STATUTENWIJZIGING,/i L, Heden, tweeëntwintig november tweeduizend zes, verscheen voor mij, mr. Alexander Joannes Victor Tierolff, notaris te Ede: de heer Willem Sterkenburg, wonende te 6721 BA Bennekom, Alexander Fleminglaan 3, geboren te Driebergen-Rijsenburg op drie juli negentienhonderd - tweeënvijftig, paspoort met nummer ND8054227, gehuwd. De comparant verklaarde: Op éénendertig oktober tweeduizend zes is in de bestuursvergadering van de stichting: - Stichting Woonstede, adres: Telefoonweg 36 te 6712 GD Ede ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 09055271, besloten: 1. de statuten van de stichting na wijziging opnieuw vast te stellen; 2. hem, comparant, machtiging te verlenen tot het verrichten van alle handelingen, - welke nodig zijn om de statutenwijziging tot stand te brengen conform het door de - bestuursvergadering vastgestelde ontwerp. Van deze besluiten blijkt uit een kopie van de betrokken notulen, welke kopie aan deze - akte zal worden gehecht. De ingevolge artikel 19 lid 1 van de statuten van de stichting vereiste voorafgaande - goedkeuring van de Raad van Commissarissen is gegeven op éénendertig oktober - tweeduizend zes, waarvan blijkt uit een aan deze akte gehechte kopie van de betrokken - notulen. De ingevolge artikel l 9 lid 3 van de statuten van de stichting vereiste toestemming van - de Minister van Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) is gegeven, - waarvan blijkt uit een aan deze akte gehechte kopie van de brief van tien oktober tweeduizend zes. Ter uitvoering van voormeld besluit verklaarde de comparant thans de statuten als volgt - gewijzigd vast te stellen: STATUTEN Hoofdstuk I - Algemene bepalingen Artikel l. Naam, vestigingsplaats en duur 1. De stichting is genaamd: Stichting Woonstede. 2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Ede. 3. De stichting is opgericht negenentwintig april negentienhonderd achtenveertig en - aangegaan voor onbepaalde tijd. Artikel 2. Doel en werkgebied l. De stichting stelt zich ten doel uitsluitend op het gebied van de volkshuisvesting --- werkzaam te zijn.
2. De stichting is werkzaam in de gemeenten Ede, Wageningen, Scherpenzeel, Barneveld, Hoevelaken, Nijkerk, Renswoude, Veenendaal, Rhenen en Woudenberg. - Hoofdstuk l1 - Het bestuur Artikel 3. Algemene bepaling l. Aan het bestuur komen in de stichting alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen. 2. De Raad van Commissarissen keurt in aanvulling op dit hoofdstuk aangaande het - bestuur een directiereglement goed dat door de directie vervolgens wordt vastgesteld. Artikel 4. Samenstelling, benoeming, schorsing en ontslag Het bestuur wordt gevormd door een directie van één of meer directeuren. De Raad - van Commissarissen stelt het aantal directeuren vast. In geval van ontstentenis van de directeur bij een eenhoofdige directie wordt het - bestuur zomogelijk tijdelijk gevormd door de adjunct-directeur, totdat de ontstentenis - van de directeur is opgeheven, ofwel totdat de Raad van Commissarissen op andere - wijze heeft voorzien in het bestuur van de stichting. De Raad van Commissarissen benoemt, schorst en ontslaat de directeuren. De Raad van Commissarissen stelt het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden - van de directeuren vast. Bij benoeming en ontslag van een directeur worden de vigerende artikelen van de - Wet op de Ondernemingsraden in acht genomen. Een directeur kan niet zijn een persoon die lid is van de Raad van Commissarissen, - een lid van het College van Burgemeester en Wethouders of van de Raad van de - gemeenten of van het College van Gedeputeerde Staten van de provincies waar de - stichting haar woonplaats heeft of waar zij feitelijk werkzaam is of van een orgaan - van een organisatie die zich ten doel heeft gesteld de belangen van gemeenten of - provincies te behartigen. Een lid van de directie kan worden geschorst of ontslagen bij een besluit van de - Raad van Commissarissen, indien ten hoogste één lid van de Raad van Commissarissen afwezig is, met tenminste tweelderde van de uitgebrachte geldige - stemmen. Blijkt ter vergadering het vereiste aantal leden om rechtsgeldige besluiten - te kunnen nemen niet aanwezig te zijn, dan wordt uiterlijk binnen vijf dagen een - nieuwe vergadering bijeengeroepen. Op die vergadering kan door de aanwezige - leden een besluit worden genomen met ten minste tweelderde van de uitgebrachte - geldige stemmen. Tot schorsing of ontslag van een lid van de directie kan slechts worden besloten, - nadat het lid van de directie in de gelegenheid is gesteld zich tegenover de Raad van Commissarissen te verklaren. L
