ESCORT PILOT Bijlage 4 Protocol toezicht escort via afspraak

Vergelijkbare documenten
Toezichthouder. Handhaving, achtergronden bij taken

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Handhaven burgerplichten & integrale samenwerking. Danielle Meijer & Nadia Sjouwerman

Handhaven burgerplichten & integrale samenwerking. Nadia Sjouwerman

Juridisch kader Toezicht Wmo 2015 en Jeugdwet

Wet arbeid Vreemdelingen

Examencommissie Milieu Status: Vastgesteld. Kennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur

Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke Kaders Milieu Specifiek:

B 11 Buitenlandse werknemers 8

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Voorbeeld handhavingsarrangement voor seksinrichtingen en escortbedrijven (gemeente Den Haag)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Artikel 1 2. Artikel 2

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

DRAAIBOEK MULTIDISCIPLINAIRE CONTROLE ARBEIDSUITBUITING

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

STRAFRECHTELIJKE OPSPORING of HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

Handhavingsarrangement prostitutie Alkmaar 2016

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Eerste Kamer der Staten-Generaal

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 28 september 1998 ter normering van de uitoefening van standaardtoezichtbevoegdheden

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

1965 No.10. Landsverordening van 22 augustus 1964 houdende bepalingen met betrekking tot de arbeidsbemiddeling (Arbeidsbemiddelingsverordening).

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Toelichting op het formulier aanvraag voor vergunning van een seksinrichting

De controle van een sloep Gemeente Amsterdam Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat.

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

Artikel 126zq (per )

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel

Bestuurlijke handhaving door de AP Toezicht op de naleving

In artikel 1 worden in de omschrijving van seksbedrijf de woorden of het verrichten van vervangen door: of tot het verrichten van.

A 2002 N 74 PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Toelichting op het formulier aanvraag exploitatievergunning voor een seksbedrijf (art APV)

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

b e s l u i t e n : de volgende nadere regels vast te stellen met betrekking tot seksinrichtingen en escortbedrijven.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg Geldend van t/m heden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aanwijzingsbesluit toezichthouders RUD Limburg-Noord

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Memo. We onderscheiden bij de handhaving vier categorieën. Categorie 1. Verschrijvingen bij naw gegevens

CVDR. Nr. CVDR404391_1. Beleidsregel handhaving illegale prostitutie

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

BRANDWEERWET Gemeentelijke en regionale brandweer. Artikel 1

Aan de gemeenteraad, Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:

'Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 lid 1 Sr'

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Relatie tussen illegale prostitutie en mensenhandel?

: Landsverordening accijns minerale oliën. Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Vast te stellen de hierna volgende beleidsregel handhaving illegale prostitutie.

ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

Wettelijk kader integriteit

2016 no. 44 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regeling taken en bevoegdheden functionaris gegevensbescherming gemeente Waalwijk

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

==================================================================== Artikel 1

Het binnentreden van een woning

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

============================================= 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

VERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden.

KLOKKENLUIDERSREGELING. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het St. Michaël College

Rapport. Datum: 4 december 1998 Rapportnummer: 1998/540

Eerste Kamer Staten-Generaal 1

ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende:

6.5 WET MELDING ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES BES (v/h Landsverordening melding ongebruikelijke transacties) HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400

Transcriptie:

RIS117862d_05-JUL -2004 20-mei 2003-1 ESCORT PILOT Bijlage 4 Protocol toezicht escort via afspraak ACHTERGROND Inleiding Met de opheffing van het bordeel verbod is een einde gekomen aan de historisch gegroeide gedoogsituatie ten aanzien van de prostitutie. De opheffing van het bordeelverbod heeft de volgende doelstellingen: 1. beheersing en regulering van exploitatie van prostitutie; 2. verbetering van de bestrijding van exploitatie van onvrijwillige prostitutie (mensenhandel); 3. bescherming van minderjarigen tegen seksueel misbruik; 4. bescherming van de positie van de prostituee; 5. ontvlechting van de prostitutie en criminele randverschijnselen; 6. terugdringing van de omvang van illegale prostitutie. Gemeenten hebben de bevoegdheid gekregen om via een vergunningstelsel de prostitutiebranche te reguleren. De Minister van Justitie heeft in mei 2000 de stuurgroep Handhaven op Niveau (HON) ingesteld. Opdracht van deze stuurgroep is het (verder)stimuleren van de bestuurlijke handhaving in Nederland. Daarbij staan twee punten centraal: verdere professionalisering bij de handhaving en verdere versterking van de samenwerking tussen de handhavers. Onder de vlag van HON worden in verschillende pilots bestuursrechtelijke Abest practices@ ontwikkeld. De pilot Aescort@ is met name gekozen omdat te verwachten is dat de opheffing van het algemeen bordeelverbod leidt tot een verschuiving van de meer locatiegebonden en daardoor beter controleerbare vormen van prostitutie naar de escortbranche. Bij de handhaving van het nieuwe prostitutiebeleid is een groot aantal partijen betrokken: gemeentelijke diensten (bv. bouw- en woningtoezicht, GG en GD, brandweer), de politie, de Belastingdienst, Arbeidsinspectie en het Openbaar Ministerie etc. Het is dan ook juist om die reden, dat de overheid heeft gekozen voor een integrale, multidisciplinaire aanpak van dit onderwerp. Hiervoor wordt het bestuurs- en het strafrecht nevengeschikt en complementair ingezet. Voor de branche, die tientallen jaren gedoogd is, heeft de wetswijziging tot gevolg dat zij moet wennen aan volstrekt andere verantwoordelijkheden en aan een andere bejegening door de overheid. Overheidsinstellingen moeten invulling geven aan hun nieuwe rollen en aan de integrale aanpak. Dit stelt hoge eisen aan de kwaliteit van het samenspel van de handhavende instanties. Met name de afstemming tussen de bestuurlijke en de strafrechtelijke handhaving luistert nauw. Snijvlak toezicht en opsporing Het toezicht op prostitutie ziet op de eisen die zijn gesteld aan de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven. Hierbij moet worden gedacht aan zaken als de bedrijfsvoering en -bij gebouwgebonden prostitutie tevens aan- inrichting, hygiëne en brandveiligheid. De controle op de inrichtings-, gezondheids- en brandveiligheidseisen gebeurt door de gemeente/ brandweer. Het zwaartepunt van de exploitatievoorwaarden ligt in de verplichting om uitsluitend te werken met prostituees die meerderjarig zijn, het werk vrijwillig doen en gerechtigd zijn hier te lande arbeid te verrichten. Het toezicht op deze exploitatievoorwaarden is, door het bevoegd gezag (de burgemeester voor gebouwgebonden prostitutie; B&W voor escortbedrijven), opgedragen aan speciaal hiervoor getraind politiepersoneel onder andere vanwege de aldaar aanwezige kennis en ervaring met deze branche opgedaan in de jaren voorafgaand aan de opheffing van het bordeelverbod. Ook het college van procureurs generaal is blijkens de aanwijzing bestrijding mensenhandel van mening dat de politie de aangewezen instantie is voor het uitoefenen van toezicht. Deze verdeling van taken is de

