidaat van eerstvolgende voorkeur.