3. Een schorsing van een lid van de directie, die niet binnen zes maanden wordt gevolgd door een ontslagbesluit, vervalt door het enkele verloop van die termijn. - 10. Indien een lid van de directie is geschorst, is hij niet bevoegd de in deze statuten en - in het directiereglement aan (leden van) de directie toegekende bevoegdheden uit te - oefenen. l l. Een besluit tot schorsing of ontslag van een lid van de directie dient onverwijld aan - het betreffende lid van de directie schriftelijk en gemotiveerd te worden medegedeeld. Artikel 5. Einde directielidmaatschap en vacature l. Het lidmaatschap van de directie eindigt door: a. overlijden. b. ontslagneming. c. ontslag bij een besluit van de Raad van Commissarissen. d. ontslag door de rechtbank op grond van de wet. e. doordat zich één van de onverenigbaarheden genoemd in artikel 4, lid 6 voordoet. f. ingeval benoeming heeft plaatsgevonden voor een bepaalde termijn, door het - verstrijken van die termijn. 2. Bij een vacature in de directie voorziet de Raad van Commissarissen daarin zo - spoedig mogelijk, dan wel wordt het aantal directieleden opnieuw vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid l. Artikel 6. Taken en bevoegdheden De directie is belast met het besturen van de stichting en krijgt bij deze statuten de - dagelijkse leiding opgedragen. Binnen het kader van de vastgestelde ondernemings-, beleids- en andere plannen is - de directie belast met de dagelijkse leiding van de stichting en oefent zij haar taak - zelfstandig uit. De directie legt aan de Raad van Commissarissen rekening en - verantwoording af over de wijze waarop zij haar taak heeft vervuld. De directie is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, - vervreemden of bezwaren van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar - verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een - schuld van een ander verbindt. De directie behoeft de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen voor besluiten van de directie omtrent: a. de vaststelling van de jaarbegroting, de investeringsbegroting, het jaarverslag en de jaarrekening. b. een voorstel tot wijziging van de statuten of reglementen. c. een voorstel tot ontbinding van de stichting of wijziging van de rechtsvorm. -
d. een voorstel tot het aangaan van een fusie door de stichting. e. een reorganisatie van de stichting. f. de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek. g. een ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk - aantal werknemers. h. het aangaan of opzeggen van samenwerkingsverbanden van de stichting of een - van de stichting afhankelijke instelling met een andere rechtspersoon of vennootschap, dan wel het financieel enlof bestuurlijk deelnemen in andere - rechtspersonen of het beëindigen van een dergelijke deelneming. i. het beleid van de stichting op hoofdlijnen. j. het aanvragen van surséance van betaling of faillissement. k. het doen van financiële transacties, waaronder begrepen het aangaan van - geldleningen, andere dan die zijn opgenomen in de vastgestelde en goedgekeurde jaar- enlof investeringsbegroting, dan wel tot bedragen hoger dan - voorzien in de vastgestelde en goedgekeurde jaar- enlof investeringsbegroting. - 5. Indien de uitvoering van een besluit van de directie door de Raad van Commissarissen is geschorst conform artikel 10, lid 3, is de directie verplicht binnen - één maand opnieuw een besluit te nemen. Een dergelijk besluit dient mede de ---- intrekking van het oorspronkelijke besluit te bevatten. Artikel 7. Vertegenwoordiging l. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de directie. Indien de - directie wordt gevormd door meer dan één directeur, kan elk van de directeuren de - stichting vertegenwoordigen. 2. Indien de directie wordt gevormd door één directeur en deze directeur een tegenstrijdig belang heeft met de stichting, wordt de stichting vertegenwoordigd door - de voorzitter van de Raad van Commissarissen. 3. Indien de directie wordt gevormd door meer dan één directeur en één van de directeuren een tegenstrijdig belang heeft met de stichting, wordt de stichting vertegenwoordigd door één van de andere directeuren of door de andere directeuren gezamenlijk. Hoofdstuk IIl - Intern toezicht Artikel 8. Raad van Commissarissen l. De stichting heeft een Raad van Commissarissen. 2. De Raad van Commissarissen, hierna ook te noemen: de Raad, bestaat uit een door - de Raad van Commissarissen te bepalen aantal van tenminste vijf en ten hoogste - zeven leden. 0''
