maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

Vergelijkbare documenten
PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005/47

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Provinciaal blad van Noord-Brabant

P R O V I N C I A A L B L A D

Inleiding 2. Hoofdstuk I: Bescherming Aanwijzen van beschermde leefomgeving (art ) 4

06 april 2004 Nr , LG Nummer 21/2004

Aanwijzing op grond van artikel 67 van de Flora- en faunawet

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

Beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel

BESLUIT GEDEPUTEERDE STATEN AANWIJZING INGREPEN IN POPULATIES INGE- VOLGE ARTIKEL 67 VAN DE FLORA- EN FAUNAWET.

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Commissie Ruimte, Water en Groen. 5 maart 2002 Nr , RRN. Nummer 11/2002

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

PROVINCIAAL BLAD. de op 20 december 2002 door provinciale staten vastgestelde Nota Faunabeleid Zeeland; Besluiten:

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Nota beleidsregels faunabeheer Provincie Overijssel

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Nota Beleidsregels Faunabeheer 2008

Aanvraagformulier EB-2

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I, onderdeel D, komt te luiden: Artikel 54, tweede lid, komt te luiden:

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

provincie Zeeland M/V* M/V* inschrijfnummer Kamer van Koophandel: plaats van inschrijving: datum van inschrijving: Ga verder met vraag 6.


provinci renthe r (o592) 36 tj tt r (o592) 36 t7 t7 A. Flora- en Faunawet (FFW) ,l,ht,l,t l,l,lttttttrt,trhr,l

Beleidsnota Flora- en faunawet. Gewogen Belangen. Provincie Noord-Brabant. H. van der Borg E. Deckers N. Gradisen C. Snellen M.

Faunabeheer Gelderland

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid

Aanvraagformulier 05 EB-1

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Besluit Wij besluiten om u de aangevraagde ontheffing te verlenen. Hieronder motiveren wij ons besluit.

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Agenda Gedeputeerde Staten ^ : ^ ^

Op 9 juni 2016 heb ik uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing voor Duiven rond gebouwen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Bescherming v an pl anten en dier

Ons kenmerk Besluit

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr.

Vereniging Buyshaven D.J. Koopman Flevolaan MA ENKHUIZEN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. : Sachem Europe BV Postbus 52 Zaltbommel Zaaknummer :

Evaluatie Verordening Vrijstellingen Flora en faunawet September 2005 Provincie Noord Holland, Afdeling WNLO

Faunabeheerplan Groningen

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet

1. Wie speelt welke rol in dat beleid (rijk, provincie, faunabeheereenheid, en mogelijke

Fauna en wet Natuurbescherming

Hogeschool Van Hall Larenstein T.R. Huisman Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 15 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Nota Faunabeleid Zeeland

Documentnummer: Page 1 of 11

Circulaire afgifte jachtakten Flora- en faunawet

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

omgevingsdienst HAAGLAIMDEN

^^ groningesi. 1 h JAN. 20U /3/A.8, LGW Buurmeijer F.S. (050) f.buurmeijer@provinciegroningen.nl. 'IfJ Lü'j'S'i''-..*^'.

Titel : Verordening schadebestrijding dieren provincie Utrecht Bijlage(n): -

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

Provinciale staten van Noord-Holland; besluiten. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Uitvoering Flora- en Faunawet

Provinciale Beleidsregels ter uitvoering van de FLORA- EN FAUNAWET. Libje en libje litte. 6 juli 2010 Gedeputeerde staten van Fryslân

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

Evaluatie Beleidsnota Uitvoering Flora- en Faunawet 2006 Gewogen Belangen

Beleidsnotitie Flora- en faunawet 2009

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Faunabeheer Europoort B.V. L. den Bakker Sliklandseweg LB ROCKANJE. Datum 13 juli 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Koningin Sophia-Vereeniging tot Bescherming van Dieren S. van Horck Nieuwezijds Voorburgwal RK AMSTERDAM

redactionele bijdrage

Provincie Noord-Holland

omgevingsdienst HAAGLANDEN

2 Aanhangsel Handelingen nr. 1555, vergaderjaar

Faunabeheereenheid Overijssel

provinci renthe r (o592) 36 ,l,l,ltl,,ll,,lll,rilrttt,rl,,ll,,ll,,ll,lrl tt tt t7 77 Assen,23 januari2ol2 n (o592) 36 t.a.v. mevrouw R.