20-mei 2003-2 afgelopen jaren meerdere keren getoetst en is door zowel de bestuurs- als de strafrechter als proportioneel en rechtmatig beoordeeld. Dit beleid geldt uiteraard ook voor de escortbranche. Omdat escortprostitutie per definitie in een andere ruimte dan een bedrijfsruimte plaatsvindt, richt het toezicht op deze branche zich vrijwel uitsluitend op de exploitatie. Wanneer er tijdens het toezicht of op enig ander moment, een vermoeden van een strafbaar feit ontstaat is het strafrechtelijke handhavingssysteem (mede) van toepassing. Dit wordt afgewikkeld conform de bestaande regionale handhavingsarrangementen. Voor de duidelijkheid: het bestuurs- en strafrecht lopen niet door elkaar. Ze zijn nevengeschikt en complementair. Wanneer bijvoorbeeld in een gemeente een overtreding van de vergunningvoorwaarden én een strafbaar feit worden geconstateerd kunnen beide sporen, conform de bestaande afspraken, naast elkaar worden uitgelopen. De manier waarop dit gebeurt wordt in de lokale driehoek geregeld. Toezicht op de prostitutiebranche kan alleen worden uitgeoefend in het kader van de handhaving van de gemeentelijke regelgeving voor prostitutie. Een verklaring die bij de uitoefening van toezichthoudende bevoegdheden wordt afgelegd of onvrijwillig gegeven informatie waarbij is gewezen op de medewerkingsverplichting op grond van art 5:20 Awb juncto ex art. 184 Sr en die is gegeven voordat een strafrechtelijke verdenking is ontstaan, is niet bruikbaar in een latere strafrechtelijke procedure. Immers in een strafrechtelijke procedure geldt voor de verdachte een zwijgrecht en dient de cautie te worden gegeven. Op deze manier wordt er zorgvuldig opgetreden op het snijvlak tussen toezicht en opsporing. Stappen in toezicht op escort Binnen de escort pilot is een stappenplan ontwikkeld om te komen tot effectief bestuursrechtelijk toezicht op de escortbranche. Het toezicht van de bekende bedrijven richt zich op controle op de naleving van de vergunningsvoorwaarden. Bij escortbedrijven waarvan niet bekend is waar zij zijn gevestigd en of zij zijn vergund is het doel van toezicht te achterhalen of een het bedrijf betreft dat in de betreffende gemeente is vergund en, zo ja, of aan alle voorwaarden wordt voldaan. Kort samengevat zijn er vier stappen die kunnen worden doorlopen om vorm en inhoud te geven aan het toezicht op deze branche: 1) Verzamelen gegevens; 2) Bellen/e-mailen door toezichthouder (al dan niet anoniem); 3) Vorderen informatie kranten/belbedrijven/providers; 4) Escort uitnodigen in hotelkamer. Zodra de naam, het adres en de woonplaats van de exploitant bekend zijn kan de gemeente handhaven (bijvoorbeeld dwangsomprocedure, bedrijf fysiek controleren en, samen met de Belastingdienst, inzage vorderen in de boekhouding). Om zoveel mogelijk recht te doen aan de eisen van proportioneel optreden wordt altijd begonnen met stap 1. In beginsel worden geen stappen overgeslagen. Opgemerkt wordt dat stap 1 t/m 3 in gevallen waarbij er bijvoorbeeld wordt gewerkt met pre-paid mobiele telefoons vaak geen resultaat opleveren waardoor stap 4 moet worden ingezet.

20-mei 2003-3 Daarnaast wordt stap 4 ook ingezet bij het toezicht op vergunde bedrijven. Het specifieke karakter van het fenomeen escort (geen vaste bedrijfsruimte, mobiel etc.) brengt met zich mee dat het relatief eenvoudig is zich aan de regels te onttrekken. Zoals eerder geconstateerd is mede hierdoor een verschuiving te verwachten vanuit andere sectoren van de prostitutiebranche naar de escortbranche. De enige manier om zicht te krijgen op de branche en om eventuele overtredingen van gemeentelijke exploitatievoorwaarden te voorkomen en aan te pakken is het steekproefsgewijs inzetten van stap 4 als controlemiddel voor de vergunde bedrijven. Bij stap 4 benadert de toezichthouder het bedrijf zonder zich als zodanig bekend te maken. Er wordt een escort besteld via het telefoonnummer /het e-mailadres om deze in een hotelkamer te ontmoeten, zodat vervolgens informatie van zowel de escort als de eventuele chauffeur kan worden ingewonnen omtrent het escortbedrijf. Op het toezichthoudend handelen is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Hierin zijn algemene regels geformuleerd over het verkeer tussen burgers en bestuursorganen en over zorgvuldigheid en belangen afweging. Volgens de artikelen 5:16 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht kan een Aieder@worden verplicht om aan een toezichthouder binnen een door hem te stellen redelijke termijn alle medewerking te verlenen die hij, met het oog op de uitoefening van zijn bevoegdheden redelijkerwijs kan vorderen. Indien men niet voldoet aan de vordering dan maakt men zich schuldig aan belemmering, artikel 184 Wetboek van Strafrecht. Zie bijgevoegde artikelen. Omdat het uitoefenen van toezicht onderdeel is van de taak van de overheid ligt het niet in de rede dat de gederfde inkomsten van de escort worden vergoed. Voor legale bedrijven is controle een normaal onderdeel van het bedrijfsproces wat dient te worden ingecalculeerd. Bij een illegaal bedrijf is vergoeden van kosten door de overheid uiteraard eveneens niet aan de orde. FEITELIJK HOTELKAMERTOEZICHT A) Voorbereiding Middelen/personeel: - Voldoende gsm=s en/of portofoons voor de contacten met de toezichthouders onderling; - Prepaid gsm voor het bestellen van een escort (bijvoorbeeld met gsm-nummer van de dienst Technische Ondersteuning, zij bezitten deze apparatuur en kan eenmalig gebruikt worden); - Voldoende personeel (koppel voor het gesprek met escort/chauffeur in hotelkamer, koppel twee in de naastgelegenhotelkamer, koppel voor de beveiliging van de omgeving tijdens de acties en voor het aanspreken van een chauffeur indien deze direct na het afzetten van de escort wil vertrekken). Hotelkamer(s) bespreken: De keuze van een hotel is afhankelijk van het soort hotels/motels dat in de regio beschikbaar is. Er zal voor moeten worden gewaakt om steeds naar dezelfde hotels/motels te gaan voor dit soort acties. Dit om te voorkomen dat het teveel bekendheid geeft bij de branche. Het kan afgewogen worden om een afspraak met de directie van het hotel te maken over het huren van een kamer onder een gefingeerde naam, maar de rekening te laten sturen naar de coördinator van het controleteam. Deze werkwijze kan per hotel/motel verschillen. De gefingeerde naam is nodig, omdat er rekening gehouden moet worden dat er door het escortbedrijf Acontra gebeld@gaat worden en of op andere wijze bij het hotel inlichtingen gevraagd worden.