" 3. De Raad van Commissarissen kent aan zijn leden - gehoord de directie - een - redelijke vergoeding toe voor door hen ten behoeve van de stichting verrichte werkzaamheden. Artikel 9. Samenstelling en benoeming Ten minste twee van het totaal aantal commissarissen wordt bindend voorgedragen - door huurders van woningen van de stichting of door de in het belang van die huurders werkzame organisaties. Maken de huurders of de in het belang van de - huurders werkzame organisaties binnen drie maanden, nadat de Raad hun heeft - verzocht een bindende voordracht te doen, van het recht geen gebruik, dan benoemt de Raad zonder voordracht. Een bindende voordracht moet tenminste twee namen - bevatten. Aan een voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen bij besluit van de - Raad genomen met ten minste tweelderde van de uitgebrachte geldige stemmen. - De benoeming van commissarissen geschiedt door de Raad. De leden van de Raad van Commissarissen treden uiterlijk vier jaar na hun benoeming af volgens een door de raad op te stellen rooster, zodanig dat de voorzitter en de vice-voorzitter niet tegelijk aftreden. Aftredende commissarissen kunnen maximaal tweemaal worden herbenoemd. In - tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Wie in een tussentijdse - vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn - voorganger in. Lid van de Raad van Commissarissen kan niet zijn een persoon die: a. lid is van de directie of gedetacheerd is bij de stichting. b. op het moment van aantreden als commissaris minder dan vijf jaar daaraan - voorafgaand deel heeft uitgemaakt van de directie van de stichting. c. belast is met, of mede uitvoering geeft aan, het overheidstoezicht op de stichting. d. lid is van het College van Burgemeester en Wethouders of van de Raad van een - gemeente of van het College van Gedeputeerde Staten van een provincie waar - de stichting haar woonplaats heeft of waar zij feitelijk werkzaam is, of van een - orgaan van een organisatie die zich ten doel heeft gesteld de belangen van - gemeenten of provincies te behartigen. e. op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in boek 7 artikel 610 van het - Burgerlij k Wetboek: - werkzaam is voor de stichting. - werkzaam is voor of functioneel betrokken is bij een organisatie waarvan de - belangen strijdig zouden kunnen zijn met die van de stichting; - werkzaam is voor of functioneel betrokken is bij een organisatie die structureel zakelijke relaties heeft met de stichting, voorzover die relatie van - invloed is of kan zijn op het functioneren als commissaris;
- werkzaam is voor een beheerorganisatie waaraan de stichting haar werkzaamheden (deels) heeft uitbesteed; f. in een eerste of tweede graad van bloed-laanverwantschap staat tot, gehuwd is met, geregistreerd partner is van of een duurzame gemeenschappelijke - huishouding voert met een lid van de Raad van Commissarissen, een lid van de directie, of een werknemer van de stichting. g. in dienst is, lid is van de directie of van het toezichthoudende orgaan van een woningcorporatie die gevestigd is in een van de gemeenten als bedoeld in - artikel 2, lid 2 van de statuten. h. in dienst is van een rechtspersoon of vennootschap die met de stichting een - verbinding als bedoeld in artikel Za van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) is aangegaan; i. in dienst is van een werknemersorganisatie die pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de personen die op basis van - een arbeidsovereenkomst als bedoeld in boek 7 artikel 610 van het Burgerlijk Wetboek. De benoeming, de onverenigbaarheden, schorsing, ontslag, einde lidmaatschap en - de werkwijze van de raad zijn uitgewerkt in een reglement, dat door de raad wordt - vastgesteld, aangevuld en gewijzigd, en dat geen bepalingen mag bevatten die in - strijd zijn met de wet of de statuten. Artikel 10. Taken en bevoegdheden Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op de directie en op - de algemene gang van zaken binnen de stichting. De Raad van Commissarissen heeft verder onder meer tot taak: a. de directie gevraagd en ongevraagd van advies te dienen. b. het ondernemingsplan alsmede andere beleidsplannen en de meerjarenbegroting goed te keuren. c. de door de directie opgestelde jaarbegroting en investeringsbegroting, het - jaarverslag, de jaarrekening goed te keuren. d. vooraf goedkeuring te verlenen aan besluiten die krachtens deze statuten haar - goedkeuring behoeven. e. directeuren te benoemen, te schorsen of te ontslaan, alsmede het vaststellen van het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden van de directie. f. het verlenen van de opdracht aan de deskundige als bedoeld in artikel 12. - De Raad van Commissarissen is bevoegd de uitvoering van besluiten van de directie te schorsen. Een dergelijke schorsing dient met redenen te zijn omkleed. De Raad - van Commissarissen is over een besluit tot schorsing van uitvoering van een besluit - van de directie geen verantwoording schuldig aan de directie.
