4 De rassenstrijd: zwartbont wordt de nieuwe melkkoe

Vergelijkbare documenten
7de Vlaamse Fokkerijdag 18/11/2015. Genomisch onderzoek ter ondersteuning van het ras

Rassen die passen HOOFDSTUK Hoe gaat het kruisen in zijn werk?

Aanpassingen NVO-fokwaardeschattingen april maart 2008 Animal Evaluation Unit (AEU)

Vanop de Belgische wei, tot bij u.

Krijgen die zwartwitte. voldoende eten? Van oerrund tot verschillende rundveetypes.

Rassen Het rund. Er zijn verschillende soorten vleeskoeien. Hieronder ga ik verschillende rassen kort benoemen. Aberdeen Angus

Rassen die passen HOOFDSTUK Hoe gaat het kruisen in zijn werk?

Kengetallen E-39 Fokwaarde Leeftijd van afkalven bij vaarzen

Fokkerij, de praktijk

Hoe zeldzaam zijn zeldzame rassen?

Centra voor spermawinning, inseminatie en embryotransplantatie bij paarden - Overzicht

het cijfer moet op dezelfde manier gelezen worden als bijvoorbeeld de fokwaarden. Het cijfer is gebaseerd op: niet-behaald rendement (zie punt 4).

De opfok. Hoofdstuk 2. De eerste levensmaanden. Beslissen van kalf tot koe

Kengetallen E-25 Fokwaarde Ureum

STRATEGISCH FOKKEN HOOFDSTUK 7 68 DEEL 1: STRATEGISCH FOKKEN DEEL 1:: STRATEGISCH FOKKEN 69

Kengetallen E-25 Fokwaarde Ureum

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

K.I.SAMEN zet de toon in ieder segment.

LEZEN. Terpentijd

ERKENNING EN ONTWIKKELING VAN HET BRANDRODE RUND. Jan van Lieshout. 3 december 2010 Lelystad

Nuit de la Holstein 19 maart 2016

Reglement Stamboek Vlaams Blonde d Aquitaine

KARKASFOKWAARDEN EEN VERSCHIL AAN DE HAAK

Module Fokkerij melkvee

Het YOUNG BULL systeem. Veeverbetering gebaseerd op jonge stieren. Dr Maurice Bichard

Krantenkop in het Leeuwarder Nieuwsblad van In de voorganger van Midden Brabant, de Rooise Handelsvriend stond niks

Verheyen. Culinaire Slagerij

Kengetallen E-23 Fokwaarde levensvatbaarheid bij geboorte Fokwaarde levensvatbaarheid bij afkalven

Genomisch onderzoek ter ondersteuning van het stamboek van het Kempisch roodbont

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

De praktijkwaarde van Better Life-fokkerijgetallen

5,5. De oeros. Waarvoor worden koeien gebruikt? De spijsvertering van een koe. Werkstuk door een scholier 3582 woorden 20 februari 2010

Bijzondere dieren. Pagina 1 van 8

Werkstuk Biologie Koeien

Oost-Vlaams roodbonte runderen in Bos t Ename. Pieter Blondé

Natuurlijke geboorten bij dikbilrassen

Basis = Melkdoel zwart, Melkdoel rood, Dubbeldoel of Belgisch witblauw

Kengetallen E-14 Fokwaarde geboortegemak Fokwaarde afkalfgemak

68 melkkoeien (incl vaarzen), 21 pinken, 24 kalveren Vervangingspercentage 29 %

Karkasfokwaarden, een verschil aan de haak

5.6. Boekverslag door D woorden 28 januari keer beoordeeld

K.I.SAMEN b.v. Topstieren stijgen wederom! Shogun PS. Elke 5 jaar wordt de basis aangepast en ook in 2010 was het weer tijd om de lat weer hoger te

Diermanagement op biologische melkveebedrijven

inkruisen Koole & Liebregts BV Melk Het Verschil tel fax koole.liebregts@wxs.nl

Kengetallen E-32 Fokwaarde Kalvervitaliteit

Gekoppelde steun 26/02/2015

Internet. 22 VRV.be. Managementproducten - Internet. Beslissen van kalf tot koe

10 SAP - StierWijzer Basisfokdoelen

Historie. Feiten Nederlandse zuivelsector

Eyes on Animals Rapport: Giving Milk a Good Shake

Les 6 Kijken in de keuken

Jaarlijkse bijeenkomst GES. Apeldoorn 21 maart 2011

Prestaties in beeld HOOFDSTUK hoe presteert mijn veestapel?

Handel in levende producten van rundvee

Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons:

Van zeldzaam ras tot streekproduct

Impact Genomic Selection bij CRV. Onderwijsdag PZ december 2009

De koe. De geschiedenis van de koe. Kenmerken van de koe

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN

Kengetallen E-26 Publicatieregels stierindexen

Kengetallen E-35 Fokwaarde AMS kenmerken

N o t i t i e. Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/ /MH/HWA Bijlage(n): -

Klonen van dieren. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

YOUR PARTNER IN CROSSBREEDING

München-Grub 25 jaar ervaring Fleckvieh x Holstein

Reglement Stamboek Holstein

Kengetallen E-23 Index levensvatbaarheid bij geboorte Index levensvatbaarheid bij afkalven

Toelichting KI-Samen Stieren index draai april 2009

Ress. Super uiers! De Fleckvieh stier die de Holstein weer kracht geeft! Fokstierdochters presteren super! Bewezen stier voor de F1!

Module Gezondheid melkvee

Reglement Stamboek Rood

Vertaling Mark Yeazel van Ja-Bob Holsteins 25 November "The X Games Yeazel komt van IJssel(-stein)

Internationale varkensvleesmarkt

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport

BETTER COWS BETTER LIFE

Overzicht van alle bases voor fokwaarden en basisverschillen

Overzicht van alle bases voor fokwaarden en basisverschillen

aaa-analist Maurice Kaul geeft uitleg over Triple-A.

Er valt veel te winnen met een langere levensduur. Henk Hogeveen

broch_koeselectie:opmaak :40 Pagina 1 NAAR EEN BETER RENDEMENT MET GERICHT KRUISEN Vitale veestapel

MIJN ERVARINGEN MET DE BARB - Door Josip Pekanović

CENTRA VOORTPLANTINGS TECHNIEKEN PAARD

Kengetallen E-18. Fokwaarde Celgetal met testdagmodel

Diergeneeskundige bedrijfsadvisering bij melkvee

Kengetallen E-25 Fokwaarde Ureum

Forfaitaire waarden met betrekking tot de veestapel in relatie tot de KringloopWijzer

CENTRA VOORTPLANTINGS TECHNIEKEN PAARD

De steen die verhalen vertelt.

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

Fokkerijkansen voor de geit

Wijnimport Nederland naar regio

Reglement Stamboek Kempens Roodbont

EEN LES OVER HET HOUDEN VAN VLEESKALVEREN IN NEDERLAND. Docentenhandleiding voor basisscholen

NEDERLANDSE KRULVEERKROPPER?

Duurzame, vruchtbare, robuuste koe Voor de liefhebber van uiterlijk Een koe in jacquet. Groninger Blaarkop

Kengetallen E-27 Fokwaarde Uiergezondheid

Suzanne Peters. Blijf bij me! liefdesroman

leeftijd dagen melk Rex zijn moeder : Cocalico Shira I Rosette Twin EX 90 (v. Greenwood Ivan)

Demografie SAMENVATTING

Transcriptie:

4 De rassenstrijd: zwartbont wordt de nieuwe melkkoe Jonge melkveehouders staan er vandaag niet bij stil maar midden vorige eeuw kon je als melkveehouder-stamboekfokker niet zomaar om het even welk melkras op je bedrijf houden. Het Belgisch rundveelandschap was toen sterk verkaveld. In West-Vlaanderen werd het rode West-Vlaamse ras gefokt. Oost-Vlaanderen hield het bij een eigen roodbont ras dat keurig binnen de provinciegrenzen werd gehouden. De Antwerpse en Limburgse Kempen vormden samen met de Oostkantons en delen van (Vlaams) Brabant een buitenbeentje. In de geciteerde provincies werd het MRYras gefokt. MRY stond toen voor Maas-Rijn-Yssel-veeslag. Een roodbont ras dat niet alleen in België maar ook in grote delen van Nederland en Duitsland voorkwam. In het zuiden van België en in afgebakende regio s in Brabant en Limburg werd het witblauwe ras gehouden; het ras van Midden- en Hoog België zoals het toen nog heette. En dan had je tenslotte nog het zwartbonte ras; in feite het enige wereldras dat toen in België werd gehouden en dat zich lokaliseerde in de polders, Voeren en het land van Herve. Wie in die periode met stamboek bezig was, moest zich braafjes met het ras van zijn regio bezighouden. Maar er waren afwijkingen; de zogenaamde bedrijfseilandjes. Een formule die vooral gecreëerd werd om de onteigende polderboeren op Antwerpen linkeroever de kans te geven om in hun nieuw omgeving, vaak gelegen in de Kempen, geen roodbont maar toch zwartbont vee te houden. In die periode was ik nog volop werkzaam bij het rundveestamboek en de veekweeksyndicaten. Bij het verwerken van de gegevens van de melkcontrole viel het uiteraard op dat zwartbonte koeien gemiddeld niet alleen een hogere melkproductie gaven maar ook nog merkelijk hoger scoorden voor het vetgehalte. Het aantal zwartbonte exemplaren bleef binnen de afgebakende rassenzones vrij beperkt. Het ging doorgaans om zogenaamde wilde koeien, dieren dus zonder gekende afstamming, die via veekoopmannen op melkveebedrijven waren terechtgekomen. Op het einde van de zestiger jaren begon de specialisatie in de melkveehouderij toe te nemen. Bedrijven gingen zich uitsluitend op de melkveehouderij toeleggen. Door de veelvuldige contacten met Nederland, toch de bakermat van het zwartbonte ras, groeide bij een aantal vooruitstrevende melkveehouders de interesse om binnen -17-

hun rassenzone met een zwartbonte stamboekwerking te starten. Het zwartbonte ras overtuigde die pioniers met volgende troeven: mooi vierkant opgehangen uiers die een vlotte melkbeurt garandeerden, gemak van kalven, een hogere melkproductie en dito vetgehalte. De tegenstanders van deze ruk naar zwartbont vonden dan weer dat het zwartbonte ras op het vlak van bevleesdheid teveel moest toegeven waardoor de (mogelijk) hogere melkproductie gehypothekeerd werd door een erg lage vleesopbrengst. Een zwartbont kalf, zo luidde het toen, had voor een veekoopman geen waarde. De klassieke fokkers van de Belgische tweeledige melkrassen een goede mix tussen melk- en vleesopbrengst zagen dan ook geen heil in het zwartbonte ras. Als landbouwjournalist volgde ik deze polemiek op de voet en al vrij snel kwam het thema welk melkras voor de toekomst? regelmatig terug in mijn wekelijkse rubrieken. Ik trok naar uitgeweken polderboeren die in de Kempen met succes hun zwartbonte veestapel runden. Het bedrijf Vermeiren uit Weelde was een van de grote blikvangers uit die tijd. Een man ook met een missie die vond dat de boer, als hij zijn erf verliet, er als een heer moest uitzien zonder kwalijke geurtjes van kuilvoeder te verspreiden. Martin Laumen uit Kinrooi was een van de eerste protagonisten van de introductie van het zwartbonte ras. De voortrekker van het eerste uur zou zich later met evenveel enthousiasme op de paardensport storten. Nog later werd gekozen voor de verkoop van hoevezuivel. Vandaag is Laumen meer actief in genealogie via pro-gen Limburg. -18-

Een man die voor een doorbraak van het zwartbonte ras in de klassieke fokgebieden zorgde was melkveehouder Martin Laumen uit Kinrooi. Hij vond het onrechtvaardig dat hij geen zwartbont stamboekbedrijf kon uitbouwen en hekelde de protectionistische ingesteldheid van de toen nog provinciaal georganiseerde centra voor Kunstmatige Inseminatie. Laumen zette door en kocht in verschillende stappen een stapel zwartbonte koeien aan in het noorden van Nederland; Friesland. Niets was de man teveel om zijn droom waar te maken. Voor dag en dauw vertrok hij met de auto naar Leeuwarden om daar de beste exemplaren op de kop te tikken. De aanpak van Laumen had de aandacht getrokken van een jonge melkveehouder, Leon Sauren, uit Teuven (Voeren). Sauren reed op goed geluk naar de ochtendmarkt van Leeuwarden in de hoop Martin Laumen te ontmoeten. Dat lukte vrij snel. Ook al omdat hij de melkveehouder uit Kinrooi kende van de foto s in de krant en de vakbladen. Laumen was met zijn donkere bril en vooral rijzige gestalte een opvallende verschijning. De twee melkveehouders werden snel bevriend. In hun slipstream groeide het aantal melkveehouders dat van de klassieke tweeledige Belgische rassen wilde overschakelen op een zuiver melkveeras dat in die tijd gemiddelde producties beloofde van meer dan 5000 liter melk per jaar. Vandaag mag dat weinig lijken maar op het einde van de jaren zestig, vorige eeuw, was dat een imponerend getal dat nog het best geïllustreerd wordt door volgende anekdote. Tijdens een interview in die tijd met melkveehouder Sylvester Colson uit Elen vertelde die mij dat hij bij een gemiddelde productie van 4000 liter per koe en per jaar de vlag zou uithangen. Jaren later heb ik Colson met die uitspraak geconfronteerd met de bedenking dat wie vandaag als melkveehouder 4000 liter gemiddeld per koe en per jaar produceert zijn deuren zou mogen sluiten! Maar terug naar de protagonisten van het zwartbonte ras. Boeren, en ook dat was een nieuw verschijnsel waar ik persoonlijk sterk mee betrokken was, verlieten niet alleen hun erf maar trokken ook op studiereis. Niet alleen in Europa maar ook naar de Verenigde Staten en Canada, waar ze een nieuwe evolutie van het zwartbonte ras ontdekten: grote, magere koeien door de tegenstanders smalend omschreven als kapstokkoeien met enorme grote maar goed gevormde uiers die een productie haalden van 7000 tot 8000 liter en soms nog meer. Het ras had een aparte naam: Frisian Holstein. Vandaag zijn deze producties op onze melkveebedrijven naar boven bijgesteld maar in die tijd ging het om spectaculaire cijfers. En toen gebeurde er iets vreemd. Nederland, altijd een lengte voor als het over veeverbetering ging, zette zich af tegen de Holsteinisatie van het zwartbonte ras. De zwartbonte koeien uit Canada en de VS, sloegen voor de Nederlanders te extreme paden in. De grote Nederlandse exporteurs van stamboekvee voelden -19-

door de nieuwe interesse voor de wonderkoeien uit Canada en de VS hun handel bedreigd en lieten zich zeer negatief uit over de slaagkansen van deze turbokoeien. Twee Franse melkveeboeren uit Beaulieu, een plaatsje op 70 km van Lyon, hadden intussen binnen de melkveehouderij het wereldnieuws gehaald door in één klap 450 drachtige Canadese vaarzen te importeren. Wat die ondernemende Fransen konden, moest ook binnen het bereik liggen van Vlaamse melkveehouders. De groep melkveehouders die gepassioneerd was door het Frisian Holsteinras was intussen gegroeid tot een tiental veehouders. Ze staken de koppen bijeen en importeerden een vliegtuiglading drachtige vaarzen uit Canada. De landing verliep perfect maar bij het uitladen van de dieren ging een vaars op de loop. Pas na een wilde achtervolging kon het dier overmeesterd worden. De vaars hield er een verwerping aan over. Collega-journalist Demey van het Laatste Nieuws was een van de persmensen die de ontscheping op Zaventem meemaakte. Hij vond het niet kunnen dat in een tijd, waarin veel werd gesproken over zuivel- en boterbergen, zo hoog productieve koeien werden ingevoerd. Na die eerste import volgden nog enkele vliegtuigladingen. Na een tijdje werd geopteerd voor een goedkopere formule. Geen drachtige vaarzen maar kalveren werden ingevoerd; meer stuks per lading en een vriendelijker investeringskaartje. Maar de (ongeduldige) boeren moesten uiteraard wel veel langer wachten op fokresultaten. De import van Canadees en Amerikaans vee viel omwille van de Canadese griep (IBR) stil maar het betekende niet het einde van de Holsteinisatie van onze veestapel. De groep voorstanders van de nieuwe richting binnen de Vlaamse melkveehouderij bleef maar groeien. Import van diepvriessperma, afkomstig van de beste fokstieren uit de wereld, werd de volgende stap. Aanvankelijk moest dit sperma via de bestaande KI-stations besteld worden wat leidde tot extra kosten voor de betrokken melkveehouders die sowieso al dieper in de zak moesten tasten voor de aankoop van sperma van topstieren. De eis voor de oprichting van een zwartbont stamboek buiten de klassieke rassenzones begon steeds luider te klinken. Uiteindelijk kreeg de zwartbonte groep, die nogal wat mondige melkveehouders telde, groen licht en kon de Holsteinisatie verder groeien. Toch bleef een harde kern van roodbonte fokkers zich verzetten tegen de mode om zwartbont vee te fokken. Maar ook deze groep bleef niet ongevoelig voor de melktroeven van de Canadese en Amerikaanse koeien. De overstap naar Holsteinvee werd psychologisch door de roodbonte groep vergemakkelijkt nadat ze ontdekten dat binnen het zwartbonte Holsteinvee af en toe dieren met de rode factor voorkwamen. Deze dieren hadden afgezien van hun afwijkende haarkleur dezelfde genetische kenmerken als hun zwartbonte zusters. Stieren met de rode -20-

Holsteinfactor werden gebruikt op de klassieke MRY-koeien. Het resultaat was een roodbont kalf dat al heel wat genetische eigenschappen van de vaderstier in zich droeg. Visueel bleven de roodbonte fokkers hun rode kleur trouw terwijl ze via verdere kruisingen de basis legden van een vrijwel zuivere rode Holsteinveestapel. Wat is er van de protagonisten, die de Belgische zuivelwereld een nieuw gezicht gaven, geworden? Martin Laumen stond nog een tijd aan het hoofd van zijn gespecialiseerd melkveebedrijf maar als rusteloze zoeker werd hij gepassioneerd door een nieuw onderwerp: de renpaarden. Een hobby waar hij zich met veel enthousiasme op wierp maar die uiteindelijk niet positief was voor zijn loopbaan als melkveehouder. Enkele jaren geleden creëerde hij zijn eigen website waarop het verhaal over de zwartbonte koeien uitgebreid aan bod kwam. Via Google (Martin Laumen) verneem je nog meer over deze voor de Belgische melkveehouderij belangrijke periode. Leon Sauren stopte na enkele jaren met zijn bedrijf in Teuven en verkaste naar Canada waar hij zakelijk bemiddelaar werd van Europese boeren die in Canada een nieuw landbouwbestaan wilden opbouwen. Een activiteit die hij jaren met succes is blijven verder zetten. In de jaren zeventig en tachtig van vorige eeuw heeft hij heel wat melkveehouders de kans gegeven om in Canada een nieuw bestaan op te bouwen. Laumen vormde in de jaren zeventig een vaste tandem met melkveehouder Leon Sauren uit Teuven. Sauren week vervolgens uit naar Canada. Over de rassenstrijd wordt vandaag uiteraard niet meer gesproken. Het Vlaamse rundveestamboek is er hoe dan ook bijzonder kleurrijk door geworden. Want naast de ruk naar de gespecialiseerde melkveehouderij kregen ook andere rassen, vooral vleesrassen, kansen. Limousin, Blonde d Aquitaine, Charolais, Dexters, Galloways en andere Jerseys kleuren vandaag het weidelandschap. In Nederland is zelf de zwartbonte Friese koe nagenoeg volledig verdwenen en vervangen door Amerikaanse en/ of Canadese zusters. Van de klassieke provinciale Belgische rassen is niet veel meer over gebleven. Veehouders die deze tweeledige rassen nog houden zijn een zeldzaamheid geworden. De restanten van de oorspronkelijke Oost-Vlaamse en West-Vlaamse rassen genieten nu een beschermd statuut. Zelfs het tweeledige witblauwe vee -21-

kan daar op rekenen. In navolging van de specialisatie die zich voltrok in de melkveehouderij kozen ook de witblauwe fokkers 100% voor de vleesrichting. Het tweeledig model werd vrijwel volledig verlaten. Vandaag geven onze witblauwe koeien het zijn intussen zoogkoeien geworden nog net genoeg melk voor hun kalveren. En zeggen dat ook deze witblauwe koeien een halve eeuw geleden nog in staat waren om melkproducties van 4500 tot 5000 liter te halen! Omdat de import van Canadese FH-koeien te kostelijk was werd halfweg de jaren 70 van de vorige eeuw overgeschakeld op import van jonge vaarzen. Hier een beeld van de aankomst op Zaventem. -22-