INHOUD. COVRA N.V. 24 januari 2017 revisie 0.3

Vergelijkbare documenten
Radioactief afval van de categorieën B en C in een notendop

Radioactief afval van de categorieën B en C in een notendop

Hoogradioactief afval

REGELING VERWERKEN EN AFVOEREN VAN RADIOACTIEF AFVAL

2 3 DEC Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Stichting Laka. Ketelhuisplein RD AMSTERDAM.

Rijnstraat 8 Postbus GX Den Haag COVRA N.V. Interne postcode 645 dr. H.D.K. Codée Postbus 202

AANMELDINGSNOTITIE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE WIJZIGING VERGUNNING KERNENERGIEWET

Informatiedossier. Terugkeer van gecementeerd afval vanuit Schotland naar België

COVRAV 2 S JUU Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. t.a.v. directeur ANVS. Postbus BA Den Haag.

INVENTARIS RADIOACTIEF AFVAL IN NEDERLAND

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Continu veiliger

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) Continu veiliger

Wet- en regelgeving voor Coördinerend Deskundigen Regelgeving vervoer ra-stoffen

Wet- en regelgeving voor Coördinerend Deskundigen Regelgeving vervoer ra-stoffen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Stralingsveiligheid niveau 5

Gelvorming in afvalvaten opgeslagen bij Belgoprocess in Dessel

Het nationale programma voor het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstoffen

GLT-PLUS. Datum : INDEX

PROCEDURE V.1 APR 2017

Introductie. Specificaties splijtstofdetectie. notitie. VerouweIijk. Van / RWMP/M H/LD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Overwegende, dat van bovengenoemde vergunning geen gebruik meer zal worden gemaakt;

COVRA N.V. Statutair gevestigd te Middelburg. Ingeschreven in het Handelsregister te Middelburg onder nummer

Vervoer van radioactief materiaal op site

Radioactief afval een eeuw onderdak

' ( * BIJLAGE BIJ BRIEF VI/BZ

SAMENVATTING MILIEUEFFECTRAPPORTAGE

VERKENNENDE STUDIE NAAR OPTIES VOOR HET BEHEER VAN RADIOACTIEF AFVAL EN VERBRUIKTE SPLIJTSTOFFEN OP DE LANGE TERMIJN

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

OPGESTELD: HSEW Advisor Wim Workum. GECONTROLEERD: Area Lead Mike Scholten. GOEDGEKEURD: Execution Manager Peter van der Ree

Aan de hand van de stukken die wel ter beschikking staan, breng ik het volgende in:

Aanvulling op de aanvraag wijziging Kew vergunning TU Delft OYSTER

Datum 4 december 2009 Betreft Beantwoording schriftelijke vragen ingediend door P.F.C. Jansen (SP)

Onderzoeken of het veilig en haalbaar is om radioactief afval te bergen

INFORMATIEDOSSIER MAART 2007 VOORUITZICHTEN TOEKOMSTIGE TRANSPORTEN

Het nationale programma voor het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstoffen. Nederland, juni 2016

Stralingsbescherming. Datum 13 maart 2019 Betreft Mer-beoordelingsbesluit. Besloten door: Besluit:

Het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval. Mogelijke opties

PROJECTPLAN VERKENNENDE STUDIE NAAR DE LANGE TERMIJN BEHEEROPTIES VOOR RADIOACTIEF AFVAL EN VERBRUIKTE SPLIJTSTOFFEN

Inhoudsopgave Samenvatting

Overwegende, dat van bovengenoemde vergunning geen gebruik meer zal worden gemaakt;

Ingekapselde of nietingekapselde. bronnen. bronnen Installatie kl. II 8 uur 8 uur 8 uur 8 uur Installatie kl. III 8 uur 8 uur - -

GLT-PLUS. Datum : INDEX

BESCHRIJVING PROCEDURE

Evaluatieverslag Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval NV (COVRA)

