Voorstel ~atwijk Aan Status : Burgemeester en Wethouders : Openbaar / Ter besluitvorming Zaaknummer Datum : 20 1/ - 2-97- : 30 december 2010 Afdeling Medewerk(st)er : Sociale Zaken : R.F.J.M. van Hest Raad: ter kennisgeving : Ja Telefoonnummer : 07" 406 5341 OR: : Nee Portefeuillehouder : Mostert, l.g. Communicatie: : Ja Bij/oge(n) : 1 Onderwerp: Wet inburgering; aanwijzen doelgroepen \ Samenvatting: De Verordening Wet inburgering gemeente Katwijk 2010 draagt het college op om een groep of groepen inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars aan te wijzen, waarvoor bij voorrang een (gemeentelijke) voorziening in het kader van de inburgering kan worden vastgesteld. Dat gebenrt met deze nota. Gevraagde beslissing: Bijgevoegd 'Besluit Aanwijzing doelgroepen Verordening Wet inburgering gemeente Katwijk 2011' vaststellen. o Intern advies Geen o Extern advies Geen Circuleren B&W Se er. Burg. Weth. J W71 Akkoord: I~ ~ Bespreken B&W- / vercadenne Besluit: \. Weth.1I1 Weth. IV Datum besluit B&W/Burgemeester 1/.I I!f() 1 1 JM. 2011 Ne. 13..~ Overeenkomstig het voorstel besloten 30 december 2010
Zaaknummer Onderwerp ~atwijl{ : 'LOI'-'1.~1 : Wet inburgering; aanwijzen doelgroepen Inleiding De gemeente voert de Wet inburgering (WI) uit. Deze wet regelt de inburgering van vreemdelingrn en enkele categorieën Nederlanders. De gemeente moet bij gemeentelijke verordening regels vaststellen over een aantal onderwerpen Op 3 juni heeft de raad van de gemeente Katwijk de Verordening Wet inburgering gemeente Katwijk 2010 1 vastgesteld (raadsbesluit 15.2010-6121). In de verordening staat aangegeven dat het college de groep of groepen inburgeringsplichtigen e9 vrijwillige inburgeraars aanwijst, waarvoor bij voorrang een (gemeentelijke) voorziening in het kader van d~ inburgering kan worden vastgesteld. Daarover gaat deze nota. Benogd resultaat Een correcte uitvoering van de Wet inburgering realiseren, binnen de dsarvoor vanuit het Rijk bejchikbaar gestelde middelen. I Inhoudelijke aspecten De navolgende inhoudelijke aspecten spelen een rol. Het Rijk stelt de komende jaren veel minder geld aan de gemeenten beschikbaar voor inburgering Het budget vaar de inburgering wordt door het Rijk vanaf 2011 (in rap tempo) afgebouwd. In 2011imet 100 miljoen euro, in 2012 met 175miljoen en in 2013 met 235 miljoen. Vanaf 2014 wordt er structureel 333 miljoen bezuinigd op inburgering. I De landelijk beschikbare middelen zijn vanaf 2011 als volgt: 2011 I 2012 2011 201<1 I Inburaerinzsmiddelen C 247 milioen I C 160 milioen C 74 milioen Co I De reden voor de afbouw van de middelen is dat het Rijk grote waarde hecht aan de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraars. Zij moeten zelf het initiatief en de regie nemen om hun inburgering te realiser1n. Er zal door het Rijk worden toegewerkt naar een stelsel waarbij het merendeel van de kosten bij de inburgeraar wordt neergelegd. Een aantal taken zal daarbij centraal (op Rijksniveau) worden gecoördineerd en gefinancierd. Vanuit het Rijk wordt nu gesteld dat het eind van het aantal mensen, dat moet inburgeren, in zicht iaakt. Daarom vindt het Rijk het nu een natuurlijk moment om de budgetten voor de inburgering te verrnihderen. Vertaald naar Katwijk komt dit -globaal berekend - neer op een budget van: r 2011 I 2012 I 2011 2014 I I Inburaerinzsmiddelen C ~60.S7q I C 2~~.573 I C 108.027 Co I l Voor de gemeentelijke verantwoording naar het Rijk toe wordt het zogenoemde 'baten-iastenstelst~l' gehanteerd De gemeenten krijgen voor de inburgering geld van het Rijk. Over de besteding van de gelden moet d,e gemeente verantwoording afleggen aan het Rijk. Dit gebeurt volgens het zogenoemde 'baten-lastenstelsel', stelsel houdt in dat een uitgave pas ten laste kan worden gebracht als de prestatie ook daadwerkelijk is geleverd. Dat 30 december 2010