20-mei 2003-4 Maatregelen ter plaatse: Zorg ervoor dat er voorverkenning in het hotel/motel mogelijk is. Maak gebruik van een hotel/motel waar het mogelijk is om direct door te lopen naar de kamers. Dit om te voorkomen dat een escort zich bij een receptie moet melden en hier later vragen over komen van het personeel als deze niet zijn ingelicht. Aanbevolen wordt om twee kamers naast elkaar te huren. Dit uit veiligheidsoverwegingen voor de toezichthouders die de escort en de chauffeur aan de deur krijgen. Ook is het dan mogelijk om de escort en de chauffeur apart te spreken en wordt de tijd van de controle verkort. Op de hotelkamer dienen minimaal een mannelijke toezichthouder en een vrouwelijke toezichthouder te zijn. Zorg voor een koppel buiten het hotel zodat gemeld kan worden aan de toezichthouders binnen in het hotel wanneer de escort in aantocht is en of zij alleen is of met chauffeur. Ook zou dit koppel de chauffeur kunnen aanspreken indien hij/zij niet met de escort naar binnen gaat. De chauffeur zal gecontroleerd moeten worden en hem/haar zullen ook vragen gesteld worden in verband met het escortbedrijf. Innemen posten: Neem ruim van tevoren de situatie onder controle. Met het innemen van de posten dient rekening gehouden te worden met het zicht op de ingang/en van het hotel. B) Uitvoering Het uitnodigingsgesprek: Voer het uitnodigingsgesprek volgens een checklist in het bijzijn van een collega-toezichthouder en maak hier een woordelijk verslag van zodat er later eventueel aan een advocaat duidelijkheid kan worden gegeven op welke manier de escort is besteld. Zonder zich bekend te maken als toezichthouder deelt de beller mee te reageren op een advertentie en of internet o.i.d.. Dan zal gevraagd worden wat de beller wil hebben. Het is noodzaak om deze vraag om te draaien door te vragen wat er aangeboden wordt. Het gaat er immers om het bedrijf in kaart te brengen. Vervolgens kan er een keuze worden gemaakt uit wat wordt aangeboden. Herhaal eventueel met dezelfde bewoording als door de telefoon aangeboden wordt. Spreek geen specifieke voorkeuren/wensen uit. Probeer zoveel mogelijk oppervlakkige antwoorden te geven op vragen die gesteld worden. Doe u voor alsof u nog niet zo ervaren bent. Vraag niet naar een minderjarige of naar een buitenlands meisje! Spreek vervolgens tijd en plaats af. Geef als hiernaar gevraagd wordt het gsm nummer op of het telefoonnummer van het hotel en je naam waarmee je bent ingeschreven bij het hotel. Houd rekening met contra observatie of controle vooraf, zowel telefonisch als fysiek! Trek voldoende tijd uit per controle zodat het niet kan voorkomen dat eventueel de volgende escort al weer aan de kamerdeur verschijnt. Een controle kan ongeveer een half uur duren. Houd rekening met wat uitloop. Aankomst escort/chauffeur: Wanneer de escort aankomt en dit kan worden waargenomen, dient er steeds doorgegeven te worden aan de andere toezichthouders wat er gebeurt. Wanneer de escort en de chauffeur beiden het hotel binnen gaan dan dienen de postende toezichthouders dit door te geven. Mocht het zo zijn dat de chauffeur voor de deur blijft wachten dan kunnen de postende toezichthouders de chauffeur controleren. Het kan gebeuren dat de chauffeur weer vertrekt.

