SOVOR JTC. Klokkenluidersregeling JTC. (deze regeling is gebaseerd op de modelregeling van de VO-Raad, april 2008)

Vergelijkbare documenten
Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen het Berechja College.

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen het Emelwerda College.

Klokkenluidersregeling SG Spinoza. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand

REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN ERNSTIGE MISSTAND BINNEN DE STICHTING PCOU. Preambule

Klokkenluidersregeling SVOL

Klokkenluidersregeling Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand

Klokkenluidersregeling Stichting Voortgezet Onderwijs Kennemerland

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand (Klokkenluidersregeling Medelijk Dalton Lyceum)

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (Klokkenluidersregeling)

Kwaliteitsbeleid. Doel Het bieden van mogelijkheden om het vermoeden van een misstand te melden.

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand (Klokkenluidersregeling Voortgezet Onderwijs)

39. Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling/ Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand ( Klokkenluidersregeling VO )

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling + toelichting

KLOKKENLUIDERSREGELING CSG HET NOORDIK. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

Hoofdstuk 32. Klokkenluidersregeling

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand ( Klokkenluidersregeling VO )

Klokkenluidersregeling Onderwijsgroep Amersfoort. (Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen de Onderwijsgroep Amersfoort)

Klokkenluidersregeling. Pieter Zandt scholengemeenschap

Klokkenluidersregeling. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand

REGELING MELDING VERMOEDEN VAN EEN MISSTAND 2016 REGELING MELDING VERMOEDEN VAN EEN MISSTAND

KLOKKENLUIDERSREGELING CLUSIUS COLLEGE. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een onregelmatigheid

Klokkenluidersregeling

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling )

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (Klokkenluidersregeling Primair Onderwijs)

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen Leeuwenborgh Opleidingen Preambule

De onderhavige regeling is niet bedoeld voor persoonlijke klachten van betrokkenen.

Klokkenluidersregeling VO

Klokkenluidersregeling Zaan Primair Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand ( Klokkenluidersregeling )

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling )

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

Klokkenluidersregeling PRO Emmen

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (klokkenluidersregeling)

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (Klokkenluidersregeling) Amsterdam, 1 juli 2007

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling.

meldingsregeling vermoeden van een ernstige misstand

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand. ( klokkenluidersregeling )

Klokkenluidersregeling Regeling en procedure inzake het melden van vermeende ernstige misstanden.

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden. van een misstand (klokkenluiderregeling)

Klokkenluidersregeling. Volkshuisvesting Arnhem

Regeling melding misstanden Heliomare (Klokkenluidersregeling)

Klokkenluiderregeling Stichting Woonplus Schiedam Maart 2009

Klokkenluidersregeling Regeling en procedure inzake het melden van vermeende ernstige misstanden.

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

KLOKKENLUIDERREGLEMENT

KAVOR KLOKKENLUIDERSREGELING STICHTING KAVOR. 1. Preambule. 2. Regeling. Klokkenluidersregeling Pagina: 1

KLOKKENLUIDERSREGELING WOONINVESTERINGSFONDS

Klokkenluidersregeling

KLOKKENLUIDERSREGELING CIZ

Regeling melding misstanden

Klokkenluiderregeling Woonwijze. September 2013

Klokkenluidersregeling

Regeling ter bescherming van klokkenluiders bij de Universiteit Maastricht (klokkenluidersregeling)

Klokkenluidersregeling

Regeling melden vermoeden van een misstand (Klokkenluidersregeling)

KLOKKENLUIDERSREGELING LANDELIJK BUREAU VLUCHTELINGENWERK NEDERLAND

REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN MISSTAND

Klokkenluidersregeling Mondia Scholengroep

Klokkenluidersregeling. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Minkema College ( Klokkenluidersregeling VO )

Klokkenluidersregeling. van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam

Regeling melding misstanden. Inhoudsopgave

KLOKKENLUIDERSREGELING HOGESCHOOL LEIDEN

Klokkenluidersregeling Scala College en Coenecoop College 1

Gereformeerd Voortgezet Onderwijs (GVO)

KLOKKENLUIDERSREGELING. Versie 2

Klokkenluidersregeling Isendoorn College

Regelingen Bestuur en Toezicht Stichting Vakinstelling SVO. Klokkenluidersregeling Raad van Toezicht, vastgesteld 30 juni 2016

MELDINGSREGELING ONREGELMATIGHEDEN EN MISSTANDEN SSMA. Hoofdstuk 1: Definities

Klokkenluidersreglement; versie 1.0; 8 december 2017 Pagina 1 van 7

1. de directeur-bestuurder van de Sleutels van Zijl en Vliet, mevrouw M.J.A. Visser, hierna te noemen directeur-bestuurder

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Kalorama

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling ROC West-Brabant

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Stichting Wellant

BATENBURG TECHNIEK REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN MISSTAND

Stichting Vrije scholen Zuid West Nederland

Klokkenluidersregeling SKOR

REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN ERNSTIGE MISSTAND (KLOKKENLUIDERSREGELING)

Regeling melding misstanden

Alle personen die al dan niet in dienst zijn geweest of werkzaam zijn geweest ten behoeve van Amphia

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

Klokkenluidersregeling PThU

Klokkenluidersregeling ZRTI

Klokkenluiderregeling. Stichting Wonen Wierden Enter.

