RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

Vergelijkbare documenten
RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

Zitting van 16 januari 2014 rolnummer 2013/406. Zitting van 17 februari 2014 rolnummer 2014/004. Zitting van 6 maart 2014 rolnummer 2014/008

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

zitting van 2 oktober 2014 rolnummer 2014/210 zitting van 16 oktober 2014 rolnummer 2014/256 zitting van 23 oktober 2014 rolnummer 2014/303

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

zitting van 12 augustus 2014 rolnummer 2014/094 zitting van 14 augustus 2014 rolnummer 2014/105 zitting van 21 augustus 2014 rolnummer 2014/110

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2017/214/(...)

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Zitting van 16 januari 2014 rolnummer 2013/409. Zitting van 17 februari 2014 rolnummer 2014/001. Zitting van 7 maart 2014 rolnummer 2014/021

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2016 OVERMACHT DEEL 2

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2016/032/,

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO / 2017 / 2 / (...)

U I T S P R A A K

Milieuhandhavingscollege

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO / 2017 / 3 / (...)

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2016/213/

Zitting van 15 januari 2015 rolnummer 2014/536. Zitting van 17 februari 2015 rolnummer 2015/019. Zitting van 21 mei 2015 rolnummer 2015/071

U I T S P R A A K

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO/2013/10/ / 3 JULI 2013

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

het College van Beroep voor de Examens van de HZ University of Applied Sciences, gevestigd te Vlissingen, verweerder.

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Rolnummer 786. Arrest nr. 14/95 van 7 februari 1995 A R R E S T

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2016/212/ Inzake:,, wonende te,, bijgestaan door, als vertrouwenspersoon,

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO/2012/06/ / 3 JULI Inzake :..., wonende te, bijgestaan door, advocaat te,

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. GVO / 2018 / 7 / / 2 mei 2018

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO/2012/02/ / 25 JANUARI 2012

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2011/148/ (II)

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO/2015/ 13 / /16 september Inzake :, wonende te, bijgestaan door, advocaat te..

U I T S P R A A K

Zaaknummer : 2013/129

Milieuhandhavingscollege

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2011/011/

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO / 2014 / 04 / / 23 APRIL 2014., wonende te, bijgestaan door, advocaat te,

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO/ 2016 / 6 / / 13 april 2016

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO/2017/ 03 / / 15 maart 2017

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2014/025/.

U I T S P R A A K

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

U I T S P R A A K

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2015 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 5

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2017/034/(...)

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2016 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 1

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2008/130/..

U I T S P R A A K

Zaaknummer : 2013/261

U I T S P R A A K

Commissie inzake Leerlingenrechten. Beslissing. Nr. 2018/68 van 10 september 2018

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2012/157/, Inzake : de heer, wonende te, bijgestaan door Mter, advocaat te,

U I T S P R A A K

Orde van Vlaamse Balies

U I T S P R A A K

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. GVO / 2017 / 12 / / 21 juni 2017

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

Bij beslissing van 28 augustus 2013 heeft de examencommissie van de opleiding Informatica appellant een negatief bindend studieadvies gegeven.

Transcriptie:

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2012 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 3

Inhoud Zitting van 9 november 2012... 4 Rolnr. 2012/220 9 november 2012... 5 Rolnr. 2012/225 9 november 2012... 8 Rolnr. 2012/235 9 november 2012... 12 Rolnr. 2012/242 9 november 2012... 14 Rolnr. 2012/250 9 november 2012... 16 Rolnr. 2012/251 9 november 2012... 19 Rolnr. 2012/255 9 november 2012... 23 Rolnr. 2012/258 9 november 2012... 25 Rolnr. 2012/265 9 november 2012... 27 Zitting van 14 november 2012... 31 Rolnr. 2012/196 14 november 2012... 32 Rolnr. 2012/247 14 november 2012... 37 Rolnr. 2012/260 14 november 2012... 41 Rolnr. 2012/264 14 november 2012... 45 Rolnr. 2012/267 14 november 2012... 48 Rolnr. 2012/268 14 november 2012... 52 Rolnr. 2012/277-305 14 november 2012... 56 Rolnr. 2012/284 14 november 2012... 64 Rolnr. 2012/287 14 november 2012... 69 Rolnr. 2012/292 14 november 2012... 71 Zitting van 22 november 2012... 74 Rolnr. 2012/212 22 november 2012... 75 Rolnr. 2012/271 22 november 2012... 79 Rolnr. 2012/278 22 november 2012... 83 Rolnr. 2012/279 22 november 2012... 90 Rolnr. 2012/293 22 november 2012... 94 Rolnr. 2012/295 22 november 2012... 98 Zitting van 29 november 2012... 102 Rolnr. 2012/272 29 november 2012... 103 Rolnr. 2012/275 29 november 2012... 108

Rolnr. 2012/280 29 november 2012... 111 Rolnr. 2012/288 29 november 2012... 116 Rolnr. 2012/290 29 november 2012... 119 Rolnr. 2012/294 29 november 2012... 123 Zitting van 6 december 2014... 127 Rolnr. 2012/296 6 december 2014... 128 Rolnr. 2012/297 6 december 2014... 132 Rolnr. 2012/298 6 december 2012... 136 Rolnr. 2012/302 6 december 2014... 140 Rolnr. 2012/307 6 december 2012... 143 Rolnr. 2012/308 6 december 2012... 147 Rolnr. 2012/323 6 december 2012... 151 Zitting van 14 december 2012... 160 Rolnr. 2012/243 14 december 2012... 161 Rolnr. 2012/299 14 december 2012... 165 Rolnr. 2012/301 14 december 2012... 169 Rolnr. 2012/304 14 december 2012... 173 Rolnr. 2012/311 14 december 2012... 178 Rolnr. 2012/317 14 december 2012... 182 Zitting van 20 december 2012... 187 Rolnr. 2012/316 20 december 2012... 188 Rolnr. 2012/320 20 december 2012... 194 Rolnr. 2012/334 20 december 2012... 199

Zitting van 9 november 2012

Rolnr. 2012/220 9 november 2012 Rolnr. 2012/220 9 november 2012 Inzake... wonende..., Verzoekende partij Tegen een beslissing van de... met zetel...,... Verwerende partij 1. Behandeling van de zaak De zaak van de... werd behandeld op de openbare zitting van 9 november 2012. Gehoord werden: - de verzoekende partij: de heer... meester... - de verwerende partij: de heer... Nadat de Raad de partijen heeft gehoord, heeft hij de zaak in beraad genomen. De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota, de wederantwoordnota en de bij deze stukken toegevoegde documenten. 2. Voorwerp van het verzoekschrift Verzoekende partij tekent beroep aan tegen de studievoortgangsbeslissing waarbij de verzoekende partij geweigerd werd om zich opnieuw in te schrijven en tegen de beslissing van 26 september 2012 genomen in het kader van het intern beroep waarbij het intern beroep ongegrond werd verklaard. 3. Samenvatting van de feiten 3.1. Verzoekende partij is tijdens het academiejaar 2011-2012 ingeschreven in de bachelor in de Toegepaste Economische Wetenschappen. Verzoekende partij studeerde voorheen aan een andere universiteit, maar daar werd zij geweigerd nadat zij niet voldeed aan de opgelegde bindende voorwaarden. Verwerende partij heeft verzoekende partij toegelaten maar gezien de voorgeschiedenis onmiddellijk met bindende voorwaarden m.b.t. het academiejaar 2011-2012. De bindende voorwaarden bestonden erin dat de verzoekende partij ten minste 50% van de opgenomen studiepunten in 2011-2012 moest omzetten in credits. Verzoekende partij nam aan geen enkel examen deel en behaalde dan ook geen enkel credit in het academiejaar 2011-2012, waardoor zij niet voldeed aan de bindende voorwaarden. Een nieuwe inschrijving in 2012-2013 werd dan ook geweigerd. Het beroep betreft de studievoortgangsbeslissing waarbij de verzoekende partij de toelating geweigerd werd om zich opnieuw in te schrijven. 3.2. Verzoekende partij stelde op datum van 17 september 2012 een intern beroep in bij de interne beroepscommissie van de onderwijsinstelling. 3.3. Bij beslissing van de interne beroepscommissie op datum van 26 september 2012 werd het intern beroep ontvankelijk maar ongegrond verklaard. De interne beroepsbeslissing stelde dat op basis van het dossier en de gevoerde gesprekken de argumentatie van de verzoekende partij tegen de beslissing van de examencommissie

Rolnr. 2012/220 9 november 2012 m.b.t. de weigering van inschrijving in de bachelor TEW in het academiejaar 2012-2013 niet kan gevolgd worden en het beroep dus ongegrond is. De beslissing op intern beroep werd bij e-mail en per aangetekend schrijven van 28 september 2012 aan verzoekende partij overgemaakt. 3.4. Bij aangetekend schrijven van 3 oktober 2012 diende verzoekende partij een verzoekschrift in bij de Raad. 4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift 1. Uitputting interne beroepsmogelijkheden Verzoekende partij heeft het intern beroep regelmatig ingesteld en uitgeput. 2. Tijdigheid van het ingestelde beroep bij de Raad Verzoekende partij diende een verzoekschrift in bij de Raad bij aangetekend schrijven van 3 oktober 2012 tegen de beslissing op intern beroep van 26 september 2012. Vermits de beslissing per aangetekend schrijven van vrijdag 28 september 2012 werd verstuurd, neemt de Raad aan dat de verzoekende partij kennis heeft kunnen nemen van deze beslissing op maandag 1 oktober 2012. Op basis van de stukken uit het dossier blijkt niet dat verzoekende partij vroeger kennis heeft kunnen nemen van deze beslissing. De beroepstermijn van vijf kalenderdagen begint te lopen de dag na die van de kennisname, in casu vanaf 2 oktober 2012. Het beroep van 3 oktober 2012 werd derhalve tijdig binnen de vijf kalenderdagen na kennisname van de beslissing op intern beroep ingesteld. 5. Grond van de zaak 5.1. Uit het verzoekschrift kan worden opgemaakt dat de verzoekende partij de beslissing aanvecht waarbij zij niet wordt toegelaten om zich opnieuw in te schrijven. 5.1.1. Argumenten van de partijen Verzoekende partij stelt dat zij persoonlijke problemen had die thans opgelost zijn. De conclusie dat de psychische toestand van verzoekende partij haar niet toelaat om de opleiding grondig aan te pakken is volgens verzoekende partij dus overdreven. Verzoekende partij werpt op dat het terug goed gaat met haar sinds zij terug thuis woont en er kan dus niet worden gezegd dat er onvoldoende garanties zijn om te slagen. Verzoekende partij merkt op dat zij inderdaad niet voldeed aan de bindende voorwaarden, maar dat zij hier goede redenen voor had, namelijk persoonlijke en financiële problemen. Verwerende partij stelt dat de examencommissie een geldige beslissing heeft genomen, waarbij de verzoekende partij op basis van de opgelegde bindende voorwaarde geweigerd werd zich opnieuw in te schrijven voor de bachelor TEW. Verzoekende partij kende de bindende voorwaarde vermits deze in het verzoekschrift worden vermeld. Tevens erkent verzoekende partij dat zij niet voldeed aan de bindende voorwaarde. Vermits de verzoekende partij niet deelnam aan de examens, en dus niet de minste blijk van inspanning heeft getoond om aan de bindende voorwaarde te voldoen, heeft de examencommissie terecht geoordeeld dat een nieuwe inschrijving geweigerd moest worden. 5.1.2. Beoordeling door de Raad In haar intern beroep gaf de verzoekende partij toe dat zij niet voldaan had aan de bindende voorwaarden, maar dat persoonlijke en financiële redenen de oorzaak waren dat zij niet voldaan had aan de bindende voorwaarden, en dat die problemen thans opgelost waren, reden waarom zij vroeg om toch nog toelating te krijgen voor een nieuwe inschrijving. De beslissing op intern beroep geeft in het geheel geen antwoord op dit argument, maar