20-mei 2003-5 Ook dan heeft de toezichthouder mogelijkheden om de chauffeur vragen te stellen (zie bijgevoegde artikelen). In de hotel/motelkamer: Wanneer de escort, al dan niet in het gezelschap van de chauffeur, zich meldt aan de hotelkamer dan dienen de toezichthouders zich direct te legitimeren. Als toezichthouders hoeft men zich alleen Adesgevraagd@ te legitimeren maar in dit geval verdient het aanbeveling om dit toch ongevraagd te doen, zodat direct duidelijk wordt dat het hier niet om een Agewoon@ escortbezoek gaat. Het gaat hier niet om verdachten! Behandel ze ook niet zo (niet fouilleren e.d.). De chauffeur en de escort worden gescheiden van elkaar geïnterviewd. Dit kan gebeuren met behulp van de toezichthouders in de andere kamer. Men dient het doel van de controle uit te leggen. Vervolgens stelt u de vragen aan de hand van bijgevoegde vragenlijst. Zorg dat je de beschikking hebt van het telefoonnummer van de tolkentelefoon en van een telefoon met een luidspreker. Dit voor het geval er een escort van buitenlandse afkomst de hotelkamer binnenkomt en er gebruik gemaakt moet worden van de tolkentelefoon. Verantwoording escort: Na afloop van de controle moet de escort, indien gewenst, is staat worden gesteld de gederfde inkomsten te verantwoorden bij de exploitant (bv telefonisch of via een brief van de toezichthouder). Afhandeling: Na afloop van de controle wordt er bestuurlijke rapportage opgemaakt van de bevindingen t.b.v. de gemeente. Uit de controle kan een aantal zaken voortvloeien welke direct actie vereisen. Het dient aanbeveling hier vooraf rekening mee te houden met de personele inzet. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan: - Bij belemmering, waarop een aanhouding volgt, zal de persoon naar het bureau van politie moeten worden overgebracht en worden afgehoord; - Wanneer bij het aantreffen van misstanden (slachtoffers mensenhandel) wordt aangegeven dat er zich meer slachtoffers op een bepaalde locatie bevinden moet hieraan direct vervolg worden gegeven; - Wanneer bekend wordt om welk escortbedrijf het gaat zal een bezoek moeten worden gebracht aan dit bedrijf (afhankelijk van de situatie op diezelfde avond); - Mocht een escort aangeven slachtoffer van mensenhandel te zijn zal zij in de gelegenheid moeten worden gesteld om een verklaring/aangifte af te leggen; - Er kunnen illegalen of minderjarigen worden aangetroffen welke moeten worden overgedragen aan de Vreemdelingenpolitie/jeugdzaken.

20-mei 2003-6 Vragenlijst escort/chauffeur Naam/Voornamen Werknaam Geboortedatum/plaats Woonadres/verblijfadres Tel. Nr. ID document (heeft zij deze moeten tonen) Verblijfsstatus Naam escortbureau Adres escortbureau Tel nr. Naam exploitant/beheerder Advertenties Werkwijze bureau Contract/arbeidsverhouding (afdracht geld aan bureau) Huisregels Betaling Hoeveel escorts staan ingeschreven/werken bij het bureau Hoe wordt men gebracht Staat zij bij meerdere bureau ingeschreven? Welke bureaus zijn dit? Heeft zij haar ID moeten tonen bij het bureau? Weet zij wat mensenhandel is? Doet zij het werk vrijwillig? Geef visitekaartje af voor het geval zij later toch wil verklaren. Bijvoegen: Artikelen AWB/Strafrecht Puntenlijst IKPS Vragenlijst escort/chauffeur

