RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

8620/01 AL/td DG H I NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

6986/01 CS/vj DG H I NL

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (07.11) (OR. it) 14286/03 LIMITE VISA 180 COMIX 662

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT 2004/0045 (COD) PE-CONS 3601/05 ENV 16 CODEC 22 OC 5

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2011) 516 definitief

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2008 (25.03) (OR. en) 7041/08 VISA 77 COMIX 172

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2004 (29.11) (OR. en) 14504/1/04 REV 1 LIMITE

13502/2/07 REV 2 AL/lg DG H 1 A

De delegaties treffen hierbij de toelichting aan bij het in hoofde genoemde initiatief.

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juli 2015 (OR. en)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260

5307/10 VP/mm DG H 2 B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

Publicatieblad van de Europese Unie

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

14899/09 HD/mm DG H 2 A

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 8 december 2008 (OR. fr) 16242/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) LIMITE FISC 171

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD)

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 oktober 2009 (05.11) (OR. en) 13381/1/09 REV 1 SIRIS 117 SCHENGEN 27 COMIX 674

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken AMENDMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT *

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383. NOTA het secretariaat-generaal

PUBLIC. Brussel, 1 november 2003 (05.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14190/03 LIMITE MIGR 90. NOTA het voorzitterschap

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

13381/3/09 REV 3 dau/ngs/jg 1 DG H 3B

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE)

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

ECLI:NL:RVS:2011:BV0418

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2000 (OR. fr) 12741/00 LIMITE SCH-EVAL 65 COMIX 754

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

7111/15 JVS/mg DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7111/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0048 (NLE)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2001 (22.11) (OR. fr, en) 13835/01 LIMITE VISA 131 COMIX 716

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 mei 2006 (12.06) (OR. en) 8550/06 Interinstitutioneel dossier: 2003/0218 (CNS) LIMITE VISA 114 COMIX 393

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 juni 2007 (OR. en) 9201/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0806 (CNS) SCH-EVAL 91 SIRIS 84 COMIX 447

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en)

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. van [...]

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Hierbij gaat voor de delegaties document D043090/01.

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 oktober 2014 (OR. en)

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder a),

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 november 2003 (OR. fr) 14303/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0150 (AVC) JUSTCIV 236 ATO 193

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

6310/1/16 REV 1 dau/gra/dp 1 DG D 1 A

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231

15495/1/10 REV 1 VP/lg DG G1

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 juli 2003 (04.08) (OR. en) 11836/03 DOCUMENT GEDEELTELIJK TOEGANKELIJK VOOR HET PUBLIEK LIMITE

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1931/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 januari 2004 (OR. en) 15813/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0817 (CNS) CIREFI 60 FRONT 178 COMIX 749

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief van de Franse Republiek met het oog op de aanneming van een richtlijn van de Raad betreffende de onderlinge erkenning van besluiten inzake de verwijdering van onderdanen van derde landen Hierbij gaat, voor de delegaties, de ontwerp-richtlijn zoals die door het Voorzitterschap is herzien naar aanleiding van de vergadering van de Groep migratie en verwijdering van 3 november 2000. 12957/00 mak/hb/hb 1

RICHTLIJN 2000/ /EG VAN DE RAAD van betreffende de onderlinge erkenning van besluiten inzake de verwijdering van onderdanen van derde landen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 63, punt 3, Gezien het initiatief van de Franse Republiek, Gezien het advies van het Europees Parlement, Overwegende hetgeen volgt: (1) Het Verdrag bepaalt dat de Raad maatregelen aanneemt inzake immigratiebeleid op het gebied van de voorwaarden voor toegang en verblijf, alsook op dat van de illegale immigratie en het illegaal verblijf. (2) De Europese Raad van Tampere op 15 en 16 oktober 1999 heeft zijn streven bevestigd om een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen. Met het oog hierop dient een gemeenschappelijk Europees beleid inzake asiel en migratie tegelijkertijd gericht te zijn op een eerlijke behandeling van onderdanen van derde landen en een betere beheersing van de migratiestromen. (3) Om te zorgen voor een doelmatiger uitvoering van de verwijderingsbesluiten en voor een betere samenwerking tussen de lidstaten, is onderlinge erkenning van verwijderingsbesluiten noodzakelijk. 12957/00 mak/hb/hb 2

(4) De besluiten inzake de verwijdering van onderdanen van derde landen moeten worden aangenomen conform de grondrechten zoals die worden gewaarborgd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, van 4 november 1950, met name de artikelen 3 en 8 daarvan, en door het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen, van 28 juli 1951, en zoals die voortvloeien uit de gemeenschappelijke grondwetbeginselen van de lidstaten. (5) Met toepassing van het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel kan het doel van het overwogen optreden, namelijk samenwerking tussen de lidstaten inzake de verwijdering van onderdanen van derde landen, niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en kan het vanwege de gevolgen van dit optreden derhalve beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Dit besluit gaat niet verder dan wat nodig is om het voornoemde doel te verwezenlijken. (6) Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, heeft het Verenigd Koninkrijk meegedeeld dat het wenst deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze richtlijn. (7) Deze richtlijn ligt in het verlengde van het Schengenacquis, conform het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: 12957/00 mak/hb/hb 3

Artikel 1 1. Deze richtlijn heeft ten doel de erkenning mogelijk te maken van een verwijderingsbesluit dat door een bevoegde autoriteit van een lidstaat, hierna "de uitvaardigende lidstaat" te noemen, is genomen ten aanzien van een onderdaan van een derde land die zich bevindt op het grondgebied van een andere lidstaat, hierna "de uitvoerende lidstaat" te noemen. 2. Ieder conform lid 1 genomen besluit wordt ten uitvoer gelegd overeenkomstig de wetgeving die van toepassing is in de uitvoerende lidstaat. Artikel 2 Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de volgende definities: a) "onderdaan van een derde land": eenieder die niet de nationaliteit van één van de lidstaten bezit. De onderdanen van Noorwegen en IJsland worden gelijkgesteld met personen die de nationaliteit van één van de lidstaten hebben; b) "verwijderingsbesluit": elk door een bevoegde administratieve instantie van een uitvaardigende lidstaat genomen besluit waarin de verwijdering wordt bevolen; c) "uitvoeringsmaatregel": elke maatregel die door de uitvoerende lidstaat wordt getroffen met het oog op de tenuitvoerlegging van een verwijderingsbesluit. Artikel 3 1. De in artikel 1 bedoelde verwijdering betreft de volgende gevallen: a) ten aanzien van de onderdaan van een derde land is, op grond van een ernstige en daadwerkelijke bedreiging van de openbare orde of van de nationale of binnenlandse veiligheid, een verwijderingsbesluit genomen in een van de volgende gevallen: - de onderdaan van het derde land is door een uitvaardigende lidstaat veroordeeld wegens een strafbaar feit dat bestraft kan worden met een vrijheidsstraf van tenminste één jaar; 12957/00 mak/hb/hb 4

- er zijn gegronde redenen om aan te nemen dat de onderdaan van een derde land ernstige strafbare feiten heeft gepleegd of concrete aanwijzingen dat hij overweegt dergelijke feiten te plegen op het grondgebied van een lidstaat. Indien de betrokkene houder is van een door de uitvoerende lidstaat of door een andere lidstaat verstrekte verblijfstitel, raadpleegt de uitvoerende lidstaat de uitvaardigende lidstaat alsmede, in voorkomend geval, de lidstaat die de verblijfstitel heeft afgegeven. Het bestaan van een in het kader van dit lid genomen verwijderingsbesluit maakt de intrekking van de verblijfstitel mogelijk, indien de nationale wetgeving van de lidstaat die de titel heeft afgegeven zulks toelaat. b) ten aanzien van de onderdaan van een derde land is, op grond van de niet-naleving van de nationale wetgeving inzake de toegang of het verblijf van vreemdelingen, een verwijderingsbesluit genomen. In de twee onder a) en b) genoemde gevallen mag het verwijderingsbesluit herroepen noch opgeschort zijn door de uitvaardigende lidstaat. 2. Het verwijderingsbesluit en de uitvoeringsmaatregel dienen in overeenstemming te zijn met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, alsmede met de overige toepasselijke internationale overeenkomsten. 3. Deze richtlijn wordt uitgevoerd onverminderd de bepalingen van de Overeenkomst van Dublin en de wedertoelatingsovereenkomsten tussen lidstaten. 12957/00 mak/hb/hb 5

Artikel 4 De autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat en van de uitvoerende lidstaat benutten bij de tenuitvoerlegging van deze richtlijn alle passende middelen voor samenwerking en uitwisseling van informatie. De uitvaardigende lidstaat verstrekt de uitvoerende lidstaat via de snelste geschikte kanalen alle noodzakelijke documenten waaruit blijkt dat het verwijderingsbesluit definitief uitvoerbaar is. De uitvoerende lidstaat onderzoekt vooraf de status van de betrokken onderdaan van een derde land om zich ervan te vergewissen dat noch de relevante internationale overeenkomsten noch de geldende nationale wetgeving de tenuitvoerlegging van het verwijderingsbesluit in de weg staan. Wanneer de uitvoeringsmaatregel ten uitvoer is gelegd, brengt de uitvoerende lidstaat de uitvaardigende lidstaat daarvan op de hoogte. Artikel 5 De betrokken onderdaan van een derde land kan overeenkomstig de wetgeving van de uitvoerende lidstaat beroep instellen tegen de in artikel 1, lid 2, bedoelde besluiten. Artikel 6 De bescherming van persoonsgegevens en de beveiliging van de gegevens worden gewaarborgd overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en van de Raad, van 24 oktober 1995, betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens. De dossiers met persoonsgegevens mogen in het kader van deze richtlijn uitsluitend gebruikt worden voor de in de richtlijn genoemde doeleinden. 12957/00 mak/hb/hb 6

Artikel 7 1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op [...] aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. 2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 8 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Artikel 9 Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. 12957/00 mak/hb/hb 7