ANVS Stral,ngsbescherming Transport Bezuidenhoutseweg 67 Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) N.V. Postbus T.a.v.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESCHRIJVING PROCEDURE

Voorwaarden voor opslag, overdracht en vrijgave van radioactief afval 1

Bouwtechnologische aspecten van kernreactoren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 22 september Pagina 1 van 10

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

B-werknemer: Andere blootgestelde werknemer dan een A-werknemer.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN [2019/200712]

PUBLIC. Brussel, 16 januari 2004 (19.01) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 5206/04 LIMITE ATO 2 ENER 4 ENV 9

Basisnotitie ten behoeve van de ontwikkeling van een toetsingscriterium voor de ondergrondse opberging van radioactief afval SAMENVATTING

Titel voorstel Voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief

Het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval

PROCEDURE V.3 OKT 2016

1. Het besluit. Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

1 Wet- en regelgeving niveau 5 new Mieke Blaauw

JAARVERSLAG 2011 VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN CONFORM REGELING VEILIGHEIDSADVISEUR VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN VAN COVRA N.V.

Management Samenvatting

p na = p n,na + p p,na p n,na = m n v 3

pag 1 / 10 Het vervoer van radioactieve stoffen Index

Kernenergie - Keuzes voor overheid en bedrijfsleven

ANVS Stralingsbescherming Transport Bezuidenhoutseweg 67 Siemens Nederland N.V. Postbus tav. Dhr. V.J. Borst

Inzake: Stichting Laka c.s. / Min EZ (Kernenergiewetvergunning COVRA)

VRS. Inleiding EMPLOYÉE EN SÛRETÉ NUCLÉAIRE ET RADIOPROTECTION [ÉDITION 2007]

De Minister van Economische Zaken. Petten, 30 december onze referentie uw referentie. onderwerp

Voor dit type organisch peroxide of zelfontledende stof moet verpakkingsmethode OP8 gebruikt worden Gebruik van de IBC s

Omschrijving. NB: geen. anders aangegeven) Dosislimiet radon 100 Bq/m 3 i.p.v. 300 Bq/m 3 ; in specifieke gevallen 300 Bq/m 3 mogelijk

Veiligheid en. Autoriteit Nucleaire. Stralingsbescherming. Verleend door: Besluit:

Schema voor het bepalen van de meldplicht aan het LMA: voor toezichthouders, d.d. 6 juni 2016

Ophaalcampagne radioactief afval bij ziekenhuizen voorjaar NIRAS en ziekenhuizen maken samen werk van veilig beheer van radioactief afval

Tweede Kamer der Staten-Generaal

JAARRAPPORT 2010 CENTRALE ORGANISATIE VOOR RADIOACTIEF AFVAL

Grondstof voor een beter milieu

Vervoer Radioactieve stoffen. Regelgeving Inspectie Ongevallen

PROCEDURE WAARSCHUWINGSSIGNALERING EN ZONERING VAN

natuurlijke radioactiviteit Sytze Brandenburg sb/radsaf2003_2/1

Omgaan met gevaarlijke stoffen

ANVS Stralingsbescherming Transport Bezuidenhoutseweg 67 PeIz GmbH & Co.KG Postbus t.a.v. de heer G. Pelz

Opleiding Stralingsdeskundigheid niveau 3. Kernenergiewetgeving deel 1

RAAD VAN STATE INGEKOMEN 2 B APR 2015 W.KNR. AAN: A-l1- vven~ BEHANDELD DO:

JAARRAPPORT 2013 CENTRALE ORGANISATIE VOOR RADIOACTIEF AFVAL

INES meldingen 2016 Kerncentrale Borssele

COMMISSIE AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 15 september 1999 inzake een classificatiesysteem voor vast radioactief afval. Bijlage

Basiskennis inzake radioactiviteit en basisprincipes van de stralingsbescherming

ANVS Stralingsbescherming Transport Bezuidenhoutseweg 67 Adis B.V. Postbus T.a.v. de heer P.C. van Rietschoten

Concrete in nuclear disposal facilities

Wijzigingen met betrekking tot opleidingen. Barbara Godthelp (ANVS)

INES meldingen 2016 Kerncentrale Borssele

Veiligheidsinformatieblad

KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN TBD TECHNISCHE BAU DIENSTLEISTUNGEN GMBH & CO. KG VOOR HET INVOEREN, VERVOEREN EN. 1. Het besluit AANTEKENEN

JAARRAPPORT 2014 CENTRALE ORGANISATIE VOOR RADIOACTIEF AFVAL. Posiva - Finland

Welkomstwoord en inleiding tot de NIRAS Dialogen. Naar een duurzaam beheer van hoogradioactief en langlevend afval

Transcriptie:

HET ORANJE BOEKJE 1

INHOUD INTRODUCTIE 1 SYSTEMATIEK IN HET KORT 2 REGELGEVING, VERGUNNING & BELEID 3 VEILIGHEIDSFUNCTIES 4 SOORTEN AFVAL 5 TRANSPORT 6 VERWERKING 7 OPSLAG 9 EINDBERGING 15 ACCEPTATIECRITERIA 16 COVRA N.V. 24 nuari 2017 revisie 0.3

INTRODUCTIE Voor u ligt het Oranje boekje. In dit boekje vindt u een toelichting op de achtergrond van onze acceptatiecriteria voor radioactief. Het boekje is dan ook met name bedoeld voor de producenten van radioactief. COVRA heeft een bijzondere rol in Nederland. Het bedrijf is verantwoordelijk voor het opslaan van radioactief dat hier ontstaat, met de bescherming van mens en milieu als uitgangspunt. COVRA wil blijvend zorgen voor het Nederlands radioactief om mens en milieu te beschermen. Blijvend betekent: tot het moment dat het radioactieve materiaal is vervallen en er een bestendig veilige situatie is ontstaan. Doordat COVRA verantwoordelijk is voor verschillende, opeenvolgende onderdelen van de beheerketen kan zij aan het begin van de keten al rekening houden met de verschillende eisen die voor het transport, de verwerking, de opslag en de bij de acceptatie van het radioactief worden gesteld. Om op de beste en meest economische wijze aan te leveren, is het van belang te begrijpen waarom COVRA de verschillende criteria heeft vastgesteld.

SYSTEMATIEK IN HET KORT COVRA verzamelt, verwerkt en slaat op voor een periode van ten minste honderd ar. Het moet zo verwerkt worden dat het geschikt is voor de lange termijn opslag en de uiteindelijke ondergrondse berging. De acceptatieprocedures en -specificaties bepalen hoe het aangeleverd en verwerkt wordt. In het requirements management systeem wordt vastgelegd waarop die gebaseerd zijn. Zo kan beter worden gereageerd op veranderingen in het aanbod, verwerkingsmethoden en de eisen die aan het beheer worden gesteld. Ook is dan duidelijker hoe het radioactief het beste kan worden aangeleverd. REGELGEVING, VERGUNNING & BELEID Internationaal en door de Nederlandse overheid is wet- en regelgeving opgesteld dat een duidelijk kader geeft hoe het milieu moet worden beschermd tegen straling afkomstig van het radioactieve (niveau 1). Dat vormt de basis voor de vergunning en het beleid van COVRA (niveau 2). Monitoren & inspecteren van veiligheid door COVRA en (inter)nationale organisaties controleer Het figuur hieronder laat zien hoe de acceptatieprocedures en -specificaties zijn afgeleid in 5 niveaus. De basis wordt gevormd door internationale regelgeving en nationale wetgeving. De principes voor het beheer van het Nederlandse liggen alvast sinds 1984 en zijn in 2016 opnieuw bevestigd in het Nationaal programma (niveau 1). Deze algemene beginselen en principes worden vertaald naar doelen voor COVRA in haar vergunning en beleid (niveau 2). Om die doelen te halen worden functies van componenten, installaties en gebouwen gedefinieerd (niveau 3). Voor die functies worden doelstellingen gespecificeerd (niveau 4). Die leiden concreet tot acceptatieprocedures en specificaties (niveau 5). Systematiek Voorbeeld LMRA Acceptatie isoleer Verwijderen van radioactieve materialen na gebruik uit onze leefomgeving vat beheers Insluiten van radioactief door tenminste 2 barrieres gebouw Niveau 1 Nationale & internationale vereisten Niveau 2 COVRA vergunning & beleid Niveau 3 Veiligheidsfuncties van componenten, installaties & gebouwen Niveau 4 Veiligheidspecificaties regelegeving (Kew, besluiten, EU & IAEA) limieten, Isoleren Beheersen & Controleren (IBC), ALARA, Defense in Depth (DiD) etc. gebouw en verpakking: afscherming, insluiting en sterkte stralingsdosis < 10 msv/u Centraal daarin staat het isoleren, beheersen en controleren. Dit gebeurt door het te verpakken in beton bij laag- en middelradioactief (LMRA) of in glas en staal bij hoogradioactief (HRA). Hierdoor wordt het radioactief geïsoleerd uit de leefomgeving. COVRA doet dit door het verwerkte op te slaan en te beheren in speciaal daarvoor ontworpen gebouwen. Alle handelingen inclusief opslag van radioactief worden zorgvuldig gecontroleerd door COVRA onder toezicht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming en door internationale organisaties (Euratom en IAEA). Het wordt zo geconditiord, verpakt en opslagen dat het radioactieve stoffen stabiel worden ingesloten (isoleren) en de straling wordt afgeschermd (beheersen). Het opgeslagen wordt ondermeer gemonitord op dosistempo, oppervlaktebesmetting en integriteit van de verpakking (controleren). Niveau 5 Acceptatie- & ontwerpspecificaties 4-5 cm beton Acceptatieprocedure Technische specificaties Meer informatie over de Nederlands regelgeving vind je in het Nationaal programma (www.anvs.nl) meer informatie over het COVRA beleid in het Blauwe Boekje (www.covra.nl). 2 3

VEILIGHEIDSFUNCTIES Blijvend zorgen voor radioactief betekent zorgen voor de veiligheid in de hele keten van (onderling afhankelijke) stappen van het radioactief beheer. Per stap hebben de verpakking, de verwerkingsinstallatie of het gebouw verschillende rollen (bijvoorbeeld insluiting of afscherming) om de veiligheid te kunnen garanderen. Die rollen noemen we veiligheidsfuncties (niveau 3). recycling SOORTEN RADIOACTIEF AFVAL Hoe invulling wordt gegeven aan de veiligheidsfuncties (niveau 3) van de gebouwen, installaties en verpakkingen kan per soort verschillen. Elk land groepeert het radioactief in verschillende categorieën (soorten). Deze categorieën zijn meestal gebaseerd op activiteit en halfwaardetijd en daarmee op de mogelijke verwerkingsen verwijderingsroutes van het radioactief. Er is geen internationaal bindende radioactief classificatie. Om de hoeveelheden radioactief wereldwijd in kaart te kunnen brengen heeft het internationaal atoomenergie agentschap (IAEA) een classificatie ontwikkeld die bestaat uit zes categorieën. In Nederland wordt het in gedeeld in vier categorieën. Ten opzichte van de IAEA hanteert Nederland een eenvoudigere classificatie voor radioactief. Het intermediair valt onder het hoog radioactief. Tot het laag- en middelradioactief wordt ook Natuurlijk Oorspronkelijk Radioactief Materiaal (NORM) toegerekend. Hoogradioactief is al het met een zodanig hoog stralingsniveau dat voor veilig transport speciale transportcontainers nodig zijn en voor het hanteren en opslaan afstandsbedienbare apparatuur en dikke muren. Laag- en middelradioactief is al het waarvoor dat niet nodig is. Voor het juist indelen van is het goed karakteriseren noodzakelijk. productie inzameling verwerking opslag activiteit activiteit Criteria high level waste hoogradioactief low level waste intermediate level waste Om de veiligheidsfuncties door de hele keten te vervullen moet daarmee al bij het aanleveren van het rekening gehouden worden. Een deel van de mogelijkheden voor transport, verwerking, de opslag, recycling en wordt bepaald door hoe het wordt aangeboden. Het dat na een periode van opslag gerecycled wordt, mag enkel kortlevende radionucliden bevatten en moet gemakkelijk zonder verdere conditionering op te slaan zijn; aan het bestemd voor worden juist eisen gesteld voor de verwerking tot stabiele stoffen en moeten ook de langlevende radionucliden bekend zijn. very shortlived waste exempt waste very low level waste halfwaardetijd kortlevend radioactief laag- en middelradioactief (inclusief NORM) vrijgesteld halfwaardetijd Meer informatie over de stappen in de beheersketen en veiligheidsfuncties vind je in het Veiligheidsrapport van COVRA (www.covra.nl/downloads). Meer informatie over de soorten radioactief in Nederland vind je in de Inventaris Radioactief Afval in Nederland (www.covra.nl/downloads). 4 5

TRANSPORT Tijdens het transport worden de belangrijkste veiligheidsfuncties vervuld door de verpakking. De verpakking moet zorgen voor afscherming en insluiting (voorkomen van besmetting tijdens hanteren van het en incidenten). In het ADR, Accord Européen relatif au Transport des Merchandises Dangereuses par Route, zijn de internationale regels voor transport van gevaarlijke materialen over weg en spoor zijn vastgelegd. Daarin zijn ook regels gesteld voor de verpakking van radioactief. Deze zijn hieronder schematisch weergegeven: Maximale activiteit wordt bepaald door type transportverpakking: Type A : A2-waarde (ADR, klasse 7) Type B : A1-waarde (ADR, klasse 7) Verpakkingen zijn radiologisch schoon, dat betekent: afwrijfbare α-activiteit 0,4 Bq/cm 2 afwrijfbare β/γ-activiteit 4,0 Bq/cm 2 RADIOACTIVE Dosistempo is beperkt: 10 msv/uur op oppervlakte (bij exclusief gebruik) 2,0 msv/uur op oppervlakte (bij niet exclusief gebruik) 0,1 msv/uur op 1 m van de verpakking 0,1 msv/uur op 2 m van het transportmiddel VERWERKING Het aanbod LMRA is gevarieerd en bestaat onder meer uit radioactieve stoffen en besmette voorwerpen, die niet meer gebruikt worden. De verwerking dient ervoor om van al dat uniforme verpakkingen te maken geschikt voor opslag en. Tijdens de verwerking zijn het vooral de installaties en het gebouw die moeten zorgen voor de veiligheidsfuncties insluiting en afscherming. Momenteel wordt HRA niet verwerkt door COVRA; wel worden splijtstof(resten) in het HABOG herverpakt. Om het veilig te kunnen verwerken worden eisen gesteld aan het in te zamelen. Voor veelvoorkomende soorten zijn standaardverpakkingen en -verwerkingsroutes gemaakt. Hiervoor gelden standaard tarieven. De standaard verpakkingen voor verwerking zijn in tabel 1 op bladzijde 8 beschreven. Wanr het aangeboden niet voldoet aan de specificaties voor het standaard is er sprake van niet-standaard. Daarvoor wordt samen met de producent gezocht naar een geschikte manier om het te verwerken (maatwerk). Sommige producenten verwerken LMRA het zelf. Een voorbeeld is het gecementeerde hars en zoutconcentraat van de kerncentrale. In de centrale worden ook residuen (slib) van waterreinigingsystemen, zoals filterhulpmiddelen, indampingsconcentraten en ionenwisselaarharsen geïmmobiliseerd en verpakt in vaten of in containers. Deze producten worden door COVRA rechtstreeks in opslag genomen en daarvoor gelden dezelfde eisen als voor door COVRA verwerkt voor opslag. Voor het aanmelden en verwerken is een goede karakterisering van het belangrijk. De inhoud van de verpakkingen is herkenbaar als radioactief en voorzien van de juiste etikettering/ kenmerking Advies COVRA heeft een Transport & logistieke dienst met een veiligheidsadviseur die gespecialiseerd is in het transport van radioactieve. Die geeft advies hoe tijdens het transport aan de in het ADR vermelde transporteisen wordt voldaan Standaard vast, vloeibaar, slib, kadavers, telpotjes, bronnen, etc. Standaard verpakkingen Verwerkingsactiviteiten karakteriseren scheiden volume reduceren Geconditiord duurzame verpakking voor radioactief geschikt voor opslag & Meer informatie over de transporteisen uit het ADR, klasse 7 vind je in publicatie 32 van de Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne: Transport van radioactieve materialen over de weg in Nederland en België. Niet-standaard Maatwerk immobiliseren verpakken 6 7