4. De directie is verplicht aan de Raad van Commissarissen alle door hem gewenste - inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de kas en de waarden te tonen en ---- inzage van de boeken en bescheiden van de stichting te geven. Hoofdstuk IV - Administratie, geldmiddelen, jaarstukken en begroting - Artikel l l. Administratie en geldmiddelen 1. De directie voert een administratie die zodanig is ingericht dat deze te allen tijde een - volledig inzicht verschaft omtrent het geheel van de werkzaamheden van de stichting. De directie neemt daarbij de regels in acht zoals die door de Minister, belast met de - zorg voor de Volkshuisvesting, dienaangaande worden vastgesteld. 2. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 3. De directeuren of andere personen die deel uitmaken van organen van de stichting is het niet toegestaan, gelden te lenen aan de stichting. 4. Aan geldmiddelen en andere activa van de stichting mag geen andere bestemming - worden gegeven dan ter bevordering van het doel van de stichting. Artikel 12. Jaarstukken 1. De directie maakt binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening, - een jaarverslag, een volkshuisvestingsverslag en een overzicht met cijfermatige - kerngegevens en prognoses op, die moeten voldoen aan de voorschriften die ter - zake voor toegelaten instellingen gelden. 2. De Raad van Commissarissen laat de in eerste lid bedoelde stukken onderzoeken - door een door hem aangewezen accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of aan een organisatie waarin zodanige accountants samenwerken. Wijst de Raad van Commissarissen geen accountant aan dan wordt deze door de directie aangewezen. 3. De opdracht tot beoordeling van deze stukken kan worden ingetrokken door het -- orgaan dat deze opdracht heeft verleend. Indien de directie de opdracht tot beoordeling heeft verleend, kan deze tevens worden ingetrokken door de Raad van - Commissarissen. 4. De directie stelt de stukken als bedoeld in het eerste lid niet vast en de Raad van - Commissarissen keurt deze niet goed alvorens zij kennis hebben genomen van de - bevindingen van de accountant. 5. De jaarrekening en het jaarverslag worden door de leden van de directie en namens - de Raad van Commissarissen ondertekend door de voorzitter. Ontbreekt de handtekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van ---- redenen melding gemaakt. Artikel 13. Begroting 1. Op uiterlijk vijftien december van ieder jaar stelt de directie de begroting vast voor het daaropvolgend boekjaar. Deze begroting behoeft de voorafgaande goedkeuring van - de Raad van Commissarissen L
2. De directie is bevoegd alle uitgaven te verrichten die op de vastgestelde begroting - voorkomen. Hoofdstuk V - geschillencommissie en overleg met huurders Artikel 14. Geschillencommissie Conform het BBSH heeft de stichting bij reglement regels omtrent de samenstelling en de werkwijze van de geschillencommissie. Artikel 15. Overleg met huurders Conform het BBSH heeft de stichting bij reglement regels omtrent het overleg met - huurders of hun vertegenwoordigers. Hoofdstuk VI - Wijziging statuten Artikel 16. Voorwaarden Wijziging van de statuten geschiedt door een besluit van de directie. Zij behoeft - hiervoor voorafgaand goedkeuring van de Raad van Commissarissen. Een besluit tot goedkeuring door de Raad van Commissarissen van een directiebesluit tot wijziging van de statuten kan slechts worden genomen in een - vergadering waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar een besluit tot - goedkeuring van statutenwijziging zal worden voorgesteld. Een besluit tot goedkeuring van een desbetreffend directiebesluit moet worden genomen met een - meerderheid van tweelderde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering --- waarin indien ten hoogste één lid van de Raad van Commissarissen afwezig is. --- Voor wijziging van de statuten behoeft de stichting de voorafgaande toestemming - van de Minister, belast met de zorg voor de Volkshuisvesting. De directie vraagt aan - de Minister belast met de zorg voor de Volkshuisvesting de bedoelde toestemming. - Op straffe van nietigheid wordt de wijziging in een notariële akte vastgelegd. Hoofdstuk VII - Ontbinding van de stichting Artikel 17. Wijzen van ontbinding De stichting wordt ontbonden: a. Door een daartoe strekkend besluit van de directie. b. Na faillietverklaring door hetzij opheffing van het faillissement wegens de toestand - van de boedel, hetzij door insolventie. c. Door de rechter in de gevallen in de wet bepaald. Artikel 18. Voorwaarden l. Voor een besluit tot ontbinding van de stichting behoeft de directie de goedkeuring - van de Raad van Commissarissen. 2. Goedkeuring kan slechts geschieden bij een besluit van de Raad van Commissarissen in een vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat - aldaar ontbinding van de stichting zal worden voorgesteld. Tot goedkeuring van de - ontbinding van de stichting kan worden besloten met een meerderheid van tenminste