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van

Flora en Fauna in Gelderland

AANVRAAGFORMULIER HOOFDSTUK 3 SOORTEN FAUNABEHEER

Groninger ganzenakkoord Definitief 27 mei 2014

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

PROVINCIAAL BLAD. Opdracht ex. artikel 3.18 van de Wet natuurbescherming voor de bestrijding van muskusratten en beverratten, provincie Noord-Brabant

Koningin Sophia-Vereeniging tot Bescherming van Dieren Mevr. drs. S. van Horck Nieuwezijds Voorburgwal RK AMSTERDAM

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Faunabeheerplan Zeeland

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

Wij bepalen voorts dat vervoer, bezit en handel zijn toegestaan, alsmede het deponeren in het veld van dieren of delen daarvan.

ALGEMENE VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFINGEN AAN DE FAUNABEHEEREENHEID GELDERLAND

Transcriptie:

provinciaal blad nr. 30 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 9 juli 2003 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 1 juli 2003, nr. 2003-11149, afdeling LG, tot aanwijzing van jachthouders, als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Flora- en faunawet. 2003 Gedeputeerde Staten der provincie Groningen; maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt: Gedeputeerde Staten der provincie Groningen; Overwegende dat de noodzaak bestaat om de stand van verschillende verwilderde dieren en uitheemse diersoorten te beperken ten behoeve van diverse belangen als bedoeld in artikel 67 van de Flora- en faunawet; Gelet op de artikelen 67 en 72 van de Flora- en faunawet, op het Jachtbesluit, op het Besluit beheer en schadebestrijding dieren en op de Regeling beheer en schadebestrijding dieren; Artikel 1 Besluiten Jachthouders, als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Flora- en faunawet, aan te wijzen als categorie van personen die de volgende diersoorten mogen vangen en doden met het geweer: Beverrat (Myocastor coypus), Muskusrat (Ondatra zibethicus), Nijlgans (Alopochen aegyptiacus), Rosse stekelstaart (Oxyura jamaicensis), Verwilderde kat (Felis catus), Verwilderde duif (Columba livia forma domestica) en de verwilderde gedomesticeerde grauwe gans (Anser anser domestica), met inachtneming van de in bijlage 1 van dit besluit gestelde voorschriften. Artikel 2 Te bepalen, dat a. dit besluit wordt aangehaald als het Besluit uitheemse en verwilderde dieren provincie Groningen 2003. b. dit besluit in werking treedt met ingang van de achtste dag na de dag van bekendmaking in het Provinciaal blad. Groningen, 1 juli 2003 Gedeputeerde Staten voornoemd: M.A.E. Calon, wnd. voorzitter. H,J. Bolding, secretaris. 1