Type Standaard verpakking Verwerking Vast. Vloeibaar (niet-toxisch) - type 1: anorganisch, - type 2: organisch. Kadavers/ specifiek ziekenhuis. Bronnen. Telpotjes. Volume: 100 l Type A Gewicht 75 kg Activiteit A2 Volume: 30/60 l Vrijgesteld collo/ip2 Gewicht 45/75 kg Activiteit Vrijgestelde collo: 0,0001 A2 IP2 (LSAII): 0,00001 A2/g Volume: 60 l Vrijgesteld collo Gewicht 30 kg Activiteit 0,001 A2 Activiteit Ingekapselde bronnen: A1 Niet-ingekapselde bronnen: A2 Volume: 50 l Vrijgesteld collo/ip2 Gewicht 68 kg Activiteit Vrijgestelde collo: 0,0001 A2 IP2 (LSAII): 0,00001 A2/g Persbaar wordt verperst, niet-persbaar wordt gegrout. De perslingen en 100-liter vaten worden in 200-liter vat afgestort met beton. Type 1 wordt microbiologisch en vervolgens fysisch/ chemische behandeld Type 2 wordt verbrand in de vloeistofoven. Het rookgas wordt fysisch/ chemisch behandeld; Het resterende water wordt geloosd en het slib wordt na droging verwerkt als vast. De ingevroren container wordt verbrand in de kadaveroven. Water van de rookgasreiniging wordt fysisch/chemisch behandeld en geloosd en het slib na droging verwerkt als vast. As wordt verwerkt als vast. Na eventuele volumereductie worden bronnen gegrout in 100/200-liter vat en met beton afgestort in 200/1000-liter vat. Telpotjes worden geshredderd en gescheiden in vaste en vloeibare stoffen. Vloeibare stoffen worden verwerkt als vloeibaar type 2, de vaste stoffen als vast. Meer informatie over de standaard verpakkingen vind je in de Technische Voorwaarden van COVRA (www.covra.nl/downloads/producenten). 8 9 OPSLAG In Nederland wordt het bij COVRA bovengronds opgeslagen in speciaal doorvoor ontworpen gebouwen. Opslag is een tijdelijke oplossing. De radioactieve stoffen worden in de opslaggebouwen beheerd met de intentie ze terug te halen en te recyclen, af te voeren als vervallen, niet-radioactief of naar de te brengen. Tijdens de opslag worden de veiligheidsfuncties, insluiting, afscherming en isolatie, vervuld door de verpakking en het gebouw. Zoals hierboven weergegeven zijn er voor de categorieën radioactief verschillende gebouwen. Afhankelijk van het gebouw worden er eisen aan de verpakkingen gesteld voor wat betreft de benodigde afscherming, insluiting en mechanische sterkte van de verpakking. Op basis hiervan zijn per gebouw standaard verpakkingen ontwikkeld. In dit hoofdstuk wordt per gebouw toegelicht welke categorieën opgeslagen worden en welke standaard verpakkingen daarvoor zijn. Voor bestemd voor recycling/ hergebruik is er de mogelijkheid van vervalopslag. Het gaat hierbij met name om het afkomstig van de ontmanteling van grote installaties (bijvoorbeeld cyclotrons). Dit kan bij COVRA gedurende een periode van maximaal 50 ar onverwerkt worden opgeslagen in het container opslaggebouw (COG). Voorwaarden daarvoor zijn dat de radioactiviteit van het binnen 50 ar vervalt tot onder de actuele vrijgavegrenzen en het stabiel, niet gevaarlijk materiaal is. Een andere vorm van vervalopslag is metallisch hoogradioactief dat binnen 50 ar vervalt tot laag radioactief. Dit wordt daarna in 1000-liter container geconditiord.

