Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER)

Vergelijkbare documenten
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 23 juni 2016 Betreft Mededinging en Duurzaamheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER)

Implementatie van EU-regelgeving

Advies inzake uitbreiding rechtsmacht Hof

Openbaar advies voor beslissing B en W

Schriftelijk overleg over het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Mededingingswet ter versterking van de positie van leveranciers uit het mkb

Overeenkomst ter uitwerking van de Collectieve regeling zoals bedoeld in het Akkoord Collectieve regeling bouwnijverheid d.d. 24 juni 2005.

Ministerie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport "Klagen bij de politie"

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak

Bijlage 1. Overzicht van vaste, tijdelijke en eenmalige Kaderwet adviescolleges 2009 en actieve tijdelijke en eenmalige Kaderwet adviescolleges

BESLUIT. 3. Tegen het besluit hebben Witteveen, Erdo en Esha Building tijdig bezwaar aangetekend.

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aanpassing regels over toezicht ter bestrijding van illegaal verblijf na grensoverschrijding

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ICER-Handleiding notificatie onder de Dienstenrichtlijn

en notarissen & Droogleever Fortuijn advocaten Landsadvocaat

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Advies van de Raad voor de rechtspraak over het ontwerp-wetsvoorstel tot uitvoering van Verordening (EG) Nr. 1/2003

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER)

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Datum 10 september 2014 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Bruins Slot en Omtzigt (beiden CDA) (2014Z13486)

~dviesaanvraag i.v.m. wijziging Kiesbesluit

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 18 april 2019 Betreft MKB-toets. Geachte Voorzitter,

NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 november 2011 HOOFDSTUK 8 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER DE WIJZE VAN PROCEDEREN BIJ DE BESTUURSRECHTER

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

In deze brief licht ik het voornemen tot oprichting van deze rechtspersoon nader toe.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

VERKORTE INHOUDSOPGAVE

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

raad voor cukuur raad voor cultuur

De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij brief van 25 november jongstleden, kenmerk

Rijnstraat 8 Postbus GX Den Haag Technische Universiteit Delft Interne postcode 645 (Rector Instituut Delft) Postbus 5

Het CBP voldoet hierbij aan dit verzoek. Kader

9 Europese regelgevende agentschappen

Integraal mededingingsrecht

Onderwerp Voorstel van de wet tot wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvootschtiften en

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2. kennelijk ook van mening is dat verzoeker geen recht had op schadevergoeding.

Advisering in cijfers

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004,

Vreemdelingenzaken. Adviescommissie voor. Postbus EH DEN HAAG. 24 november 2014 ACVZ/ADV/20 14/017

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Zaak C-377/98. Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.

Datum 20 november 2009 Betreft Voortgang dossier zandwinputtenvoortgang dossier zandwinputten. Geachte Voorzitter,

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

Eerste Kamer der Staten-Generaal

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure

Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen

EU-Verordening Deze verordening geeft voorschriften betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen.

Wet en regelgeving ten aanzien van het transport van afval

Beslissing op bezwaar

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit

Zaak T-29/92. Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

De staatssecretaris van Economische Zaken T.a.v. contactpersoon Nationale ombudsman Postbus EK DEN HAAG. Geachte xxx,

Datum 21 april 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de kwaliteit van dienstverlening door rechtsbijstandsverzekeraars

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Driedaagse Leergang. Kennisintensieve beleidsontwikkeling

CIRCULAIRE STRUCTUURFONDSEN. Versie: 1. 9 september 2010 (vastgesteld in PMO) Coördinatiepunt Structuurfondsen Ministerie van Economische Zaken

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Handleiding voor het schrijven van een signaleringsfiche over EU-Hof uitspraken - Herzien september 2016

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Het gebruik van gedoogplichten in de energietransitie

Ons kennnerl< Contactpersoon

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE

Aan het driehoeksoverleg werd door de volgende personen deelgenomen:

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit 1 als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Transcriptie:

Bijlage 1 Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER) Aan: Alle Ministers Datum: Doorkiesnummer: 070-370 6093 Onderwerp: Checklist Regelgeving en EG-mededingingsrecht 1. Aanleiding Door de Universiteit van Amsterdam is in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Justitie het rapport Mededingingsproblemen bij het ontwerpen van wetgeving opgesteld. Naar aanleiding van dit rapport heeft de ICER besloten tot de instelling van een werkgroep, die belast werd met de ontwikkeling van een gebruiksinstrument voor wetgevingsjuristen en beleidsmedewerkers, waarmee kan worden bepaald of als gevolg van voorgenomen wet- en regelgeving mededingingsbeperkingen zullen optreden, en of deze, al dan niet beperkt, toelaatbaar zijn. De noodzaak van een dergelijk gebruikinstrument werd onderstreept door het CIF-arrest van het Hof van Justitie van 9 september 2003. In dit arrest geeft het Hof aan dat het beginsel van voorrang van het gemeenschapsrecht vereist, dat iedere bepaling van een nationale wet die in strijd is met het gemeenschapsrecht, buiten toepassing wordt gelaten. Deze verplichting rust niet alleen op de nationale rechter maar op alle overheidsorganen. De werkzaamheden van de door de ICER ingestelde werkgroep hebben geleid tot de Checklist Regelgeving en EG-mededingingsrecht, die u hierbij wordt aangeboden. Bij de totstandkoming is gebruik gemaakt van de commentaren die dr. J.W. van de Gronden, verbonden aan de Universiteit van Utrecht, en de NMa op een eerdere versie hebben geleverd. 2. Inhoud Checklist Regelgeving en EG-mededingingsrecht EU-lidstaten kunnen, wanneer er wettelijke voorschriften worden vastgesteld, in strijd handelen met het EG-mededingingsrecht. Dit onrechtmatige handelen kan verstrekkende consequenties hebben: rechters en bestuursorganen dienen de betreffende wettelijke voorschriften buiten toepassing laten, de overheid kan boetes opgelegd krijgen, et cetera. De Checklist Regelgeving en EG-mededingingsrecht dient ertoe om beleidsmedewerkers en wetgevingsjuristen te alarmeren over mogelijke (ongewenste) mededingingsrechtelijke consequenties van de wettelijke voorschriften die zij voorbereiden of opstellen. De Checklist maakt duidelijk hoe voorgenomen regelgeving kan leiden tot strijdigheid met EG-mededingingsregels en biedt hulp om te bepalen of er mogelijk sprake is van een ongewenste inbreuk op het EG-mededingingsrecht. De Checklist kan nuttig zijn bij de beleidsvorming en bij het opstellen van ontwerpwetgeving. Het is in ieder geval raadzaam om de Checklist te gebruiken in het kader van de uitvoering van de

Bedrijfseffectentoets, waar een antwoord moet worden gegeven op de vraag wat de gevolgen zijn van ontwerpregelgeving voor, onder meer, de marktwerking. In het licht van de brede samenstelling van de doelgroep is de Checklist zodanig opgesteld dat deze op twee kennisniveaus kan worden geraadpleegd. De eigenlijke Checklist is beperkt opgezet en biedt voldoende informatie voor diegenen die weinig bekend zijn met het Europese mededingingsrecht. Daarnaast is er een uitgebreide toelichting op de Checklist in de bijlagen opgenomen ten behoeve van degenen die al goed bekend zijn met de hoofdlijnen van het EG-mededingingsrecht of die na lezing van de Checklist nog behoefte hebben aan nadere informatie. 3. Aanbevelingen De ICER beveelt aan: Dat alle Ministers kennis nemen van dit ICER-advies en de Checklist Regelgeving en EGmededingingsrecht en zorgdragen voor de bekendmaking daarvan bij de belanghebbende dienstonderdelen en de belanghebbende op het desbetreffende beleidsterrein opererende instellingen. Dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zorgdraagt voor bekendmaking van de Checklist Regelgeving en EG-mededingingsrecht bij de decentrale overheden. Dat de Minister van Buitenlandse Zaken de Checklist beschikbaar stelt via de ECER-site. Dat de Minister van Buitenlandse Zaken via een ECER-seminar bekendheid geeft aan de Checklist. Dat de Minister van Economische Zaken een verwijzing naar de Checklist opneemt in vraag 7 van de bedrijfseffectentoets. Dat de Minister van Algemene Zaken ten behoeve van toepassing van de Checklist de Aanwijzingen voor de regelgeving wijzigt. Dat de Minister van Algemene Zaken ten behoeve van toepassing van de Checklist de Aanwijzingen voor convenanten wijzigt. Dat de Minister van Justitie de Checklist opneemt in deel 2 van de serie Gereedschap voor de wetgevingspraktijk. Dat de Minister van Justitie zorg draagt voor plaatsing van de Checklist op de KCW-site. Dat de Minister van Justitie via de instrumentendag bekendheid geeft aan de Checklist. Namens de Interdepartementale Commissie Europees Recht M. Krop P.H. Holthuis (Voorzitter) (Voorzitter) Postadres Secretariaat ICER: Kamer 8A44 Postbus 20061 2500 EB DEN HAAG

