Stuk 286 (1984-198~) - Nr. 2 VLAAMSE RAAD ZITTING 1984-1985 20 JUNI 1985 VOORSTEL VAN DECREET - van de heer T. Kelchtermans C.S. - houdende wijziging van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw VERSLAG namens de Commissie voor Ruimtelijke Ordening, Landinrichting en Natuurbehoud uitgebracht door de heer R. Van Rompaey DAMES EN HEREN, Uw Commissie heeft op 11 juni 1985 het hogergenoemd voorstel van decreet besproken en goedgekeurd. Samenstelling van de Commissie : Voorzitter : de heer J. De Seranno. Vaste leden : de heren G. Beerden, J. De Seranno, E. Desutter, mevrouw M. Smet, mevrouw M. Tyberghien-Vandenbussche, de heer R. Van Rompaey ; de heren A. Claes, J. Daems, L. Pans, F. Verberckmoes ; de heren E. Coppens, J. Leclercq, G. Marmenout ; de heren J. De Mol, H. Draulans. Plaatsvervangers : de heer A. Coppieters, mevrouw J. De Loore-Raeymaekers, de heer P. Deprez ; de heren A. Denys, J. Vandermarliere ; de heren J. Férir, J. Sleeckx ; de heer D. Vervaet. Zie : 286 1984-1985) - Nr. 1 : Voorstel van decreet 662
286 (1984-1985) - Nr. 2 Dl 1. Toelichting van de indiener De indiener van het voorstel van decreet schetst het probleem in verband met het begrip van,,verkoop bedoeld in artikel 57, 4 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw. Op de verschillende parlementaire vragen die werden gesteld teneinde te vernemen of het begrip verkoop in zijn enge betekenis zoals bedoeld bij artikel 1582 van het Burgerlijk Wetboek diende opgevat te worden dan wel of onder,,verkoop diende verstaan te worden elke overdracht of vervreemding werden verschillende antwoorden gegeven. Op de parlementaire vraag nr. 14 van Senator De Bondt van 2 februari 1972 antwoordde de Minister dat de term,,verkoop in zijn enge betekenis diende opgevat te worden. Op de parlementaire vraag nr. 12 van Volksvertegenwoordiger Kelchtermans van 17 oktober 1973 antwoordde daarentegen de Minister dat de term,,verkoop in zijn ruime betekenis moest opgevat worden wanneer het gaan om redenen tot stuiting van de vervallenverklaring van een verkaveling. Volgens ditzelfde antwoord beschouwde het bestuur van de stedebouw en de ruimtelijke ordening schenkingen, nalatenschapsverdelingen en uit onverdeeldheidtredingen als reden tot niet-vervallenverklaring op voorwaarde dat één perceel per beneficiant werd toegewezen. Op een parlementaire vraag nr. 73 van Senator Vanackere van 28 februari 1975 werd een gelijkaardig antwoord gegeven. In zijn arrest van 15 september 1981 is de Raad van State echter van mening dat het begrip,,verkoop in zijn enge betekenis dient opgevat te worden zodat een uit onverdeeldheidtreding ingevolge een nalatenschap niet kan gelijk gesteld worden met een verkoop vermits bij een verkoop de eigendom van de goederen worden overgedragen op het ogenblik van de verkoop en de mede-erfgenamen in een verdeling geacht worden hun rechtsvoorganger te zijn opgevolgd op het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap en niet op het ogenblik van de verdeling. In het licht van deze rechtspraak kan men stellen dat in het verleden een aantal verkavelingen onwettelijk, doch ter goeder trouw vermits werd gehandeld overeenkomstig de antwoorden gegeven op hoger vermelde parlementaire vragen, als niet vervallen werden beschouwd. Daarenboven heeft deze rechtspraak tot gevolg dat er een discriminatie ontstaat, die resulteert in een minderwaarde, tussen enerzijds de percelen die verkocht werden en anderzijds de percelen die geschonken werden. De bedoeling van huidig voorstel van decreet is derhalve enerzijds de ten onrechte uitgereikte bouwvergunningen te legaliseren en anderzijds te vermijden dat de percelen die werden verworven bij schenking een minderwaarde zouden ondergaan. Teneinde de speculatie te vermijden zou een schenking alleen het verval van de verkavelingsvergunning stuiten zo deze schenking van ten minste 2 personen wordt gedaan. II. Algemene bespreking De Gemeenschapsminister verklaart zich akkoord met het voorstel op voorwaarde dat er slechts één perceel per beneficiant in aanmerking wordt genomen om het quorum van 1/3 te