verpakt, vast radioactief voor opslag VOG COG LMRA vraagt hanteren om afstandbedienbare apparatuur (>10mSv/u) HRA HABOG NORM bevat alleen natuurlijke radionucliden 235 U < 5% U-totaal 235 U < 700 gram per collo moet gekoeld worden (> 90 W) warmteproducerend HRA niet-warmteproducerend HRA bevat α-straling uitzendende nucliden categorie A is afkomstig van kerncentrales categorie B LOG insluiting: door alleen vast radioactief op te slaan, bijvoorbeeld samengeperste 100-liter vaten, is de mobiliteit beperkt en blijven radioactieve stoffen tijdens het hanteren en de opslag altijd in de verpakking halveringstijd van één of meerdere nuclides is langer dan 15 ar halveringstijd van alle nuclides is korter dan 15 ar categorie C categorie D Categoriëen Voor de opslag wordt het laag- en middelradioactief onderverdeelt in subcategorieën. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen vier soorten. Veiligheidsfuncties geconditiord LMRA insluiting en afscherming: de laag van 4-5 cm schoon beton schermt de straling af en vormt een barriere voor de ingesloten radioactieve stoffen > 10 cm beton mechanische sterkte: verpakking moeten sterk genoeg zijn om 9-hoog gestapeld te kunnen worden > 10 cm beton 10 11

Laag- en middelradioactiefopslaggebouw (LOG) Type Standaard verpakking Eisen Perslingen, bronnen en niet-persbaar vast (inzetters). Volume: 200 l Gewicht 500 kg Activiteit A2 Cementeren; aan de onder- en bovenkant een betonschijf met een dikte van minimaal 10 cm; zijwanden met een dikte van minimaal 4 cm beton (hoogovencement). Containeropslaggebouw (COG) Type Standaard verpakking Eisen Kortlevend ontmantelings (vervalt tot onder vrijgavegrenzen < 50 ar). Volume: 38 m 3 IP2 Gewicht 30 ton Activiteit 0,004 A2/g Vervalopslag Grote volumes, stabiele matrix, laag radioactief materiaal. Nietpersbaar vast met laag dosistempo. Niet-persbaar vast met hoog dosistempo. Volume: 400 l Type A Gewicht 2000 kg Activiteit A2 Volume: 1000 l Gewicht 3000 kg Activiteit A2 Cementeren van tussenruimte tussen 200 l vat en 400 l vat met beton (hoogovencement). Cementeren van tussenruimte tussen 200 l vat en 1000 l container met beton (hoogovencement). Verarmd uraniumopslaggebouw (VOG) Type Standaard verpakking Eisen Verarmd uraniumoxide (U 3 O 8 ). Volume: 3,5 m 3 IP1 Gewicht 12 ton Activiteit A2 Stabiele matrix. Hoger radioactief vast metallisch dat binnen 50 ar vervalt naar LMRA. Langlevend radioactief ontmantelings. Volume: 490 l Type B(U) Gewicht 20 ton Activiteit > A2/A1 Vervalopslag Volume: 3,3 m 3 IP2 Gewicht 20 ton Activiteit A2 Afval is terugmbaar geplaatst in de verpakking, bijvoorbeeld in een metalen mand. Afval kan worden afgestort met beton of grout. Vanwege gewicht besparing kan bij vast met stabiele matrix ook zonder conditionering worden gekozen. Hoogradioactiefopslag- en behandelingsgebouw (HABOG) Type Standaard verpakking Verwerking Verperste metalen delen van opwerking van splijtstoffen. Verglaasd vloeibaar van opwerking van splijtstoffen. Volume: 150 L CSD-C Gewicht 850 kg Activiteit > A2/A1 Volume: 150 L CSD-B Gewicht 500 kg Activiteit > A2/A1 12 13 Stabiele matrix, valtesten, lage warmteproductie, subkritisch. Stabiele matrix, valtesten, lage warmteproductie, subkritisch.