Bijlage 1 als bedoeld in het Besluit uitheemse en verwilderde dieren provincie Groningen 2003. Voor het verrichten van de handelingen zoals genoemd in artikel 1 van het Besluit uitheemse en verwilderde dieren provincie Groningen 2003 gelden in de volgende tabel genoemde toegestane middelen per diersoort: Diersoort Beverrat Muskusrat Nijlgans Rosse stekelstaart Verwilderde kat Verwilderde duif Verwilderde gedomesticeerde grauwe gans Toegestane middelen Alle tot jagen geoorloofde middelen alsmede de middelen zoals bepaald in de artikelen 4 tot en met 11 van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren, met uitzondering van klemmen Toelichting Algemeen Artikel 67, eerste lid, van de Flora- en faunawet biedt Gedeputeerde Staten de mogelijkheid om personen of categorieën van personen aan te wijzen om de stand van een aantal diersoorten te beperken: a. in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid; b. in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer; c. ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren of d. ter voorkoming van schade aan flora en fauna. De diersoorten waarvoor Gedeputeerde Staten deze aanwijzing kunnen doen, zijn beperkt tot de in de Regeling beheer en schadebestrijding dieren (Stcr. 12 december 2001, nr. 241) door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gepubliceerde lijst. Gedeputeerde Staten kunnen deze ingrepen in de populatie ook toestaan op gronden van anderen, zonodig tegen de wil van de grondeigenaar. Op deze lijst is een aantal beschermde inheemse diersoorten vermeld, alsook enkele onbeschermde uitheemse diersoorten (exoten) en enkele onbeschermde verwilderde dieren. In de op 25 juni 2002 vastgestelde beleidsnotitie Uitvoering Flora- en faunawet is aangegeven dat wij gebruik zullen maken van onze bevoegdheid om jachthouders op voorhand aan te wijzen als categorie van personen die in kunnen grijpen in de stand van bepaalde diersoorten die in de Regeling beheer en schadebestrijding dieren zijn genoemd. In de beleidsnotitie is tevens aangegeven dat aanwijzing tot ingrepen in de populatie van de in de regeling genoemde beschermde inheemse diersoorten zal plaatsvinden aan de hand van een faunabeheerplan. Overwegingen per diersoort Uitheemse diersoorten (exoten) In het algemeen geldt dat de vestiging van populaties van exoten als niet wenselijk wordt beschouwd. Vestiging of uitbreiding dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Geen enkele wettelijke bepaling verzet zich er tegen om exoten te bestrijden; exoten zijn immers onbeschermde diersoorten. Grondgebruikers mogen exoten dus verontrusten, vangen en doden, en mogen ook 2

