Rapport van het inspectiebezoek aan Pantein, locatie Madeleine in Boxmeer op 24 juni 2016

Vergelijkbare documenten
Rapport van het hertoetsbezoek aan stichting Zorgcentra Pantein, locatie Madeleine in Boxmeer op 25 januari 2017

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Thuiszorg

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Kristal De Doelen 8 januari uur Gehanteerde lijst

Rapport van het inspectiebezoek aan stichting Amsta, locatie De Raak in Amsterdam op 8 juni 2016

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Kamillehof Dongepark Gehanteerde lijst

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Hogepad Oosterheem 30 oktober uur Gehanteerde lijst

Rapport van het inspectiebezoek aan Raphaëlstichting, Rudolf Steiner Zorg locatie de Brug in Den Haag op 19 mei 2016

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Lavendelhof Dongepark 2 november uur Gehanteerde lijst

Rapport van het inspectiebezoek aan Aafje Slinge Hoogbouw in Rotterdam op 15 maart 2016

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren)

Rapport van het inspectiebezoek aan SWZ Willibrord in Wassenaar op 14 januari 2016

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Vaartpad Oosterheem uur Gehanteerde lijst

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Lagepad Oosterheem uur Gehanteerde lijst

Rapport van de inspectiebezoeken aan stichting Cato locatie Bezuidenhout in Den Haag op 7 en 25 juli 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Oosterlengte, verpleeghuis Old Wolde in Winschoten op 18 augustus 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Amstelring, locatie Gloxinia in Aalsmeer op 30 november 2016

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Robijn De Doelen Gehanteerde lijst

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Jasmijnhof Dongepark 6 december uur Gehanteerde lijst

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Lindelaan Dongepark 14 november uur Gehanteerde lijst

Rapport van het inspectiebezoek aan Friesland Begeleid Wonen B.V, locatie Schoolstraat, in Heerenveen op 26 januari 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Christelijk Verpleeghuis Norschoten, locatie Klaverweide in Barneveld op 12 januari 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Amarant, locatie Bosstraat 4c in Tilburg op 4 oktober 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Thebe, locatie Don Sarto in Tilburg op 4 november 2016

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Zonnebloemhof Dongepark 19 oktober uur Gehanteerde lijst

Op 23 augustus 2016 heeft de inspectie uw reactie op de conceptrapportbrief in goede orde ontvangen.

Rapport van het hertoetsbezoek aan Zorgboerderij Ons Voorland, in Linde op 27 maart 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Aafje thuiszorg huizen zorghotels, locatie Hoppesteyn in Rotterdam op 8 november 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Dagbesteding De Inzet in Den Haag op 30 juni 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Haagse Wijk- en Woonzorg, locatie De Schildershoek in Den Haag op 10 augustus 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan stichting Zorggroep Oude en Nieuwe Land locatie Talma Hof in Emmeloord op 31 augustus 2016

Utrecht juli Rapport van het hertoetsbezoek aan Stichting Amstelring, locatie Het Hoge Heem in Uithoorn op 3 mei 2016

Rapport van het hertoetsbezoek aan St. Elisabeth verpleeg- en gasthuis, in Amersfoort op 23 augustus 2016

Rapport van het hertoetsbezoek aan Convivio locatie Villa Anna te Tilburg op 24 februari 2017

Rapport van het hertoetsbezoek locatie Huis Convivio (voormalig Villa Anna) te Tilburg op 4 augustus 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Social Care 24/7 in Nieuwleusen op 13 maart 2017

Rapport van het hertoetsbezoek aan Medicare Zorg B.V., thuiszorgteam Maxima Zorg Amsterdam in Amsterdam op 3 januari 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Derman Thuiszorg Gelderland V.O.F., locaties Arnhem en Soest op 22 augustus en 5 september 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Zonnehuis Solwerd in Appingedam op 22 februari 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Icare, verpleeghuis Altingerhof in Beilen op 10 augustus 2016

Rapport van het hertoetsbezoek aan verpleeghuis De Lozerhof, in Den Haag op 15 november 2016

Rapport van het hertoetsbezoek aan Stichting Hazelhoff Zorgvilla Wassenaar te Wassenaar op 21 april 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan verpleeghuis Crabbehoff in Dordrecht op 28 januari 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Beweging 3.0, verpleeghuis De Lichtenberg in Amersfoort op 30 augustus 2016.

Rapport van het hertoetsbezoek aan stichting Insula Dei Huize Kohlmann, locatie Insula Dei, in Arnhem op 18 oktober 2016

Rapport van het vierde hertoetsbezoek aan Zorg Allerlei B.V. locatie Ons Thuis te Beverwijk op 19 oktober 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorgburo Maatwerk in Enschede op 2 maart 2017

Rapport van het inspectiebezoek op 17 juni 2014 aan Kruseman Aretz Zorgvilla s te Wassenaar

Rapport van het hertoetsbezoek aan Zonnehuisgroep Noord, Zonnehuis Solwerd in Appingedam op 20 september 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Villa de la Porte in Almelo op 29 september 2016

Rapport van het hertoetsbezoek aan verpleeghuis Vreugdehof in Amsterdam op 11 mei 2016

Rapport van het hertoetsbezoek aan Menz.nu B.V. in Almelo op 22 december 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep Alliade, zorgpartner Meriant, locatie Herema State in Heerenveen op 14 februari 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Convivio Villa Anna te Tilburg op 16 juni 2016

Rapport van het hertoetsbezoek aan Stichting Kleinschalig Begeleid Wonen voor Ouderen in Helmond op 12 september 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Pantein Norbertushof in Gennep op 3 augustus 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan verpleeghuis Topaz Munnekeweij, in Noordwijkerhout op 28 september 2016

Utrecht, juni Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Carint-Reggeland, locatie Zuiderhart in Hengelo op 12 april 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep Maas & Waal locatie St. Elisabeth in Beneden-Leeuwen op 19 oktober 2016

Rapport van het hertoetsbezoek aan De Wit Thuiszorg B.V. op 27 januari 2017 en 2 februari 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Amstelring, locatie verpleeghuis Leo Polak in Amsterdam op 17 januari 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Lelie Zorggroep, zorgcentrum De Koningshof in Rotterdam op 30 juni 2016

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Kastanjelaan Dongepark 25 januari 14:00uur Gehanteerde lijst

Rapport van het derde hertoetsbezoek aan Menz.nu B.V, in Almelo op 2 oktober 2017

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Datum 22/

Rapport van het hertoetsbezoek aan Stichting Carint-Reggeland, locatie Zuiderhart in Hengelo op 25 oktober 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Pleyade, locatie Eldenstaete in Arnhem op 29 maart 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Zonnehuisgroep Amstelland, locatie Menno Simons in Amsterdam op 31 maart 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Pergamijn, locatie Zwaanweg 5-7 in Echt op 17 mei 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Woon- en zorghuis de Harmonie, in Arnhem op 3 oktober 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Thebe, woonzorgcentrum Park Stanislaus, afdeling kleinschalig wonen in Moergestel

Rapport van het hertoetsbezoek aan Julia stichting, locatie Agnietenhove in Amersfoort op 14 juli 2016

Rapportage Interne audit landelijke veldnormen

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Icare locatie Altingerhoes in Westerbork op 9 augustus 2016

Rapport van het tweede hertoetsbezoek aan Zorg Allerlei B.V. locatie Ons thuis te Beverwijk op 7 november 2016

Rapport van het hertoetsbezoek aan Stichting Zorggroep Oldael, Woonzorgcentrum Oldeslo in Den Haag op 7 september 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Middin, Binnenklingen33a en b in Den Haag op 9 februari 2016

Rapport van het hertoetsbezoek aan woonzorgcentrum Schavenweide in Doetinchem op 6 april 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Kompas Zorgverlening, locatie het Tasveld in IJsselmuiden op 26 oktober 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorg- en Wooncentrum Oldeslo, in Den Haag op 9 maart 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan De Hagert, locatie van Stichting Dichterbij in Wijchen op 3 november 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Evean Eduard Douwes Dekker in Amsterdam op 27 juli 2016

Rapport van het hertoetsbezoek aan woonzorgcentrum Huis in de Duinen te Zandvoort op 31 augustus 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Woonfoyers Nederland B.V. in Leeuwarden op 24 november 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep West- en Midden Brabant, Thebe Holding B.V., woonzorgcentrum Lucia

Rapport van het tweede hertoetsbezoek aan Menz.nu B.V, in Almelo op 19 juni 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Treant Zorggroep, locatie Holdert, in Emmen op 13 december 2016

Utrecht, juni Rapport van het hertoetsbezoek aan Stichting Carint-Reggeland, locatie woonzorgcentrum Titus Brandsmahof in Almelo

Rapport van het inspectiebezoek aan Olcea Multiculturele Zorg B.V. in Hengelo en Enschede op 13 oktober 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Aafje thuiszorg huizen zorghotels, huis Zuidwijk-Boekenrode te Rotterdam op 30 november 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan de psychogeriatrische afdelingen van ZorgSaam Bachten Dieke in Terneuzen op 27 oktober 2015

Rapport van het hertoetsbezoek aan Raphaëlstichting, Rudolf Steiner Zorg, locatie De Brug in Den Haag op 8 maart 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Vivantes Zorggroep, locatie Bloemenhof in Geleen op 28 december 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Christelijke Zonnehuisgroep IJssel-Vecht, locatie Het Zonnehuis in Zwolle op 25 januari 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan 's Heeren Loo, locatie Westerhonk in Monster op 17 november 2015

Rapport van het hertoetsbezoek aan Zorggroep Oude en Nieuwe Land, locatie Talma Hof in Emmeloord op 16 februari 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Vitalis WoonZorg Groep, locatie Peppelrode in Eindhoven op 5 januari 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Vanboeijen, locatie Papayapad 2-8 in Assen op 21 juli 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan WoonZorgcentra Haaglanden, locatie WZH Transvaal in Den Haag op 28 juni 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorgvilla Mardan in Wildervank op 1 april 2016

Stichting Cato Raad van bestuur Schrijnwerkersgaarde 3 BG 2542 TP DEN HAAG

Transcriptie:

Rapport van het inspectiebezoek aan Pantein, locatie Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 Utrecht september 2016 V1008481

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Methode 3 1.4 Toetsingskader 4 1.5 Beschrijving locatie 4 2 Conclusie en onderbouwing 6 2.1 Samenvatting van de scores per thema 6 2.2 Conclusie: geboden zorg voldoet onvoldoende aan de normen en is daardoor risicovol 6 2.2.1 Sturing ontbreekt binnen Madeleine; aandacht voor kwaliteit van zorg noodzakelijk 7 2.2.2 Betere verbinding tussen behandelteam en zorgteam noodzakelijk 7 2.3 Cliëntgerichtheid binnen Madeleine belangrijk aandachtspunt 7 3 Handhaving 8 3.1 Inleiding 8 3.2 Overzicht van normen waaraan de geboden zorg niet voldeed 8 3.3 Vervolgacties zorgaanbieder 9 3.4 Beoordeling van overige locaties 9 3.5 Vervolgacties inspectie 9 4 Bevindingen inspectiebezoek 10 4.1 Thema 1: sturen op kwaliteit en veiligheid 10 4.1.1 Inleiding 10 4.1.2 Scores 11 4.2 Thema 2: cliëntdossier 14 4.2.1 Inleiding 14 4.2.2 Scores 15 4.3 Thema 3: deskundigheid en inzet medewerkers 19 4.3.1 Inleiding 19 4.3.2 Scores 19 4.4 Thema 4: medicatieveiligheid 24 4.4.1 Inleiding 24 4.4.2 Scores 24 4.5 Thema 5: vrijheidsbeperking 28 4.5.1 Inleiding 28 4.5.2 Scores 28 Bijlage 1 Geraadpleegde documenten 32 Bijlage 2 Overzicht wet- en regelgeving, veldnormen, circulaires en rapporten 33 Pagina 2 van 34

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 1 Inleiding De Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspectie) heeft op 24 juni 2016 een onaangekondigd bezoek gebracht aan de Stichting Pantein (hierna: Pantein), epertisecentrum Madeleine (hierna: Madeleine) in Bomeer. In het eerste hoofdstuk van dit rapport beschrijft de inspectie het kader waarbinnen zij het bezoek bracht. In de hoofdstukken hierna volgen de conclusie, de handhaving met daarin de maatregelen die de zorgaanbieder moet nemen en ten slotte de bevindingen. 1.1 Aanleiding en belang De taak van de inspectie is het bevorderen van zorg van goede kwaliteit en van goed niveau. Goede zorg is in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig, cliëntgericht en tijdig. De zorgaanbieder stemt de zorg af op de reële behoefte van de cliënt en levert de zorg in overeenstemming met de professionele standaard. Hierbij neemt de zorgaanbieder de rechten van de cliënt zorgvuldig in acht en borgt hij dat de cliënt ook overigens met respect wordt behandeld. De inspectie vult haar taak in door erop toe te zien dat zorgaanbieders die onder toezicht staan, wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden naleven. Zij doet dit onder meer door het brengen van aangekondigde en onaangekondigde inspectiebezoeken. De inspectie oefent haar toezicht niet uit vanuit de opvatting regels zijn regels, maar vanuit de overtuiging dat regels en (beroeps)normen een onontbeerlijk kader vormen voor goede zorg, en daarmee bijdragen aan de preventie van onnodige risico s voor cliënten. Etra aandacht gaat uit naar kwetsbare groepen. In 2014 heeft de inspectie bezoeken gebracht aan thuiszorglocaties van Pantein. De inspectie heeft deze bezoeken afgesloten en aangegeven dat zij tijdens een bestuurlijk overleg en/of een (onaangekondigd) inspectiebezoek de kwaliteit en de kwaliteitsborging binnen Pantein zou toetsen. Daarnaast heeft begin 2016 binnen Pantein een bestuurswissel plaatsgevonden en waren er financiële problemen die leidden tot een reorganisatie en ontslag van personeel. Redenen voor de inspectie om een bezoek te brengen aan een locatie van Pantein. 1.2 Doelstelling De doelstelling van het inspectiebezoek was te beoordelen in hoeverre de door Madeleine geboden zorg voldeed aan de relevante wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden die risico s bij cliënten beperken. 1.3 Methode Om tot een gefundeerd oordeel te komen, gebruikte de inspectie verschillende informatiebronnen. Door de informatie uit deze bronnen te vergelijken en te wegen, beoordeelde de inspectie of de door Madeleine geboden zorg voldeed aan relevante wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden. De inspectie raadpleegde de volgende informatiebronnen: cliëntvertegenwoordigers, een lid van de cliëntenraad; uitvoerende medewerkers, zorgregelaars en verzorgenden; behandelaars, specialist ouderenzorg en diëtiste; de bestuurder; cliëntdossiers; documenten, genoemd in bijlage 1; een rondgang door de locatie. Pagina 3 van 34