Voor de inburgering houdt dit het volgende in. Een gemeentelijke voorziening in het kader van de inburgering kost gemiddeld C 4.162. De voorziening duurt maximaal 3 jaar. De kosten van de voorziening moeten voor de verantwoording over de looptijd van de voorziening worden uitgesmeerd. Dit houdt - kort gezegd - in dat de kosten van een voorziening dus drukken op meerdere jaren en dat voor de beschikbaarheid van de budgetten rekening gehouden met worden met al vastliggende verplichtingen. Er is momenteel geen limiet aan de toegang tot de gemeentelijke voorzieningen Vanuit het Rijk is de afgelopen jaren het belang van inburgering benadrukt. De Wet inburgering, die het nieuwe stelsel van inburgering regelt, is in 2007 ingevoerd en kende aanvankelijk een trage start. De middelen, die aan gemeenten beschikbaar werden gesteld, werden niet volledig benut en ook de door het Rijk aangenomen aantal voorzieningen werden niet gerealiseerd. De niet benutte middelen mocht de gemeente (gedeeltelijk) meenemen naar volgende jaren en er werden extra gelden door het Rijk beschikbaar gesteld aan gemeenten om het aantal gemeentelijke voorzieningen te verhogen. Vooral voor 2010 werden gemeenten vanuit het Rijk geprikkeld om (extra) voorzieningen voor de inburgering in te zetten. Er was een landelijke doelstelling van 47.000 voorzieningen, maar de gemeenten werden met extra middelen gestimuleerd om meer voorzieningen te realiseren. Mede gezien de toen aanwezige middelen en de extra middelen voor 2010 van het Rijk is er bij de laatste Inburgeringsverordening voor gekozen om de voorzieningen open te stellen voor iedere (geïnteresseerde) inburgeraar. De beschikbare middelen werden daar toereikend voor geacht. De toegang tot de gemeentelijke voorzieningen in het kader van de inburgering moet beperkt worden Zoals hiervoor gesteld, worden de middelen voor de inburgering de komende jaren minder. Daarnaast moeten de middelen gedeeltelijk gebruikt worden voor de financiering van al aangegane verplichtingen. Er blijft dus minder over voor nieuwe voorzieningen. Financieel leidt een en ander -globaal berekend - tot het navolgende overzicht": Inburaerinzsmiddelen 2011 2012 201> 20'" Beschikbaar C 360.S79 C 23~.573 C 108.027 Co Vastliggend C 160.402 C 140.204 C 100.24~ Co Resterend C 191.087 C 84.279 C ].784 Co '* Bij dit overzicht is uitgegaan van de volgende gegevens - gemiddelde prijs van een voorziening: C 4.162; - duur van de voorziening: 3 jaar; -lopende voorzieningen gestart in 2008 3, in 200919, in 2010 100. De verwachting is dat de duur van de voorziening niet in alle gevallen 3 jaar zal zijn, maar korter. Daardoor zullen de huidige vastliggende verplichtingen in 20n en 2012 uiteindelijk vermoedelijk hoger uitvallen en in zorg lager. De feitelijk beschikbare middelen voor de inburgering vanaf 2011 maken het noodzakelijk dat niet langer alle (geïnteresseerde) inburgeraars een gemeentelijke voorziening kan worden aangeboden. De toegang tot de gemeentelijke voorziening zal dus gereguleerd moeten worden. Dit gebeurt met het bijgevoegde 'Besluit Aanwijzing doelgroepen Verordening Wet inburgering gemeente Katwijk 2011'. 3
Kanttekeningen We weten het beroep op de gemeentelijke voorziening vanuit de (bijgestelde) doelgroepen nog niet Omdat we niet weten hoeveel inburgeraars, die onder de gedefinieerde doelgroepen vallen, een beroep zullen doen op de gemeentelijke faciliteiten, zijn ook de financiële gevolgen van de aanpassing (nog) niet bekend. Dat zullen we dus in de praktijk moeten gaan ondervinden. De financiering van de inburgering gebeurt vanuit het Participatiebudget, dat de gemeente van het Rijk ontvangt. Met het 'vrij beschikbare' Participatiebudget dient de gemeente de reïntegratie- en de inburgeringsvoorzieningen (en op termijn ook de educatievoorzieningen) te bekostigen. Voorlopig gaan we er van uit dat de middelen van het Participatiebudget voldoende zijn om de voorzieningen voor de gedefinieerde doelgroepen te kunnen financieren. Bewaking van het budget zal moeten (blijven) plaatsvinden De financiering van de gemeentelijke voorzieningen in het kader van de inburgering komt uit het Participatiebudget. Het Participatiebudget is echter niet oneindig en ook andere voorzieningen (reïntegratie en educatie) moeten daaruit bekostigd worden. De ontwikkelingen en de belasting van het Participatiebudget zullen daarom in de gaten worden gehouden. Mochten de ontwikkelingen financieel ongunstig zijn, dan zullen (voorstellen tot) bijstellingen in het beleid plaatsvinden. Mochten de ontwikkelingen financieel meevallen, dan kan daar met de hardheidsbepaling van het Besluit in de praktijk effectief en efficiënt op ingespeeld worden. Middelen De financiering van de uitvoering van de WI gebeurt met de middelen, die van het Rijk worden verkregen (budgettair neutraal). Uitvoering Het besluit zal, na vaststelling, bekend gemaakt worden en uitgevoerd worden. Bijlage(n) - 4