tweelderde van de uitgebrachte geldige stemmen indien ter vergadering alle leden - van de Raad van Commissarissen aanwezig zijn. Mocht ter vergadering het vereiste aantal leden van de Raad van Commissarissen - niet aanwezig zijn, dan wordt een volgende vergadering bijeengeroepen, waarin met - een meerderheid van tenminste tweelderde van de alsdan uitgebrachte geldige - stemmen een besluit kan worden genomen, ongeacht het aantal ter vergadering - aanwezige leden. Zij die de oproeping tot de vergadering van de Raad van Commissarissen ter behandeling van een voorstel tot ontbinding van de stichting hebben gedaan, moeten een afschrift van dat voorstel voegen bij de oproeping. Bij ontbinding dient de directie de Minister, belast met de zorg voor de Volkshuisvesting, hiervan onverwijld in kennis te stellen. Artikel 19. Vereffenaars 1. Indien in enige wet niet anders is bepaald, zal bij ontbinding de vereffening geschieden door één of meer vereffenaars, aan te wijzen door Burgemeester en - Wethouders van de gemeente Ede. Bij hen berust de bevoegdheid de vereffenaars te schorsen en te ontslaan en andere vereffenaars te benoemen alsmede het toezicht - op de vereffenaars. 2. De vereffenaars dienen te handelen overeenkomstig de volgende bepalingen: - a. Indien de onroerende zaken zijn gelegen binnen het werkgebied van een of meer toegelaten instellingen, zij de goederen en de schulden van de ontbonden --- stichting bij voorrang aan die toegelaten instellingen aanbiedt ter gehele of --- gedeeltelijke overneming, en, voor zover die toegelaten instellingen die goederen of schulden niet overnemen, zij die goederen of schulden ter gehele of gedeeltelijke overneming aanbiedt aan de gemeente waar de onroerende zaken - zijn gelegen, en, voor zover de gemeente die goederen of schulden niet overneemt, zij de huurders van de tot die zaken behorende woongelegenheden - in de gelegenheid stelt deze in eigendom te verkrijgen. b. Indien de ontbonden stichting op het tijdstip van ontbinding geen onroerende - zaken bezat, zij de goederen en de schulden van de stichting ter overneming - aanbiedt aan de gemeente waar de stichting haar woonplaats had. c. Voor zover wegens het niet aanvaarden van de aanbiedingen, bedoeld onder a - en b, de goederen en de schulden niet zijn overgenomen, zij de goederen van de ontbonden stichting te gelde maakt en haar schulden voldoet. d. De vereffenaars storten de middelen die zijn overgebleven na de toepassing van - de onderdelen a, b en c, in het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, bedoeld in artikel 71, van de Woningwet. Hoofdstuk VIII - Reglementen en slotbepaling Artikel 20. Reglementen L
,',' 1. Reglementen - uitgezonderd het reglement voor de Raad van ~ommissarisse~ -- worden vastgesteld en gewijzigd door de directie. I. De reglementen mogen geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet, - Collectieve ArbeidsOvereenkomst (CAO), of met deze statuten. Artikel 21. Slotbepaling 1. In alle gevallen, waarin de wet, de statuten of de reglementen niet voorzien, beslist - de directie. 2. De directie is gehouden de Raad van Commissarissen in zijn eerstvolgende vergadering van een dergelijk besluit verslag uit te brengen. IIVAARVAN AKTE is verleden te Ede op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. - De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. De zakelijke inhoud van de akte is aan de verschenen persoon opgegeven en toegelicht. - De verschenen persoon heeft verklaard tijdig voor het verlijden van de akte van de - inhoud ervan te hebben kennisgenomen, daarmee in te stemmen en op volledige voorlezing ervan geen prijs te stellen. Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de - verschenen persoon en vervolgens door mij, notaris. (Volgt ondertekening) UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT