KRONIEK ,.-*- SURINAME

Vergelijkbare documenten
VOORWAARDELIJKE VEROORDEELING

VREEMDELINGEN? DOOR MR. B. DE GAAY FORTMAN.


Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten,

1965 No.10. Landsverordening van 22 augustus 1964 houdende bepalingen met betrekking tot de arbeidsbemiddeling (Arbeidsbemiddelingsverordening).

ALGEMEENE BEPALINGEN VOOR DE BURGERLIJKE LUCHTVAART IN SURINAME. Inleidende bepalingen. Artikel 1.

HET NEDERLANDERSCHAP IN SURINAME EN CURAgAO

GESCHIEDENIS SO3 TV

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAEDIE VAN NEDERLANDSCH WEST-INDIË. III (S/(rf)

ANTWOORD OP INDRUK VAN SURINAME" VAN IR. IMAN G. J. VAN DEN BOSCH

Vestigingsregeling voor bedrijven

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

SURINAME HOOFDSTUK IV VAKANTIEWET

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Les 1: Kinderarbeid. Bedelende jongen

ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462

Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) ===================================================================== Artikel 1

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw )

Protocol inzake de samenwerking op het gebied van voogdijvoorzieningen tussen Nederland en de Nederlandse Antillen

Toezicht, proces-verbaal, stakingsbevel en administratieve geldboete

LANDVERHUIZING NAAR DE TROPEN OF AANSLUITING BIJ DUITSCHLAND

SURINAME. WET OP DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST 1962 GOUVERNEMENTSBLAD van SURINAME NO. 106

Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

ECONOMISCH SURINAME EN HET LOONSTELSEL

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Rederlandschlndisde laatschappij

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van de wetten van 28 Mei 1925 (Staatsblad nos. 221 en 222).

OPEN BRIEF AAN DE NATIONALE ASSEMBLEE INZAKE: Het constitutioneel kiesrecht in Suriname naar gender en naar algemeenheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

verklaring dat een belanghebbende zich, ofschoon zijn rechtspositie niet is geschaad, op incorrecte wijze door het fonds bejegend acht.

Proeftoets E2 vwo4 2016

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

IN NAAM DER KONINGIN. DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

WET van 7 december 1972, tot regeling van de handel in en het gebruik van bestrijdingsmiddelen (Bestrijdingsmiddelenwet) (G.B no. 151).

EENIGE OPMERKINGEN AAN DE HAND VAN DE SURINAAMSCHE BEGROOTING VOOR 1929

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

WESTINDISCHE HANDELSSTATISTIEKEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

151/2015 KlRz RAPPORT. inzake de klacht van. Verzoeker. tegen. de Minister van Justitie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

Memorie van Toelichting. Algemeen

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Eindexamen maatschappijleer vwo I

houdende regels voor een referendum met betrekking tot de staatkundige status van Curaçao na 10 oktober 2010.

Regeling OM-afdoening

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

(nieuw) PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (2013)

OMGAAN MET GESCHEIDEN OUDERS

Datum ondertekening. Bron bekendmaking

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Protocol Ongewenste Omgangsvormen. Van. De Banketgroep. en haar dochtervennootschappen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

De rechten van grootouders

COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Reglement Vaste Commissie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr

K L A A S T I G L E R L E E N, L E E U W A R D E N.

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk?