[31 286 (1984-1985) - Nr. 2 bereiken Deze houdingwerdtot nog toe doorde administratie aangenomen. De vraag rijst of aan het begrip,,het uit onverdeeldheid treden de woorden,,ingevolge nalatenschap niet moeten worden toegevoegd. Door deze toevoeging zou worden voorkomen dat immobiliëngroepen een verkaveling zouden aankopen om nadien uit onverdeeldheid te treden. Volgens de Commissie heeft het voorstel precies betrekking op de onverdeeldheden ontstaan uit nalatenschap. Een ander lid meent dat hier alleen verkavelingen bedoeld worden die vergund werden vóór het invoege treden van de gewestplannen. Deze mening wordt echter door de meerderheid van de andere leden tegengesproken vermits de bepalingen van dit voorstel van decreet ook van toepassing zullen zijn op alle verkavelingen die in de toekomst zullen vergund worden. Een lid wenst te vernemen of de voorwaarde van de vervreemding van 1/3 van de verkaveling behouden blijft. Hierop wordt bevestigend geantwoord. III. Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 Artikel 1 wordt zonder opmerkinge eenparig aangenomen. Artikel 2 De heer Denys stelt bij amendement voor de beperking in fine van de voorgestelde tekst te wijzigen :,,... een schenking mits deze tenvoordele van tenmiste twee of meer personen geschiedt moet luiden,,mits deze ten voordelen van één of twee personen geschiedt. De Commissie verwerpt dit amendement met 6 stemmen tegen 4. De Gemeenschapsminister wijst erop dat de voorgestelde tekst zou moeten herschikt worden derwijze dat duidelijk blij kt dat geen afbreuk wordt gedaan aan de clausule dat tenminste voor een derde van de kavels de verkoop, de verhuring, de schenking, enzovoort moet geregistreerd zijn. Hij stelt volgende tekst voor :,,Met verkoop, zoals bedoeld in het voorgaande lid, worden gelijkgesteld, de nalatenschapsverdeling en de schenking.... Om tegemoet te komen aan de vraag van de Gemeenschapsminister stelt de indiener bij amendement voor de beperkende voorwaarde uit de administratieve praktijk uitdrukkelijk in de tekst in te schrijven. Deze zou in fine vande tekst worden toegevoegd. De woorden,,mits deze ten voordele van ten minste twee of meer personen geschiedt zouden wegvallen. De volgende tekst wordt ter stemming gelegd :,,Met verkoop, zoals bedoeld in het voorgaande lid, wordt gelijkgesteld, de nalatenschapsverdeling, en de schenking met dien verstande dat slechts één kavel per deelgenoot of begunstigde in aanmerking komt. De Commissie neemt met 7stemmen bij 3onthoudingen deze tekst aan. De Gemeenschap sminister vraagt de Commissie er nota van te nemen dat een combinatie vanverkoop, schenking, na-
286 (1984-1985) - Nr. 2 [41 latenschapsverdeling enzovoort is derde clausule te beantwoorden. toegestaan om aan de één Artikel 3 Een lid vraagt welke de verantwoording is voor de retroactieve werking van het decreet. De Gemeenschapsminister antwoordt dat deze tegemoet komt aan de rechtmatige verwachtingen die door eenjarenlange administratieve praktijk waren gewekt. Hetzelfde lid acht het teruggaan tot 1971 niet te billijken. Verkavelingen die over zulke lange periode niet werden gerealiseerd kunnen beter vervallen. De Gemeenschapsminister wijst erop dat deze datum noodzakelijk is voor bepaalde verkavelingen die reeds voor een gedeelte waren gerealiseerd. De resterende kavels worden echter nu getroffen door het verval van de verkavelingsvergunning omdat deze kavels,,slechts het voorwerp van een schenking of van een nalatenschapsverdeling waren. Dit artikel wordt aangenomen met 7 stemmen tegen 1 bij 2 onthoudingen. IV. Eindstemming Het gehele voorstel van decreet wordt aangenomen met 7 stemmen bij 3 onthoudingen. De Verslaggever, De Voorzitter, R. VAN ROMPAEY J. DE SERANNO
[51 286 (1984-1985) - Nr. 2 TEKST AANGENOMEN DOOR DE COMMISSIE Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet. Artikel 2 In de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, zoals onder meer gewijzigd bij het decreet van 28 juni 1984, wordt een nieuw artikel 80bis ingevoegd luidend als volgt :,,Artikel 80bis In artikel 57, $ 4 van deze wet wordt na het eerste lid een nieuw lid ingevoegd luidend als volgt :,,Met verkoop zoals bedoeld in het voorgaande lid, worden gelijkgesteld de nalatenschapsverdeling, en de schenking met dien verstande dat slechts één kavel per deelgenoot of begunstigde in aanmerking komt. Artikel 3 Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 15 februari 1971.