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 Met dit instrument toetste de inspectie de geboden zorg aan de hand van de volgende thema s: sturen op kwaliteit en veiligheid; cliëntdossier; deskundigheid en inzet personeel; medicatieveiligheid; vrijheidsbeperking. Per thema heeft de inspectie een selectie gemaakt van normen waaraan zij de geboden zorg toetste op basis van één of meer beoordelingsaspecten. De beoordelingsaspecten omvatten niet altijd de hele reikwijdte van een norm. Incidenteel kan het voorkomen dat de inspectie feiten en risico s constateert die niet in de beoordelingsaspecten worden genoemd maar wel betrekking hebben op een norm. Dit kan reden zijn om die norm een score voldoet niet te geven. Omgekeerd kan het ook voorkomen dat de inspectie beoordelingsaspecten bij een norm als voldoet niet beoordeelt, en die norm desondanks een score voldoet krijgt. Dit kan gebeuren als de zorgaanbieder andere maatregelen heeft getroffen die hebben geleid tot goede zorg. 1.4 Toetsingskader De normen en beoordelingsaspecten die de inspectie hanteerde, zijn gebaseerd op de weten regelgeving en de daarvan afgeleide normen van de koepelorganisaties en de brancheen beroepsverenigingen. Bij risico s waarvoor wet- en regelgeving en daarvan afgeleide normen ontbraken, hanteerde de inspectie indien nodig eigen handhavingsnormen. Een overzicht van het normenkader is opgenomen in bijlage 2. 1.5 Beschrijving locatie Madeleine, onderdeel van de Stichting Pantein, is een epertisezorgcentrum in Bomeer. De locatie heeft een bovenregionale functie en is gespecialiseerd in zorg voor ouderen die na een ongeluk, een operatie of bijvoorbeeld een hersenbloeding moeten revalideren. Zij verblijven in Madeleine tot ze genoeg hersteld zijn om weer naar hun oorspronkelijke woonomgeving terug te keren. Van oudsher had Madeleine een verpleeghuisfunctie vooral voor langdurig verblijf. Momenteel richt Madeleine zich vooral op kortdurend verblijf van cliënten. Madeleine heeft somatische afdelingen voor revalidatie, kortdurende opname en interventieopname en twee psychogeriatrische (PG)-afdelingen. De inspectie bezocht de PGafdelingen, waar de cliënten soms voor korte tijd en soms voor langere tijd verblijven. De visie van Pantein is gebaseerd op de filosofie van Planetree: klanten staan in de zorg centraal, zij verdienen veiligheid, betrokkenheid, vakmanschap, aandacht en een liefdevolle bejegening. Ontwikkelingen binnen de organisatie De afgelopen jaren was er binnen Pantein een ontwikkeling naar kleinschalig werken en zelfsturende teams. In deze reorganisatie kregen teams meer taken en medewerkers kregen meer of andere verantwoordelijkheden. Pantein besteedde veel aandacht aan het verhogen van het opleidingsniveau van verzorgenden. Een aantal verzorgenden deed de VIG-opleiding (verzorgende individuele gezondheidszorg) en Pantein trok etra verpleegkundigen niveau 4/5 aan. Momenteel wordt tussen locaties geschoven met personeel om de bezetting overal op maat te krijgen. Begin 2016 vond binnen Pantein een bestuurswisseling plaats. De nieuwe bestuurder werd geconfronteerd met financiële tekorten. Dit leidde tot een reorganisatieplan om 10 miljoen euro te bezuinigen. Tijdelijk is het contract van alle medewerkers niet in loondienst stopgezet. Het personeelsbestand is daarna met 170 medewerkers ingekrompen. Nu de balans is opgemaakt en duidelijk is hoe de personele bezetting in relatie tot de zorgzwaarte van cliënten moet zijn, staan er weer vacatures open om de teams op sterkte te brengen. Er is met name bezuinigd op management- en ondersteunende functies. Er vond tevens een integratie plaats tussen de thuiszorg en de zorgcentra, waarbij taken die dubbel uitgevoerd werden in elkaar zijn geschoven. Pagina 4 van 34

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 In plaats van regiomanagers met daaronder clustermanagers, start Pantein met één managementlaag tussen raad van bestuur en zorgteams. Het betreft de nieuwe functie van wijkmanager. Deze zijn verantwoordelijk voor zowel een zorgcentrum als de thuiszorg in de omgeving van de zorglocatie. Voor Madeleine is gekozen voor twee wijkmanagers. De inspectie heeft geen van beide managers kunnen spreken. Het bezoek vond plaats in de week nadat een groot aantal medewerkers ontslag aangezegd had gekregen, vanwege de uitvoering van de reorganisatie. Er was sprake van onrust en tijdelijke discontinuïteit. De inspectie kreeg van diverse gesprekspartners te horen dat de nieuwe managementstructuur zich in een overgangsfase bevond. Personeel en cliënten Madeleine heeft ongeveer 100 cliënten in zorg. Er zijn twee PG-afdelingen met ieder maimaal 31 cliënten. Per afdeling zijn er drie groepen cliënten met ieder een eigen huiskamer. Cliënten hebben een een- of twee persoonskamer. Iedere groep beschikt over een gezamenlijke badkamer. De meerderheid van de PG-cliënten verblijft kort in Madeleine. Zij kunnen na behandeling terug naar hun oorspronkelijke locatie of naar huis. Er is ook een groep cliënten (circa 40%) die al geruime tijd op deze locatie verblijft. Het gaat hier om mensen met dementie die meer dan gemiddeld gespecialiseerde zorg en begeleiding nodig hebben. Op iedere afdeling werkt een team bestaande uit een aantal VIG-ers, een aantal verzorgenden niveau 2 (in opleiding tot VIG) en een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft vooral een coachende taak. Daarnaast zijn er zorgregelaars actief op deze locatie. Dit zijn verpleegkundigen die zich voornamelijk bezig houden met intake en ontslag van cliënten. Zij zijn niet direct betrokken bij het primaire proces in de teams. De functie van de eerst verantwoordelijk verzorgende (EVV-er) is binnen Madeleine vervangen door de functie van contactpersoon zorg. Deze medewerkers zijn eerste aanspreekpersoon voor cliënt, familie en behandelteam. Dit sluit volgens de organisatie beter aan bij de doelgroep van deze locatie, waar cliënten veelal kortdurend verblijven. Sinds een jaar zijn er geen activiteitenbegeleidsters meer actief op deze locatie. Dagbesteding is een integraal onderdeel van de taak van de verzorgenden. Daarnaast is de functie van assistent wonen-zorg (voorheen facilitair medewerker) toegevoegd aan de zorgteams ten behoeve van de samenhang en samenwerking. Op dagen dat deze collega er niet is, is het aan het team om deze taken zelf op te pakken. Madeleine wordt ondersteund door een regionaal behandelteam dat verbonden is aan de zorgcentra in de betreffende regio/gemeente en werkt samen met een apotheek waarmee een regionaal samenwerkingsverband bestaat. Pagina 5 van 34

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 2 Conclusie en onderbouwing Dit hoofdstuk start met een samenvattend overzicht van de scores per thema. Vervolgens geeft de inspectie haar conclusie. De inspectie onderbouwt haar conclusie daarna in één of meer beschouwende subparagrafen. Deze onderbouwing beschrijft de grote lijnen en de belangrijkste risico s. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen de scores op de normen zijn gegeven. In alle thema s zit het onderwerp cliëntgerichtheid verweven. In dit 2 e hoofdstuk wijdt de inspectie ook een paragraaf aan dit onderwerp. In deze paragraaf beschrijft de inspectie haar overkoepelende beeld over de cliëntgerichtheid van Madeleine. De inspectie besteedt epliciet aandacht aan dit onderwerp, omdat goede zorg staat of valt met de mate waarin de cliënt invloed heeft op de invulling van deze zorg. In kwaliteitskaders en wetgeving krijgt cliëntgerichtheid een steeds prominentere plaats. 2.1 Samenvatting van de scores per thema De onderstaande tabel biedt per thema een samenvatting van de scores op de normen waaraan de inspectie de geboden zorg toetste. Als de inspectie hierbij naast de geselecteerde normen ook andere normen heeft gehanteerd, zijn de bevindingen daarvan beschreven in hoofdstuk 4 en niet zichtbaar in deze tabel. Thema's Voldoet Voldoet niet N.v.t. Niet beoordeeld Sturen op kwaliteit en veiligheid: 7 normen 4 2 0 1 Cliëntdossier: 6 normen 0 6 0 Deskundigheid en inzet van personeel: 9 normen 3 6 0 Medicatieveiligheid: 11 normen 5 4 1 1 Vrijheidsbeperking: 9 normen 5 2 0 2 Aantal normen 2.2 Conclusie: geboden zorg voldoet onvoldoende aan de normen en is daardoor risicovol De zorg die Madeleine biedt, voldoet niet aan 20 van de 38 getoetste normen. Het niet voldoen aan normen kan leiden tot onnodige risico s voor cliënten. Om deze risico's te beperken verwacht de inspectie dat de zorgaanbieder verbeteringen realiseert. Het gaat om verbeteringen op de punten waar de geboden zorg niet aan de normen voldoet. In hoofdstuk 3 staan de te nemen maatregelen en de vervolgacties aangegeven. Pagina 6 van 34