Bijlage 2 Startnotitie Datum: 27 januari 2004 Onderwerp: gebruiksinstrument mededinging I. Aanleiding In opdracht van de afdeling Extern Wetenschappelijke Betrekkingen van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Justitie is een onderzoek verricht om het inzicht te vergroten in de wijze waarop mededingingsproblemen als gevolg van wetgeving kunnen ontstaan. Het onderzoek is verricht door de Universiteit van Amsterdam, en in de begeleidingscommissie waren naast externe deskundigen, de ministeries van Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en van Justitie vertegenwoordigd. Dit onderzoek heeft geleid tot het rapport Mededingingsproblemen bij het ontwerpen van wetgeving (hierna: rapport mededinging) dat als basismateriaal kan dienen voor een (nog te ontwikkelen) gebruiksinstrument waarmee kan worden bepaald of als gevolg van voorgenomen wet- en regelgeving mededingingsbeperkingen zullen optreden, en of deze, na de effecten voor de marktwerking en de mededinging te hebben beoordeeld, al dan niet beperkt, toelaatbaar zijn. Door het onlangs gewezen CIF-arrest van het Hof van Justitie van 9 september 2003 is deze materie actueler dan ooit. Hierin geeft het Hof een oordeel over de taken van de nationale mededingingsautoriteit ten aanzien van artikel 81 lid 1 EG. De tekst van het arrest is opgenomen als bijlage bij deze startnotitie. Deze startnotitie behelst een plan van aanpak voor de ontwikkeling van een visie hoe om te gaan met mededingingsaspecten bij voorgenomen regelgeving. Eén en ander dient uit te monden in een praktisch gebruiksinstrument mededinging. II. Aandachtspunten van de werkgroep De in het rapport genoemde bevindingen en stroomschema s zullen als belangrijke bron worden gebruikt van een voor beleidsmaker en wetgevers handzaam instrument. Doel is om te komen tot een stappenschema of checklist met praktijkvoorbeelden, welke kan worden gebruikt bij het ontwerpen van wetgeving en bij de toetsing in het kader van voorgenomen regelgeving. In ieder geval zal de werkgroep de aandacht besteden aan de volgende zaken: - (directe) bruikbaarheid van het WODC-rapport, nut en noodzaak van een vertaalslag - plaatsbepaling van het gebruiksinstrument en de wijze waarop voorgenomen wet- en regelgeving wordt getoetst op haar effecten voor de marktwerking en op haar mededingingsaspecten. Daarbij zal gekeken worden naar de plekken in de (inter)departementale keten waar behoefte bestaat aan dergelijke toets, onder andere in het verband van de Bedrijfseffectentoets (BET-toets). Daarbij wordt in ieder geval gekeken naar de vragen voor de mededingingsrechtelijke checklist en vragen ter uitbreiding van de vragenlijst van de BET-toets. - vormgeving en inrichting van een gebruiksinstrument

- conclusies en aanbevelingen III. Planning en aanpak In de werkgroep zullen de ministeries van BZ, EZ & Jus zijn vertegenwoordigd. Voorgesteld wordt dat het secretariaat wordt verzorgd door het ministerie van EZ en door het ministerie van Justitie. Een rapport van deze werkgroep met een daaruit voortvloeiend gebruiksinstrument, wordt begin mei 2004 verwacht.