Rolnr. 2012/220 9 november 2012 volstaat met erop te wijzen dat de verzoekende partij niet voldaan had aan de bindende voorwaarden, dat zij dit erkende en wist wat de gevolgen waren van het niet respecteren van die voorwaarden, en dat er geen nieuwe elementen waren om de eerder genomen beslissing te hervormen. Met die uitleg valt niet te begrijpen dat de door de verzoekende partij aangevoerde persoonlijke en financiële redenen, waarvan de juistheid door de verwerende partij niet betwist wordt, niet relevant zijn bij het beoordelen van het verzoek van de verzoekende partij om toelating te krijgen om zich, ondanks het niet vervuld zijn van de bindende voorwaarden, toch opnieuw in te schrijven. Volledigheidshalve merkt de Raad op dat de door de verzoekende partij aangehaalde feiten, zo bewezen, mogelijk overmacht opleveren zodat de verzoekende partij op die grond teruggave van de studiepunten kan verkrijgen. Het middel is gegrond. 5.2. Het bij de Raad ingestelde beroep is gegrond. Besluit Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na beraadslaging dat het beroep van... ontvankelijk en gegrond is. De beslissing van 26 september 2012 genomen in het kader van het intern beroep wordt vernietigd. De bevoegde instantie van verwerende partij neemt uiterlijk op 16 november 2012 een nieuwe beslissing rekening houdend met de hoger vermelde overwegingen. De Raad verzoekt verwerende partij om hem in kennis te stellen van het gevolg dat aan het besluit wordt gegeven. De Raad doet geen uitspraak over kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is. Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep. Aldus beslist op 9 november 2012 te Brussel. De voorzitter, De bijzitters, Marc Boes Jean Goossens Piet Versweyvelt De secretarissen, Karla Van Lint Ellen Wens

Rolnr. 2012/225 9 november 2012 Rolnr. 2012/225 9 november 2012 Inzake... wonende... Verzoekende partij Tegen een beslissing van de... met zetel...,... hebbende als raadsman... kantoorhoudend...,... Verwerende partij 1. Behandeling van de zaak De zaak van... werd behandeld op de openbare zitting van 9 november 2012. Gehoord werd: - de verwerende partij:... Nadat de Raad de verwerende partij heeft gehoord, heeft hij de zaak in beraad genomen. De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota en de bij deze stukken toegevoegde documenten. 2. Voorwerp van het verzoekschrift Verzoekende partij tekent beroep aan tegen de studievoortgangsbeslissing waarbij de verzoekende partij niet geslaagd werd verklaard voor het opleidingsonderdeel Masterproject en tegen de beslissing van 27 september 2012 genomen in het kader van het intern beroep waarbij het intern beroep ongegrond werd verklaard. 3. Samenvatting van de feiten 3.1. Verzoekende partij is tijdens het academiejaar 2011-2012 ingeschreven in de master of arts in de audiovisuele kunsten. Het beroep betreft de studievoortgangsbeslissing voor het opleidingsonderdeel Masterproject (7/20). 3.2. Verzoekende partij stelde op datum van 13 september 2012 een intern beroep in bij Directeur Onderwijsbeleid van de onderwijsinstelling. 3.3. Bij beslissing van de Directeur Onderwijsbeleid op datum van 24 september 2012 werd aan de examencommissie gevraagd om de beoordeling en de motivering opnieuw te bekijken. Bij beslissing van de bijzondere examencommissie op datum van 27 september 2012 werd het intern beroep ongegrond verklaard. De interne beroepsbeslissing stelde, na grondige evaluatie van het juryverslag en de bijlage, dat de resultaten voor het opleidingsonderdeel Masterproject onvoldoende waren. De beslissing op intern beroep werd per schrijven van 27 september 2012 aan verzoekende partij overgemaakt. 3.4. Bij aangetekend schrijven van 2 oktober 2012 diende verzoekende partij een verzoekschrift in bij de Raad.

Rolnr. 2012/225 9 november 2012 4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift 1. Uitputting interne beroepsmogelijkheden Verzoekende partij heeft het intern beroep regelmatig ingesteld en uitgeput. 2. Tijdigheid van het ingestelde beroep bij de Raad Verzoekende partij diende een verzoekschrift in bij de Raad bij aangetekend schrijven van 2 oktober 2012 tegen de beslissing op intern beroep van 27 september 2012. Vermits de beslissing per aangetekend schrijven van 27 september 2012 werd verstuurd, neemt de Raad aan dat de verzoekende partij kennis heeft kunnen nemen van deze beslissing op 28 september 2012. Op basis van de stukken uit het dossier blijkt niet dat verzoekende partij vroeger kennis heeft kunnen nemen van deze beslissing. De beroepstermijn van vijf kalenderdagen begint te lopen de dag na die van de kennisname, in casu vanaf 29 september 2012. Het beroep van 2 oktober 2012 werd derhalve tijdig binnen de vijf kalenderdagen na kennisname van de beslissing op intern beroep ingesteld. 5. Grond van de zaak 5.1. Uit het verzoekschrift kan worden opgemaakt dat de verzoekende partij zich beroept op de schending van de motiveringsplicht en een schending van het onpartijdigheidsbeginsel. 5.1.1. Argumenten van de partijen Verzoekende partij stelt dat de juryleden bevooroordeeld zijn. Verzoekende partij werpt op dat uit de commentaren van de juryleden die in het feedback document werden neergeschreven, blijkt dat zij het werk van verzoekende partij niet grondig hebben bestudeerd. Het antwoord op de meeste vragen staat immers wel in de tekst van het masterproject. Tevens staan er in de feedback vage en persoonlijke opmerkingen die niet degelijk onderbouwd zijn. Verzoekende partij merkt op dat het project volledig haar idee was en wijst op de originaliteit van het project. Verzoekende partij verwijst naar andere studenten die wel slaagden, terwijl zij hun project van het internet hebben overgenomen. Tenslotte stelt de verzoekende partij de puntenverdeling in vraag, vermits er werd gezegd dat het technologisch gedeelte van het werk zeer goed was. Verzoekende partij wenst dat het project wordt herbekeken door een onafhankelijke derde partij. Verwerende partij stelt dat de doelstellingen voor het opleidingsonderdeel Masterproject zijn neergeschreven in de Info Masterjury en de verzoekende partij betwist niet dat zij hiervan kennis had. De evaluatie gebeurt op basis van de volgende elementen: een geschreven dissertatietekst, een prototype, een presentatie waarin onderzoek en ontwerp worden toegelicht voor een jury van experts en de presentatie van het werk in de context van de eindejaarstentoonstelling. De jury is samengesteld uit een interne en externe jury. De interne jury doet aan proces- en productevaluatie en de externe jury doet aan productevaluatie. Het juryverslag bevat de motivatie van de interne en de externe jury en de eindconclusie. Verder is er ook nog een uitgebreide motivering over de masterproef. Uit het juryverslag en uit het uitgebreid verslag blijkt duidelijk dat verzoekende partij er niet in is geslaagd om zich een aantal essentiële competenties eigen te maken. Er werd duidelijk gemotiveerd waarom verzoekende partij de eindcompetenties onvoldoende heeft verworven. Zo werden volgende punten o.a. aangehaald: gebrek aan kritisch inzicht, gebrek aan verwerking van de aangereikte methodes, de onderzoeksvraag wordt niet beantwoord, het onderzoek is oppervlakkig gevoerd,. Verwerende partij stelt dat de motivering van de jury dus wel degelijk gestaafd is met concrete opmerkingen. Verder stelt verwerende partij wat de puntenverdeling betreft, dat het opleidingsonderdeel