KLOKKENLUIDERREGELING. Regeling inzake het omgaan met een (vermoeden van een) misstand

Regeling procedure en bescherming bij melding van een vermoeden van een misstand

Scalda. Klokkenluidersregeling Scalda Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen Scalda. Versie: oktober 2016

Transcriptie:

SOVOR JTC Klokkenluidersregeling JTC (deze regeling is gebaseerd op de modelregeling van de VO-Raad, april 2008) Artikel 1: Begripsbepalingen en Algemene Bepalingen 1.A Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. Betrokkene: Degene die als leerling staat ingeschreven bij het JTC, dan wel diens wettelijke vertegenwoordiger; Degene die op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is ten behoeve van het JTC; b. Externe derde: een externe derde aan wie de klokkenluider melding doet, als bedoeld in artikel 9; c. Commissie: de Commissie Integriteitvraagstukken, als bedoeld in artikel 4; d. Bevoegd gezag: de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Roosendaal, c.q. één of alle leden van het bestuur daarvan; e. Toezichthouder: de personen die zijn belast met de toezicht op het bevoegd gezag; f. Vertrouwenspersoon: de aangestelde vertrouwenspersoon van de school; g. Schoolleiding: de eindverantwoordelijk schoolleider, als bedoeld in art 32 lid 2 WVO; h. Een vermoeden van een misstand: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking tot de school waarbij een maatschappelijk belang in het geding is, als gevolg van: Een (dreigend) strafbaar feit; Een (dreigende) schending van regelgeving; Een (dreigend) gevaar voor volksgezondheid, veiligheid of milieu; Een (dreiging van) bewust onjuist informeren van publieke organen; Een (dreigende) verspilling van overheidsgeld; (een dreiging van) het bewust achterhouden, vernietigen of manipuleren van informatie over deze feiten; Enig ander feit, gevaar of dreiging dat op redelijke gronden aanleiding geeft tot een vermoeden van een misstand als bedoeld in de eerste volzin van dit lid. 1.B Algemene Bepalingen a. Deze regeling is van toepassing op alle betrokkenen en heeft als doel hen zonder gevaar voor hun (rechts-)positie de mogelijkheid te bieden te rapporteren over een (vermoeden van) een misstand van ethische, operationele of financiële aard binnen het bestuur. b. Deze regeling is niet bedoeld voor klachten van persoonlijke aard van de betrokkene; klachten waarin andere regelgeving voorziet.