Protocol ongewenst gedrag, inclusief klachtenregeling

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059

Inspectiestrategie. en procedure voor de inbeslagname van dieren. Dienst Dierenwelzijn Bertrand LHOEST en Marie-Astrid MASSA

Rapport. Rapport over een klacht over de directeur van Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 4 augustus Rapportnummer: 2011/233

ECLI:NL:RBAMS:2016:9239

ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057

Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 9 mei Rapportnummer: 2012/077

w SCHETSKAARTEN UITGEGEVEN DOOR DE NATIONALE UNIE

No. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie

BIJLAGE 3: GESCHILLENREGLEMENT IKB KIP

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 16 november 1998

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 6 november

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Geachte heer/mevrouw,

KLACHTEN- EN GESCHILLEN PROCEDURE

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2

BELEIDSNOTITIE GEZAMENLIJKE AANPAK INBREKERS GEMEENTE RIDDERKERK EN POLITIE

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

Transcriptie:

KRONIEK SURINAME 312 Wenn die Zeitungen etwas bedeuten sollen, mussen sie frei sein", heeft Frederik de Groote eens gezegd; misschien echter moeten wij ook de persvrijheid gaan zien als een der overwonnen standpunten van de achttiende eeuw, the age of reason". In Suriname zijn in 1933 beperkende bepalingen op de drukpers ingevoerd, niet naar Nederlandsch, doch naar Nederlandschindisch voorbeeld; bepalingen welke ten doel hadden, met behoud van de constitutioneele vrijheid, toch eigenlijk censuur uit te oefenen, de overheid te belasten met een preventief toezicht, naast en afgescheiden van de justitiëele bevoegdheid tot optreden tegen publicisten die als zich zoodanig aan strafbare handelingen schuldig maken. Aan den eenen kant dus vrijheid om alles onder de oogen van het publiek te brengen wat men op het hart meent te hebben, doch met volle verantwoordelijkheid voor de gevolgen, wanneer men de strafwet overtreden blijkt te hebben; aan den anderen kant echter een vaderlijk toezicht van de zijde der administratie, die naar eigen inzicht beoordeelt wat al dan niet toelaatbaar is, met het oog op de openbare orde, die waarschuwt en ten slotte supprimeert, zonder recht van beroep voor den getroffene. Voorwaar een compromis, dat het wel zeer moeilijk moet maken bij de toepassing der administratieve maatregelen de juiste formuleering te vinden; zooals gebleken is toen de gouverneur van Suriname meende het nieuwsblad De West aan te moeten wijzen als drukwerk welks verschijning of verspreiding kan worden verboden". Aan de redactie van dit blad werd verweten kennelijk stemming te maken voor de verstoring der openbare orde, zij het dan ook zijdelings, voorwaardelijk of in bedekte termen; alleen reeds dit voorwaardelijk" stemming maken rammelt niet onbedenkelijk. Maar bovendien, wanneer er stemming gemaakt is, dan moet die stemming toch ook aanwezig zijn en geconstateerd kunnen worden, afgezien dan nog van de vraag of iemand aan-,.-*-

KRONIEK 313 sprakelijk is voor de stemming welke hij, misschien zonder het te willen, verwekt heeft. Het ligt echter voor de hand dat de bedoeling, of het opzet verondersteld is om stemming te maken (anders had de toevoeging kennelijk" geen zin), maar dan was het misplaatst nog van het zijdelingsche of bedekte te spreken. Directe en openlijke pogingen in geschrifte, niet om ordeverstoring teweeg te brengen, maar alleen om er stemming voor te maken, laten zich moeilijk denken. Een kwestie van taal of redactie? Misschien niet heelemaal; de eenigste waarborg voor objectiviteit welke het K.B. van 1933 geeft, is de aan den gouverneur opgelegde verplichting om zijn beslissing met redenen te omkleeden en wanneer het zóó moeilijk is een logische en onaantastbare formuleering te vinden, dan valt het zwaar om te blijven gelooven aan de mogelijkheid eener heilzame toepassing, waarbij zelfs de schijn van willekeur vermeden wordt. Bij een door den gouverneur gegeven mondelinge toelichting zou Z.E. de meening hebben uitgesproken de gewraakte artikelen alleen maar suggestief en niet opruiend te achten. Allicht; wanneer dit laatste het geval geweest zou zijn, dan had overwogen moeten worden de strafwet in toepassing te brengen. Maar wat kan er al niet suggestief geacht worden! Het blijft de vraag of men zich in Suriname niet had kunnen bepalen tot de bestaande strafwetgeving op het punt van persdelicten, naar Nederlandsch voorbeeld; of de Kol. Staten geen gelijk hadden toen zij zich verzetten tegen de invoering van een Indischen persbreidel", waaraan volgens het college in Nederlandsche Guyana geen behoefte bestond. Met al hetwelk niet gezegd wil zijn dat de artikelen waaraan het gouvernement aanstoot genomen had verstandig, of journalistiek verantwoord waren; misschien waren zij dat naar Hollandsche opvattingen niet, maar daarom behoeven zij nog niet gevaarlijk te zijn geweest voor de stemming onder de Surinaamsche bevolking. Het zou denkbaar zijn dat de Surinaamsche redactie minstens even goed kan beoordeelen wat in dit opzicht al dan niet kwaad kan dan de gouverneur en zijn adviseurs. En, kan er door maatregelen als de genomene niet óók een ongewenschte stemming ontstaan? Het vraagstuk der openbare orde en haar handhaving behoeft in Suriname niet van denzelfden aard te zijn als in Nederlandsch Indië. Wat later dan gewoonlijk heeft de Kamer van Koophandel en