Rolnr. 2012/225 9 november 2012 Masterproject gequoteerd wordt op 20 en niet delibereerbaar is. De beoordelingselementen worden niet afzonderlijk geëvalueerd en er wordt dus geen apart punt toegekend voor de technologische aspecten van het masterproject. Verwerende partij wijst er nog op dat de Raad zijn beoordeling omtrent de waarde of verdiensten van een student niet in de plaats kan stellen van die van het bestuur. De Raad ziet er wel op toe of de betwiste beslissing op regelmatige wijze tot stand is gekomen en binnen de grenzen van het redelijke ligt. De beslissing van de examencommissie ligt in casu binnen de grenzen van het redelijke en is op regelmatige en gemotiveerde wijze tot stand gekomen. 5.1.2. Beoordeling door de Raad De eerste grief, namelijk dat de leden van jury bevooroordeeld zijn, steunt alleen op het argument dat zij onvoldoende kennis hebben genomen van het werk van de verzoekende partij. Inhoudelijk komt die grief er op neer dat de evaluatie van het masterproject onvoldoende gemotiveerd is. Als dat al zo is dat is de tweede grief die hierna wordt onderzocht dan toont dat niet aan dat de leden van de jury bevooroordeeld zouden zijn. De eerste grief is niet gegrond. Op de tweede plaats klaagt de verzoekende partij erover dat de kritieken van de jury niet gefundeerd zijn, omdat de antwoorden op de vragen die zij bij het werk stellen wel degelijk in het werk te vinden zijn. Een analyse van de motieven van de interne jury toont aan dat zij vooral van mening is dat het werk van de verzoekende partij onvoldoende wetenschappelijk is, pover op het vlak van de literatuurstudie, en teveel praktijkgericht. De verzoekende partij erkent dat de literatuurstudie niet echt uitgebreid is, en stelt wat het verwijt van onvoldoende wetenschappelijke aanpak betreft dat dit een subjectieve mening is. De Raad herinnert eraan dat hij zijn oordeel over de verdiensten van een student niet in de plaats mag stellen van die van de bevoegde instanties van de onderwijsinstelling. De Raad ziet er wel op toe dat de bestreden beslissingen op regelmatige wijze tot stand zijn gekomen en binnen de grenzen van de redelijkheid liggen. De hiervoor weergegeven motivering van de interne jury wordt door de verzoekende partij deels als juist erkend, en voor het overige niet op ernstige wijze betwist. De kritiek van de externe jury loopt grotendeels parallel met de kritiek van de interne jury, meer bepaald onvoldoende literatuuronderzoek en gebrekkige methodologie, waardoor de besluiten van het werk van bedenkelijke kwaliteit zijn. Ook hier komt de verzoekende partij nauwelijks verder dan het tegendeel te poneren, en zonder verdere verduidelijking eraan toevoegend dat zijn werk wel een sociale dimensie heeft. Binnen de grenzen van zijn beoordelingsbevoegdheid kan de Raad niet stellen dat de motivering van de evaluatie onwettelijk of kennelijk onredelijk is. De klacht is niet gegrond. De grief dat het werk van de verzoekende partij wel origineel is, terwijl een aantal andere studenten die wel geslaagd zijn niet meer gedaan hebben dan hun werk van internet te halen, faalt omdat de verzoekende partij niet alleen geen concrete gegevens bijbrengt, maar in ieder geval, het ten onrechte doen slagen van andere studenten is geen reden om de verzoekende partij dan ook maar te laten slagen. De klacht tenslotte over de onduidelijkheid van de puntenverdeling bij de evaluatie is evenmin gegrond. De verzoekende partij stelt dat het technologisch gedeelte van het werk zeer goed was. Dit wordt erkend door de interne jury, maar de negatieve evaluatie van de interne jury, en ook van de externe jury, wordt gemotiveerd door het gebrek aan wetenschappelijke aanpak en methodologie, kritieken waarvan bij de bespreking van het tweede onderdeel gebleken is dat ze niet onredelijk zijn. Uit de meegedeelde ECTS fiches blijkt ook dat het kritisch onderzoek vooropstaat bij het masterproject, en dat bij de evaluatie van het werk de criteria zijn: technische en conceptuele vooruitgang en afsluitende voorstelling. Zoals de Raad reeds meermaals geoordeeld heeft, een tekort aan zelfs maar een competentie kan een negatieve evaluatie verantwoorden, en in deze zaak hebben de beide jury s vastgesteld, op niet onredelijke wijze, dat het werk lacunes vertoont wat betreft de wetenschappelijke aanpak, wat kan begrepen worden als een onvoldoende duiding van de conceptuele vooruitgang die het project bijbrengt.

Rolnr. 2012/225 9 november 2012 Het middel is niet gegrond. 5.2. Het bij de Raad ingestelde beroep is niet gegrond. Besluit Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na beraadslaging dat het beroep van... ontvankelijk maar niet gegrond is. De beslissing van 27 september 2012 genomen in het kader van het intern beroep blijft gehandhaafd. De Raad doet geen uitspraak over kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is. Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep. Aldus beslist op 9 november 2012 te Brussel. De voorzitter, De bijzitters, Marc Boes Jean Goossens Piet Versweyvelt De secretarissen, Karla Van Lint Ellen Wens

Rolnr. 2012/235 9 november 2012 Rolnr. 2012/235 9 november 2012 Inzake... wonende... Verzoekende partij Tegen een beslissing van de... met zetel... Verwerende partij 1. Behandeling van de zaak De zaak van... werd behandeld op de openbare zitting van 9 november 2012. Gehoord werden: - de verzoekende partij:... - de verwerende partij:... Nadat de Raad de partijen heeft gehoord, heeft hij de zaak in beraad genomen. De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota, de wederantwoordnota en de bij deze stukken toegevoegde documenten. 2. Voorwerp van het verzoekschrift Verzoekende partij tekent beroep aan tegen de studievoortgangsbeslissing waarbij verzoekende partij niet geslaagd werd verklaard voor het opleidingsonderdeel Arbeidsrecht en Sociale Zekerheidsrecht en tegen de beslissing van 3 oktober 2012 genomen in het kader van het intern beroep waarbij het intern beroep onontvankelijk werd verklaard. 3. Samenvatting van de feiten 3.1. Verzoekende partij is tijdens het academiejaar 2011-2012 ingeschreven in de bachelor in de rechten. Het beroep betreft de studievoortgangsbeslissing voor het opleidingsonderdeel Arbeidsrecht en Sociale Zekerheidsrecht. 3.2. Verzoekende partij stelde op datum van 21 september 2012 een intern beroep in bij de interne beroepscommissie van de onderwijsinstelling. 3.3. Bij beslissing van de voorzitter van de interne beroepscommissie op datum van 3 oktober 2012 werd het intern beroep onontvankelijk verklaard. De interne beroepsbeslissing stelde dat de beroepstermijn begint te lopen vanaf de kennisname van de examenbeslissing en niet vanaf kennisname van de examenkopij. Maar zelfs als de beroepstermijn begint te lopen van de kennisname van de examenkopij werd de termijn van 5 kalenderdagen niet gerespecteerd. Het intern beroep had uiterlijk op 10 september 2012 moeten worden ingediend, terwijl verzoekende partij dit beroep pas op 21 september 2012 heeft ingesteld. Het beroep werd laattijdig ingediend. De beslissing op intern beroep werd bij e-mail van 3 oktober 2012 en per aangetekend schrijven aan verzoekende partij overgemaakt. 3.4. Bij aangetekend schrijven van 5 oktober 2012 diende verzoekende partij een verzoekschrift in bij de Raad.

Rolnr. 2012/235 9 november 2012 4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift Vormvereisten van het ingestelde beroep Uit het voorliggende dossier blijkt dat het verzoekschrift niet werd ondertekend, noch door de verzoekende partij, noch door een raadsman. Artikel II.24 van het Aanvullingsdecreet [1] bepaalt dat het verzoekschrift op straffe van onontvankelijkheid moet ondertekend zijn door de verzoekende partij of haar raadsman. Het beroep van verzoekende partij is derhalve niet ontvankelijk. Besluit Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na beraadslaging dat het beroep van... onontvankelijk is. De Raad doet geen uitspraak over kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is. Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep. Aldus beslist op 9 november 2012 te Brussel. De voorzitter, De bijzitters, Marc Boes Jean Goossens Piet Versweyvelt De secretarissen, Karla Van Lint Ellen Wens [1] Decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering in Vlaanderen.

Rolnr. 2012/242 9 november 2012 Rolnr. 2012/242 9 november 2012 Inzake... wonende... Verzoekende partij Tegen een beslissing van de... met zetel... Verwerende partij 1. Behandeling van de zaak De zaak van... werd behandeld op de openbare zitting van 9 november 2012. Gehoord werden: - de verzoekende partij:... - de verwerende partij:... Nadat de Raad de partijen heeft gehoord, heeft hij de zaak in beraad genomen. De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota, de wederantwoordnota en de bij deze stukken toegevoegde documenten. 2. Voorwerp van het verzoekschrift Verzoekende partij tekent beroep aan tegen de studievoortgangsbeslissing waarbij de verzoekende partij geweigerd wordt om in academiejaar 2012-2013 opnieuw in te schrijven in de Master of Statistics en tegen de beslissing van 3 oktober 2012 genomen in het kader van het intern beroep waarbij het intern beroep ongegrond werd verklaard. 3. Samenvatting van de feiten 3.1. Verzoekende partij wil zich tijdens het academiejaar 2012-2013 opnieuw inschrijven in de Master of Statistics. Het beroep betreft de studievoortgangsbeslissing van 11 september 2012 waarbij verzoekende partij geweigerd wordt om in academiejaar 2012-2013 opnieuw in te schrijven in de Master of Statistics. Verzoekende partij voldeed immers niet aan de eerder opgelegde bindende voorwaarden. 3.2. Verzoekende partij stelde op datum van 21 september 2012 een intern beroep in bij de interne beroepscommissie van de onderwijsinstelling. 3.3. Bij beslissing van de interne beroepscommissie op datum van 3 oktober 2012 werd het intern beroep ontvankelijk maar ongegrond verklaard. De beslissing op intern beroep werd aan verzoekende partij overgemaakt. 3.4. Bij aangetekend schrijven van 8 oktober 2012 diende verzoekende partij een verzoekschrift in bij de Raad. 4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift Vormvereisten van het ingestelde beroep bij de Raad Uit het voorliggende dossier blijkt dat het verzoekschrift niet werd ondertekend, noch door de

Rolnr. 2012/242 9 november 2012 verzoekende partij, noch door een raadsman. Artikel II.24 van het Aanvullingsdecreet[1] bepaalt dat het verzoekschrift op straffe van onontvankelijkheid moet ondertekend zijn door de verzoekende partij of haar raadsman. Het beroep van verzoekende partij is derhalve niet ontvankelijk. Besluit Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na beraadslaging dat het beroep van de heer... onontvankelijk is. De Raad doet geen uitspraak over kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is. Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep. Aldus beslist op 9 november 2012 te Brussel. De voorzitter, De bijzitters, akmarc Boes Jean Goossens Piet Versweyvelt De secretarissen, Karla Van Lint Ellen Wens [1] Decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering in Vlaanderen.