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 2.2.1 Sturing ontbreekt binnen Madeleine; aandacht voor kwaliteit van zorg noodzakelijk Pantein bevindt zich in een turbulente periode van reorganisatie, een financieel tekort en een bestuurswissel. Dit was merkbaar tijdens het bezoek aan Madeleine dat precies plaatsvond in de overgangsperiode van oude naar nieuwe aansturing. Op het moment van het inspectiebezoek was het voor zorgmedewerkers nog niet duidelijk wie hun nieuwe leidinggevende zou worden. Zij spraken onzekerheid uit ten aanzien van verantwoordelijkheden en verwachtingen. Om risico s voor cliënten te voorkomen is naast duidelijke sturing, meer aandacht voor de kwaliteit van zorg noodzakelijk. Het methodisch werken en controle en borging van de processen rondom bijvoorbeeld het cliëntendossier en de medicatieveiligheid, vragen om verbetering. 2.2.2 Betere verbinding tussen behandelteam en zorgteam noodzakelijk Vooropgesteld dat binnen Madeleine veel epertise aanwezig is, is een betere verbinding tussen behandelteam en zorgteam nodig om de kwaliteit van zorg te verhogen. Dit geldt allereerst voor de dossiervoering. Het zorgteam en het behandelteam gebruiken aparte systemen, die voor een gedeelte aan elkaar gekoppeld zijn. Voor zowel het zorgteam als de behandelaren blijkt de informatie, vanuit het deel van het cliëntdossier dat zij kunnen inzien, vaak ontoereikend. Daarnaast is aandacht nodig voor de meer structurele samenwerkingsafspraken tussen het behandelteam en de zorgmedewerkers. Behandelaren zijn voor zorgmedewerkers goed bereikbaar en maken afspraken ten behoeve van cliënten. 2.3 Cliëntgerichtheid binnen Madeleine belangrijk aandachtspunt Cliëntgerichtheid is voor Madeleine een belangrijk punt van aandacht. Verzorgenden doen hun uiterste best, maar komen tijd tekort voor zinvolle dagbesteding door de veelheid aan taken. De zorg op de PG-afdeling richt zich onvoldoende op de individuele wensen en behoeften van cliënten. Er is te weinig aandacht voor scholing van medewerkers gericht op de PGdoelgroep (referentie: de 8 kernelementen voor zorg aan mensen met dementie en onbegrepen gedrag ). De inspectie constateert dat de filosofie van Planetree op dit moment niet zichtbaar is in de zorg die Madeleine verleent. Juist voor cliënten die voor korte tijd op deze locatie verblijven is het van belang dat snel duidelijk is wie de cliënt is, zodat de benadering en behandeling hierop afgestemd kan worden. De inspectie zag deze individuele benadering onvoldoende terug tijdens de rondgang en in de dossiers. Pagina 7 van 34

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 3 Handhaving 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk begint met een overzicht van de normen waaraan de geboden zorg niet voldeed en waarvoor verbetermaatregelen noodzakelijk zijn. Vervolgens geeft de inspectie aan wat zij van de zorgaanbieder verwacht. Daarna beschrijft de inspectie haar vervolgacties. De inspectie gaat ervan uit dat de informatie in hoofdstuk 4 voldoende handvatten biedt om de verbeteringen door te voeren die nodig zijn om te voldoen aan de normen in paragraaf 3.2. 3.2 Overzicht van normen waaraan de geboden zorg niet voldeed 1.2 De zorgaanbieder zorgt ervoor dat medewerkers (bijna-)fouten systematisch en structureel melden. Hij verzamelt en analyseert de meldingen en gebruikt deze voor verbeteracties. 1.8 De zorgaanbieder zorgt ervoor dat zinvolle/passende dagbesteding in voldoende mate aanwezig is. 2.1 De cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger is/zijn aantoonbaar betrokken bij het opstellen van het zorgplan. 2.2 De wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt zijn de basis voor de zorg-/ondersteuningsdoelen. 2.3 In het cliëntdossier is zichtbaar dat relevante disciplines betrokken zijn bij de zorg en ondersteuning. 2.4 Medewerkers inventariseren en evalueren periodiek de cliëntgebonden risico's en baseren hierop de zorg en de ondersteuning. 2.5 Afgesproken doelen, acties, rapportages en evaluaties zijn op elkaar afgestemd. 2.6 De cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger is betrokken bij de periodieke evaluatie en bijstelling van het zorgplan. De evaluatiefrequentie is volgens de veldnorm of hoger. 3.1 Medewerkers werken cliëntgericht. 3.2 Medewerkers besteden aandacht aan de invloed van hun bejegening op het gedrag van de cliënt. 3.3 Medewerkers hebben voldoende kennis en vaardigheden om ondersteuning te kunnen bieden aan de doelgroep van cliënten. 3.5 Medewerkers zorgen ervoor dat cliënten in een veilige (woon-) omgeving verblijven. 3.6 Medewerkers krijgen scholing om adequaat te kunnen voorzien in de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de cliënten. 3.7 De zorgaanbieder zet op de juiste momenten voldoende en deskundige medewerkers in voor de uitvoering van de dagelijkse zorg. 4.5 Bij medicatiewijziging past de medewerker de GDS-medicatie niet aan. 4.6 De zorgaanbieder draagt zorg voor het veilig en verantwoord bewaren en afvoeren van medicatie. 4.7 De zorgaanbieder registreert de (werk)voorraad medicatie en bewaakt de houdbaarheid ervan. 4.8 Een tweede bekwaam persoon controleert de niet-gds-medicatie, of er is een afspraak met de apotheek dat het geen risicovolle medicatie betreft voor deze cliënt. Pagina 8 van 34

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 5.2 Voordat een vrijheidsbeperkende maatregel wordt ingezet, analyseren de disciplines die bij de zorg aan de cliënt zijn betrokken het (probleem)gedrag van de cliënt. 5.3 Voorafgaand aan de inzet van de psychofarmaca vindt een psychosociale- of gedragsinterventie plaats. 3.3 Vervolgacties zorgaanbieder De inspectie verwacht dat de zorgaanbieder de noodzakelijke verbetermaatregelen neemt en de inspectie daarvan een resultaatsverslag stuurt. Dit resultaatsverslag verwacht de inspectie drie maanden na de datum van de begeleidende brief bij het vastgestelde rapport. In dit resultaatsverslag staat per norm: - of de zorgaanbieder binnen de gestelde termijn volledig voldoet aan de norm; - welke aanpak en acties de zorgaanbieder heeft ingezet om volledig aan de norm te voldoen; - hoe de zorgaanbieder heeft gemeten dat hij volledig aan de norm voldoet; - als de zorgaanbieder per de datum van het resultaatsverslag nog niet volledig aan de norm voldoet: welk niveau van verbetering in kwalitatieve en kwantitatieve zin de zorgaanbieder per de datum van het resultaatsverslag feitelijk heeft bereikt (bijvoorbeeld een % van het geheel). 3.4 Beoordeling van overige locaties De inspectie verwacht dat de zorgaanbieder controleert of ook de bij overige locaties of teams geboden zorg aan alle getoetste normen voldoet en dat hij zo nodig passende maatregelen treft. 3.5 Vervolgacties inspectie Op basis van het ontvangen resultaatsverslag beoordeelt de inspectie of vervolgacties nodig zijn. Een aangekondigd of onaangekondigd hertoetsbezoek aan Madeleine of een bezoek aan een andere locatie van Pantein behoort tot de mogelijke vervolgacties. Pagina 9 van 34