314 KRONIEK Fabrieken te Paramaribo haar verslag over het afgeloopen jaar (dus in dit geval 1937) doen uitkomen. Geconstateerd moest worden dat de verbetering der conjunctuur welke in het begin van het verslagjaar opgemerkt was, zich later niet gehandhaafd heeft. De algemeene economische malaise in Suriname, wel door de wereldcrisis verergerd, maar niet door haar te voorschijn geroepen, schrijft de Kamer toe aan den gestadigen achteruitgang der prijzen van landbouw- en boschproducten. De verbetering welke de eerste helft van 1937 te zien gegeven had, was het gevolg van de Nederlandsche monetaire politiek (het loslaten in de laatste helft van 1936 der goudwaarde van den gulden) en deze verbetering werd te niet gedaan door de veel krachtiger werking der daling van de marktprijzen van het Surinaamsche uitvoerproduct, de koffie. Verblijdend was het dat in 1937 duizend ton meer rijst geproduceerd werd dan in 1936. Dat het Suriname Hoeve-bedrijf een zeer kwijnend bestaan lijdt, was bekend; van het Mechanisch Rijstbedrijf in Nickerie wordt door de Kamer, zonder commentaar, het verslag overgenomen dat zij van het Ingenieursbureau Van Dijk ontving. Volgens dit verslag zou, na vijf jaren arbeid, vastgesteld zijn dat een intensieve mechanisatie van de cultivatie (van rijst natuurlijk) uit tijdsoverwegingen niet mogelijk en uit economische niet raadzaam" geacht moet worden en dat wel door de groote wisselvalligheid der seizoenen. Die wisselvalligheid is geen verschijnsel van den laatsten tijd en ook in het algemeen geeft de hierboven geciteerde uitspraak weinig licht. In de N. Rott. Courant van 9 Juli d.j. verscheen een particuliere correspondentie uit Paramaribo, waarin geconstateerd werd dat de resultaten van het bedrijf in kwestie in alle opzichten teleurstellend zijn en gewaarschuwd tegen een gevaarlijk optimisme met betrekking tot de mogelijkheden welke in Suriname aanwezig zouden zijn op landbouwgebied, mogelijkheden die, volgens een artikel in De Groene Amsterdammer van 9 April, door den heer Ir. H. N. van Dijk zouden zijn aangetoond. Het is te verwachten dat eerstdaags in onze Tweede Kamer het mechanisch rijstbedrijf wederom ter sprake gebracht zal worden, in verband met de door dit bedrijf genoten rijks-subsidie en de verwachtingen welke er eenmaal van gekoesterd werden, ook of vooral ten opzichte van de ontwikkeling eener volkscultuur. 15 September 1938.