Rolnr. 2012/250 9 november 2012 Rolnr. 2012/250 9 november 2012 Inzake... wonende...,... Verzoekende partij Tegen een beslissing van de... met zetel...,... Verwerende partij 1. Behandeling van de zaak De zaak van de... werd behandeld op de openbare zitting van 9 november 2012. Gehoord werden: - de verzoekende partij:... - de verwerende partij:... Nadat de Raad de partijen heeft gehoord, heeft hij de zaak in beraad genomen. De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota, de wederantwoordnota en de bij deze stukken toegevoegde documenten. 2. Voorwerp van het verzoekschrift Verzoekende partij tekent beroep aan tegen de studievoortgangsbeslissing waarbij de verzoekende partij geweigerd wordt om zich opnieuw in te schrijven en tegen de beslissing van 5 oktober 2012 genomen in het kader van het intern beroep waarbij het intern beroep ongegrond werd verklaard. 3. Samenvatting van de feiten 3.1. Verzoekende partij is tijdens de academiejaren 2010-2011 en 2011-2012 ingeschreven in de bachelor of science in de biologie. Verzoekende partij schreef zich telkens voor 60 studiepunten in, maar behaalde geen enkele credit. Na afloop van het academiejaar 2010-2011 kreeg verzoekende partij een bindende voorwaarde opgelegd, die inhield dat zij bij de volgende inschrijving voor dezelfde opleiding diende te slagen voor minstens de helft van de opgenomen studiepunten, zoniet zou zij geen derde keer meer kunnen inschrijven voor die opleiding. Verzoekende partij heeft aan die bindende voorwaarde niet voldaan, en werd niet toegelaten om zich nogmaals in te schrijven. Het beroep betreft de studievoortgangsbeslissing waarbij verzoekende partij de toelating geweigerd werd om zich opnieuw in te schrijven. 3.2. Verzoekende partij stelde een intern beroep in bij interne beroepscommissie van de onderwijsinstelling. 3.3. Bij beslissing van interne beroepscommissie op datum van 5 oktober 2012 werd het intern beroep ongegrond verklaard. De interne beroepsbeslissing stelde dat uit de studieloopbaan en de gerealiseerde studievoortgang manifest blijkt dat alsnog toelating geven om in te schrijven met bindende voorwaarden geen positief resultaat zal opleveren.

Rolnr. 2012/250 9 november 2012 De beslissing op intern beroep werd aan verzoekende partij overgemaakt. 3.4. Bij aangetekend schrijven van 11 oktober 2012 diende verzoekende partij een verzoekschrift in bij de Raad. 4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift 1. Uitputting interne beroepsmogelijkheden Verzoekende partij heeft het intern beroep regelmatig ingesteld en uitgeput. 2. Tijdigheid van het ingestelde beroep bij de Raad Verzoekende partij diende een verzoekschrift in bij de Raad bij aangetekend schrijven van 11 oktober 2012 tegen de beslissing op intern beroep van 5 oktober 2012. Vermits de beslissing per schrijven van vrijdag 5 oktober 2012 werd verstuurd, neemt de Raad aan dat de verzoekende partij kennis heeft kunnen nemen van deze beslissing op maandag 8 oktober 2012. Op basis van de stukken uit het dossier blijkt niet dat verzoekend partij vroeger kennis heeft kunnen nemen van deze beslissing. De beroepstermijn van vijf kalenderdagen begint te lopen de dag na die van de kennisname, in casu vanaf 9 oktober 2012. Het beroep van 11 oktober 2012 werd derhalve tijdig binnen de vijf kalenderdagen na kennisname van de beslissing op intern beroep ingesteld. 5. Grond van de zaak 5.1. Uit het verzoekschrift kan worden opgemaakt dat de verzoekende partij de beslissing aanvecht waarin werd gestipuleerd dat zij zich niet opnieuw kan inschrijven. 5.1.1. Argumenten van de partijen Verzoekende partij stelt dat zij al twee keer inschreef voor de bachelor of science in de biologie. Verzoekende partij slaagde niet voor de opleiding omwille van de thuissituatie. Verzoekende partij stelt wel te geloven dat zij een diploma kan behalen. Verzoekende partij stelt dat zij de onzekerheid heeft overwonnen en wel degelijk kan slagen in de opleiding. Verzoekende partij merkt op dat zij zich enorm zal inzetten en wenst een kans om de studie af te maken. Verwerende partij stelt dat de bestreden beslissing gebaseerd is op artikel... OER 2012-13. Artikel... OER is de implementatie en specificatie in het OER van artikel 52 1 Flexibiliseringsdecreet. Verwerende partij geeft aan dat verzoekende partij na afloop van het academiejaar 2010-2011 automatisch bindende voorwaarden opgelegd kreeg. Verzoekende partij heeft niet voldaan aan de bindende voorwaarde. Verzoekende partij schreef zich in het academiejaar 2011-2012 immers in voor 60 studiepunten, maar slaagde voor geen enkel opleidingsonderdeel. Verzoekende partij gaf aan dat de slechte prestaties het gevolg waren van een problematische thuissituatie, maar er werden geen attesten gevoegd. Er kon dan ook niet worden nagegaan of dit met de werkelijkheid strookte. Bovendien zijn er geen stukken waaruit blijkt dat de situatie van verzoekende partij dermate is gewijzigd dat zij ondanks de gesignaleerde problemen thans wel een redelijke studievoortgang zou kunnen maken. Verwerende partij geeft dan ook aan dat het niet onredelijk is om een student in die omstandigheden en gelet op zijn slechte studievoortgang in de vorige academiejaren niet toe te laten om zich opnieuw in te schrijven. 5.1.2. Beoordeling door de Raad Het komt de Raad niet toe om in de plaats van de bevoegde instanties van de onderwijsinstelling te beslissen of een student, spijts hij niet voldaan heeft aan de eerder opgelegde bindende voorwaarden, toch toelating moet krijgen om zich opnieuw in te

Rolnr. 2012/250 9 november 2012 schrijven. De Raad ziet er wel op toe dat de bestreden beslissing op regelmatige wijze tot stand is gekomen en binnen de grenzen van de redelijkheid ligt. In deze zaak blijkt dat de verzoekende partij, zoals zij zelf erkent, geen enkele credit behaald heeft in het academiejaar 2011-2012, terwijl zij minstens voor de helft van het opgenomen aantal studiepunten - 30 op 60 een credit diende te behalen. Zij behaalde evenmin een credit (op 60 studiepunten) in het academiejaar 2010-2011. Het oordeel van de verwerende partij dat de door de verzoekende partij aangehaalde redenen van medische aard niet voldoende waren om te doen vermoeden dat een nieuwe inschrijving tot een positief resultaat zou leiden, is in het licht van de voorheen behaalde studieresultaten niet onredelijk, laat staan kennelijk onredelijk. Dat de verzoekende partij een andere overtuiging is toegedaan is niet van aard om aan dat oordeel iets te wijzigen. Volledigheidshalve merkt de Raad op dat, zo de door de verzoekende partij aangehaalde redenen voor haar falen in de vorige jaren juist zijn, dit mogelijk een geval van overmacht zou kunnen uitmaken, op grond waarvan teruggave van de verloren studiepunten verkregen zou kunnen worden. Het middel is niet gegrond. 5.2. Het bij de Raad ingestelde beroep is niet gegrond. Besluit Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na beraadslaging dat het beroep van de heer... ontvankelijk maar niet gegrond is. De beslissing van 5 oktober 2012 genomen in het kader van het intern beroep blijft gehandhaafd. De Raad doet geen uitspraak over kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is. Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep. Aldus beslist op 9 november 2012 te Brussel. De voorzitter, De bijzitters, Marc Boes Jean Goossens Piet Versweyvelt De secretarissen, Karla Van Lint Ellen Wens

