De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Vergelijkbare documenten
Datum 30 oktober 2009 Betreft Aanvullende schriftelijke vragen Algemene Financiële Beschouwingen

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

Datum 2 september 2013 Betreft Vragen van het lid Groot over studiereizen met privékarakter op kosten van de belastingbetaler.

Datum 16 april 2012 Betreft Opzet aanpassing Bvdb 2001 (voorkoming dubbele bankenbelasting) en tweede Nota van wijziging bankenbelasting

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum Betreft Antwoorden op de vragen van het lid Omtzigt over de financiële curatele van de Belastingdienst

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 14 oktober 2015 Jaarverslag Wet op de huurtoeslag

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Hachchi en Koolmees. over de nieuwe belastingregels van de BES eilanden.

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's GRAVENHAGE

Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Erfbelasting op vruchtgebruik van woningen: overgangsregeling voor schrijnende gevallen

Datum 6 juni 2012 Betreft: Vragen van de leden Omtzigt en Van Bochove over de erfbelasting over een niet verkochte woning

Datum Betreft antwoorden naar aanleiding van vragen van de leden Knops en Omtzigt

> Retouradres Postbus EE Den Haag Directie Algemene Fiscale Politiek

Datum 29 oktober 2010 Betreft Voorstel van wet houdende wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2011)

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EE Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 22 september 2011 Betreft Kamervragen betreffende btw-verhoging podiumkunsten en tegenvallende kaartverkoop cultuursector

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Budgettaire effecten In onderstaand tabel staan de geactualiseerde budgettaire effecten van de uniformering van het loonbegrip.

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Prinsjesdag 2018: belastingplan 2019

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's GRAVENHAGE

Directie Douane en Verbruiksbelastingen Ons kenmerk Uw brief (kenmerk) Bijlagen

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 juni 2010 Betreft kinderopvangtoeslag vanaf 2011

AdviesbureauJournaal. ASR Adviesbureau Fiscale en Juridische Zaken. maart 2010

1 Belastingjaar 2016

Overzicht tarieven box 1. Belastingjaar 2017

Eerste Kamer der Staten Generaal t.a.v. de vaste commissie voor Financiën Postbus EA DEN HAAG

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA s Gravenhage

Wijziging van het Belastingplan 2016 VOORSTEL VAN WET

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In artikel 2.10, eerste lid, wordt de tarieftabel vervangen door: I II III IV

Directoraat-Generaal Belastingdienst Ons kenmerk Uw brief (kenmerk) Bijlagen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

Antwoord op Kamervragen over de gevolgen van de BTW-verhoging op kunst

Datum 2 november 2016 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Omtzigt over het telefonisch intrekken van bezwaren

De leden Van Weyenberg (D66) en Lodders (VVD) hebben op 17 juni jongstleden vragen gesteld over de heffingskorting van Nederlanders in het buitenland.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies inzake het bovenvermelde voorstel is uitgebracht.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Directoraat-generaal Belastingdienst, Cluster Fiscaliteit. Besluit van 26 april 2013, nr. DGB 2013/201M

Aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 3 april 2012 Betreft Lastenontwikkeling. Geachte voorzitter,

acceptabele richtlijn te creëren. Het tweede traject ziet op het bespreken van mogelijke alternatieven voor de FTT.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Belastingdienst behandelt al langere tijd te veel bezwaren niet binnen de Awbtermijn. In de halfjaarsrapportages is dit zichtbaar geweest.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's GRAVENHAGE. Datum 28 oktober 2011 Betreft Pakket Belastingplan 2012

Tip: Omdat de heffing in box 2 na 2020 zal stijgen, kan het interessant zijn om in 2019 reeds maatregelen te treffen.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 november 2011

Memorie van Toelichting

Raad V versie 4 december Onderwerp: Vaststellen verordening onroerende-zaakbelastingen 2008

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Merkies (SP) over belastingparadijzerij (ingezonden 21 februari 2013).

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

mow Gorneente Zeist T.a.v de gemeenteraad Geachte eden van de raad,

Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kerstens (PvdA) over het achterblijven van verhoogde thuiszorgtarieven (2018Z14319).

Hillen uitgefaseerd Drs. J.E. van den Berg 1

Datum 3 juni 2016 Betreft Wob-verzoeken over opgelegde vergrijpboeten zoals genoemd in art. 67d Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR)

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018

Doorrekening varianten aanpassing aflossingseis Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën

Informatiedocument De Erfpachter BV

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 8 november 2013 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Tony van Dijck (PVV) over de schikking van Rabobank in de LIBOR-affaire

1 Kamerstukken II, , 33682, nr. 11. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA

Datum 10 september 2014 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Bruins Slot en Omtzigt (beiden CDA) (2014Z13486)

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 9 september 2016 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Bashir over de regeling van de belastingrente

In het laatste deel van deze brief wordt ingegaan op de aanbevelingen die volgen uit de evaluaties.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Datum 25 mei 2012 Betreft Visie toekomstbestendigheid hypotheekrenteaftrek (reactie motie Kuiper c.s.)