KRONIEK 315 ERRATA Veertigjarig ami/sjubileum van Hare Majesteit de Koningin (Gouvernements Advertentie-Blad 15 en 26 Juli 1938). De Jan van Brakelen (Suriname, Koloniaal Nieuws- en Advertentieblad van 26 Juli en 5 Augustus 1938, sprekend over Hr. Ms. politie-vaartuig Jan van Brakel). CURACAO De zorg voor het natuurlijke kind Al eenigen tijd heb ik een paar opmerkingen over dit onderwerp in de pen naar aanleiding van het laatste Verslag van bestuur en staat in Curacao. Bij een wijziging van het Burgerlijk wetboek in 1935 heeft men in de Curacaosche wetgeving uit de moederlandsche overgenomen een beperking in de taak van de Voogdijraden ten aanzien van de behartiging der belangen van het natuurlijke kind wat betreft het verplichten van den vader tot voorziening in onderhoud en opvoeding van dat kind. De Voogdijraad had er voor te zorgen, dat de kantonrechter een bijzonderen vertegenwoordiger voor het kind benoemde, die in rechten den vader daartoe had aan te spreken. Tegenwoordig treedt de gewone wettelijke vertegenwoordiger, de voogd, in den regel dus de moeder-voogdes, ook hierin voor het kind op. Waarschijnlijk heeft men bij de overneming van de desbetreffende bepalingen, of liever: bij de schrapping daarvan, zich niet voldoende voor oogen gesteld dit groote verschil tusschen Nederland en Curacao, nl. de groote ontwikkeling in het moederland van de particuliere zorg voor de ongehuwde moeder en haar kind. Intusschen is het nu eenmaal zoo, en mijn eerste opmerking, een vraag eigenlijk, is: hoe is het mogelijk, dat de verslagen nog steeds spreken van het indienen door den Voogdijraad bij den kantonrechter van verzoekschriften tot onderhoud? Die terminologie was ook vóór 1935 niet juist. Gelukkig sluit de nieuwe regeling niet uit, dat de Voogdijraden zich de zorg voor het natuurlijke kind blijven aantrekken. In de praktijk zijn zij blijkbaar het adres, waartoe de ongehuwde moeder zich voor haar kind wendt, gebleven. En in de tenuitvoerlegging der rechterlijke uitspraken hebben zij haar taak behouden. Zelfs is den Voogdijraad sedert 1935 een nieuwe, wel zeer moeilijke taak erbij gegeven, n.l. de zorg, dat de gelden,

316 KRONIEK aan hem betaald voor onderhoud en opvoeding van deze kinderen overeenkomstig hun bestemming besteed worden. Voorwaar, geen kleinigheid. De zou nog drie opmerkingen over dit onderwerp willen maken. De eerste is deze: wat doen de Voogdijraden op de bovenwindsche eilanden? zij worden zelfs niet genoemd; in het laatste verslag ook Bonaire niet. De tweede: hoe komt het, dat zoo weinig ongehuwde moeders zich ten behoeve van haar natuurlijk kind tot de Voogdijraden wenden? In 1936 kwamen op Curacao 594 onechte geboorten voor en wendden zich 93 moeders tot den Voogdijraad. En wat deden de 300 op de andere eilanden? En ten slotte: is het wel juist, dat de rechterlijke tusschenkomst alleen ingeroepen wordt tegen weigerachtige vaders? Het betreft hier een verplichting voor 21 jaren, die grooter waarborgen eischt dan de tevredenheid der moeders (bedoeld zal zijn: voogden, want het gaat om het kind, niet om de moeder) met oogenblikkelijke vrijwillige (sic!) bijdragen? Wacht men tot later, in de verdere loop dier 21 jaren, de nood aan den man komt, omdat de vrijwillige" bijdrager een weigeraar wordt, dan kan het bewijs, voor de gerechtelijke vordering noodig, wel eens weg zijn.