Rolnr. 2012/251 9 november 2012 Rolnr. 2012/251 9 november 2012 Inzake... wonende...,... hebbende als raadsman... kantoorhoudend... Verzoekende partij Tegen een beslissing van de... met zetel... Verwerende partij 1. Behandeling van de zaak De zaak van... werd behandeld op de openbare zitting van 9 november 2012. Gehoord werd: - de verzoekende partij:...... Nadat de Raad de verzoekende partij heeft gehoord, heeft hij de zaak in beraad genomen. De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota en de bij deze stukken toegevoegde documenten. 2. Voorwerp van het verzoekschrift Verzoekende partij vraagt teruggave van haar leerkrediet ten belope van 34 studiepunten, verloren tijdens het academiejaar 2011-2012, omwille van een overmachtssituatie. In zoverre het beroep begrepen moet worden als gericht tegen de beslissing vervat in de beslissing van 27/9/2012 waarbij de inschrijving slechts wordt toegelaten tot beloop van het saldo van het leerkrediet, doet verzoekende partij afstand van het aldus begrepen beroep. 3. Samenvatting van de feiten 3.1. Verzoekende partij is tijdens het academiejaar 2011-2012 ingeschreven in de bachelor in de rechten. Verzoekende partij vraagt 34 studiepunten terug voor dat academiejaar vermits zij niet alle examenkansen kon benutten omwille van overmacht. 3.2. Verzoekende partij heeft een verzoek tot teruggave van het leerkrediet gericht aan de onderwijsinstelling. 3.3. De onderwijsinstelling stelt bij schrijven van 4 oktober 2012 dat er inhaalexamens voor bepaalde opleidingsonderdelen werden georganiseerd maar dat verzoekende partij ook niet kon deelnemen aan de inhaalexamens (namelijk voor...,,...,... Voor... kon geen aangepaste examenregeling worden georganiseerd. Verzoekende partij kon ook niet deelnemen aan het examen... 3.4. Bij aangetekend schrijven van 10 oktober 2012 diende verzoekende partij een verzoekschrift in bij de Raad. 4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift

Rolnr. 2012/251 9 november 2012 1. Uitputting interne beroepsmogelijkheden Verzoekende partij heeft het intern beroep regelmatig ingesteld en uitgeput. 2. Tijdigheid van het ingestelde beroep bij de Raad Verzoekende partij diende een verzoekschrift in bij de Raad bij aangetekend schrijven van 10 oktober 2012 tegen de beslissing op intern beroep van 4 oktober 2012. Verzoekende partij heeft op 5 oktober 2012 kennis gekregen van deze beslissing. Op basis van de stukken uit het dossier blijkt niet dat verzoekende partij vroeger kennis heeft kunnen nemen van deze beslissing. De beroepstermijn van vijf kalenderdagen begint te lopen de dag na die van de kennisname, in casu vanaf 6 oktober 2012. Het beroep van 10 oktober 2012 werd derhalve tijdig binnen de vijf kalenderdagen na kennisname van de beslissing op intern beroep ingesteld. 3. Overtuigingstukken Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken: - Verklaring van arbeidsonderbreking dd. 10/1/2012 waaruit blijkt dat verzoekende partij onbekwaam is om examens af te leggen en lessen te volgen van 10/1/2012 tot en met 13/1/2012; - Verklaring van arbeidsonderbreking dd. 20/1/2012 waaruit blijkt dat verzoekende partij onbekwaam is om examens af te leggen en lessen te volgen van 20/1/2012 tot en met 22/1/2012; - Verklaring van arbeidsonderbreking dd. 2/2/2012 waaruit blijkt dat verzoekende partij onbekwaam is om examens af te leggen en lessen te volgen van 2/2/2012 tot en met 2/2/2012; - Verklaring van arbeidsonderbreking dd. 25/6/2012 waaruit blijkt dat verzoekende partij onbekwaam is om examens af te leggen en lessen te volgen van 25/6/2012 tot en met 28/6/2012; - Verklaring van arbeidsonderbreking dd. 21/8/2012 waaruit blijkt dat verzoekende partij onbekwaam is om examens af te leggen en lessen te volgen van 21/8/2012 tot en met 23/8/2012; - Verklaring van arbeidsonderbreking waaruit blijkt dat verzoekende partij onbekwaam is om examens af te leggen en lessen te volgen van 27/8/2012 tot en met 28/8/2012; - Verklaring van arbeidsonderbreking dd. 4/9//2012 waaruit blijkt dat verzoekende partij onbekwaam is om examens af te leggen en lessen te volgen van 4/9/2012 tot en met 5/9/2012; - Verklaring van arbeidsonderbreking dd. 7/9/2012 waaruit blijkt dat verzoekende partij onbekwaam is om examens af te leggen en lessen te volgen op 7/9/2012; - Medisch attest dd. 13 juni 2012 waaruit de medische problematiek van verzoekende partij blijkt. Tevens wordt gestipuleerd dat verzoekende partij sedert 2011 wordt gevolgd en behandeld. 4. Voorwerp van het verzoekschrift Voorliggend beroepschrift betreft een studievoortgangsbeslissing in de zin van artikel II.1,15 bis j) van het Aanvullingsdecreet.[1] De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over een dergelijke studievoortgangsbeslissing. De Raad oordeelt in voorkomend geval over: - de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de instellingen heen gelijk is; - de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.