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 4 Bevindingen inspectiebezoek Dit hoofdstuk bevat per thema een inleiding, de scores op de normen en op de bijbehorende beoordelingsaspecten. Na ieder thema volgt zo nodig een toelichting op de scores. De scores zijn in een tabel weergegeven. Er zijn vier scoremogelijkheden: voldoet voldoet niet. In alle gevallen geldt: als de geboden zorg op één beoordelingsaspect van een norm een score voldoet niet heeft, dan scoort de geboden zorg op de hele norm voldoet niet. Dit geldt dus ook als de geboden zorg op de helft of meer dan de helft van de beoordelingaspecten van een norm een score niet beoordeeld heeft. niet van toepassing (n.v.t.). De score n.v.t. geeft de inspectie als de situatie waarop de norm van toepassing is, in Madeleine nooit voorkomt. niet beoordeeld. Niet beoordeeld betekent dat de situatie waarop de norm van toepassing is in Madeleine welvoorkomt, maar tijdens het bezoek niet aan de orde is geweest. Heeft de zorg op de helft of meer dan de helft van de beoordelingsaspecten van die norm een score niet beoordeeld? Dan beschouwt de inspectie de geboden zorg waarop een norm van toepassing is als niet beoordeeld. Incidenteel kan het voorkomen dat de inspectie feiten en risico s constateert die niet in de beoordelingsaspecten worden genoemd maar wel betrekking hebben op een norm. Wanneer de inspectie die feiten ernstig vindt en de risico s voor cliënten groot zijn, kan dit reden zijn om die norm een score voldoet niet te geven. Omgekeerd kan het ook voorkomen dat de inspectie beoordelingsaspecten bij een norm als voldoet niet beoordeelt, en die norm desondanks een score voldoet krijgt. Dit kan gebeuren als de zorgaanbieder andere maatregelen heeft getroffen die hebben geleid tot goede zorg. De nummering van de normen is niet altijd opeenvolgend. Dit komt omdat de normen uit een groter normenbestand komen; de inspectie toetst niet aan alle normen uit dit bestand. 4.1 Thema 1: sturen op kwaliteit en veiligheid 4.1.1 Inleiding In de uitvoering van de zorg moet zichtbaar zijn dat de zorgaanbieder stuurt op kwalitatief goede en veilige zorg. Deze zorg is gericht op het bevorderen dan wel in stand houden van de kwaliteit van bestaan en de eigen regie van de cliënt. Een zorgaanbieder die goede zorg biedt, borgt in samenspraak met relevante disciplines en partijen een effectieve Plan-Do-Check-Act (PDCA-)cyclus. Dit betekent dat hij structureel relevante kwaliteitsinformatie verzamelt en hierover met belanghebbenden in dialoog gaat. Daardoor wordt zichtbaar wat goed gaat en waar het nog beter kan. De zorgaanbieder is eindverantwoordelijk voor het uitvoeren van de hierop gebaseerde verbeteracties en voor de beoordeling van de effecten ervan. Pagina 10 van 34

Voldoet Voldoet niet N.v.t. Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 4.1.2 Scores Een zorgaanbieder die goede zorg biedt, werkt systematisch aan het optimaliseren van de relatie tussen cliënt en professional. De zorgaanbieder richt zijn organisatie zo in dat medewerkers in dialoog met de cliënt kunnen handelen. Hierbij zijn de wensen en behoeften van de cliënt altijd het uitgangspunt. 1.1 De zorgaanbieder gebruikt op structurele wijze cliëntervaringen voor kwaliteitsverbetering. a) Eens in de twee jaar voert de zorgaanbieder een cliëntervaringsonderzoek uit. Het laatste onderzoek is maimaal twee jaar oud. b) Maimaal binnen een jaar na het cliëntervaringsonderzoek heeft de zorgaanbieder de bevindingen op de locatie/in het team aantoonbaar gebruikt om de kwaliteit te verbeteren. 1.2 De zorgaanbieder zorgt ervoor dat medewerkers (bijna-)fouten systematisch en structureel melden. Hij verzamelt en analyseert de meldingen en gebruikt deze voor verbeteracties. a) Medewerkers zeggen (bijna-)fouten veilig te kunnen melden. b) Ten minste een persoon of commissie (bijvoorbeeld MIC) analyseert de meldingen systematisch. c) Op basis van de meldingenanalyse neemt de zorgaanbieder aantoonbaar verbetermaatregelen. 1.3 De zorgaanbieder gebruikt klachten van cliënten voor verbeteracties. a) De zorgaanbieder heeft een klachtenregeling conform de voor de doelgroep(en) geldende wetgeving 1. b) De zorgaanbieder gebruikt informatie uit de klachtenafhandeling voor verbeteracties. 1 Voor de klachtenprocedure zoals beschreven in de Wkkgz geldt een overgangsregeling tot 1 januari 2017. In de overgangsperiode blijft de klachtenregeling die de zorgaanbieder had op grond van de Wkcz van toepassing tot het tijdstip waarop hij beschikt over een klachtenregeling die voldoet aan de eisen van de Wkkgz. Voor de afhandeling van Bopzklachten geldt de klachtenprocedure zoals deze wordt beschreven in de Wkkgz niet, omdat voor de behandeling van Bopz-klachten afwijkende regels gelden, die zijn vastgelegd in de Wet Bopz en in het Besluit Klachtenbehandeling Bopz. Pagina 11 van 34

Voldoet Voldoet niet N.v.t. Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 1.4 De zorgaanbieder regelt cliëntenmedezeggenschap. a) De zorgaanbieder regelt medezeggenschap waarbij cliënten en/of cliëntvertegenwoordigers cliëntbelangen behartigen. b) De leden/cliënten die deelnemen aan de cliëntenmedezeggenschap ervaren dat de zorgaanbieder hen tijdig en goed informeert en goed luistert naar hun inbreng. Ook vinden zij dat de zorgaanbieder de juiste zaken agendeert. 1.5 De zorgaanbieder heeft in- en eclusiecriteria voor cliënten. a) De zorgaanbieder gebruikt in- en eclusiecriteria voor cliënten als uitgangspunt bij de samenstelling van cliëntgroepen. b) De cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger heeft/hebben van de zorgaanbieder informatie ontvangen over de in- en eclusiecriteria voor cliënten. 1.8 De zorgaanbieder zorgt ervoor dat zinvolle/ passende dagbesteding in voldoende mate aanwezig is. a) Cliënten hebben een dagbesteding die past bij hun wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen. 1.9 De zorgaanbieder is in het bezit van een verklaring omtrent gedrag (VOG) van alle medewerkers die vanaf 1 januari 2016 in dienst zijn getreden en zorg verlenen of beroepsmatig met cliënten in aanraking komen. a) De zorgaanbieder is in het bezit van een verklaring omtrent gedrag (VOG) van alle medewerkers die vanaf 1 januari 2016 in dienst zijn getreden en zorg verlenen of beroepsmatig met cliënten in aanraking komen. (Geldt alleen voor zorgaanbieders die Wlz-zorg verlenen, zowel instellingen als solistisch werkende zorgverleners) Pagina 12 van 34

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 Toelichting 1.2 b/c) Pantein beschikte over een procedure MIC-melding. De inspectie hoorde dat MIC-meldingen niet in het teamoverleg werden besproken. Ook vond systematische oorzaakanalyse niet plaats. Madeleine voerde niet aantoonbaar verbetermaatregelen uit op basis van de MIC-meldingen. Wel werd door behandelaars aangegeven dat er mede op basis van de medicatiemeldingen Panteinbreed etra aandacht was voor medicatieveiligheid. 1.3 Pantein beschikte over een klachtenregeling van 9 april 2014. Deze regeling was in conceptvorm aangepast aan de nieuwe eisen vanuit de Wkkgz. Het wachten was op goedkeuring vanuit de cliëntenraad en de raad van bestuur. Er was een overzicht van klachten beschikbaar. De cliëntenraad gaf aan dat klachten altijd werden opgepakt. 1.4 Madeleine beschikte over een eigen cliëntenraad die goed op de hoogte was en betrokken werd bij alle ontwikkelingen binnen Pantein. De cliëntenraad was vertegenwoordigd in de commissie Kwaliteit en Veiligheid die Pantein recent oprichtte. De cliëntenraad presenteerde zich bij familieavonden die twee keer per jaar plaatsvonden. 1.8 Sinds een jaar waren er geen activiteitenbegeleidsters meer binnen Madeleine. Verzorgenden waren nu zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van activiteiten. Er was een algemeen weekprogramma voor de locatie met een paar groepsactiviteiten. Verzorgenden gaven aan dat deze activiteiten meestal niet doorgingen door gebrek aan tijd om deze uit te voeren. Tijd voor individuele activiteiten ontbrak eveneens. Een enkele keer werd er gezamenlijk gezongen of werd er een kleurboek aangereikt. De inspectie zag tijdens de rondgang diverse cliënten in de huiskamers die niets te doen hadden. Ook de cliëntenraad gaf aan dat dagbesteding een belangrijk punt van aandacht was binnen Madeleine. De locatie schafte, op initiatief van de cliëntenraad, een tovertafel aan via de stichting Vrienden van Madeleine. Pagina 13 van 34

