Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beleidsregels schuldhulpverlening Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Per 1 juli 2012 gaat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening van kracht. Burgers kunnen vanaf 1 juli bezwaar aantekenen tegen het aanbod en/of de beëindiging van een schuldhulpverleningstraject. Met de beleidsregels hebben we een toetsingskader. De beleidsregels schuldhulpverlening zijn een nadere uitwerking van de huidige praktijk en de uitgangspunten zoals beschreven in het beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015. Dit beleidsplan is in september 2011 door de raad vastgesteld. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. MO10, Austin van Gaal, 9848 Datum ambtelijk voorstel 19 juni 2012 Registratienummer 12.0012817 Ter besluitvorming door het college 1. De Beleidsregels Schuldhulpverlening 2012 vast te stellen. Paraaf akkoord Datum Programmamanager I. Hol Programmadirecteur A. Smit Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 26 juni 2012 nummer: 3.20 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Gemeentesecretaris Portefeuillehouder Collegevoorstel.doc
Collegevoorstel 1 Probleemstelling Per 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening van kracht. Besluiten op het terrein van schuldhulpverlening vallen hierdoor per 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Burgers kunnen hierdoor voortaan bezwaar maken tegen besluiten in een schuldhulpverleningstraject. In september 2011 heeft de gemeenteraad het beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015 vastgesteld. Deze beleidsregels zijn een nadere concretisering van de keuzes die met dit beleidsplan zijn vastgesteld. 2 Juridische aspecten Dit voorstel heeft als kader de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Het vaststellen van beleidsregels is een bevoegdheid van het college. Er zijn situaties waarbij we snel gebruik willen maken van artikel 8, de mogelijkheid om af te wijken van de beleidsregels in bijzondere omstandigheden. Het Mandaat- Volmacht- en Machtigingsbesluit wordt momenteel herzien en komt na het zomerreces in het college. In de herziening van dit besluit zullen wij voorstellen om de mogelijkheid om af te wijken van de beleidsregels te mandateren naar het Afdelingshoofd Zorg. Jaarlijks informeren wij de Raad met de jaarrekening hoe vaak van deze mogelijkheid gebruik is gemaakt. 3 Doelstelling In de beleidsregels schuldhulpverlening formaliseren we de huidige praktijk en concretiseren we de keuzes die in het beleidsplan schuldhulpverlening zijn vastgesteld. 4 Argumenten 1. Invulling geven aan gemeentelijke beleidsvrijheid In bovenliggende wetgeving is al veel geregeld. In de Algemene wet bestuursrecht is gesteld dat binnen 8 weken na aanvraag een besluit genomen moet worden op een aanvraag. In de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is vastgelegd dat aanvragers binnen 4 weken een eerste gesprek krijgen (bij een crisissituatie binnen 3 dagen). De beleidsregels schuldhulpverlening zijn complementair aan deze wetgeving. We geven in de beleidsregels nadere invulling van de uitgangspunten zoals vastgesteld in het beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015. We bieden een brede, laagdrempelige basisdienstverlening voor ondersteuning bij financiële problemen en bieden een beperkte, specialistische gemeentelijke schuldhulpverlening. De gemeentelijke schuldhulpverlening wordt streng aan de poort; we hanteren uitsluitingstermijnen, begeleiden géén klanten meer die een langdurige stabilisatietrajecten nodig hebben maar geleiden deze door. Schuldenaren mogen in principe één keer een beroep doen op een schuldregeling. Inwoners met een voltooide minnelijke en/of wettelijke schuldhulpverleningstraject nemen we, in principe, binnen 10 jaar niet opnieuw in traject. De termijn van 10 jaar is daarmee gelijk aan de termijn in de Wet Sanering Natuurlijke Personen (WSNP). Gezien de impact, wordt wel een inhoudelijke afweging gemaakt voordat, al dan niet, een uitsluitingstermijn van 10 jaar wordt opgelegd. 2. Formaliseren van huidige praktijk Met de beleidsregels formaliseren wij bestaande voorwaarden, afwijzings- en beëindigingsgronden. Door dit in beleidsregels op te nemen zijn de voorwaarden voor gemeentelijke schuldhulpverlening op voorhand duidelijk en is de rechtszekerheid van de aanvrager maximaal gewaarborgd
Collegevoorstel Vervolgvel 2 5 Financiën Er zijn geen financiële gevolgen. 6 Communicatie Ketenpartners en maatschappelijk middenveld zijn al geïnformeerd dat de wet per 1 juli 2012 van kracht is. Zij worden na vaststelling van de beleidsregels hierop attent gemaakt. Klanten ontvangen na 1 juli 2012 beschikkingen, waarin duidelijk vermeld staat dat zij bezwaar kunnen maken als zij niet eens zijn met een genomen besluit. Klantgroepenoverleg (KGO) De beleidsregels zijn, in tegenstelling tot de reguliere werkwijze, nog niet in het klantgroepenoverleg geagendeerd. Reden hiervoor was dat het qua planning niet mogelijk was om de beleidsregels voor 1 juli 2012 door ons College vast te laten stellen. Wij sturen de beleidsregels ter info naar het KGO. Indien er zwaarwegende aanpassingen noodzakelijk zijn zullen wij in het derde kwartaal van 2012 aangepaste beleidsregels vaststellen. 7 Uitvoering en evaluatie De documenten zijn aangepast aan de wet en de beleidsregels. Klantmanagers schuldhulpverlening krijgen een korte training in het omgaan met de beleidsregels. De documenten zijn aangepast aan de wet en de beleidsregels. Klantmanagers schuldhulpverlening krijgen een korte training in het omgaan met de beleidsregels. 8 Risico Er zijn geen risico s verbonden aan dit voorstel. Bijlage(n): Beleidsregels schuldhulpverlening