nesten vernielen en eieren rapen. De middelen die hiervoor gebruikt worden zijn geregeld in het Besluit beheer en schadebestrijding dieren. Voor het gebruik van het geweer om exoten in het kader van deze aanwijzing te doden dienen Gedeputeerde Staten toestemming te geven. Omdat de instandhouding van deze soorten hier niet in het geding is, is een faunabeheerplan niet vereist. De aanwijzing van de exoten in de Regeling beheer en schadebestrijding dieren is een voortzetting van het beleid dat de minister in het kader van de Jachtwet heeft gevoerd. De ministeriële regeling geeft aan dat de aangewezen exoten schade kunnen veroorzaken en derhalve bestrijding van de soorten wenselijk is. Het betreft de volgende exoten: Beverrat, Muskusrat, Marterhond, Muntjak, Nijlgans, Rosse Stekelstaart, Syberische grondeekhoorn en Wasbeer. Beverrat en muskusrat dienen te worden bestreden in het belang van de openbare veiligheid (bescherming van oevers en taluds) en in het belang van het voorkomen van belangrijke schade aan landbouwgewassen. De beverrat is reeds enkele keren gesignaleerd in de provincie Groningen en de populatie zal naar verwachting verder uitbreiden. De muskusrat is een algemeen voorkomende soort in de provincie en wordt al decennia door jachthouders en muskusrattenbestrijders bestreden. Bij besluit van 24 september 2002 (Provinciaal Blad 2002 nr.26) zijn muskusrattenbestrijders in dienst van de provincie Groningen reeds aangewezen als personen die op alle gronden in de provincie muskusratten en beverratten mogen vangen en doden. De nijlgans is een uit Afrika afkomstige soort waarvan er in de provincie Groningen een vrij klein aantal exemplaren voorkomt. Het aantal broedvogels is schaars. Ingrepen in de populatie kan voorkomen dat de soort schade aanricht aan fauna. De rosse stekelstaart is een uitheemse soort die in Spanje hybridiseert met de zeldzame witkopeend. De witkopeend wordt daardoor in Europa in het voortbestaan bedreigd. De stand van de rosse stekelstaart dient daarom te worden beperkt. De soort neemt in Nederland (met name in Zeeland, Zuid- en Noord-Holland) in aantal toe, en komt in de provincie Groningen incidenteel voor. Het aantal broedvogels in deze provincie is zeer schaars. Marterhond, muntjak, Syberische grondeekhoorn en wasbeer worden tevens in de Regeling beheer en schadebestrijding dieren genoemd als soorten die conform artikel 67 Flora- en faunawet aangewezen kunnen worden. In de provincie Groningen zijn deze exoten niet of zeer sporadisch waargenomen. Bestrijding van deze diersoorten is daarom niet in dit besluit opgenomen. Verwilderde dieren De verwilderde duif, de verwilderde kat en de verwilderde nerts worden in de Regeling beheer en schadebestrijding dieren genoemd als verwilderde dieren die belangrijke schade kunnen aanrichten, en waarbij beperking van de stand van deze soorten mogelijk is door aanwijzing. Bestrijding van deze dieren was onder de Jachtwet ook mogelijk. De beschermende bepalingen in de Floraen faunawet gelden niet voor de drie genoemde verwilderde diersoorten; de dieren zijn onbeschermd. Voor het doden van deze dieren met het geweer is echter toestemming van Gedeputeerde Staten nodig. Omdat de instandhouding van de soorten hier niet in het geding is, is een faunabeheerplan niet vereist. De verwilderde duif is een gedomesticeerde afstammeling van de rotsduif (Columba livia). Wilde rotsduiven komen in Nederland niet voor. Verwilderde duiven brengen zodanige schade toe aan de landbouw en aan gebouwen, dat maatregelen daartegen geboden zijn. In de provincie Groningen komt de verwilderde duif in vrij grote aantallen voor. In de praktijk is het onderscheid tussen verwilderde duiven en niet-verwilderde duiven (gehouden postduiven) niet gemakkelijk te maken. Het is de privaatrechtelijke verantwoordelijkheid van de jachthouders om dit onderscheid te kunnen maken bij ingrepen in de stand van de diersoort. Verwilderde katten brengen schade toe aan ondermeer de stand van beschermde weidevogels en aan pluimvee, en de stand van deze dieren dient daarom beperkt te worden. In het buitengebied van de provincie Groningen komen vele verwilderde katten voor. Verwilderde nertsen komen niet of incidenteel voor in de provincie Groningen. 3

