61AF. Hoge temperatuur warmtepompen PRO-DIALOG + Nominale verwarmingscapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

Vergelijkbare documenten
Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud. Thieme GrafiMedia Groep

MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD PRO-DIALOG. Hoge temperatuur warmtepompen 61AF. Nominale verwarmingscapaciteit kw 50 Hz

30RQ B 30RQ Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydromodule

30RH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen

30RB B 30RB Luchtgekoelde koelmachines. Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

30RA "A" Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module AQUASNAP

30XA Luchtgekoelde koelmachines

30RYH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module

30XA A Luchtgekoelde koelmachines

30RQ B 30RQ Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydro-module. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

30RY B Waterkoelaggregaten voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module

61AF Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydro module. Nominale verwarmingscapaciteit kw.

61WG/30WG Watergekoelde vloeistofkoelaggregaten/warmtepompen. met of zonder hydromodule

30RA B Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module

30RQS/30RQSY A. Omkeerbare lucht/water warmtepompen PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RQSY 30RQS

30RBS/RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RBSY 30RBS

30XW/30XW-P 30XWH/30XWHP. Watergekoelde schroefkoelmachines Schroefwarmtepompen op waterbron. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

38RBS Luchtgekoelde condensing units. Zie voor bediening van de regeling het boekje 38RBS serie Pro-Dialog+ regeling

30RB /30RQ

30RB/RBY A. Luchtgekoelde koelmachines. Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ serie Pro-Dialog+ regeling

61WG/30WG/30WGA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten/waterwater

61AF Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydro module PRO-DIALOG + Nominale verwarmingscapaciteit kw

AQUASNAP Bedieningspaneel

PERFORMO-A R/H. PERFORMO-A R/H (type ) Luchtgekoelde chillers Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

30XAS Luchtgekoelde koelmachines

MULTIPOWER-A R/H. Multipower-A R/H (type ) Luchtgekoeld koudwateraggregaat Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling

30RBS/30RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines. Touch Pilot Junior. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud 30RBSY 30RBS

42GW. Cassette ventilatorconvectoren. Nominale koelcapaciteit 2-11 kw Nominale verwarmingscapaciteit 4-14 kw

30RYH B. Warmtepompen lucht/water voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module AQUASNAP

SUI Bedieningspaneel

30XW-V/30XWHV. Watergekoelde vloeistofkoel-machines/waterwater warmte-pompen met variabel toerental

30RH B. Warmtepompen lucht/water met geïntegreerde hydro module AQUASNAP

42DW. Horizontale ventilatorconvectoren met kanaalaansluiting. Nominale koelcapaciteit 5,5-12,7 kw Nominale verwarmingscapaciteit 7,3-17,9 kw

38RA. Luchtgekoelde condensing-units. Nominale koelcapaciteit kw

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

30RBM RBP Luchtgekoelde koelmachines MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD. Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz

montage inbedrijfstelling onderhoud 38XTZ luchtgekoelde condensingunits

38RA Luchtgekoelde condensingunits. Zie voor bediening van de regeling het boekje 38RA serie Pro-Dialog regeling

Gebruikershandleiding

KOUDWATERAGGREGATEN serie

MTE kw. Condensingunits voor buitenopstelling. Condensingunits MTE PLUS. Efficiëntie en compacte afmetingen voor commerciële klimatisering

30RW/30RWA. Watergekoelde/Condensorloze vloeistofkoelmachines met geïntegreerde hydromodule. Nominale koelcapaciteit kw. Stekker er in.

LUCHTGEKOELD WATERKOEL-AGGREGAAT ALLEEN KOELEN / WARMTEPOMP 30RA/30RH KRACHTIG EN COMPACT

Gebruikershandleiding

30RQ Lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule PRO-DIALOG +

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

61AF Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule PRO-DIALOG + Nominale verwarmingscapaciteit kw

30XW-V/30XWHV Watergekoelde vloeistofkoelmachines/water-water. met variabel toerental

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

61AF Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule. Nominale verwarmingscapaciteit kw.

HIWARM COMPACT kw

30GX HXC Water- en luchtgekoelde koelmachines met schroefcompressoren

AQUACIAT CALÉO. Hoge temperatuur warmtepompen

MCW 5-39 kw. Monoblok-systeem voor binnenopstelling. Water/water warmtepompen en koelmachines MCW PLUS. Compacte units met één circuit

30GH GZ Luchtgekoelde vloeistofkoelaggregaten. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling, Onderhoud

Gebruikershandleiding

30RW/RWA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module

Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling

48/50UA-UH Rooftop airconditioners, warmtepompen en gasverwarmers

30HXC. Watergekoelde vloeistofkoelmachines met schroefcompressoren. Nominale koelcapaciteit kw. Kenmerken

Systeem kenmerken. Bivalent gas Bivalent elektrisch Zonne bijdrage Circulatienet warm water Opmerkingen. Horizontaal Open met GWS direct op verdamper

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

30HX GLOBAL CHILLER VLOEISTOFKOELMACHINE IN HARMONIE MET HET MILIEU

LEP kw. Water-water monoblok-systeem voor binnenopstelling. Multifunctionele warmtepompen LEP PLUS

30RW/RWA. Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

Gebruikershandleiding

30XW/30XW-P A 30XWH/30XWHP A. Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines Watergekoelde schroefcompressorwarmtepompen MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

TECHNISCHE HANDLEIDING

61AF Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule PRODUCT SELECTIE DATA

HYDROCIAT LW ST/HE

38RBS Luchtgekoelde Condensing-Units. Nominale koelcapaciteit: kw. Kenmerken. Eenvoudige, snelle montage

DROOGPLATEAU. Handleiding

LER kw. Luchtgekoelde waterkoelmachines in splituitvoering. Luchtgekoelde waterkoelmachines in splituitvoering LER PLUS

DAL 516. Drukverschilregelaars Met instelbaar setpoint en debietregeling

Technische specificatie Tower Airvising Postbus AC Beverwijk 3/27/2014

38RA Serie. Bediening en onderhoud

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

SATD1 DIN RAIL VEILIGHEIDS EN ISOLATIETRANSFORMATOR. Montage & gebruiksvoorschriften

Installatie instructie voor WTH koudwatermachines

MPE 4-76 kw. Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling. Lucht/water warmtepompen en koelmachines MPE PLUS

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R. hydrofoorgroepen

Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Centraal stofzuigsysteem DUO

30RW/30RWA Watergekoelde/Condensorloze vloeistofkoelmachines met geïntegreerde hydromodule PRODUCT SELECTIE DATA

SATELLIET SPLIT SYSTEEM

30RW/RWA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module

APPENDAGES. Safety Valves. - ½ x ½. Safety by PenTec APPENDAGES

LDK Luchtgekoelde vloeistof koelmachines voor buitenopstelling

Door een krachtafnemer aangedreven hydraulische systemen

HANDLEIDING airco diagnose gereedschap A/C Vloeistof Check artikelnummer: (complete set)

30RBY/RQY Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines voor kanaalaansluiting/ Lucht-water warmtepompen voor kanaalaansluiting PRO-DIALOG +

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht.