Rolnr. 2012/251 9 november 2012 Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling is gegrond in die zin dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het besluit van de Raad ambtshalve zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken opleidingsonderdelen. 5. Ontvankelijkheid Het verzoekschrift van verzoekende partij is ontvankelijk. 5. Grond van de zaak 5.1. De verzoekende partij motiveert haar verzoek als volgt: Verzoekende partij stelt dat zij omwille van chronische gezondheidsproblemen niet heeft kunnen deelnemen aan verschillende examens. Verzoekende partij heeft steeds medische attesten voorgelegd. 5.2. De onderwijsinstelling gedraagt zich naar de wijsheid van de Raad. 5.3. Overmacht is een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien, verhinderd of overwonnen kon worden. (RvS 15 maart 2011, nr.212.044, Gazan). De Raad is van oordeel dat uit de voorgelegde stukken naar genoegen van recht blijkt dat de verzoekende partij ten gevolge van overmacht haar examenkansen niet volledig heeft kunnen benutten. De Raad oordeelt dat in voorliggend geval om organisatorische redenen er geen aangepaste examenregeling mogelijk was. 5.4. De Raad is van oordeel dat het leerkrediet ten belope van 34 studiepunten kan worden teruggegeven. De Raad brengt de Stuurgroep Databank Hoger Onderwijs op de hoogte van dit besluit. 5.6. Het bij de Raad ingestelde beroep is ontvankelijk en gegrond. Besluit Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na beraadslaging dat het beroep tot terugvordering van het leerkrediet van... ontvankelijk en gegrond is. Het verloren leerkrediet ten belope van 34 studiepunten voor het academiejaar 2011-2012 wordt teruggegeven. De Raad doet geen uitspraak over kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is. Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep. Aldus beslist op 9 november 2012 te Brussel. De voorzitter, De bijzitters, Marc Boes Jean Goossens Piet Versweyvelt

Rolnr. 2012/251 9 november 2012 De secretarissen, Karla Van Lint Ellen Wens [1] Decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de medezeggenschap in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, B.S. 10 juni 2004.

Rolnr. 2012/255 9 november 2012 Rolnr. 2012/255 9 november 2012 Inzake... wonende... Verzoekende partij Tegen een beslissing van de... met zetel...,... Verwerende partij 1. Behandeling van de zaak De zaak van... werd behandeld op de openbare zitting van 9 november 2012. Gehoord werden: - de verzoekende partij:... - de verwerende partij:... Nadat de Raad de partijen heeft gehoord, heeft hij de zaak in beraad genomen. De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota, de wederantwoordnota en de bij deze stukken toegevoegde documenten. 2. Voorwerp van het verzoekschrift Verzoekende partij tekent beroep aan tegen de studievoortgangsbeslissing waarbij de verzoekende partij 14/20 behaald heeft voor het opleidingsonderdeel Masterproef II en tegen de beslissing van 5 oktober 2012 genomen in het kader van het intern beroep waarbij het intern beroep ongegrond werd verklaard. 3. Samenvatting van de feiten 3.1. Verzoekende partij is tijdens het academiejaar 2011-2012 ingeschreven in de master of science in de psychologie, afstudeerrichting klinische psychologie. Het beroep betreft de studievoortgangsbeslissing voor het opleidingsonderdeel Masterproef II. 3.2. Verzoekende partij stelde een intern beroep in bij de interne beroepscommissie van de onderwijsinstelling. 3.3. Bij beslissing van de interne beroepscommissie op datum van 5 oktober 2012 werd het intern beroep ongegrond verklaard. De beslissing op intern beroep werd aan verzoekende partij overgemaakt. 3.4. Bij aangetekend schrijven van 10 oktober 2012 diende verzoekende partij een verzoekschrift in bij de Raad. 4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift Vormvereisten van het ingestelde beroep bij de Raad Uit het voorliggende dossier blijkt dat het verzoekschrift niet werd ondertekend, noch door de verzoekende partij, noch door een raadsman. Artikel II.24 van het Aanvullingsdecreet [1] bepaalt dat het verzoekschrift op straffe van onontvankelijkheid moet ondertekend zijn door de verzoekende partij of haar raadsman.

Rolnr. 2012/255 9 november 2012 Het beroep van verzoekende partij is derhalve niet ontvankelijk. Besluit Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na beraadslaging dat het beroep van... onontvankelijk is. De Raad doet geen uitspraak over kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is. Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep. Aldus beslist op 9 november 2012 te Brussel. De voorzitter, De bijzitters, Marc Boes Jean Goossens Piet Versweyvelt De secretarissen, Karla Van Lint Ellen Wens [1] Decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering in Vlaanderen.

Rolnr. 2012/258 9 november 2012 Rolnr. 2012/258 9 november 2012 Inzake... wonende... Verzoekende partij Tegen een beslissing van de... met zetel...,... Verwerende partij 1. Behandeling van de zaak De zaak van... werd behandeld op de openbare zitting van 9 november 2012. Gehoord werd: - de verwerende partij:... Nadat de Raad de verwerende partij heeft gehoord, heeft hij de zaak in beraad genomen. De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota, de wederantwoordnota en de bij deze stukken toegevoegde documenten. 2. Voorwerp van het verzoekschrift Verzoekende partij tekent beroep aan tegen de studievoortgangsbeslissing waarbij de verzoekende partij niet geslaagd werd verklaard voor het opleidingsonderdeel masterproef en tegen de beslissing van 5 oktober 2012 genomen in het kader van het intern beroep waarbij het intern beroep onontvankelijk werd verklaard. 3. Samenvatting van de feiten 3.1. Verzoekende partij is tijdens het academiejaar 2011-2012 ingeschreven in de master of science in de farmaceutische zorg. Het beroep betreft de studievoortgangsbeslissing voor het opleidingsonderdeel masterproef. 3.2. Verzoekende partij stelde een intern beroep in bij de interne beroepscommissie van de onderwijsinstelling. 3.3. Bij beslissing van de interne beroepscommissie op datum van 5 oktober 2012 werd het intern beroep onontvankelijk verklaard. De beslissing op intern beroep werd en per schrijven van 8 oktober 2012 aan verzoekende partij overgemaakt. 3.4. Bij aangetekend schrijven van 13 oktober 2012 diende verzoekende partij een verzoekschrift in bij de Raad. 4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift Vormvereisten van het ingestelde beroep Uit het voorliggende dossier blijkt dat het verzoekschrift niet werd ondertekend, noch door de verzoekende partij, noch door een raadsman. Artikel II.24 van het Aanvullingsdecreet [1] bepaalt dat het verzoekschrift op straffe van onontvankelijkheid moet ondertekend zijn door de verzoekende partij of haar raadsman.