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 4.2 Thema 2: cliëntdossier 2 4.2.1 Inleiding Het cliëntdossier is een belangrijke basis voor cliëntgerichte zorg. Een zorgaanbieder die goede zorg biedt, maakt met iedere cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger vóór de start van de zorgverlening of zo snel als mogelijk na de start van de zorgverlening afspraken over de uitvoering van de zorg en ondersteuning. Deze afspraken gaan uit van de wensen, behoeften en mogelijkheden van de cliënt. Ook houden deze afspraken rekening met beperkingen van de cliënt en met ingeschatte mogelijke cliëntgebonden risico s. Bij de uitvoering van de zorg en ondersteuning is het uitgangspunt het zo veel mogelijk versterken van de eigen regie van de cliënt en van zijn ervaren kwaliteit van bestaan. De medewerker die eerstverantwoordelijke is voor de uitvoering van de zorg en ondersteuning aan de cliënt stelt in dialoog met de cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger zorg- en ondersteuningsdoelen vast. In deze doelen moeten de wensen van de cliënt doorklinken en de wijze waarop hij zijn leven wil inrichten. De doelen zijn niet uitsluitend probleemgericht gedefinieerd maar bevorderen ook de kwaliteit van het bestaan van de cliënt zo goed mogelijk. Ook maakt de eerstverantwoordelijke medewerker met de cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger afspraken over de uitvoering van de zorg en ondersteuning. De medewerker legt deze afspraken vast in de vorm van een individueel zorgplan. Uit dit plan wordt duidelijk welke zorg en ondersteuning een cliënt van de zorgaanbieder vraagt. Ook beschrijft het plan wat er nodig is om de zorg- en ondersteuningsdoelen te behalen en wie daarvoor verantwoordelijk is of zijn. Naast de cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger en de eerstverantwoordelijke medewerker leveren alle overige betrokken medewerkers en disciplines, zoals gedragswetenschappers, artsen en paramedici, een zichtbare bijdrage aan afspraken over de uitvoering van de zorg en ondersteuning aan de cliënt. Een zorgaanbieder die goede zorg biedt, heeft geborgd beleid voor het rapporteren in het cliëntdossier over de voortgang op de zorg- en ondersteuningsdoelen en over de mate waarin deze doelen worden behaald. Ook is de zorgaanbieder verantwoordelijk voor rapportage over andere relevante zaken op individueel cliëntniveau die om rapportage vragen. De zorgaanbieder waarborgt de periodieke multidisciplinaire evaluatie van het zorgplan met de cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger. Na de evaluatie maken de betrokkenen met elkaar nieuwe afspraken. 2 Onder cliëntdossier verstaat de inspectie alle vastgelegde informatie op individueel cliëntniveau die relevant is voor de zorgverlening aan de cliënt. Het individuele zorgplan is een onderdeel van het cliëntdossier. Pagina 14 van 34

Voldoet Voldoet niet N.v.t. Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 4.2.2 Scores 2.1 De cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger is/zijn aantoonbaar betrokken bij het opstellen van het zorgplan. 3 a) Bij iedere nieuwe cliënt is binnen zes weken na de start van de zorgverlening een zorgplan vastgesteld. b) De cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger is/zijn aantoonbaar betrokken bij de beschrijving van de levensgeschiedenis, wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. c) Uit het cliëntdossier blijkt dat de cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger heeft/hebben ingestemd met de inhoud van het zorgplan. 2.2 De wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt zijn de basis voor de zorg-/ondersteuningsdoelen. 3 a) De zorg-/ondersteuningsdoelen passen bij de wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. b) De zorg-/ondersteuningsdoelen zijn gebaseerd op diagnostiek van relevante disciplines. 2.3 In het cliëntdossier is zichtbaar dat relevante disciplines betrokken zijn bij de zorg en ondersteuning. a) Het cliëntdossier bevat relevante informatie, zoals diagnoses, onderzoeken en/of opdrachten van betrokken disciplines. b) Relevante disciplines zijn aantoonbaar betrokken bij het opstellen en evalueren van afspraken over zorg- en ondersteuningsdoelen. c) Vakinhoudelijke specialisten hebben hun adviezen en/of opdrachten aan medewerkers toepasbaar gemaakt voor de dagelijkse omgang met de cliënten. 3 Voor deze normen geldt een afwijkend handhavingbeleid voor cliënten die zorg ontvangen vanuit een Persoonsgebonden Budget/PGB. Het recht op een zorgplanbespreking en een zorgplan zoals omschreven in de Wlz geldt niet voor deze groep cliënten. Het toezicht op de zorg aan deze cliënten blijft, voor wat betreft de normen en beoordelingsaspecten die specifiek over het zorgplan gaan, beperkt tot toetsen en zo nodig het geven van het advies om bepaalde zaken te verbeteren. Verdergaande handhavingmaatregelen zullen achterwege blijven. Dit neemt niet weg dat ook de zorg aan deze groep cliënten aantoonbaar van goed niveau, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht moet zijn, afgestemd op de reële behoefte van de cliënt. Pagina 15 van 34

Voldoet Voldoet niet N.v.t. Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 2.4 Medewerkers inventariseren en evalueren periodiek de cliëntgebonden risico's en baseren hierop de zorg en de ondersteuning. a) In het cliëntdossier zijn relevante cliëntgebonden risico s en daaruit voortvloeiende afspraken opgenomen. Voorbeelden van cliëntgebonden risico s zijn: - Huidletsel - Incontinentie - Vallen - Problemen medicatiegebruik - Ondervoeding/overgewicht - Probleem- of onbegrepen gedrag - Mondzorg b) De zorg-/ondersteuningsdoelen passen bij de resultaten van de individuele risico-inventarisaties. 2.5 Afgesproken doelen, acties, rapportages en evaluaties zijn op elkaar afgestemd. a) De zorg-/ondersteuningsbehoeften, de zorg-/ ondersteuningsdoelen en de acties hebben een logische samenhang. b) De (dagelijkse) rapportages zijn gekoppeld aan de zorg-/ondersteuningsdoelen en acties. c) De evaluaties van de geboden zorg en ondersteuning gaan over de zorg- /ondersteuningsbehoeften, zorg-/ ondersteuningsdoelen en zorgacties. 2.6 De cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger is/zijn betrokken bij de periodieke evaluatie en bijstelling van het zorgplan. De evaluatiefrequentie is volgens de veldnorm of hoger. 3 a) De cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger is/zijn aantoonbaar betrokken geweest bij de evaluatie van het zorgplan. b) Periodieke evaluaties zijn aantoonbaar uitgevoerd met een minimale frequentie zoals vastgelegd in de veldnorm, of vaker. c) Aantoonbaar is geëvalueerd of de gemaakte afspraken over de zorg-/ondersteuningsbehoeften, zorg-/ ondersteuningsdoelen en zorgacties zijn nageleefd. De uitkomst van de evaluatie wordt gebruikt voor een eventuele wijziging van het zorgplan. Pagina 16 van 34