20-mei 2003-7 Artikel 151a Gemeentewet 1. De raad kan een verordening vaststellen waarin voorschriften worden gesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling. 2. De ambtenaren die zijn aangewezen om toezicht uit te oefenen op de naleving van de in het eerste lid bedoelde voorschriften, zijn bevoegd van degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, inzage te vorderen van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. 3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op ambtenaren die zijn aangewezen om toezicht uit te oefenen op de naleving van gemeentelijke voorschriften met betrekking tot het, door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken. Artikel 1 Wet op de identificatieplicht 1. Als documenten waarmee in bij de wet aangewezen gevallen de identiteit van personen kan worden vastgesteld, worden aangewezen: 1E. een geldig reisdocument als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b, c, d, e en g, of tweede lid, van de Paspoortwet; 2E. de documenten waarover een vreemdeling ingevolge de Vreemdelingenwet 2000 moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie. 2. Onze Minister van Justitie kan, al dan niet voor een bepaald tijdvak, andere dan de in het eerste lid bedoelde documenten aanwijzen ter vaststelling van de identiteit van personen.

20-mei 2003-8 Algemene wet bestuursrecht HOOFDSTUK 5. HANDHAVING Afdeling 5.2. Toezicht op de naleving Artikel 5:11 Algemene wet bestuursrecht Onder toezichthouder wordt verstaan: een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Artikel 5:12 Algemene wet bestuursrecht 1. Bij de uitoefening van zijn taak draagt een toezichthouder een legitimatiebewijs bij zich, dat is uitgegeven door het bestuursorgaan onder verantwoordelijkheid waarvan de toezichthouder werkzaam is. 2. Een toezichthouder toont zijn legitimatiebewijs desgevraagd aanstonds. 3. Het legitimatiebewijs bevat een foto van de toezichthouder en vermeldt in ieder geval diens naam en hoedanigheid. Het model van het legitimatiebewijs wordt vastgesteld bij regeling van Onze Minister van Justitie. (Red: zie ook art. 53a WPR) Artikel 5:13 Algemene wet bestuursrecht Een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. (Red: zie ook art. 119 Wonw) Artikel 5:14 Algemene wet bestuursrecht Bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan dat de toezichthouder als zodanig aanwijst, kunnen de aan de toezichthouder toekomende bevoegdheden worden beperkt. Artikel 5:15 Algemene wet bestuursrecht 1. Een toezichthouder is bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, elke plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner. 2. Zo nodig verschaft hij zich toegang met behulp van de sterke arm. 3. Hij is bevoegd zich te doen vergezellen door personen die daartoe door hem zijn aangewezen. (Red: zie ook art. 119 Wonw) Artikel 5:16 Algemene wet bestuursrecht Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen. (Red: zie ook art. 119 Wonw) Artikel 5:17 Algemene wet bestuursrecht 1. Een toezichthouder is bevoegd inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden. 2. Hij is bevoegd van de gegevens en bescheiden kopieën te maken. 3. Indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden, is hij bevoegd de gegevens en bescheiden voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs. (Red: zie ook art. 119 Wonw) Artikel 5:18 Algemene wet bestuursrecht 1. Een toezichthouder is bevoegd zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen en daarvan monsters te nemen. 2. Hij is bevoegd daartoe verpakkingen te openen. 3. De toezichthouder neemt op verzoek van de belanghebbende indien mogelijk een tweede monster, tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift anders is bepaald.