Datum 18 december 2014 Betreft Toezeggingen tijdens het wetgevingsoverleg wetsvoorstel modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen

Naar aanleiding van uw bezwaar bent u op 27 juni 2018 gehoord. Het verslag van de hoorzitting heb ik u toegezonden.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 juni 2018 Betreft Vormgeving abonnementstarief

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directie Directe Belastingen Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Ons kenmerk DB/2011/195 U Uw brief (kenmerk) Datum 6 juni 2011 Betreft Toezegging cijfermateriaal ingetrokken wetsvoorstel indexering ondergrens villabelasting Bijlagen 2 Geachte voorzitter, Op 6 april jl. vond een Algemeen Overleg (AO) plaats met de Vaste commissie voor Financiën over een aantal verschillende fiscale onderwerpen. Een van deze onderwerpen was de brief van het kabinet van 18 maart 2011 houdende intrekking van het wetsvoorstel inzake Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 met betrekking tot de indexering van het eigenwoningforfait. Ik heb tijdens dit AO aan uw Kamer toegezegd om cijfermatig inzicht te geven in de gevolgen die dit wetsvoorstel zou hebben gehad in verschillende scenario s van waardeontwikkeling van woningen. Met deze brief geef ik invulling aan deze toezegging. Allereerst volgt een korte uitleg van het ingetrokken wetsvoorstel en ga ik in op het proces van het moment van indienen tot en met het intrekken van het wetsvoorstel. Daarna besteed ik aandacht aan indexatie in zijn algemeenheid en tenslotte bespreek ik de cijfermatige consequenties die het ingetrokken wetsvoorstel gehad zou hebben. Vanaf 1 januari 2009 wordt het percentage van het eigenwoningforfait voor woningen met een WOZ-waarde boven de grens van 1 mln (ook wel de villabelasting genoemd) jaarlijks stapsgewijs verhoogd. Per 1 januari 2011 ligt het percentage op 1,05%. Het uiteindelijke percentage van 2,35% wordt bereikt in 2016. Dit percentage geldt voor het deel van de WOZ-waarde van de woning dat boven de genoemde grens (inmiddels 1,02 mln) uitkomt. Op de eerste 1,02 miljoen euro wordt dus het reguliere percentage van 0,55% toegepast. De stapsgewijze verhoging van het eigenwoningforfait voor de duurste woningen tot 2,35% is reeds in de wet opgenomen en wordt door dit kabinet intact gelaten. Daarnaast is op 29 januari 2010 door het vorige kabinet een wetsvoorstel ingediend dat ertoe strekte om de ondergrens van de villabelasting ( 1,02 mln) niet meer te indexeren. Bij de val van het vorige kabinet is dit wetsvoorstel controversieel verklaard en derhalve niet door uw Kamer in behandeling genomen. Gevolg van het wetsvoorstel zou zijn geweest dat steeds meer reguliere woningen onder het hoge tarief zouden gaan vallen. Dit acht het huidige kabinet onwenselijk. Op 25 oktober 2010 is daarom aangekondigd dat het wetsvoorstel door het huidige Pagina 1 van 2

kabinet zou worden ingetrokken volgens de reguliere procedures. De brief die was geagendeerd voor het genoemde AO vormde de afronding van de intrekkingsprocedure. Directie Directe Belastingen Ons kenmerk DB/2011/195 U Uw Kamer heeft gevraagd om cijfermatig inzicht in de gevolgen die invoering van het wetsvoorstel zou hebben gehad voor woningen van verschillende waarden bij verschillende aannames voor de waardestijging. Voordat ik inga op de gevolgen van het ingetrokken wetsvoorstel, wil ik kort aandacht besteden aan indexering in belastingen in zijn algemeenheid. Bij een groot aantal belastingsoorten worden nominale bedragen gehanteerd zoals voor drempels, tarieven, maxima en minima. Een voorbeeld hiervan is de lengte van de schijven in de loon- en inkomstenbelasting. Indien de lengte van schijven niet jaarlijks worden gecorrigeerd voor de inflatie, dan zou een hoger loon vanwege inflatie ertoe leiden dat een steeds groter deel van het loon in een hogere belastingschijf valt. Ook als het reële inkomen van de belastingplichtige niet is gestegen, wordt in dat geval in reële termen wel meer loon- en inkomstenbelasting betaald, hetgeen een lastenverzwaring betekent. De indexatie in onder andere de loon- en inkomstenbelasting is ervoor bedoeld de belastingopbrengst in reële termen gelijk te houden. Dit vormt het uitgangspunt voor indexatie in fiscale wetgeving. In bijlagen 1 en 2 bij deze brief zijn de gevolgen geschetst van het niet indexeren van de ondergrens van de villabelasting. In bijlage 1 is daarbij de aanname gehanteerd dat de huizenprijzen de komende jaren gemiddeld met 3,5% per jaar stijgen. Dit percentage wordt ook door het CPB gehanteerd. In bijlage 2 is een meer conservatieve waardestijging van 2% per jaar gehanteerd. Deze 2% is de inflatie op middellange termijn zoals berekend door de Europese Centrale Bank. In de beide bijlagen wordt geschetst hoeveel jaar het duurt voordat woningen van verschillende waarden boven de grens van de villabelasting uitkomen. Verder wordt een beeld gegeven van het aandeel koopwoningen dat in de beide scenario s onder het verhoogd tarief komt te vallen. Hoogachtend, De Staatssecretaris van Financiën, mr. drs. F.H.H. Weekers Pagina 2 van 2

Bijlage 1: Gevolgen niet indexeren ondergrens villabelasting bij waardestijging 3,5% Onder de aanname dat woningen jaarlijks met 3,5% in waarde stijgen (inschatting waardestijging woningen na eerdere consultatie met CPB) ontstaat het onderstaande beeld wanneer de grens van de hoogste tariefschijf van het eigenwoningforfait vanaf 2011 niet meer jaarlijks zou worden geïndexeerd. Grafiek 1 laat zien wanneer een woning boven de grens van 1.020.000 uitstijgt. Grafiek 1: Oploop waarde woningen bij 3,5% waardestijging per jaar 5.000.000 4.500.000 4.000.000 3.500.000 3.000.000 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 0 2011 2021 2031 2041 2051 2061 2071 2081 Woning van 150.000 Woning van 250.000 Woning van 350.000 Woning van 450.000 Grens verhoogd EWF, niet geïndexeerd

Tabel 1 laat zien na hoeveel jaar een woning van een bepaalde waarde boven de niet-geïndexeerde grens van 1,02 mln voor het verhoogde eigenwoningforfait komt bij een waardestijging van 3,5% per jaar. Tabel 1: Aantal jaren voordat de waarde uitstijgt boven 1,02 mln bij een waardestijging van woningen met 3,5%. Waarde van de woning in 2011 Boven de grens voor het verhoogde EWF als grens niet geïndexeerd wordt na 150.000 56 jaar 250.000 41 jaar 350.000 32 jaar 450.000 24 jaar Tabel 2 geeft weer welk aandeel van de koopwoningen bij een waardestijging van 3,5% per jaar onder het verhoogde eigenwoningforfait valt als niet wordt geïndexeerd. Tabel 2: Percentage koopwoningen met een waarde boven de niet-geindexeerde grens van 1,02 mln bij een waardestijging van woningen met 3,5%. Aantal jaren Percentage koopwoningen met een waarde boven de 1,02 mln 10 jaar 4% 25 jaar 14% 30 jaar 23% 40 jaar 49% 50 jaar 82% 60 jaar 95%

Bijlage 2: Gevolgen niet indexeren ondergrens villabelasting bij waardestijging 2% Onder de aanname dat woningen jaarlijks met 2% in waarde stijgen (ECB inflatie op middellange termijn) ontstaat het onderstaande beeld wanneer de grens van de hoogste tariefschijf van het eigenwoningforfait vanaf 2011 niet meer jaarlijks zou worden geïndexeerd. Grafiek 2 laat zien wanneer een woning boven de grens van 1.020.000 uitstijgt. Grafiek 2: Oploop waarde woningen bij 2,0% waardestijging per jaar 5.000.000 4.000.000 3.000.000 2.000.000 1.000.000 0 2011 2021 2031 2041 2051 2061 2071 2081 Woning van 150.000 Woning van 250.000 Woning van 350.000 Woning van 450.000 Grens verhoogd EWF, niet geïndexeerd

Tabel 3 laat zien na hoeveel jaar een woning van een bepaalde waarde boven de niet-geïndexeerde grens van 1,02 mln voor het verhoogde eigenwoningforfait komt bij een waardestijging van 2,0% per jaar. Tabel 3: Aantal jaren voordat de waarde uitstijgt boven 1,02 mln bij een waardestijging van woningen met 2,0% Waarde van de woning in 2011 Boven de grens voor het verhoogde EWF als grens niet geïndexeerd wordt na 150.000 97 jaar 250.000 72 jaar 350.000 55 jaar 450.000 42 jaar Tabel 4 geeft weer welk aandeel van de koopwoningen bij een waardestijging van woningen met 2% per jaar onder het verhoogde eigenwoningforfait valt als niet wordt geïndexeerd. Tabel 4: Percentage koopwoningen met een waarde boven de niet geïndexeerde grens van 1,02 mln bij een waardestijging van woningen met 2,0%. Aantal jaren Percentage koopwoningen met een waarde boven de 1,02 mln 10 jaar 3% 25 jaar 6% 30 jaar 7% 40 jaar 12% 50 jaar 21% 60 jaar 33%