Beschermde inheemse diersoorten In de Regeling beheer en schadebestrijding dieren heeft de staatssecretaris van LNV beschermde inheemse diersoorten aangewezen waarvan de stand beperkt kan worden, te weten: Canadese gans, Damhert, Edelhert, Grauwe gans, Knobbelzwaan, Konijn, Vos, Ree en Wild zwijn. In eerste instantie dient schade als gevolg van beschermde inheemse diersoorten voorkomen of bestreden te worden door middel van een vrijstelling (artikel 65) of een ontheffing (artikel 68). Er kunnen zich echter situaties voordoen waarbij de noodzaak ontstaat dat Gedeputeerde Staten moeten besluiten om in te kunnen grijpen in de stand van beschermde inheemse diersoorten, zo nodig buiten een aanvraag voor een ontheffing ten behoeve van schadebestrijding om. De opname van de grauwe gans in deze regeling maakt het mogelijk om de problematiek van de overzomerende ganzen het hoofd te kunnen bieden, ook als daar vanuit een faunabeheereenheid of particulieren geen aanvraag voor een ontheffing aan ten grondslag ligt. De huidige mogelijkheden om schade te bestrijden middels ontheffingen ex artikel 68 geeft ons vooralsnog geen aanleiding om een aanwijzingsbesluit voor overzomerende ganzen te nemen. Naast deze populatie wilde grauwe ganzen is er in de afgelopen twintig jaar een aanzienlijke toename te zien van de populatie verwilderde gedomesticeerde grauwe ganzen (bron: J. Nienhuis, De Grauwe Gors 2002-2; 48-53). Deze "soepganzen" kunnen schade toebrengen aan gewassen en aan fauna, onder andere in natuurgebieden. Ter bestrijding van deze schade achten wij het zinvol dat jachthouders de mogelijkheid hebben om in hun jachtveld de populatie verwilderde gedomesticeerde grauwe gans met het geweer kunnen beperken. Onder verwilderde gedomesticeerde grauwe ganzen worden alle witte en bonte grauwe ganzen begrepen, alsmede kruisingen daarvan met andere ganzensoorten. Omdat de instandhouding van de soort hier niet in het geding is, achten wij een planmatig beheer op basis van een faunabeheerplan voor bestrijding van deze soort niet vereist. Ernstige acute schade of acuut gevaar voor volksgezondheid of verkeersveiligheid door beschermde inheemse diersoorten, waarbij schadebestrijding niet middels een faunabeheerplan geregeld is, kan ons aanleiding geven tot het nemen van een ad hoc aanwijzingsbesluit. Vooralsnog bestaat er geen noodzaak om de schade, veroorzaakt door beschermde inheemse diersoorten op voorhand middels aanwijzing te bestrijden; de vrijstellings- en ontheffingsinstrumenten bieden voldoende mogelijkheden om schade door deze beschermde inheemse diersoorten te bestrijden. Aanwijzing van (categorieën van) personen en middelen In artikel 1 van het besluit alle jachthouders van de provincie Groningen aangewezen in het kader van bestrijding van aangewezen schadelijke diersoorten. De jachthouder kan voor de bestrijding van de in de bijlage van het besluit genoemde diersoorten gebruik maken van het geweer. In bijlage 1 van het besluit worden voorschriften genoemd voor het gebruik van wapens en munitie voor het doden van de aangewezen dieren. Bij schadebestrijding geldt dat slechts middelen worden toegepast die een zo groot mogelijke kans op het doden van het dier geeft, waarbij de kans op het lijden door het dier zoveel mogelijk wordt voorkomen. De effectiviteit van het middel en de handeling dient hierbij voorop te staan. In het Jachtbesluit en het Besluit beheer en schadebestrijding dieren worden hiervoor criteria aangegeven. In de Flora- en faunawet en in het Besluit beheer en schadebestrijding dieren zijn overige eisen en regels gesteld ten aanzien van het gebruik van het geweer. Zo kan bijvoorbeeld slechts van een geweer gebruik worden gemaakt indien de persoon in bezit is van een geldige jachtakte, er mag niet op zon- en feestdagen van het geweer gebruik worden gemaakt, en er zijn eisen gesteld aan de munitie voor het te gebruiken geweer. Bovendien zijn in de wet regels gesteld met betrekking tot de grootte van het veld waarop een jachthouder gebruik mag maken van het geweer, overeenkomstig de definitie van het begrip "jachtveld". Een jachtveld dient ondermeer te bestaan uit een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 40 hectare per jachthouder waarop deze als zodanig bevoegd is te jagen. Toezicht en handhaving Handhaving van de Flora- en faunawet in algemene zin vindt verder plaats door de Politie en de Algemene Inspectie Dienst (AID) van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. 4

Gedeputeerde Staten hebben een Toezichthouder handhaving Groene Wetten aangewezen in het kader van de uitvoering van de Flora- en faunawet. Deze provinciale ambtenaar is naast de bestuursrechtelijke handhaving van dit besluit tevens gerechtigd tot strafrechtelijke handhaving. Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van populaties exoten en verwilderde dieren achten Gedeputeerde Staten het wenselijk om een jaarlijks overzicht te ontvangen van het afschot dat op basis van dit aanwijzingsbesluit is gerealiseerd. Aan de georganiseerde jachthouders en jachtaktehouders worden een verzoek gericht om een jaarlijkse rapportage van het gerealiseerde afschot aan Gedeputeerde Staten toe te zenden. Groningen, 1 juli 2003 Uitgegeven, 9 juli 2003 Gedeputeerde Staten voornoemd: M.A.E. Calon, wnd. voorzitter. H.J. Bolding, secretaris. De secretaris: H.J. Bolding. 5