1 Burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk; gelet op de artikelen 8, 19A, eerste lid en 24a, vijfde lid van de Wet inburgering en de artikelen 3, eerste lid en 10, eerste lid van de Verordening Wet inburgering gemeente Katwijk 2010; overwegende dat, gezien de door het Rijk aan de gemeente beschikbaar gestelde middelen voor de uitvoering van de Wet inburgering, prioritering van specifieke doelgroepen voor de inburgering vereist is; besluiten vast te stellen: het. 1. Doelgroep inburgeringsplichtigen Aan de volgende groepen inburgeringsplichtigen kan bij voorrang een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening worden aangeboden: a. de inburgeringsplichtigen, als bedoeld in artikel 19 eerste lid van de Wet inburgering; b. oudkomers en nieuwkomers, in de zin van de Wet inburgering, die een algemene uitkering dan wel een inkomensvoorziening ontvangen op basis van de Wwb, WIJ, Ioaw, loaz of Bbz; c. oudkomers en nieuwkomers, in de zin van de Wet inburgering, die een uitkering ontvangen op basis van de WW; d. oudkomers en nieuwkomers, in de zin van de Wet inburgering, die opvoedende taken hebben voor kinderen jonger dan 18 jaar en samen met een eventuele partner een inkomen hebben ter hoogte van maximaal 120% van het geldende bijstandsniveau op basis van de Wwb. Toelichting Bij dit doelgroepenbeleid is uitgegaan van de wettelijke kaders en de functie van inburgering in relatie tot de (arbeidsmarkt)(re-)integratie van de inburgeringsplichtigen. Ook het belang van de ouders of verzorgers bij de opvoeding van minderjarige kinderen wordt met dit doelgroepenbeleid benadrukt, omdat hun inburgeringsachterstand van invloed kan zijn op de opvoeding en taalontwikkeling van de kinderen, die daardoor ook achterstanden kunnen oplopen.
2 Voor deze laatste groep is - wat het inkomensniveau betreft - aansluiting gezocht bij het geldende inkomenskader voor het sociale minimabeleid op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb). 2. Doelgroep vrijwillige inburgeraars Aan de volgende groepen vrijwillige inburgeraars kan bij voorrang een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening worden aangeboden: a. vrijwillige inburgeraars, in de zin van de Wet inburgering, die een algemene uitkering dan wel een inkomensvoorziening ontvangen op basis van de Wwb, WIJ, Ioaw, loaz of Bbz; b. vrijwillige inburgeraars, in de zin van de Wet inburgering, die een uitkering ontvangen op basis van de WW; c. vrijwillige inburgeraars, in de zin van de Wet inburgering, die opvoedende taken hebben voor kinderen jonger dan 18 jaar en samen met een eventuele partner een inkomen hebben ter hoogte van maximaal 120% van het geldende bijstandsniveau op basis van de Wwb. Toelichting Bij dit doelgroepenbeleid is uitgegaan van de functie van inburgering in relatie tot de (arbeidsmarkt)(re-)integratie van de vrijwillige inburgeraars. Ook het belang van de ouders of verzorgers bij de opvoeding van minderjarige kinderen wordt met dit doelgroepenbeleid benadrukt, omdat hun inburgeringsachterstand van invloed kan zijn op de opvoeding en taalontwikkeling van de kinderen, die daardoor ook achterstanden kunnen oplopen. Voor deze laatste groep is - wat het inkomensniveau betreft - aansluiting gezocht bij het geldende inkomenskader voor het sociale minimabeleid op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb). 3. Hardheidsbepaling Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover de door het Rijk voor de inburgering aan de gemeente beschikbaar gestelde financiële middelen naar hun oordeel nog toereikend zijn, ten voordele van de inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar, op individuele basis, afwijken van het hiervoor neergelegde doelgroepenbeleid. Toelichting Met deze bepaling wordt er voor gezorgd dat burgemeester en wethouders de mogelijkheid hebben om, bij het ontbreken van voldoende inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars uit de gedefinieerde doelgroepen, de door het Rijk beschikbaar gestelde financiële middelen toch in te zetten voor het doel waarvoor de middelen dienen, te weten ten behoeve' van inburgering voor de totale doelgroep van de Wet inburgering.
3 Voor de toepassing van deze bepaling zullen burgemeester en wethouders bijvoorbeeld aandacht hebben voor aspecten als dreigende werkloosheid van betrokkene, het inkomensniveau van betrokkene, de afstand van betrokkene tot de arbeidsmarkt, de mate van achterstand van betrokkene op maatschappelijk en sociaal gebied, de leeftijd van betrokkene en de gemotiveerdheid van betrokkene, al dan niet in samenhang met elkaar. Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 januari 2011 De burgemeester, De secretaris,