GEBRUIKERSHANDLEIDING

MONTAGEHANDLEIDING. 2-wegskleppenkit voor warmtepompconvector EKVKHPC

Pool & Spa. De Hydro-Pro warmtepompen

30RBM RBP Luchtgekoelde koelmachines MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING. Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz. Unit met low noise optie

30XAV Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines met variabel toerental INSTALLATIE-, BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

PRODUCT - SELECTIEGEGEVENS

Transcriptie:

6AF Hoge temperatuur warmtepompen Nominale verwarmingscapaciteit -05 kw 50 Hz PRO-DIALOG + Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

Inhoudsopgave - INTRODUCTION...4. - Controleren van de zending... 4. - Veiligheidsinstructies voor montage...4.3 - Apparatuur en componenten onder druk...5.4 - Veiligheidsinstructies voor onderhoud...5.5 - Veiligheidsinstructies bij reparatie...6 - Transport en plaatsen van de unit...7. - Transport...7. - Plaatsen...7.3 - Controles voorafgaand aan de inbedrijfstelling...7.4 - Hijsinstructies...8 3 - AFMETINGEN, BENODIGDE VRIJE RUIMTE...9 3. - 6AF 0-035, units met of zonder hydro module...9 3. - 6AF 045-055, units met of zonder hydro module...0 3.3-6AF 075-05, units met of zonder hydro module... 3.4 - Installatie van meerdere units... 4 - TECHNISCHE GEGEVENS... 5 - Elektrische gegevens... 5. - Compressoren voor standard units...3 5. - Kortsluitvastheid stroom (TN stelsel) - standaard unit (met hoofdschakelaar zonder zekering)...3 6 - SELECTIEGEGEVENS...4 6. - Bedrijfslimieten unit...4 6. - Waterdebiet platen-warmtewisselaar...4 6.3 - Minimum waterdebiet platen-warmtewisselaar...4 6.4 - Maximum waterdebiet...4 6.5 - Systeeminhoud...4 7 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN...5 7. - Schakelkast...5 7. - Elektrische voeding...5 7.3 - Fase onbalans spanning...5 7.4 - Aanbevolen aderdiameters...5 7.5 - Op het werk aan te leggen stuurstroombedrading...6 7.6 - Handhaven elektrische voeding...6 7.7-4 V aansluitvermogen...6 8 - WATERLEIDING AANSLUITINGEN...6 8. - Voorzorgsmaatregelen en aanbevelingen...6 8. - Wateraansluitingen...7 8.3 - Bescherming tegen cavitatie...7 8.4 - Vorstbeveiliging...7 9 - INREGELEN WATERHOEVEELHEID...9 9. - Procedure inregelen waterhoeveelheid...9 9. - Drukverlies platen warmtewisselaar...0 9.3 - Pompdruk/water debiet curve voor units met hydro module...0 9.4 - Beschikbare externe statische druk voor units met hydro module...

0 - Inbedrijfstelling... 0. - Controles voor de inbedrijfstelling... 0. - Werkelijke inbedrijfstelling... 0.3 - Werking van twee units in master/slave bedrijf... 0.4 - Extra elektrische verwarmingselementen...3 - BELANGRIJKSTE SYSTEEMCOMPONENTEN...3. - Compressoren...3. - Smering... 3.3 - Lucht warmtewisselaars...3.4 - Ventilatoren...3.5 - Elektronisch expansieventiel (EXV) van het hoofdcircuit...3.6 - Elektronisch expansieventiel (EXV) van het economiser circuit...3.7 - Vierwegklep...4.8 - Vochtindicator...4.9 - Filterdroger...4.0 - Condensor...4. - Economiser...4. - Koudemiddel...4.3 - Hogedrukbeveiliging...4 - OPTIES EN ACCESSOIRES...5 3 - Units met ventilatoren met externe statische druk voor binnenopstelling (optie )...6 3. - Ventilator uitblaasopening...6 3. - Aanvullende voorschriften voor units die op kanalen zijn aangesloten...6 3.3 - Elektrische gegevens - 6AF unit met optie...6 3.4 - Afmetingen/benodigde vrije ruimte, unit met optie...7 4 - STANDAARD ONDERHOUD...30 4. - Onderhoud niveau...30 4. - Onderhoud niveau...30 4.3 - Onderhoud niveau 3 (of hoger)...3 4.4 - Aandraaimomenten voor de belangrijkste elektrische aansluitingen...3 4.5 - Aandraaimomenten voor de belangrijkste bouten en moeren...3 4.6 - Koelerbatterij...3 4.7 - Onderhoud van de condensor...3 4.8 - Kenmerken van R-407C...3 5 - Checklist voor de inbedrijfstelling van 6AF WARMTEPOMPEN...33 De illustratie op de voor pagina dient slechts ter illustratie en maakt geen deel uit van enige offerte of verkoopcontract. 3

- INTRODUCTION Alvorens de 6AF units in bedrijf worden gesteld, moeten deze instructies bekend zijn bij alle personen die betrokken zijn bij montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud van de apparatuur. De 6AF warmtepompen zijn ontworpen voor betrouwbaar en veilig bedrijf binnen de ontwerpcondities. Gebruik bij de toepassing van deze apparatuur uw gezond verstand en neem de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen om schade aan apparatuur, materieel of persoonlijk letsel te voorkomen. Zorg dat u de in deze instructies opgenomen procedures en veiligheids-richtlijnen begrijpt en opvolgt. De procedures in deze instructies zijn geplaatst in de juiste volgorde voor een goede inbedrijfstelling en werking. Werkzaamheden aan elektrische/elektronische componenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Werkzaamheden aan koeltechnische componenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd (STEK erkend) personeel. Tijdens montage, onderhoud en service werkzaamheden moeten de uitvoerende technici veiligheidshandschoenen, bril, schoenen en beschermende kleding dragen. Zie de conformiteitsverklaringen van deze producten om te controleren of ze voldoen aan de Europese richtlijnen (machineveiligheid, laagspanning, elektromagnetische compatibiliteit, apparatuur onder druk, etc.).. - Controleren van de zending Controleer de zending reeds op de vrachtwagen op transportschade. Meld eventuele zichtbare schade onmiddellijk telefonisch aan Carrier Nederland BV en laat de vervoerder een aantekening maken op de vrachtbrief. De zending is door Carrier Nederland BV tot de aankomst op het werk verzekerd. Controleer of de gegevens op de kenplaat van de unit (aan de zijkant) overeenkomen met de vrachtbrief en de bestelling. Er bevinden zich machine kenplaten op plaatsen: - aan de buitenkant aan een van de zijkanten van de unit, - aan de zijkant van de schakelkast (naast het bedieningspaneel). Daarop staat de volgende informatie: - Typenummer - CE markering - Serienummer - Jaar van productie en datum druk- en lekdichtheidscontrole - Toegepast koudemiddel - Koudemiddelvulling per circuit - PS: Min./max. toegestane druk (hoge en lagedruk zijde) - TS: Min./max. toegestane temperatuur (hoge en lagedruk zijde) - Afblaasdruk veiligheidsventiel - Uitschakeldruk drukschakelaar - Unit lektest druk - Voltage, frequentie, aantal fasen - Maximum opgenomen stroom - Maximum opgenomen vermogen - Netto gewicht van de unit Controleer of alle accessoires compleet zijn meegeleverd. Gedurende de gehele levensduur van de unit moet hij periodiek worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat hij niet is beschadigd door schokken (hanteren van accessoires, gereedschappen etc.). Zo nodig moeten de beschadigde onderdelen worden gerepareerd of vervangen. Zie ook het hoofdstuk Onderhoud.. - Veiligheidsinstructies voor montage Na aflevering van de unit, nadat hij klaar is om te worden gemonteerd of opnieuw gemonteerd, moet hij op schade worden gecontroleerd. Controleer dat het koudemiddelcircuit onbeschadigd is. Met name dat er geen componenten of leidingen zijn verschoven of beschadigd (bijv. door schokken). Voer in geval van twijfel een lektest uit. Meld eventuele schade onmiddellijk telefonisch aan Carrier en laat de vervoerder een aantekening maken op de vrachtbrief. Deze machine moet worden opgesteld op een plaats die niet toegankelijk is voor het publiek en beveiligd tegen toegang door onbevoegden. Laat skids, pallets of beschermende verpakking op hun plaats tot de unit op zijn definitieve plaats staat. Deze units kunnen worden verplaatst met een vorkheftruck zolang de vorken zich op de juiste plaats en in de juiste richting op de unit bevinden. De units kunnen ook worden gehesen met hijsstroppen, aangebracht op de op de unit aangegeven hijspunten (labels op het chassis en een label met alle relevante instructies zijn op de unit bevestigd). Gebruik hijsstroppen die voldoende sterk zijn voor het gewicht van de unit en volg altijd de hijsinstructies op de officiële maatschetsen. Veiligheid wordt alleen gegarandeerd wanneer deze instructies nauwkeurig worden opgevolgd. Wanneer dit niet gebeurt kan schade aan de apparatuur of lichamelijk letsel van personeel het gevolg zijn. De units mogen niet van bovenaf worden gehesen. Dek nooit beveiligingen af. Dit heeft betrekking op het overstortventiel in het watercircuit en de afblaasveiligheid in het koudemiddelcircuit. Controleer, alvorens de unit in bedrijf te nemen, dat de overstortventielen en afblaasveiligheden correct zijn gemonteerd. De overstortventielen en afblaasveiligheden zijn ontworpen en geïnstalleerd als brandbeveiliging. Het verwijderen van deze beveiliging is alleen toegestaan wanneer het brandrisico geheel onder controle is. Het verwijderen van de beveiliging valt onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker. 4

Alle in de fabriek geïnstalleerde afblaasveiligheden zijn voorzien van een verzegeling om wijzigingen in de afstelling te voorkomen. De unit is bedoeld voor buitenopstelling. Echter in geval van binnenopstelling geldt het volgende: Wanneer koudemiddel afblaasveiligheden afblazen in de ruimte en er gevaar onstaat voor personen en goederen, dan dienen de koudemiddel afblaasveiligheden te worden aangesloten op afblaasleidingen die naar buiten leiden. De EN378 geeft in ANNEX E hiervoor een praktische limiet in kg koudemiddel per m 3 ruimte. Dit koudemiddel mag in de lucht worden afgeblazen, echter ver verwijderd van de luchttoevoer van het gebouw. Zie voor periodieke controle van de overstortventielen en afblaasveiligheden hoofdstuk Veiligheidsinstructies voor onderhoud. Bij het werken met koudemiddel moeten de van toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd. Zorg voor voldoende ventilatie. De ophoping van koudemiddel in een afgesloten ruimte kan leiden tot zuurstofgebrek en daardoor tot ademnood, verstikking of explosies. Inhaleren van hoge concentraties koudemiddeldamp is schadelijk en kan leiden tot hartritmestoornissen, bewusteloosheid en de dood. Damp is zwaarder dan lucht en vermindert de beschikbare hoeveelheid zuurstof om te ademen. Koudemiddel veroorzaakt oog- en huidirritaties. Ontledingsproducten kunnen gevaarlijk zijn..3 - Apparatuur en componenten onder druk Deze producten bevatten apparatuur of componenten onder druk, geproduceerd door Carrier of andere fabrikanten. De eigenschappen van deze apparatuur/componenten zijn vermeld op de kenplaat of in de met de producten meegeleverde vereiste documentatie. Deze gegevens kunnen belangrijk zijn voor herkwalificatie, opnieuw testen en de RLK regelgeving. De in het hoofdstuk Bedrijfslimieten opgegeven bedrijfsdrukken mogen niet worden overschreden..4 - Veiligheidsinstructies voor onderhoud Werkzaamheden aan elektrische/elektronische componenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel (IEC 60364 classificatie B4A). Werkzaamheden aan koeltechnische componenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd (STEK erkend) personeel. Laswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd (STEK erkend) personeel. 6AF units werken met het koudemiddel R-407C. Bij werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit moet speciale apparatuur worden gebruikt (manometer, terugwin-unit, enz.). Deze handelingen (openen of sluiten van een koudemiddelafsluiter) mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en bij volledig afgeschakelde unit. Tijdens werkzaamheden, onderhoud en service werkzaamheden moeten de uitvoerende technici veiligheidshandschoenen, bril, schoenen en beschermende kleding dragen. Schakel altijd de hoofdstroom af voordat met werkzaamheden aan elektrische componenten incl. regelpanelen, schakelaars, relais etc., wordt begonnen. Maak de machine spanningsloos tijdens onderhoudswerkzaamheden en vergrendel de scheidingsschakelaar met een hangslot. Als het werk wordt onderbroken, controleer dan voordat u weer begint dat alle circuits spanningsloos zijn. LET OP: Zelfs wanneer de unit is afgeschakeld blijft de hoofdstroom bekrachtigd, tenzij de beveiligingsschakelaar van de unit of het circuit open is. Zie elektrisch schema voor nadere details. Breng waarschuwingslabels aan (vermeld dit in de veiligheidsinstructies). Wanneer er werkzaamheden worden uitgevoerd in de buurt van de ventilatoren, met name wanneer de beschermgrilles of omkasting zijn verwijderd, schakel dan de voeding van de ventilatoren af om te voorkomen dat ze gaan werken. De aanwezigheid van olie bij de afblaasopening is een nuttige aanwijzing voor koudemiddellekkage. Houd deze opening goed schoon, zodat eventuele lekkage duidelijk zichtbaar is. De instelling van een veerveiligheid die gelekt heeft, is over het algemeen lager dan zijn oorspronkelijke instelling. De nieuwe instelling kan invloed hebben op het bedrijfsbereik van de machine. Om onnodig aanspreken van beveiligingen of lekkages te voorkomen, dient de veerveiligheid te worden vervangen. Controle van de werking: Belangrijke informatie over het toegepaste koudemiddel: Dit product bevat HFK koudemiddel dat onder het Kyoto protocol valt. Type koudemiddel: R-407C Global Warming Potential (GWP): 653 Periodieke inspectie op koudemiddellekkage kan verplicht zijn, afhankelijk van de Europese of locale wetgeving. Neem contact op met Carrier voor meer informatie. Tijdens de levensduur van het systeem moeten inspecties en tests worden uitgevoerd volgens de nationale voorschriften. Controle van de beveiligingen (NEN-EN 378-4): Bij gebrek aan lokale voorschriften moeten de beveiligingen op het werk minimaal x per jaar worden gecontroleerd (hogedrukschakelaars) en externe overdrukbeveiligingen elke vijf jaar (veiligheids-afsluiters). 5

Controleer minimaal eens per jaar zorgvuldig de beveiligingen (ontlastkleppen). Als de unit is opgesteld in een vochtige omgeving, dan moeten ze vaker worden gecontroleerd. Voer regelmatig een lektest uit en repareer eventuele lekken onmiddellijk. Controleer regelmatig dat de trillingsniveaus nog acceptabel zijn en niet veel hoger dan die bij de inbedrijfstelling golden. Voordat een koudemiddelcircuit wordt geopend, moet het koudemiddel worden overgebracht naar speciaal voor dit doel geleverde tanks en moeten de manometers worden geraadpleegd. De voorschriften voor het conditioneren en terugwinnen van HFK s onder optimale kwaliteitscondities voor de producten en optimale veiligheidscondities voor personen, goederen en het milieu worden beschreven in norm NFE 9795. Wanneer het koudemiddelcircuit na een ingreep (bijv. vervanging van een component) langer dan een dag geopend blijft, moeten de openingen worden afgedicht en het circuit met stikstof worden gevuld (inertie principe). Het doel hiervan is om het binnendringen van vocht te voorkomen, evenals corrosie aan de onbeschermde stalen binnenzijde..5 - Veiligheidsinstructies bij reparatie Alle componenten van de installatie moeten goed worden onderhouden om schade en lichamelijk letsel te voorkomen. Storingen en lekkages moeten onmiddellijk worden verholpen. De verantwoordelijke technicus draagt de verantwoordelijkheid voor onmiddellijk herstel van de storing. Nadat een reparatie aan de machine is uitgevoerd moet de werking van de beveiligingen opnieuw worden gecontroleerd. Volg de voorschriften en aanbevelingen in de veiligheidsrichtlijnen voor unit en HVAC installaties, zoals EN 378 en ISO 549. Gebruik geen zuurstof om leidingen door te blazen of een machine op druk te brengen. Zuurstofgas reageert sterk op olie, vet en andere veel gebruikte substanties. Overschrijd nooit de gespecificeerde testdrukken. Controleer de toegestane testdrukken in de instructies en de ontwerpdrukken op de kenplaat van de unit. Gebruik geen lucht voor lektesten. Gebruik hiervoor alleen droge stikstof. Een koudemiddelleiding of vat mag nooit worden gelast of doorgebrand voordat alle koudemiddel (vloeistof en damp) is verwijderd uit de warmtepomp. Dampsporen moeten worden verwijderd met droge stikstof. Wanneer koudemiddel in contact komt met open vuur kunnen er giftige gassen ontstaan. Op de opstellingsplaats moet de nodige beveiligingsapparatuur beschikbaar zijn en brandblusapparatuur voor het systeem en het gebruikte type koudemiddel moet voorhanden zijn. Koudemiddel mag niet worden overgeheveld. Vermijd dat koudemiddel in contact komt met de huid en ogen. Draag een veiligheidsbril. Krijgt u toch koudemiddel op de huid, was dit dan direct af met water en zeep. Als er koudemiddel in de ogen komt dan moeten de ogen onmiddellijk gespoeld worden met water. Raadpleeg direct een arts. Gebruik nooit vuur (soldeerlamp) of oververhitte stoom (hogedruk reiniger) in het koudemiddelcircuit. Er kan dan gevaarlijke overdruk ontstaan. Bij het verwijderen en opslaan van koudemiddel moeten de van toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd. Deze voorschriften voor het conditioneren en terugwinnen van HFK s onder optimale kwaliteits-condities voor de producten en optimale veiligheids-condities voor personen, goederen en het milieu worden beschreven in norm NFE 9795. Zie ook de officiële maatschetsen van de units. Wegwerp opslagcilinders mogen nooit worden hergebruikt of opnieuw gevuld. Dit is gevaarlijk en illegaal. Wanneer de opslagcilinders leeg zijn, evacueer dan de resterende gasdruk en zorg dat de cilinders volgens de plaatselijke voorschriften worden afgevoerd. Niet verbranden! Verwijder nooit bevestigingsmateriaal, componenten, etc. terwijl de machine onder druk is of in werking. Zorg dat de overdruk op 0 kpa ligt alvorens het koudemiddelcircuit te openen. Probeer niet om ontlastkleppen te repareren wanneer corrosie of vervuiling (roest, vuil, schilfers etc.) in het klephuis of het mechanisme is aangetroffen. Vervang de klep. Monteer ontlastkleppen niet in serie of achterstevoren. ATTENTIE: Over de unit, of delen ervan, mag niet worden gelopen. Ook mogen er gaan zware voorwerpen op worden geplaatst. Componenten en leidingwerk moeten regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig gerepareerd of vervangen. GA NIET op koudemiddelleidingen STAAN. Gebroken leidingen gaan zwiepen en kunnen dan persoonlijk letsel veroorzaken. Klim niet op een machine. Gebruik een platform of stellage. Gebruik hulpmiddelen (kraan, lift etc.) bij transporteren, hijsen en plaatsen van zware componenten. Gebruik deze hulpmiddelen ook als er gevaar bestaat dat u uitglijdt of uw evenwicht verliest, zelfs wanneer componenten licht zijn. Gebruik bij vervanging alleen onderdelen die oorspronkelijk in de machine zijn toegepast. Zie hiervoor de onderdelenlijst. Deze is op aanvraag beschikbaar. 6

Tap geen watercircuits af die industriële antivries bevatten zonder toestemming van de daartoe bevoegde autoriteiten. Sluit de waterintrede en uittredeafsluiters en ontlucht het watercircuit alvorens werkzaamheden aan de componenten in het circuit uit te voeren (gaasfilter, pomp, stromingsschakelaar etc.). Controleer regelmatig alle afsluiters, bevestigingsmateriaal en leidingen op roest, lekkage en schade. Draag gehoorbeschermers bij het uitvoeren van werkzaamheden in de buurt van een draaiende machine. Controleer het type koudemiddel voordat u koudemiddel gaat bijvullen. Toevoegen van een verkeerd koudemiddel kan leiden tot schade of verstoorde werking van de unit en zelfs tot onherstelbare schade aan de compressoren. De compressoren die met R-407C werken zijn gevuld met een synthetische polyester olie. Voordat er werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit worden uitgevoerd, moet de gehele koudemiddelvulling worden overgepompt. - Transport en plaatsen van de unit. - Transport Zie hoofdstuk Veiligheidsinstructies voor montage.. - Plaatsen Zie onder Afmetingen en benodigde vrije ruimte om er zeker van te zijn dat er voldoende ruimte is voor alle aansluitingen en voor onderhoudswerkzaamheden. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling de met de unit meegeleverde officiële maatschetsen. Voor standaard units is bestendigheid tegen aardbevingen niet geverifieerd. WAARSCHUWING: Breng de hijsstroppen alleen aan op de punten die op de unit zijn aangegeven. Controleer voordat de unit wordt geplaatst: dat de gebouwconstructie sterk genoeg is om het gewicht van de unit te dragen. wanneer de warmtepomp moet werken bij temperaturen beneden 0 C, dan moet hij 300 mm boven de grond worden geplaatst. Dit is nodig om ijsvorming op het chasis te voorkomen en om een goede werking te garanderen op plaatsen waar zich sneeuw tegen de unit kan ophopen. dat het oppervlak waterpas, vlak en niet beschadigd is. De unit moet op de X en Y assen waterpas worden geplaatst (maximaal 5 mm afwijking per meter). dat er voldoende vrije ruimte is voor een onbelemmerde luchtuittrede en voor onderhoud. dat er op de juiste plaatsen voldoende steunpunten aanwezig zijn. dat de plaats van opstelling niet onder water kan komen te staan. WAARSCHUWING: Controleer, voordat de unit naar de plaats van opstelling wordt gehesen, dat alle panelen goed zijn bevestigd. De unit moet voorzichtig wordt gehesen en rustig worden neergezet. De 6AF units kunnen worden verplaatst met hijsstroppen (gebruik dan evenaars) of een vorkheftruck. De batterijen moeten tijdens transport goed zijn beschermd. De unit mag niet méér dan 5 overhellen. WAARSCHUWING: Oefen nooit druk uit op de panelen van de omkasting. Alleen het basisframe van de unit is daartegen bestand..3 - Controles voorafgaand aan de inbedrijfstelling Vóór de opstart van het koelsysteem moet de gehele installatie, inclusief het koelsysteem worden vergeleken met de installatietekeningen, maatschetsen, systeem leidingwerk en instrumentatie tekeningen en de elektrische schema s. Neem tijdens deze controles alle nationale voorschriften in acht. Zie, bij gebrek aan lokale voorschriften in het bijzonder bijlage G van norm NEN-EN 378-: Externe visuele installatiecontroles: Vergelijk de totale installatie met de koelsysteem- en elektrische schema s. Controleer dat alle componenten voldoen aan de ontwerpspecificaties. Controleer dat alle veiligheidsdocumenten en apparatuur aanwezig zijn die door de huidige Europese richtlijnen worden vereist. Verifieer dat alle beveiligingen en milieubeschermende appendages en maatregelen aanwezig zijn/getroffen zijn en voldoen aan de huidige Europese richtlijnen. Verifieer dat alle documenten voor drukvaten, certificaten, naamplaten, dossiers, handleidingen aanwezig zijn die volgens de huidige Europese richtlijnen vereist zijn. Verifieer dat de toegangsroute tot de unit en de vluchtwegen vrij zijn. Verifieer de instructies en richtlijnen ter voorkoming van het opzettelijk verwijderen van koudemiddelgassen. Verifieer dat alle aansluitingen zijn gemaakt. Controleer steunen en bevestigingsmateriaal (materialen, route en bevestiging). Controleer de kwaliteit van lassen en andere verbindingen. Controleer de beveiliging tegen mechanische schade. Controleer de beveiliging tegen hitte. Controleer de beveiliging van bewegende delen. Controleer of er voldoende vrije ruimte is voor onderhoud of reparatie. Controleer de status van de afsluiters. Controleer de status van de thermische- en dampdichte isolatie. 7

.4 - Hijsinstructies 6AF 0-035 6AF 045-055 M 000 Z + 0 000 Y + 0 X + 40 Z + 0 Y + 0 X + 40 6AF Afmetingen in mm x y z 045 546 846 540 055 537 80 595 6AF 075-05 6AF Afmetingen in mm x y z 0 55 584 575 030 5 546 543 035 57 550 567 000 Z + 0 X + 50 Y + 50 OPMERKING: De labels met alle relevante instructies zijn op de buitenzijde van de unit aangebracht. 6AF Afmetingen in mm x y z 075 303 50 545 05 9 47 590 8

3 - AFMETINGEN, BENODIGDE VRIJE RUIMTE 3. - 6AF 0-035, units met of zonder hydro module 0 37 300 330 000 000 000 000 OPMERKINGEN: A Niet-officiële maatschetsen.gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de officiële Carrier maatschetsen. Deze worden meegeleverd of zijn op aanvraag verkrijgbaar. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling de officiële maatschetsen. B Bij installaties bestaande uit meerdere machines (maximaal 4) moet de vrije ruimte aan de zijkant tussen de units 000 mm bedragen i.p.v. 000. C De hoogte van de wand (o.i.d.) mag niet hoger zijn dan m. Verklaring Alle afmetingen in mm. Schakelkast Waterintrede Wateruittrede Benodigde vrije ruimte voor luchttoevoer Benodigde vrije ruimte voor onderhoud Luchtuittrede, vrijhouden Doorvoer voedingskabel 9

3. - 6AF 045-055, units met of zonder hydro module 4 00 300 330 000 000 000 000 OPMERKINGEN: A Niet-officiële maatschetsen.gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de officiële Carrier maatschetsen. Deze worden meegeleverd of zijn op aanvraag verkrijgbaar. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling de officiële maatschetsen. B Bij installaties bestaande uit meerdere machines (maximaal 4) moet de vrije ruimte aan de zijkant tussen de units 000 mm bedragen i.p.v. 000. C De hoogte van de wand (o.i.d.) mag niet hoger zijn dan m. Verklaring Alle afmetingen in mm. Schakelkast Waterintrede Wateruittrede Benodigde vrije ruimte voor luchttoevoer Benodigde vrije ruimte voor onderhoud Luchtuittrede, vrijhouden Doorvoer voedingskabel 0

3.3-6AF 075-05, units met of zonder hydro module 00 73 300 330 053 6 000 000 000 000 OPMERKINGEN: A Niet-officiële maatschetsen.gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de officiële Carrier maatschetsen. Deze worden meegeleverd of zijn op aanvraag verkrijgbaar. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling de officiële maatschetsen. B Bij installaties bestaande uit meerdere machines (maximaal 4) moet de vrije ruimte aan de zijkant tussen de units 000 mm bedragen i.p.v. 000. C De hoogte van de wand (o.i.d.) mag niet hoger zijn dan m. Verklaring Alle afmetingen in mm. Schakelkast Waterintrede Wateruittrede Benodigde vrije ruimte voor luchttoevoer Benodigde vrije ruimte voor onderhoud Luchtuittrede, vrijhouden Doorvoer voedingskabel 3.4 - Installatie van meerdere units Wand (o.i.d.) Wand (o.i.d.) OPMERKING: Wanneer de wanden hoger zijn dan m, neem dan contact op met Carrier Nederland BV.

4 - TECHNISCHE GEGEVENS 6AF 0 030 035 045 055 075 05 Bedrijfsgewicht* Standaard unit (zonder hydro module) kg 343 396 4 509 533 900 08 Standaard unit (met hydro module) kg 349 403 436 54 549 96 044 Geluidsniveaus Geluidsvermogen 0 - W** db(a) 8 8 83 83 84 84 85 Geluidsdruk niveau op 0 m*** db(a) 50 5 5 5 53 53 53 Compressoren Hermetische scroll compressor, 48,3 r/s Circuit A Aantal capaciteitstrappen Koudemiddelvulling R-407C Circuit A kg 8,0 8,8 9,7 0,0 3,,0 6,5 Capaciteitsregeling Pro-Dialog+ Minimum capaciteit % 00 00 00 00 00 50 50 Condensors Directe expansie gelaste platen-warmtewisselaar Waterinhoud l 4,9 6,4 8, 9,6, 6,4,7 Max. bedrijfsdruk waterzijdig zonder hydro module kpa 000 000 000 000 000 000 000 Max. bedrijfsdruk waterzijdig met hydro module kpa 400 400 400 400 400 400 400 Ventilatoren Axiaal Flying Bird 4 ventilatoren met meedraaiende geleidering Aantal Luchthoeveelheid (hoog toerental) l/s 3800 3800 3800 3800 3800 7600 7600 Toerental, standaard unit r/s Toerental, unit met optie r/s 6 6 6 6 6 6 6 Koeler Geribde koperen pijpen, aluminium lamellen Hydro module (optie) Enkele pomp met drie toerentallen Pomp, Victaulic gaasfilter, overstort, ontluchtings-afsluiters (water + lucht) en onderdrukbeveiliging Wateraansluitingen (met en zonder hydro module) Victaulic Aansluitingen** in -/4 -/4 -/ -/ -/ Uittrede mm 4,4 4,4 48,3 48,3 48,3 60,3 60,3 Lakkleur chassis Kleurcode RAL7035 * De gegeven gewichten zijn bedoeld als richtlijn, Zie voor de koudemiddelvulling van de unit de machine kenplaat. ** In overeenstemming met ISO 964-, De waardes zijn alleen ter informatie. *** Ter informatie: berekend op basis van het geluidsvermogen Lw(A). **** Bij de 6AF 0 en 6AF 030 worden standaard aansluitpijpen meegeleverd -/4 Victaulic naar -/4 schroefdraad. 5 - Elektrische gegevens 6AF - Standaard unit (zonder hydro module) 0 030 035 045 055 075 05 Hoofdstroom Elektrische voeding V-ph-Hz 400-3-50 Netspanningslimieten V 360-440 Stuurstroom 4 V, via interne transformator Max, aanloopstroom (Un)* Standaard unit A 04,6 0,6 3,0 7,0 9,0 545,5 Unit met soft starter optie A 56, 55, 70,0 90,8 0, 0,5 4,5 Unit Cos phi bij maximum capaciteit** 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 Maximum opgenomen vermogen unit** kw 8,7,6,9 4,6 6,8 5,8 33,7 Nominaal opgenomen stroom unit*** A 4,3 6,9 0, 3, 7,9 39,7 55, Maximum opgenomen stroom unit (Un)**** A 6,,3 4, 7, 3, 47,5 6,5 Maximum opgenomen stroom unit (Un-0%) A, 8,4 3, 36,4 4,0 63,7 83,3 Reserve aansluitvermogen van de unit Elektrische reserve 4 V stuurstroomcircuit Kortsluitvastheid en beveiliging Zie tabel op de volgende bladzijde * Maximum directe aanloopstroom (maximum bedrijfsstroom van de kleinste compressor(en) + ventilatorstroom + aanloopstroom van de grootste compressor). ** Opgenomen vermogen, compressoren en ventilatoren, bij de bedrijfslimieten van de unit (verzadigde zuiggastemperatuur 0 C, verzadigde condensatietemperatuur 65 C) en nominaal voltage van 400 V (gegevens op machine kenplaat). *** Standaard Eurovent condities: condensor intrede-/uittredetemperatuur 40 C/45 C, buitenluchttemperatuur 7 C db/6 C nb. **** Max, bedrijfsstroom unit bij maximaal opgenomen vermogen en 400 V (gegevens op machine kenplaat). Max, bedrijfsstroom unit bij maximaal opgenomen vermogen en 360 V.

5. - Compressoren voor standard units Compressor I Nom I Max I Max LRA* LRA** Cosinus 0 030 035 045 055 075 05 (Un) (Un-0%) A A Phi (max.) ZH8KVE 0,7,5 7,5 0 53 0,8 - - - - - - ZH4KVE 3,3 7,7 4,8 99 5 0,8 - - - - - - ZH33KVE 6, 0, 8, 7 66 0,8 - - - - - ZH40KVE 9, 3, 3,4 67 87 0,8 - - - - - - ZH48KVE 3,9 7, 38,0 87 97 0,8 - - - - - Verklaring I Nom Nominaal opgenomen stroom bij Eurovent condities (zie definitie van condities onder nominaal opgenomen stroom), A I Max Maximum bedrijfsstroom bij 360 V, A * Aanloopstroom bij nominaal voltage, A ** Aanloopstroom bij nominaal voltage, elektronische starter, A 5. - Kortsluitvastheid stroom (TN stelsel)* - standaard unit (met hoofdschakelaar zonder zekering) 6AF 0 030 035 045 055 075 05 Waarde zonder voorbeveiliging Kortsluitstroom s - Icw - ka eff 0,6 0,6 0,6,6,6,6 Toegestane piekstroom - Ipk - ka pk 4,5 4,5 4,5 6 6 6 0 Waarde met voorbeveiliging (beveiligingsautomaat) Maximale kortsluitstroom Icc - ka eff 5,4 7 7 7,7 7,7 6, 0 Siemens beveiligingsautomaat - Compact serie 3 40 40 50 63 80 00 Referentienummer** 5SY633-7 5SY6340-7 5SY6340-7 5SY4350-7 5SY4363-8 5SP4380-7 5SP439-7 Waarde met voorbeveiliging (zekering) Maximale kortsluitstroom Icc - ka eff 7 50 50 50 50 4,5 Siemens zekering (gl/gg) 40 40 40 63 63 80 5 * Type voedingnet ** Bij toepassing van een ander type overstroombeveiliging, moet de uitschakelkarakteristiek minimaal gelijk zijn aan die van de aanbevolen Siemens beveiligingsautomaat. Neem contact op met Carrier. De bovengenoemde kortsluitvastheid waarden zijn gebaseerd op het TN stelsel. Opmerkingen bij de elektrische gegevens en bedrijfscondities: 6AF 0-05 units hebben één hoofdstroomaansluiting aan de primaire kant van de hoofdschakelaar. De schakelkast bevat de volgende standaard componenten: - een hoofdschakelaar, - starter- en motorbeveiligingen voor iedere compressor, de ventilatoren, en eventuele extra pompen, - regelapparatuur. Aansluitingen op het werk: Alle elektrische aansluitingen op het systeem en de elektrische montage moeten voldoen aan de van toepassing zijnde voorschriften. In Nederland is dit bijv. NEN 00. De Carrier units 6AF zijn dusdanig ontworpen en gebouwd dat ze voldoen aan de nationale voorschriften. Bij het ontwerp van de elektrische apparatuur is in het bijzonder rekening gehouden met de aanbevelingen in de Europese norm EN 6004- (machineveiligheid - elektrische machinecomponenten - deel : algemene voorschriften) (komt overeen met IEC 6004-). Belangrijk: Overeenstemming met EN 6004 is de beste manier om er zeker van te zijn dat wordt voldaan aan de Machinerichtlijn, Artikel.5.. De aanbevelingen van IEC 60364 worden geaccepteerd als overeenstemmend met de eisen van de installatierichtlijnen (NEN 00). Aanvulling B van EN 6004- beschrijft de omgevingsclassificatie toegepast voor het ontwerp van deze machines. De bedrijfsomgeving voor de units 6AF wordt hieronder gespecificeerd:. Omgeving* - Omgeving zoals geclassificeerd in EN 607 (komt overeen met IEC 607): - buitenopstelling* - omgevingstemperaturen tussen -0 C tot +40 C, klasse 4K4H - hoogte : 000 m - aanwezigheid van stofdeeltjes, klasse 4S (geen stof van betekenis aanwezig) - aanwezigheid van corrosieve en vervuilende substanties, klasse 4C (minimaal). Frequentie-afwijking elektrische voeding: ± Hz. 3. De nul (N) kabel kan niet direct op de unit worden aangesloten (gebruik zo nodig een transformator). 4. De unit is niet voorzien van beveiliging tegen te hoge stroom van de voedingskabels. 5. De ingebouwde lastscheider is van het type de beveiligingsschakelaar voldoet aan EN 60947-3, geschikt voor isolatie volgens EN 60947-3. 6. De units zijn ontworpen voor aansluiting op TN netwerken (IEC 60364). Voor IT netwerken moet de aardleiding niet worden aangesloten op de aarde van het netwerk. Zorg voor een lokale aardaansluiting, neem contact op met een elektrotechnisch installateur of uw Energiebedrijf. Opmerking: Neem altijd contact op met Carrier wanneer specifieke aspecten van een installatie niet voldoen aan de hierboven beschreven condities, of als er rekening moet worden gehouden met andere condities. * Het beschermingsniveau dat nodig is om aan deze klasse te voldoen is IP43BW (volgens norm IEC 6059). Alle units 6AF zijn beschermd tot IP44CW en voldoen aan deze beschermingseisen. 3

6 - SELECTIEGEGEVENS 6. - Bedrijfslimieten unit Condensor Minimum Maximum Waterintredetemperatuur (bij opstart) C 8 57 Wateruittredetemperatuur (tijdens bedrijf) C 30 65 Intrede/uittredetemperatuur verschil K 3 ** Koeler Minimum Maximum Luchtintredetemperatuur, standaard unit* C -0 40 Luchtintredetemperatuur, unit met optie C -5 40 Opmerkingen: De maximum bedrijfstemperatuur mag niet worden overschreden. * Omgevingsluchttemperatuur: voor transport en opslag van 6AF units zijn de minimum en maximum toegestane temperaturen -0 C en +50 C. Het is raadzaam deze waarden ook te hanteren bij vervoer per container. ** Houdt voor elk type machine rekening met het minimum waterdebiet (zie hoofdstuk 6.). Wateruittredetemp. C 70 65 60 55 50 45 40 35 30 5 6.5 - Systeeminhoud 6.5. - Minimum systeeminhoud Wanneer de warmtepomp wordt gebruikt voor het verwarmen van sanitair warm water dan mag deze dit water alleen indirect verwarmen door middel van een extra warmtewisselaar. Regulier onderhoud moet worden uitgevoerd om kalkvorming te voorkomen. De warmtepomp kan niet en mag nooit worden gebruikt voor het direct verwarmen van drinkwater. De minimale actieve systeeminhoud, in liters, wordt bepaald door de volgende formule: Inhoud (l) = Cap (kw) x N, waarbij CAP de nominale verwarmingscapaciteit is bij nominale bedrijfscondities. Verwarmen of sanitair warm water 6AF 0-055 6AF 075-05 N 5,0 l 3,0 l Deze inhoud is nodig voor een stabiele en nauwkeurig watertemperatuur. Het kan dus noodzakelijk zijn een aanvullend buffervat toe te passen om de benodigde systeeminhoud te verkrijgen. Het beste is dit buffervat te voorzien van keerschotten om een goede menging van de vloeistof (water of brijn) te bereiken. Zie onderstaande voorbeelden. 0-5 -0-5 -0-5 0 5 0 5 0 5 30 35 40 45 Vollast Luchtintredetemp. C Fout Goed 6. - Waterdebiet platen-warmtewisselaar 6AF Min. waterdebiet, l/s Max. waterdebiet met hydro module, l/s* 0 0,4,6,8 030 0,5,7,4 035 0,7 3,3 3, 045 0,8 3,3 3,8 055 0,9 3, 4,6 075, 5,9 6,4 05,6 6, 8,5 Max. waterdebiet zonder hydro module, l/s** * Max. waterdebiet bij een externe statische druk van 5 kpa. ** Max. waterdebiet bij een temperatuurverschil van 3 K in de platen-warmtewisselaar. Opmerking: Bij toepassing voor sanitair warm water (water uittredetemperatuur = 65 C), moet het temperatuurverschil ten minste 8 K bedragen. 6.3 - Minimum waterdebiet platen-warmtewisselaar Wanneer het waterdebiet lager is dan de minimum toegestane hoeveelheid, dan is er kans op extreme vervuiling van de condensor. 6.4 - Maximum waterdebiet Fout Goed 6.5. - Grootte van het expansievat Units met hydro module hebben geen ingebouwd expansievat. Dit moet separaat in het watersysteem worden opgenomen (levering derden). De tabel hieronder geeft de grootte weer van het expansievat dat moet worden geplaatst, gebaseerd op de inhoud van het watersysteem, de gebruikte vloeistof en de concentratie. Grootte van het expansievat % inhoud watersysteem* Water 3,0 0% ethyleen-glycol 3,0 0% ethyleen-glycol 3,5 30% ethyleen-glycol 3,8 40% ethyleen-glycol 4, * Berekening gebaseerd op een vultemperatuur van 0 C. Het maximum waterdebiet wordt gelimiteerd door het maximaal toegestane drukverlies in de platen-warmtewisselaar. Het minimum temperatuurverschil is 3 K, hetgeen overeenkomt met een waterdebiet van 0,09 l/s per kw. 4

7 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN 7. - Schakelkast Zie de met de unit meegeleverde officiële Carrier maatschetsen (ook beschikbaar via internet). 7. - Elektrische voeding De elektrische voeding moet overeenkomen met het voltage zoals aangegeven op de kenplaat van de unit. De voedingsspanning moet liggen binnen de limieten aangegeven in de tabel elektrische gegevens. Zie voor aansluitingen de elektrische schema s en de officiële maatschetsen. WAARSCHUWING: Bedrijf van de machine met een voedingsspanning buiten de gespecificeerde limieten, of met een veel te hoge fase-onbalans, kan schade veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt. Als de fase-onbalans groter is dan % voor spanning of groter dan 0% voor stroom, dan mag de unit niet worden aangeschakeld. Zorg dat de fout wordt hersteld voordat de unit wordt gestart. 7.3 - Fase onbalans spanning (%) 00 x max. afwijking van gemiddeld voltage gemiddeld voltage Voorbeeld: Bij een aansluiting van 400 V - 3 f - 50 Hz waren de gemeten individuele spanningen: AB = 406 V, BC = 400 V, AC = 394 V Gemiddeld voltage = (406 + 400 + 394)/3 = 00/3 = 400 V Bereken de max. afwijking van de gemiddelde 400 V: (AB) = 406-400 = 6 (BC) = 400-400 = 0 (AC) = 400-394 = 6 Motor De maximale afwijking van het gemiddelde is 6 V. Het hoogste afwijkingspercentage is: 00 x 6/400 =,5% 7.4 - Aanbevolen aderdiameters Het dimensioneren van de elektrische bekabeling is de verantwoordelijkheid van de installateur en is afhankelijk van de specifieke kenmerken van een project en de plaatselijke voorschriften. Het onderstaande is slechts bedoeld als richtlijn. Carrier is niet aansprakelijk voor eventuele schade die hieruit zou kunnen voortvloeien. Nadat de bekabeling is gedimensioneerd moet de installateur, met behulp van de meegeleverde officiële maatschets, zorgen voor een gemakkelijke aansluiting en modificaties aangeven die op het werk moeten worden uitgevoerd. De aansluitingen die standaard zijn voorzien voor de op het werk aan te leggen voedingskabels naar de hoofd-/werkschakelaar zijn ontworpen voor het aantal en type kabels die in onderstaande tabel zijn vermeld. De berekeningen zijn gebaseerd op de maximale stroom van de machine (zie tabellen Elektrische gegevens). Bij het ontwerp worden de volgende gestandaardiseerde installatiemethoden gevolgd voor buiten opgestelde apparatuur, in overeenstemming met IEC 60364, tabel 5C (NEN00): Nr. 7: afzonderlijke spandraden, Nr. 6: kabelkoker in de grond met een correctiepercentage van 0%. De berekening is gebaseerd op PVC of XLPE geïsoleerde kabels met koperen of aluminium kern. De maximum temperatuur is 40 C voor 6AF warmtepompen. De gegeven kabellengte beperkt het spanningsverlies tot < 5%. BELANGRIJK: Voordat de hoofdstroomkabels (L-L-L3) op de klemmenstrook worden aangesloten, moet de juiste volgorde van de 3 fasen worden gecontroleerd voordat de aansluiting op de klemmenstrook of de hoofd-/werkschakelaar wordt gemaakt. Doorvoer voedingskabel De voedingskabels kunnen vanaf de onderzijde of de zijkant van de unit, onderaan het hoekproefiel, in de 6AF worden gevoerd. Voorgestansde openingen zorgen voor een gemakkelijke doorvoer. Zie de officiële maatschets van de unit. De kabels kunnen door een opening onder de schakelkast worden gevoerd. Dit is minder dan de toegestane % en dus acceptabel. Selectietabel minimum en maximum aderdiameters voor aansluiting van 6AF units Hoofdschakelaar Aan te sluiten kabel Max. aan te sluiten Min. aderdiameters Max. aderdiameters aderdiameters 6AF Aderdiameter (mm ) Aderdiameter (mm ) Max. lengte (m) Kabel type Aderdiameter (mm ) Max. lengte (m) Kabel type 0 x 0 x 6 00 XLPE Cu x 0 0 PVC Cu 030 x 0 x 6 00 XLPE Cu x 0 45 PVC Cu 035 x 0 x 0 30 XLPE Cu x 0 45 PVC Cu 045 x 6 x 0 30 XLPE Cu x 6 45 PVC Cu 055 x 6 x 0 30 XLPE Cu x 6 45 PVC Cu 075 x 6 x 6 0 XLPE Cu x 6 45 PVC Cu 05 x 35 x 35 0 XLPE Cu x 35 0 PVC Cu Opmerking: Diameter voedingskabel (zie de schema in hoofdstuk Elektrische aansluitingen ). 5

7.5 - Op het werk aan te leggen stuurstroombedrading Zie het boekje Bediening Pro-Dialog+ Regeling 6AF en de met de unit meegeleverde officiële elektrische schema s voor aansluiting van de volgende regelcomponenten: Beveiliging condensorpomp (verplicht) Aan/uit schakelaar op afstand Externe schakelaar begrenzing opgenomen vermogen Setpoint schakelaar op afstand Alarm, alert en bedrijfsmelding 7.6 - Handhaven elektrische voeding Nadat de unit in bedrijf is gesteld, mag de elektrische voeding alleen worden afgeschakeld voor klein, snel onderhoud. Bij langdurig onderhoud, of wanneer de unit uit bedrijf wordt genomen en opgeslagen moet de elektrische voeding aanblijven zodat de verwarming in bedrijf blijft (vorstbeveiliging unit). 7.7-4 V aansluitvermogen Nadat alle mogelijke opties zijn gemonteerd zorgt de transformator voor een beschikbare 4 VA of A elektrische reserve voor het stuurstroomcircuit. 8 - WATERLEIDING AANSLUITINGEN Zie de met de unit meegeleverde maatschetsen voor afmetingen en plaats van alle waterintrede- en uittrede aansluitingen. De waterleidingen mogen geen radiale of axiale torsie op de warmtewisselaars uitoefenen of trillingen overbrengen op het leidingwerk of het gebouw. De kwaliteit van het toevoerwater moet worden geanalyseerd. Zo nodig kan het water worden voorbehandeld of kunnen filters, regelapparatuur, afsluiter en aftapventielen worden ingebouwd. Controleer vóór de inbedrijfstelling dat de warmtewisselaar geschikt is voor de materialen en de coating van het watercircuit. Controleer, bij toevoeging van additieven of andere vloeistoffen anders dan die door Carrier worden aanbevolen, dat de vloeistoffen niet als gassen worden beschouwd, en dat ze behoren tot klasse, zoals gedefinieerd in richtlijn 97/3/EC. Carrier aanbevelingen voor warmtewisselaar vloeistoffen: Geen NH 4+ ionen in het water, deze zijn namelijk zeer schadelijk voor koper. Dit is een van de bepalende factoren voor de levensduur van koperen leidingen. Zelfs door enkele tienden ppm wordt het koper in de loop der tijd ernstig gecorrodeerd. Cl - ionen zijn schadelijk voor koper met het risico van perforaties als gevolg van corrosie. Houd dit zo mogelijk lager dan 300 ppm. SO 4 - ionen kunnen perforerende corrosie veroorzaken bij een gehalte van meer dan 300 ppm. Geen fluoride ionen (<0. ppm). Er mogen geen Fe + en Fe 3+ ionen met aanzienlijke gehaltes opgeloste zuurstof aanwezig zijn. Opgelost ijzer < 5 ppm met opgeloste zuurstof < 5 ppm. Opgeloste silicone: silicone is een zuurelement van water en kan ook tot corrosie leiden. Gehalte < 5 ppm. Water hardheid: > 0,5 mmol/l. Waarden tussen,0 en,5 mmol/l zijn aanbevolen. Dit vergemakkelijkt kalkafzetting die de corrosie van koper kan beperken. Te hoge waarden kunnen in de loop der tijd tot verstopping van de leidingen leiden. Een totale alkaliteit (TAC) beneden 350 ppm is gewenst. Opgeloste zuurstof: plotselinge wijzigingen in het water zuurstofgehalte moeten worden vermeden. Het is net zo schadelijk om zuurstof aan het water te onttrekken door het te mengen met inert gas als teveel zuurstof toe te voeren door het te mengen met pure zuurstof. Het verstoren van de zuurstoftoevoer condities leidt tot destabilisatie van koper hydroxiden en vergroting van deeltjes. Specifieke weerstand - elektrische geleidbaarheid: hoe hoger de specifieke weerstand, hoe langzamer de corrosievorming. Een neutrale omgeving is bevorderlijk voor de maximum specifieke weerstandwaarden. Voor elektrische geleidbaarheid worden waarden tussen 0 en 60 ms/m aanbevolen. ph: ideale ph neutraal bij 0-5 C = ph 7-8. ATTENTIE: Vullen, bijvullen of aftappen van het watercircuit mag alleen worden uitgevoed door gekwalificeerd personeel met behulp van gereedschap en stoffen die geschikt zijn voor het product. Vulapparatuur wordt niet meegeleverd. Bijvullen en aftappen van warmtewisselaar vloeistof moet gebeuren met behulp van door de installateur in het watercircuit aan te brengen voorzieningen. 8. - Voorzorgsmaatregelen en aanbevelingen Bij het ontwerp van het watercircuit moet er rekening mee worden gehouden dat er zo min mogelijk bochten en horizontale leidingen op verschillende niveaus voorkomen. Hieronder zijn de belangrijkste punten genoemd: Houd rekening met de waterintrede- en wateruittrede aansluitingen van de unit. Monteer handbediende of automatische ontluchtingsafsluiters op alle hoge punten in het watercircuit. Pas een expansievat en overstortventiel toe om de druk in het systeem te handhaven. In units met hydro module is een overstortventiel ingebouwd. Monteer aftapafsluiters op alle lage punten, zodat het hele systeem kan worden afgetapt. Monteer afsluiters in de intrede en uittrede waterleidingen. Gebruik flexibele verbindingen om overbrenging van trillingen op het leidingwerk te voorkomen. Voer een lektest uit en isoleer dan alle leidingen om warmteverlies te voorkomen. Breng over de isolatie een condenswerende afdekking aan. Als de externe waterleidingen zich bevinden op een plaats waar temperaturen kunnen voorkomen beneden 0 C, dan moeten ze beschermd worden tegen vorst (antivries-oplossing of elektrische verwarmingselementen). 6

OPMERKING: Voor units zonder hydro module moet een gaasfilter (levering derden) worden gemonteerd. Dit moet worden gemonteerd in de waterintredeleiding, stroomopwaarts van een manometer (levering derden). Het moet worden gemonteerd op een plaats die goed toegankelijk is voor verwijderen en reinigen. De maasgrootte van dit filter moet, mm zijn. Na de eerste inbedrijfstelling kan de platenwarmtewisselaar snel vervuilen omdat hij de filterfunctie deels overneemt. Hierdoor kan de goede werking van de unit nadelig worden beïnvloed (verlaagd waterdebiet door verhoogd drukverlies). Units met hydro module zijn voorzien van een dergelijk filter. Breng geen statische of dynamische druk van betekenis in het circuit van de warmtewisselaar (met betrekking tot de ontwerp systeemdrukken). De producten die kunnen worden toegevoegd voor thermische isolatie van de drukvaten tijdens het maken van de wateraansluitingen moeten chemisch neutraal zijn in verhouding tot de materialen en coatings waarin ze worden toegepast. Dit geldt ook voor de oorspronkelijk door Carrier geleverde producten. 8. - Wateraansluitingen Tot -0 C door middel van een elektrisch verwarmingselement op de warmtewisselaar, met een automatische voeding en door middel van pompschakeling (standaard voor units met hydro module), Tot -0 C door middel van elektrische verwarmingselementen (warmtewisselaar en inwendig leidingwerk), met een automatische voeding en door middel van pompschakeling (units met hydro module en Aanvullende vorstbeveiliging, optie 4). De verwarmingen van de platen-warmtewisselaar en het watercircuit en ook de pomp mogen nooit worden afgeschakeld omdat de vorstbeveiliging dan niet is gegarandeerd. Daarom moeten de hoofdschakelaar en de hulp beveiligingsschakelaar voor de verwarmingen altijd gesloten blijven (zie elektrisch schema voor de plaats van deze componenten). Voor vorstbeveiliging van de units met hydro module moet de watercirculatie in het watercircuit worden onderhouden door de pomp periodiek in te schakelen. Indien er een afsluiter is gemonteerd moet er een bypass worden aangelegd. Zie onderstaande illustratie. Winterstand Dicht Op de volgende pagina is een principeschema van een watercircuit afgebeeld. Gebruik bij het vullen van het watercircuit ontluchtingsafsluiters om luchtzakken te voorkomen. Waterleidingnet Dicht Open Unit 8.3 - Bescherming tegen cavitatie Ter waarborging van de levensduur van de pomp in de geïntegreerde hydromodule (optie 6), voorziet het regelalgorithme van de 6AF-units in een bescherming tegen cavitatie (waterzijdige onderdruk). Het is noodzakelijk te zorgen voor een minimale waterzijdige intrededruk van 40 kpa tijdens het bedrijf en afschakelen van de unit. Een waterdruk lager dan 40 kpa blokkeert het starten van de unit of geeft en alarm waarna de unit wordt uitgeschakeld. Om voldoende systeemdruk te verkrijgen, wordt het volgende aanbevolen: Het systeem moet worden gevuld op een waterzijdige systeemdruk tussen en 4 bar (maximum). Het leidingnet te reinigen voordat dit wordt gevuld met water (zie hoofdstuk 9. en 9.3). Het waterfilter regelmatig te reinigen. Units met geintegreerde hydromodule niet te gebruiken in een open systeem. 8.4 - Vorstbeveiliging De platen-warmtewisselaars, leidingwerk en de pomp van de hydro module kunnen door vorst worden beschadigd, ondanks de ingebouwde vorstbeveiliging van deze units. De vorstbeveiliging van de platen-warmtewisselaar en alle componenten van het watercircuit wordt gegarandeerd: Tot -0 C door middel van elektrische verwarmingselementen (warmtewisselaar en inwendig leidingwerk) met een automatische voeding (units zonder hydro module), BELANGRIJK: In de winter kan de koeler door bevriezing worden beschadigd. Neem, afhankelijk van het klimaat, adequate voorzorgsmaatregelen. Bescherm de koeler tijdens stilstand in de winter tegen bevriezing door: Toepassing van ethyleen-glycol of propyleen-glycol met een concentratie die voldoende is om het systeem te beschermen tot een temperatuur van 0 K beneden de laagste temperatuur die op de plaats van opstelling kan voorkomen. Wanneer ethyleen-glycol of propyleneglycol wordt toegevoegd mag in geen geval de pomp in de unit worden gebruikt om pure glycol toe te voegen aan het water (mogelijke pompschade). Gebruik altijd een vooraf klaargemaakt mengsel. Als de machine voor langere tijd uit bedrijf wordt genomen, tap dan het koelerwater af en vervang het door ethyleen-glycol of propyleen-glycol. Aan het begin van het volgende koelseizoen moet de koeler weer met water worden gevuld en moet een corrosieremmer worden toegevoegd. Externe componenten, zoals bijv. circulatiepompen, moeten in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften worden gekozen. Ook moet er rekening worden gehouden met de toegestane en nominale waterhoeveelheden door de warmtewisselaars. Deze moeten liggen tussen de waarden in de tabel in het hoofdstuk Selectiegegevens. Wanneer er een warmtecircuit langer dan een maand afgetapt blijft, dan moet het gehele circuit worden gevuld met stikstof om corrosievorming te voorkomen. Voldoet de warmteoverdracht vloeistof niet aan de Carrier aanbevelingen, dan moet er onmiddellijk stikstof worden gevuld. 7