c. De betrokkene die een melding maakt van een vermoeden van een misstand dinet niet uit persoonlijk gewin te handelen. d. De betrokkene die een melding maakt van een misstand waar hijzelf bewust aan heeft deelgenomen, is niet gevrijwaard van sancties. Artikel 2: interne melding 1. Tenzij sprake is van een uitzonderingsgrond als bedoeld in artikel 8 lid 2, meldt betrokkene een vermoeden van misstand intern a. Bij het bevoegd gezag; b. Bij de toezichthouder, indien het vermoeden van misstand het bevoegd gezag regardeert; c. Bij de vertrouwenspersoon. Melding aan de vertrouwenspersoon kan ook plaatsvinden naast melding bij het bevoegd gezag of bij de toezichthouder. 2. Indien betrokkene het vermoeden van misstand alleen bij de vertrouwenspersoon heeft gemeld, brengt deze het bevoegd gezag of de toezichthouder op de hoogte met vermelding van de datum waarop de melding is ontvangen, op een met betrokkene overeengekomen moment en wijze. Tevens bepaalt de vertrouwenspersoon of de identiteit van betrokkene geheim zal blijven. 3. Het bevoegd gezag of de toezichthouder legt de melding, met datum van ontvangst, schriftelijk vast en laat die voor akkoord tekenen door de betrokkene dan wel de vertrouwenspersoon, die daarvan een gewaarmerkt afschrift ontvangt. 4. Het bevoegd gezag of het lid van de toezichthouder brengt direct na een melding de Commissie op de hoogte. 5. De Commissie stuurt een brief met ontvangstbevestiging aan de betrokkene en/of de vertrouwenspersoon. 6. Direct na melding bij de Commissie start die voor zover naar haar oordeel noodzakelijk een onderzoek. 7. Betrokkene die het vermoeden heeft gemeld en degene aan wie het is gemeld behandelen de melding vertrouwelijk. Zonder toestemming van bevoegd gezag of toezichthouder wordt geen informatie verstrekt aan derden binnen of buiten de organisatie. Bij eventuele informatieverstrekking zal de identiteit van de betrokkene niet worden genoemd en zal de informatie zo worden verstrekt dat de anonimiteit van betrokkene zoveel mogelijk gewaarborgd blijft. Artikel 3: Ontvankelijkheid 1. De commissie verklaart de melding van vermoeden van misstand niet-ontvankelijk indien er geen sprake is van een misstand waarover de commissie adviseert 2. Indien de melding niet-ontvankelijk verklaard wordt, brengt de commissie het bevoegd gezag en de betrokkene die een vermoeden van misstand intern heeft gemeld, hiervan schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte. Artikel 4: De Commissie Integriteitvraagstukken 1. Samenstelling van de commissie vindt plaats wanneer een melding heeft plaatsgevonden. Wanneer en zolang er geen functionerende Commissie Integriteitvraagstukken aanwezig is, fungeert de voorzitter van de Raad van Toezicht van SOVOR als aanspreekpunt. Hij neemt het initiatief tot het samenstellen van de Commissie. 2. De Commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden. De voorzitter wordt benoemd op voordracht van de Raad van Toezicht van SOVOR. Eén lid wordt benoemd op voordracht van het bevoegd gezag, één lid wordt benoemd op voordracht van de Medezeggenschapsraad. 3. De Commissie wordt benoemd voor de afhandeling van een melding.

4. De leden mogen in ieder geval Artikel 5: Onderzoek Geen lid zijn van het bevoegd gezag; Geen lid zijn van de Raad van Toezicht; Niet werkzaam zijn bij of voor het bevoegd gezag; Geen leerling zijn van de school of wettelijk vertegenwoordiger van een leerling. 1. Ten behoeve van het onderzoek betreffende een melding is de Commissie bevoegd namens het bevoegd gezag de noodzakelijke inlichtingen in te winnen die zij voor haar advies nodig acht. Het bevoegd gezag is verplicht gevraagde informatie te verschaffen dan wel behulpzaam te zijn bij de verwerving ervan. 2. Ten behoeve van het onderzoek betreffende een melding kan de Commissie in ieder geval eht bevoegd gezag horen. 3. Indien door het vertrouwelijk karakter de door het bevoegd gezag verstrekte informatie uitsluitend ter kennisname van de Commissie moet blijven, wordt dit aan de Commissie mede gedeeld. 4. De Commissie kan ter verkrijging van informatie deskundigen inschakelen. 5. De in redelijkheid te maken kosten door de Commissie worden door het bevoegd gezag vergoed. Artikel 6: Advies 1. Indien het gemeld vermoeden ontvankelijk is, legt de Commissie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van de melding haar bevindingen vast in een advies, gericht aan het bevoegd gezag of de toezichthouder. 2. In bijzondere gevallen kan de termijn door de Commissie worden verlengd met maximaal acht weken. 3. Indien het gemeld vermoeden niet-ontvankelijk is, zal de Commissie de melding niet in behandeling nemen en dit in een advies vastleggen. 4. Het advies wordt in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de informatie en de ter zake geldende wet- en regelgeving, verstrekt aan de betrokkene en het bevoegd gezag. 5. Indien de situatie daarom vraagt kunnen, vooruitlopend op het advies, noodmaatregelen worden getroffen om een noodsituatie op te heffen. Artikel 7: Standpunt 1. Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de Commissie worden betrokkene en eventueel de vertrouwenspersoon evenals degene(n) op wie het vermoeden van misstand betrekking heeft, door4 of namens het bevoegd gezag op de hoogte gebracht van een inhoudelijk standpunt betreffende het gemelde vermoeden. Daarbij wordt aangegeven tot welke stappen de melding heeft geleid dan wel zal leiden. 2. Indien het standpunt niet binnen vier weken wordt gegeven, kan deze termijn met ten hoogste vier weken worden verlengd. Het bevoegd gezag of de toezichthouder doen hiervan schriftelijke melding aan de betrokkene, de Commissie en eventueel de vertrouwenspersoon. Artikel 8: Melding aan een externe derde 1. Betrokkene kan een vermoeden van misstand melden bij een externe derde als bedoeld in artikel 9 lid 1, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9, indien: a. Hij het niet eens is met het standpunt zoals bedoeld in artikel 7; b. Hij geen reacties heeft ontvangen binnen de termijnen zoals bedoeld in artikel 7; c. Er sprake is van een uitzonderingssituatie zoals bedoeld in het volgende lid. 2. Een uitzonderingsgrond doet zich voor indien sprake is van: a. Acuut gevaar, waarbij een zwaarwegend en maatschappelijk belang onmiddellijke melding aan een externe derde noodzakelijk maakt;