Bijlage 3 Samenstelling werkgroep Voorzitter: prof. mr. F.J. van Ommeren, Ministerie van Justitie Leden: mw. mr. M. de Mol, Ministerie van Buitenlandse Zaken (van april 2004 tot juli 2004) mw. mr. P. Leefmans, Ministerie van Buitenlandse Zaken (van juli 2004 tot mei 2005) mr. M. de Grave, Ministerie van Buitenlandse Zaken (vanaf juni 2005) mr. F.A. Vreedenburgh, Ministerie van Economische Zaken mr. D.J. Hesemans, Ministerie van Justitie mw. mr. M. Sikkens, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mw. mr. C. Lindeman, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. M.T. de Gans, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport mw. mr. N. Kohll, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer drs. M. Streefkerk, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer mr. C.A.M. van Reeken, Ministerie van Verkeer en Waterstaat Secretarissen: mw. mr. M.J. Quartel, Ministerie van Economische Zaken plv. mr. A.A. Brouwer, Ministerie van Economische Zaken (tot november 2004) mw. mr. S. Frank, Ministerie van Justitie (van april tot november 2004), mr. dr. G.J.M. Evers, Ministerie van Justitie (vanaf november 2004)

Bijlage 4 Mogelijke wijzigingen van de Aanwijzingen voor de regelgeving In de Aanwijzingen voor de regelgeving kan de aandacht op de Checklist Regelgeving en EGmededingingsrecht worden gevestigd door: - de toelichting op aanwijzing 18 te wijzigen; of - door een nieuwe aanwijzing op te nemen. 1 Aanwijzing 18 luidt: Bij het ontwerpen van regelingen wordt onderzocht welke hogere regels de vrijheid van regeling ten aanzien van het betrokken onderwerp hebben ingeperkt. Aan de eerste alinea van de toelichting op Aanwijzing 18 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt de volgende passage toegevoegd: Aandacht moet worden besteed aan de vraag of een regeling zodanig beperkende gevolgen voor de marktwerking kan hebben dat zij in strijd is met het (EG-)mededingingsrecht. Met behulp van de ICER-Checklist Regelgeving en EG-mededingingsrecht kan een eerste verkenning worden verricht ten aanzien van de vraag of er mogelijk strijdigheid is met de (Europese) mededingingsregels. Aanwijzing XX Bij het ontwerpen van een regeling wordt bezien of er zich als gevolg van de voorgenomen bepalingen met het EG-mededingingsrecht strijdige beperkingen van de concurrentie kunnen voordoen. Toelichting: Het (Europese) mededingingsrecht strekt tot het voorkomen van belemmeringen van de concurrentie op markten als gevolg van afspraken of gedragingen van ondernemingen (ofwel het voorkomen van mededingingsbeperkend gedrag). Ook de wetgever kan deze Europese regels schenden, wanneer hij door middel van wettelijke voorschriften ondernemingen aanzet tot het overtreden van de mededingingsregels of ondernemingen specifieke rechten of bevoegdheden verleent waarmee zij in strijd met het mededingingsrecht handelen. Wordt het Europese mededingingsrecht geschonden, dan kan dat verstrekkende gevolgen hebben. Wettelijke regels kunnen bijvoorbeeld door rechters of bestuursorganen buiten toepassing worden gelaten of de overheid kan boetes opgelegd krijgen. Met behulp van de ICER-Checklist Regelgeving en EG-mededingingsrecht kan een eerste verkenning worden verricht ten aanzien van de vraag of er mogelijk strijdigheid is met de (Europese) mededingingsregels. 1 Aanvulling van Aanwijzing 13 (Bij de keuze voor een bepaalde regeling wordt gestreefd naar zo beperkt mogelijke lasten voor burgers, bedrijven en instellingen, voor zover niet uitdrukkelijk het opleggen van lasten wordt beoogd) ligt minder in de rede.

Bijlage 5 Mogelijke wijziging van de Aanwijzingen voor Convenanten Op grond van Aanwijzing 9, derde lid, sub b van de Aanwijzingen voor convenanten dient rekening gehouden te worden met de mededingingsrechtelijke aspecten van in een convenant vast te leggen afspraken. In de toelichting van Aanwijzing 9, derde lid, sub b kan voor de laatste volzin worden ingevoegd: Met behulp van de ICER-Checklist Regelgeving en EG-mededingingsrecht kan een eerste verkenning worden verricht ten aanzien van de vraag of er mogelijk strijdigheid is met de (Europese) mededingingsregels.