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 Algemeen Sinds 2015 werkte men binnen Madeleine met het elektronisch cliëntdossier (ECD) van ONS. In dit dossier rapporteerden verzorgenden op vier domeinen. De cliëntdossiers waren voor de thuiszorg en de dagbehandeling van Madeleine eveneens toegankelijk. De behandeldienst gebruikt een eigen systeem: Ysis. Dit systeeem was op onderdelen aan ONS gekoppeld. Zorgmedewerkers ontbeerden informatie uit het behandeldossier. Behandelaren konden onvoldoende informatie in ONS kwijt, aldus gesprekspartners. Toelichting 2.1 b) Recent vond, volgens gesprekspartners, een aanpassing plaats van de intakeprocedure. De inspectie constateerde dat informatie met betrekking tot de levensgeschiedenis van cliënten, evenals wensen en behoeften van cliënten niet altijd beschikbaar was. Betrokkenheid van de cliënt of cliëntvertegenwoordiger was niet aantoonbaar in een aantal dossiers. 2.1 c) De zorgleefplannen waren niet allemaal ondertekend door de cliëntvertegenwoordigers. 2.2 a) Verzorgenden vertaalden de wensen en behoeften van cliënten onvoldoende naar doelen en acties in het cliëntendossier. Dit kwam doordat de wensen en behoeften onvoldoende in het dossier aanwezig waren of niet voor dit doel gebruikt werden. 2.3 b/c) Volgens behandelaren sloot het ECD van ONS niet optimaal aan bij de compleiteit van de doelgroep. De behandeldienst gebruikte voor de eigen werkzaamheden Ysis. Beide systemen waren deels gekoppeld. Voor de verzorgenden die de inspectie sprak, was de informatie van de behandelaren niet makkelijk te vinden en daarmee ook niet altijd toepasbaar. Het was onduidelijk wie checkte of verzorgenden alle elementen uit het behandelplan vertaalden in activiteiten voor het zorgplan. 2.4 a/b) Er waren risico inventarisaties in het cliëntdossier opgenomen. Deze waren niet altijd actueel. De inspectie zag een risico inventarisatie van 31 mei 2015 zonder evaluatie. De verzorgende gaf aan dat dit eind 2015 had moeten gebeuren. 2.5 b) De opvolging van doelen in acties en rapportages was niet volledig. Een dossier vermeldde op 5 januari 2016 dat de wondjes er niet zo mooi uitzagen. Vervolgrapportages ontbraken. Een andere cliënt gebruikte een ovenwant tegen het krabben. Op 30 april 2016 vermeldde de rapportage dat de want weg was. Hier was geen vervolgrapportage meer op. Ditzelfde gold voor rapportages van een cliënt met gedragsproblemen en een cliënt met een onregelmatig waakslaapritme. 2.5 c) Op de in 2.5 b) genoemde elementen was geen evaluatie zichtbaar. Pagina 17 van 34

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 2.6 a) Binnen Madeleine werden MDO s 4 uitgevoerd. Hierbij waren de behandelaren en de zorgregelaar aanwezig. Men was zoekende naar een meer vaste structuur voor de overleggen. Naast het MDO vonden zorgleefplan evaluaties plaats met de cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger. 2.6 b) De inspectie trof geen regelmaat aan in de zorgleefplan evaluaties. Bij een cliënt dateerde de laatste evaluatie van het zorgleefplan van meer dan een jaar geleden. 2.6 c) De inspectie vroeg naar een verslag van een zorgleefplan evaluatie. Deze konden niet getoond worden in de betreffende dossiers. 5 In reactie op het conceptrapport geeft Pantein aan dat binnen Madeleine wekelijks MDO s uitgevoerd worden, waarbij behandelaren en zorgregelaar (verpleegkundige) aanwezig zijn en afstemming plaatsvindt over complee situaties. Daarnaast zou er voor elke cliënt minimaal 2 per jaar een zorgleefplan evaluatie samen met bewoner e/of vertegenwoordiger zijn. De inspectie heeft dit zo niet teruggehoord van de zorgregelaars of teruggevonden in de cliëntdossiers. Pagina 18 van 34

Voldoet Voldoet niet N.v.t. Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 4.3 Thema 3: deskundigheid en inzet medewerkers 4.3.1 Inleiding Een zorgaanbieder die goede zorg biedt, organiseert de uitvoering van de geboden zorg zo dat hij tijdig, doelmatig, doelgericht en deskundig in de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de cliënt voorziet. De zorgaanbieder zet voldoende en deskundige medewerkers in. Hij schoolt, ondersteunt en stimuleert hen structureel. 4.3.2 Scores Medewerkers die goede zorg bieden, richten zich op het behouden of bereiken van het optimale niveau van functionele autonomie en kwaliteit van bestaan voor de cliënt. Deskundige medewerkers zijn betrouwbaar, werken cliëntgericht en bejegenen de cliënt op een passende manier. Zij zijn in staat om de cliënt op een professionele, multidisciplinaire wijze de juiste ondersteuning te bieden op het vlak van sociaal-emotioneel, cognitief en somatisch functioneren. Deskundige medewerkers kunnen reflecteren op het effect van het eigen handelen. Medewerkers die goede zorg bieden, werken volgens protocollen, procedures en werkinstructies. De zorgaanbieder borgt dat relevante actuele protocollen, procedures en werkinstructies aanwezig zijn. De zorgaanbieder stimuleert medewerkers om met gezond verstand te blijven werken. Hij biedt de mogelijkheid om gemotiveerd af te wijken van geldende protocollen en procedures wanneer situaties daarom vragen. Medewerkers leggen afwijkingen van protocollen, procedures, werkinstructies en zorgafspraken schriftelijk vast in het cliëntdossier. Bij de geboden zorg kunnen tegelijkertijd of opeenvolgend verschillende onderdelen van dezelfde zorgaanbieder of verschillende zorgaanbieders betrokken zijn. In zulke situaties doet de zorgaanbieder wat in zijn vermogen ligt om een goede communicatie en coördinatie tussen alle betrokkenen, onder wie de cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger, te waarborgen. 3.1 Medewerkers werken cliëntgericht. a) Medewerkers kunnen aangeven op welke wijze ze cliënten methodisch en actief ondersteunen in het uiten van behoeften en wensen. b) Medewerkers reageren met adequate acties op behoeften en wensen van cliënten. Pagina 19 van 34

Voldoet Voldoet niet N.v.t. Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 3.2 Medewerkers besteden aandacht aan de invloed van hun bejegening op het gedrag van de cliënt. a) Medewerkers zijn zich ervan bewust dat de manier waarop ze cliënten bejegenen, invloed heeft op het gedrag van die cliënten. b) Medewerkers bespreken in formele overlegstructuren (zoals teambespreking, supervisie en intervisie) en in de dagelijkse praktijk met elkaar hoe de manier waarop ze cliënten bejegenen, invloed heeft op het gedrag van die cliënten. 3.3 Medewerkers hebben voldoende kennis en vaardigheden om zorg en ondersteuning te kunnen bieden aan de doelgroep van cliënten. a) Medewerkers kennen de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de cliënten. b) Medewerkers vinden dat ze voldoende zijn toegerust om met de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de cliënten te kunnen omgaan. c) Medewerkers ervaren vakinhoudelijke ondersteuning van zowel hun direct leidinggevende als van vakinhoudelijke specialisten zoals (para- )medici, gedragswetenschappers en verpleegkundigen met aandachtsgebieden. 3.4 Medewerkers werken op een verantwoorde manier met relevante, actuele richtlijnen, protocollen en/of werkinstructies. a) Medewerkers kennen relevante richtlijnen, protocollen en werkinstructies, en weten wanneer en hoe deze moeten worden gebruikt. b) Medewerkers weten dat ze beargumenteerd kunnen afwijken van richtlijnen, protocollen en werkinstructies om individueel maatwerk mogelijk te maken. Afwijken van richtlijnen, protocollen en werkinstructies is alleen mogelijk als de afwijking is besproken en op cliëntniveau is vastgelegd. c) De zorgaanbieder borgt dat medewerkers met actuele richtlijnen, protocollen en werkinstructies werken. Pagina 20 van 34