b. Een situatie waarin betrokkene redelijkerwijze kan vrezen voor tegenmaatregelen als gevolg van een interne melding; c. Een duidelijke dreiging van verduistering of vernietiging van bewijsmateriaal; d. Een eerdere interne melding conform de procedure van in wezen dezelfde misstand, die deze misstand niet heeft weggenomen; e. Een wettelijke plicht of bevoegdheid tot direct extern melden. Artikel 9: Externe derde 1. Externe derde in de zin van deze regeling is iedere organisatie of vertegenwoordiger van een organisatie, niet zijnde de vertrouwenspersoon of een raadsman, waaraan betrokkene een vermoeden van misstand meldt, omdat dat naar zijn redelijk oordeel van zo groot maatschappelijk belang is dat dit belang in de concrete omstandigheden van het geval zwaarder moet wegen dan het belang van het bevoegd gezag bij geheimhouding. Bovendien moet deze stap naar de betreffende derde ertoe kunnen leiden de vermoede misstand daadwerkelijk wordt aangepakt. 2. Met inachtneming van het in lid 3 bepaalde, kan betrokkene bij een externe derde als bedoeld in het vorgie lid, een vermoeden van misstand melden indien er sprake is van één van de in artikel 8 genoemde gevallen. 3. De melding vindt plaats aan de externe derde die daarvoor naar het redelijk oordeel van de betrokkene gelet op de omstandigheden van het geval, het meest in aanmerking komt. Daarbij houdt betrokkene rekening met de effectiviteit waarmee die derde kan ingrijpen en eveneens met het belang van het bevoegd gezag bij een zo gering mogelijke schade als gevolg van dat ingrijpen, voor zover die schade niet noodzakelijkerwijs voortvloeit uit het optreden tegen de misstand. 4. Betrokkene dient bij melding aan een externe derde een gepaste vorm van zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid in acht te nemen. 5. Naarmate de mogelijkheid van schade voor het bevoegd gezag als gevolg van de melding bij een externe derde groter wordt, dient het vermoeden van een misstand bij betrokkene die bij de externe derde meldt, sterker te zijn. Artikel 10: Rechtsbescherming 1. Betrokkene die met inachtneming van de bepalingen van deze regeling een vermoeden van misstand heeft gemeld wordt op geen enkele wijze in zijn positie in de organisatie benadeeld als gevolg van het melden. 2. De opzegging van de arbeidsovereenkomst van betrokkene die melding heeft gemaakt van een misstand conform deze regeling, wordt beschouwd als een kennelijk onredelijke opzegging in de zin van artikel 7:681 BW. Voor zover betrokkene niet op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is, levert dit een toerekenbare tekortkoming op als bedoeld in artikel 6:74 BW en/of een onrechtmatige daad als bedoeld in artikel 6:162 BW. Het voorgaande is anders indien het bevoegd gezag aannemelijk kan maken dat de door hem voorgestane beëindiging geen verband houdt met de melding. 3. Benadeling van een leerling of ouder die melding heeft gemaakt van een misstand conform deze regeling wordt beschouwd als wanprestatie dan wel een onrechtmatige daad. 4. De vertrouwenspersoon kan niet worden gedwongen de identiteit bekend te maken van een klokkenluider die heeft aangegeven een vertrouwelijke melding te willen doen. Artikel 11: Raadsman 1. Betrokkene kan een vermoeden van misstand melden bij een raadsman om hem in vertrouwen raad te vragen. 2. Als raadsman (o.a. advocaat) kan fungeren iedere persoon die het vertrouwen van de betrokkene geniet en op wie een geheimhoudingsplicht rust. Artikel 12: Openbaarheid van de regeling

1. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de regeling op een vertrouwelijke manier kan worden geraadpleegd. 2. Het bevoegd gezag stelt alle belanghebbenden op de hoogte van de wijze waarop invulling is gegeven aan het bepaalde in lid 1. Artikel 13: Overige bepalingen 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2009 en vervangt alle voorgaande regelingen. 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag. 3. Deze regeling kan worden aangehaald als Klokkenluidersregeling JTC Aldus vastgesteld op 18 december 2008 door het bestuur van SOVOR.