20-mei 2003-9 4. Indien het onderzoek, de opneming of de monsterneming niet ter plaatse kan geschieden, is hij bevoegd de zaken voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs. 5. De genomen monsters worden voor zover mogelijk teruggegeven. 6. De belanghebbende wordt op zijn verzoek zo spoedig mogelijk in kennis gesteld van de resultaten van het onderzoek, de opneming of de monsterneming. Artikel 5:19 Algemene wet bestuursrecht 1. Een toezichthouder is bevoegd vervoermiddelen te onderzoeken met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft. 2. Hij is bevoegd vervoermiddelen waarmee naar zijn redelijk oordeel zaken worden vervoerd met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft, op hun lading te onderzoeken. 3. Hij is bevoegd van de bestuurder van een vervoermiddel inzage te vorderen van de wettelijk voorgeschreven bescheiden met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft. 4. Hij is bevoegd met het oog op de uitoefening van deze bevoegdheden van de bestuurder van een voertuig of van de schipper van een vaartuig te vorderen dat deze zijn vervoermiddel stilhoudt en naar een door hem aangewezen plaats overbrengt. 5. Bij regeling van Onze Minister van Justitie wordt bepaald op welke wijze de vordering tot stilhouden wordt gedaan. Artikel 5:20 Algemene wet bestuursrecht 1. Een ieder is verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. 2. Zij die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding, kunnen het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun geheimhoudingsplicht voortvloeit. (Red: zie ook art. 119 Wonw; artt. 45, 53a WPR) Artikel 139a Wetboek van Strafrecht 1. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij die met een technisch hulpmiddel een gesprek dat in een woning, besloten lokaal of erf wordt gevoerd opzettelijk: 1E. anders dan in opdracht van een deelnemer aan dat gesprek afluistert; 2E. zonder deelnemer aan dat gesprek te zijn en anders dan in opdracht van zulk een deelnemer opneemt. 2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die gegevens die in een woning, besloten lokaal of erf, door middel van een geautomatiseerd werk worden overgedragen, met een technisch hulpmiddel opzettelijk, zonder daartoe gerechtigd te zijn, aftapt of opneemt. (Red: zie ook art. 80quinquies Sr) 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op het aftappen of opnemen: 1E. van telecommunicatie via een openbaar telecommunicatienetwerk, 2E. behoudens in geval van kennelijk misbruik, met een technisch hulpmiddel dat op gezag van degene bij wie de woning, het lokaal of het erf in gebruik is, niet heimelijk aanwezig is; 3E. ter uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002. (Red: zie ook art. 374bis Sr) Artikel 139b Wetboek van Strafrecht 1. Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft hij die, met het oogmerk een gesprek dat elders dan in een woning, besloten lokaal of erf wordt gevoerd af te luisteren of op te nemen, dat gesprek met een technisch hulpmiddel heimelijk: 1E. anders dan in opdracht van een deelnemer aan dat gesprek afluistert; 2E. zonder deelnemer aan dat gesprek te zijn en anders dan in opdracht van zulk een deelnemer opneemt. 2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die gegevensoverdracht elders dan in een woning, besloten lokaal of erf door middel van een geautomatiseerd werk of telecommunicatie, met een technisch hulpmiddel