Voldoet Voldoet niet N.v.t. Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 3.5 Medewerkers zorgen ervoor dat cliënten in een veilige (woon-)omgeving verblijven. a) Medewerkers weten wat nodig is om ervoor te zorgen dat cliënten zich veilig voelen. Medewerkers nemen indien nodig maatregelen om de beleving van veiligheid bij cliënten te vergroten. b) Medewerkers creëren een veilige leefomgeving, rekening houdend met de individuele cliëntgebonden risico s. 3.6 Medewerkers krijgen scholing om adequaat te kunnen voorzien in de zorg- en ondersteunings-behoeften van de cliënten. a) De zorgaanbieder weet welke kennis en kunde nodig is om te voldoen aan de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de cliënten. b) De zorgaanbieder weet over welke kennis en kunde de medewerkers beschikken. c) De zorgaanbieder voert een scholingsplan uit dat past bij de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de doelgroep en het deskundigheidsniveau van de medewerkers. 3.7 De zorgaanbieder zet op de juiste momenten voldoende en deskundige medewerkers in voor de uitvoering van de dagelijkse zorg. a) De zorgaanbieder borgt dat alleen bevoegde en bekwame medewerkers voorbehouden en risicovolle handelingen uitvoeren. b) De zorgaanbieder borgt de inzet van voldoende en deskundige medewerkers op basis van de zorg- en ondersteuningsbehoeften van cliënten. c) De zorgaanbieder borgt de inzet van tijdelijke invalkrachten op zo n manier dat de benodigde zorg en ondersteuning van de cliënten verantwoord is. 3.8 Vakinhoudelijke specialisten zijn in voldoende mate beschikbaar. a) Vakinhoudelijke specialisten zijn beschikbaar wanneer nodig. b) Medewerkers ervaren dat zij de bij de zorg en ondersteuning aan cliënten betrokken vakinhoudelijke specialisten makkelijk kunnen bereiken en dat die hen adequaat ondersteunen. Pagina 21 van 34

Voldoet Voldoet niet N.v.t. Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 3.9 De zorgaanbieder verzamelt en analyseert contetuele factoren die van invloed zijn op de inzet van medewerkers. Zo nodig treft de zorgaanbieder passende maatregelen. a) De zorgaanbieder heeft ziekteverzuim, personeelsverloop, inzet van invalkrachten en ervaren werkdruk in beeld. b) De zorgaanbieder treft zo nodig passende maatregelen. Algemeen Mede vanwege het grote aantal cliënten met een kortdurend verblijf, schafte Madeleine de functie van EVV-er af. Alle medewerkers waren nu eerste aanspreekpunt zorg voor een aantal cliënten. Zij waren daarmee eerste aanspreekpunt voor de cliënt, de familie, collega s en behandelaren. Zij waren hiervoor niet speciaal opgeleid. Toelichting 3.1 a) Verzorgenden gaven aan weinig tijd te hebben voor de individuele ondersteuning van cliënten. Wensen en behoeften waren onvoldoende bekend om hierop individuele ondersteuning te bieden. 3.2 b) Bejegening van cliënten was geen onderwerp bij teamoverleggen. Er waren, voor zover de inspectie vernam, geen reguliere omgangsoverleggen of bewonersbesprekingen in aanwezigheid van een psycholoog. De contacten tussen eerste aanspreekpunt zorg en de leden van het behandelteam verliepen in de regel bilateraal. 3.3 c) De verzorgenden vonden zichzelf in voldoende mate toegerust om met de behoeften van cliënten om te kunnen gaan. Vakinhoudelijke ondersteuning vanuit behandelaren was aanwezig. Deze ondersteuning werd vaak op individueel niveau aangevraagd. Structurele afspraken tussen medewerkers behandeldienst en zorgteam ontbraken veelal. De verantwoordelijkheidsverdeling binnen de teams was onvoldoende duidelijk voor de medewerkers. Verzorgenden misten bovendien vakinhoudelijke ondersteuning vanuit de verpleegkundige van de afdeling, die sinds kort een meer coachende rol had gekregen binnen het team. Medewerkers van de behandeldienst waren voldoende beschikbaar. Pagina 22 van 34

Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 3.5 a) Tijdens de rondgang was het voor de inspectie zichtbaar dat er niet altijd toezicht op de huiskamers aanwezig was. Tijdens een gezamenlijke koffiepauze van de medewerkers ontbrak het toezicht in een huiskamer. 3.5 b) Er was geen inventarisatie van cliëntgebonden risico s 5 beschikbaar. Iedere groep beschikte over een gezamenlijke badkamer. Deze stonden vol rolstoelen en ander meubilair. 3.6 c) Madeleine investeerde de afgelopen tijd in de opleiding van medewerkers. Een hoger opleidingsniveau was noodzakelijk vanwege de toegenomen compleiteit van cliënten. Doelgroepgerichte opleiding op het vlak van dementie en onbegrepen gedrag was niet recent gegeven aan de medewerkers van de PG-afdeling. 3.7 b) De verzorgenden ervoeren een hoge werkdruk. Dit had vooral te maken met het aantal etra taken dat men kreeg. Hierbij ging het om taken op het vlak van dagbesteding en schoonmaken. De verzorging gaf aan dat beide etra taken er regelmatig bij inschoten. Daarnaast was de bezetting op de afdeling in de ogen van medewerkers onvoldoende. Dit kwam omdat het personeel dat niet in loondienst was (PNIL), moest vertrekken. 5 In reactie op het conceptverslag geeft Pantein aan dat een inventarisatie van omgevingsrisico s voor de client onderdeel is van de anamnese en is vastgelegd binnen het domein woon-/leefomgeving van het ZLP. Daarnaast wordt voor elke client de scorelijst voor valpreventie uitgevoerd; een omgevingscheck is onderdeel van deze lijst. Pagina 23 van 34

Voldoet Voldoet niet N.v.t. Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Madeleine in Bomeer op 24 juni 2016 4.4 Thema 4: medicatieveiligheid 4.4.1 Inleiding Het uitgangspunt is dat een cliënt die medicatie gebruikt, zelf zijn medicatie beheert. Wanneer dat niet of niet meer helemaal lukt, neemt de zorgaanbieder het medicatiebeheer deels of helemaal van de cliënt over. De cliënt heeft hierbij naar vermogen een eigen rol en verantwoordelijkheid. 4.4.2 Scores Het thema medicatieveiligheid richt zich op de (gedeeltelijke) overdracht van het medicatiebeheer door de cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger aan de zorgaanbieder. Er is een keten van cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger, arts, apotheker, zorgaanbieder en zorgmedewerker. Voor een veilig medicatieproces is het van belang dat de activiteiten en verantwoordelijkheden van al deze schakels in de keten naadloos op elkaar aansluiten. Een zorgaanbieder die goede zorg biedt, heeft een adequaat medicatieveiligheidsbeleid dat ieders rol, verantwoordelijkheid en de samenwerking tussen de genoemde schakels beschrijft. De zorgaanbieder borgt dat die samenwerking plaatsvindt op een manier die de medicatieveiligheid ten goede komt. 4.1 De zorgaanbieder heeft een procedure rondom veilige en verantwoorde farmaceutische zorg beschreven. a) De zorgaanbieder heeft een procedure farmaceutische zorg die voldoet aan de eisen van de Veilige principes in de medicatieketen. b) In de procedure farmaceutische zorg zijn de verantwoordelijkheden van alle betrokken partijen beschreven. 4.2 De zorgaanbieder bepaalt in dialoog met de cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger of de medicatie geheel of gedeeltelijk in eigen beheer wordt gegeven. De zorgaanbieder legt de gemaakte afspraken over het medicatiebeheer vast in het cliëntdossier. a) De zorgaanbieder maakt in dialoog met de cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger afspraken over het geheel of gedeeltelijk door de cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger zelf beheren van medicatie. b) De afspraken over het geheel of gedeeltelijk door de cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger zelf beheren van medicatie staan in het cliëntdossier. c) Betrokkenen evalueren de afspraken over het geheel of gedeeltelijk zelf beheren van medicatie volgens de frequentie in veldnorm of naar behoefte vaker. Pagina 24 van 34