Beleidsregels schuldhulpverlening 2012 Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Toelating tot de schuldhulpverlening Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. college:college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen; b. inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij de gemeente Nijmegen is ingeschreven; c. schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg; d. schuldhulpverleningstraject: het totaal van dienstverlening vanaf aanvraag schuldhulpverlening tot en met de afronding van de minnelijke schuldregeling, inclusief het opstellen van een aanvraag voor de wet schuldsanering natuurlijke personen en nazorg; e. verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening. Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening Alle inwoners van de gemeente Nijmegen van 18 jaar en ouder, met uitzondering van zelfstandig ondernemers, kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening. Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening 1. Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening, gebaseerd op de uitgangspunten zoals neergelegd in het beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015. De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn: a. aard c.q. omvang van de schulden; b. inkomsten en uitgaven; c. psychosociale situatie of verslavingsproblematiek; d. houding en gedrag van verzoeker; e. woonsituatie; f. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening. Artikel 4 Verplichtingen 1. Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject. 2. Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject.
Artikel 5 Afwijzen - beëindigen - hersteltermijn 1. Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om een aanvraag schuldhulpverlening af te wijzen dan wel te beëindigen. 2. Alvorens, ingevolge lid 1 te besluiten tot afwijzing dan wel beëindiging, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. Artikel 6 Beëindiginggronden Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien: a. de schuldenaar niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2, danwel één van de factoren genoemd in artikel 3 onder a tot en met f een rol spelen; b. het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond; c. de schuldenaar zijn beschikbare aflossingscapaciteit of vermogen niet wil gebruiken voor de aflossing van zijn schulden; d. op grond van zo later is gebleken onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen; e. belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt; f. de schuldenaar in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren; g. de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar, niet (langer) passend is; h. schuldeiser(s) hun medewerking weigeren aan een minnelijke schuldregeling; i. faillissement van schuldenaar j. de voorwaarden uit de schuldregelingsovereenkomst niet zijn nagekomen. k. De schuldenaar nieuwe schulden is aangegaan. Artikel 7 Hernieuwde aanvraag na beëindiging eerder traject 1. Een aanvraag schuldhulpverlening wordt afgewezen indien minder dan 10 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een schuldregeling succesvol is afgerond (zowel minnelijk als wettelijk). 2. Een aanvraag schuldhulpverlening wordt afgewezen indien minder dan 10 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, een schuldregeling vanwege fraude tijdens het traject is beëindigd, danwel de fraude wordt vastgesteld binnen het schuldregelingstraject. 3. Een aanvraag schuldhulpverlening wordt afgewezen indien minder dan 5 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend er sprake is van een niet afgelost saneringskrediet of een tussentijdse beëindiging van een schuldbemiddeling of WSNP. 4. Een aanvraag schuldhulpverlening wordt afgewezen indien een klant binnen 2 jaar na het voortijdig afbreken van een schuldregeling (in het 120 dagen model) een nieuwe aanvraag indient. 5. Een aanvraag schuldhulpverlening wordt afgewezen indien een klant binnen een half jaar na voortijdig afbreken van een schuldhulpverleningstraject voor de start van de schuldregeling een nieuwe aanvraag indient. Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden 1. Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid. 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het college. Artikel 9 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2012 en wordt aangehaald als de regeling Beleidsregels schuldhulpverlening 2012.
Toelichting op: Toelating, recidive en het opleggen van verplichtingen inzake schuldhulpverlening Inleiding algemeen In september 2011 heeft de gemeenteraad het beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015 vastgesteld. In dit beleidsplan zijn de uitgangspunten van de gemeente Nijmegen neergelegd op het terrein van schuldhulpverlening. Deze beleidsregels zijn een nadere concretisering hiervan. De burger weet hierdoor wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de gemeentelijke schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden en de gemeente op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen. Het is van belang om te benadrukken dat de beëindiging en afwijzing van de aanvraag de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening, in concreto de schuldregeling betreft. Afhankelijk van de situatie blijft de inzet van Informatie & Adviesgesprekken en doorverwijzing naar ketenpartners mogelijk. De gemeentelijke schuldhulpverlening valt per 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Artikel 1. Begripsbepalingen Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening Conform de visie zoals neergelegd in het beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015 staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van Nijmegen van 18 jaar en ouder. Een specifiek doelgroepenbeleid wordt dus niet gevoerd door de gemeente. Een uitzondering op deze brede toegankelijkheid wordt gevormd door zelfstandig ondernemers. Zij kunnen geen beroep doen op gemeentelijke schuldhulpverlening. Dit laatste is zo bepaald in het beleidsplan. Wel staat schuldhulpverlening open aan natuurlijke personen die (o.a.) schulden hebben in verband met de liquidatie van een onderneming mits de onderneming is beëindigd. De groep ex-zelfstandigen, voormalige ZZP ers/freelancers en specifieke groepen als alfahulp en folderbezorgers worden wel bij de gemeentelijke schuldhulpverlening toegelaten, als alle schulden definitief en bekend zijn. Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening Een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening vraagt om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. Er worden in artikel 3 enkele factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt. Voor een deel is dit een nadere invulling van het begrip regelbare schuld en regelbare schuldenaar conform de indeling in het beleidsplan. Afhankelijk van de persoonlijke situatie wordt de voor de klant geschikte dienstverlening ingezet. Dat kan bijvoorbeeld afhangen van de aard van de schulden in een situatie, bijvoorbeeld fraudeschulden van de gemeente Nijmegen. Als deze schulden op basis van de beleidsregels debiteuren niet voor een regeling in aanmerking komen is dit mede bepalend voor het schuldhulpverleningsaanbod. Het aanbod schuldhulpverlening is ook mede afhankelijk van de specifieke woonsituatie, zoals bij de eigenwoningbezitters en de mensen met een briefadres. Artikel 4. Verplichtingen en gevolgen schending daarvan Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde, recente informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlening (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.
Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming. De medewerking bestaat onder andere uit: a. het nakomen van afspraken; b. het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst, budgetbeheerovereenkomst en de voorwaarden schuldhulpverlening. Artikel 5. Afwijzen - beëindigen - hersteltermijn Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om een aanvraag schuldhulpverlening af te wijzen dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting. Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt een eenmalige hersteltermijn voldoende geacht. Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde kan -bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. Artikel 6. Beëindiginggronden In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat in ieder geval de werking van artikel 5 onaangetast. Tevens kan een traject beëindigd worden omdat een klant niet meer tot de doelgroep behoord. Denk hierbij aan verhuizing buiten Nijmegen, overlijden etc. Van de gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder f. en g. bijzondere aandacht gelet op de visie zoals neergelegd in het beleidsplan schuldhulpverlening. Daar waar Nijmegen wil staan voor een selectieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening, kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. Bij een beëindiging van het traject kan nog gericht specifieke dienstverlening ingezet worden, bv Informatie & Adviesgesprekken nadat een schuldregeling niet is gelukt. Artikel 7. Hernieuwde aanvraag na beëindiging eerder traject Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Dit artikel gaat evenwel niet alleen over eigen verantwoordelijkheid. Dit artikel gaat ook over prioriteitstelling: keuzes tot al dan niet toelaten tot de schuldhulpverlening dienen mede te worden gemaakt tegen de organisatorische achtergrond van beschikbare formatie en tijd. Vandaar het gebruik van uitsluitingstermijnen. Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee. De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig (ingevolge artikel 8: de hardheidsclausule). Bijvoorbeeld als er redenen zijn die de schuldenaar niet waren toe te rekenen. Artikel 8. Onvoorziene omstandigheden Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.
Artikel 9. Inwerkingtreding De beleidsregels treden in werking per 1 juli 2012.