20-mei 2003-10 opzettelijk, zonder daartoe gerechtigd te zijn, heimelijk aftapt of opneemt. 3. Op het eerste en tweede lid is artikel 139a, derde lid, onder 1E en 3E, van overeenkomstige toepassing. Op het tweede lid is artikel 139c, tweede lid, van overeenkomstige toepassing. (Red: zie ook art. 374bis Sr) Artikel 139c Wetboek van Strafrecht 1. Hij die door middel van een openbaar telecommunicatienetwerk, of door middel van daarop aangesloten randapparatuur overgedragen gegevens die niet voor hem, mede voor hem of voor degeen in wiens opdracht hij handelt, zijn bestemd, opzettelijk met een technisch hulpmiddel aftapt of opneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op het aftappen of opnemen: 1E. van door middel van een radio-ontvangapparaat ontvangen gegevens, tenzij om de ontvangst mogelijk te maken een bijzondere inspanning is geleverd of een niet toegestane ontvanginrichting is gebruikt. 2E. door of in opdracht van de gerechtigde tot een voor de telecommunicatie gebezigde aansluiting, behoudens in geval van kennelijk misbruik; 3E. ten behoeve van de goede werking van een openbaar telecommunicatienetwerk, ten behoeve van de strafvordering, dan wel ter uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002. (Red: zie ook art. 374bis Sr; art. 13 lid 2 Gw) Artikel 139d Wetboek van Strafrecht Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij die met het oogmerk dat daardoor een gesprek, telecommunicatie of andere gegevensoverdracht door een geautomatiseerd werk wederrechtelijk wordt afgeluisterd, afgetapt of opgenomen, een technisch hulpmiddel op een bepaalde plaats aanwezig doet zijn. Artikel 139 e Wetboek van Strafrecht Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft: 1E. hij die de beschikking heeft over een voorwerp waarop, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, gegevens zijn vastgelegd die door wederrechtelijk afluisteren, aftappen of opnemen van een gesprek, telecommunicatie of andere gegevensoverdracht door een geautomatiseerd werk zijn verkregen; 2E. hij die gegevens die hij door wederrechtelijk afluisteren aftappen of opnemen van een gesprek, telecommunicatie of andere gegevensoverdracht door een geautomatiseerd werk heeft verkregen of die, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, ten gevolge van zulk afluisteren, aftappen of opnemen te zijner kennis zijn gekomen, opzettelijk aan een ander bekend maakt; 3E. hij die een voorwerp als omschreven onder 1E opzettelijk ter beschikking stelt van een ander. Artikel 184 Wetboek van Strafrecht 1. Hij die opzettelijk niet voldoet aan een bevel of een vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast of door een ambtenaar belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten, alsmede hij die opzettelijk enige handeling, door een van die ambtenaren ondernomen ter uitvoering van enig wettelijk voorschrift, belet, belemmert of verijdelt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. (Red: zie ook art. 193 Sr; artt. 125, 127, 141 e.v. Sv) 2. Met de in het eerste gedeelte van het vorige lid bedoelde ambtenaar wordt gelijkgesteld ieder die, krachtens wettelijk voorschrift, voortdurend of tijdelijk met enige openbare dienst is belast. (Red: zie ook art. 84 Sr) 3. Met een vordering of handeling als bedoeld in het eerste lid wordt gelijkgesteld een vordering of handeling van de schipper of gezagvoerder van een luchtvaartuig die een bevoegdheid uitoefent of een verplichting vervult, welke hem als zodanig is toegekend of opgelegd bij een bepaling van het Wetboek van Strafvordering. Onder schipper wordt begrepen hij die het hoogste gezag uitoefent op een overeenkomstig artikel 136a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering aangewezen installatie.

20-mei 2003-11 (Red: zie ook artt. 84, 85 Sr) 4. Indien tijdens het plegen van het misdrijf nog geen twee jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijk misdrijf onherroepelijk is geworden, kan de gevangenisstraf met een derde worden verhoogd. (Wet op de identificatieplicht [Versie geldig vanaf: 01-04-2001]) HOOFDSTUK I. AANWIJZING VAN DOCUMENTEN Artikel 1 Wet op de identificatieplicht 1. Als documenten waarmee in bij de wet aangewezen gevallen de identiteit van personen kan worden vastgesteld, worden aangewezen: 1E. een geldig reisdocument als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b, c, d, e en g, of tweede lid, van de Paspoortwet; 2E. de documenten waarover een vreemdeling ingevolge de Vreemdelingenwet 2000 moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie. 2. Onze Minister van Justitie kan, al dan niet voor een bepaald tijdvak, andere dan de in het eerste lid bedoelde documenten aanwijzen ter vaststelling van de identiteit van personen. HOOFDSTUK XXIII. SLOTBEPALINGEN 1. Artikel 50b, derde lid, van de Organisatiewet Sociale Verzekering, zoals dat artikel bij deze wet is gewijzigd, is uitsluitend van toepassing ten aanzien van verzekerden die hun werkzaamheden zijn aangevangen of die loon zijn gaan genieten op of na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet. 2. Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt, na overleg met Onze Minister van Financiën en gehoord de Sociale Verzekeringsraad, een termijn, aanvangende op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, waarbinnen de verzekerden die hun werkzaamheden zijn aangevangen of die loon zijn gaan genieten voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, een document als Artikel 23 Wet op de identificatieplicht bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage dienen te verstrekken aan de werkgever teneinde deze in staat te stellen de aard en het nummer van dit document in de administratie op te nemen. 3. De verplichting bedoeld in het tweede lid geldt als een verplichting van de verzekerde als bedoeld in artikel 50c, tweede lid, van de Organisatiewet Sociale Verzekering, zoals dat artikel bij deze wet is gewijzigd.