Type Standaard verpakking Eisen Verglaasde splijtingsproducten en actinides van opwerking van splijtstoffen. Splijtstof- en regelelementen van onderzoeksreactoren; splijtstofresten van 99 Moproductie. Volume: 150 L CSD-V Gewicht 500 kg Activiteit > A2/A1 Volume: 200 L ECN-canister Gewicht 1000 kg Activiteit > A2/A1 Stabiele matrix, valtesten, warmteproductie, subkritisch. Gasdichte in opslagcanister, valtesten, warmteproductie, subkritisch. EINDBERGING COVRA is verantwoordelijk voor de hele beheerketen. Dat betekent dat COVRA nu al in de huidige classificatie en bij de inzameling, verwerking en opslag rekening houdt met de eisen die stelt aan ( disposability ). Momenteel is er nog geen diepe ondergrondse berging in bedrijf in Europa en zijn de eisen van nog in ontwikkeling. Daarom doet COVRA onderzoek (OPERA) hoe een veilige technisch realiseerbaar en maatschappelijk aanvaardbaar in Nederland is en wat dat betekent voor het beheer van radioactief nu. De vrijkomende nucliden bewegen zo langzaam door het gastgesteente dat ze vervallen en slechts een klein gedeelte ooit het oppervlak kan bereiken isoleren Omdat de radioactieve materialen op grote diepte zijn opgeborgen zijn ze niet toegankelijk voor menselijke of biologische activiteiten De nucliden komen pas duizenden ren na de plaatsing uit de verpakking vrij vertragen insluiten De belangrijkste veiligheidsfuncties van een zijn hierboven schematisch weergegeven. De eisen die veiligheidsfuncties stellen aan het zijn grotendeels vergelijkbaar met die van bovengrondse opslag (kleine verpakking, stabiele insluiting, afscherming, mechanische sterkte, geen oppervlaktebesmetting, dosistempo, activiteit en chemische samenstelling en geen oppervlaktebesmetting). Een belangrijk verschil is dat voor naast de nucliden die het dosistempo bepalen, ook de langlevende, mobiele nucliden (zoals 129 I, 36 Cl, 79 Se, 14 C, 126 Sn, 99 Tc) gekarakteriseerd moet worden. Die zijn uiteindelijk bepalend voor de dosis aan het oppervlakte. Dit stelt aanvullende eisen aan het karakteriseren, omdat veel van deze nucliden niet direct met gammaspectrometrie te bepalen zijn. Voor gedetailleerde informatie over de verschillende verpakkingsmogelijkheden kunt contact opnemen met COVRA op 0113-616666. Meer informatie over en OPERA vind je in de onderzoeksrapporten (www.covra.nl/downloads/opera). 14 15

Acceptatiespecificaties De acceptatiespecificaties zijn voor COVRA een belangrijk middel om te zorgen dat de kenmerken van het radioactief verenigbaar zijn met de verschillende eisen die gesteld worden in de verschillende stappen van de keten: het transport, de verwerking, de opslag en de recycling of de. COVRA stelt daarom specificaties voor het niet-geconditiorde en geconditiorde LMRA en het HRA. De naleving van deze specificaties verbetert niet alleen de veiligheid, maar beperkt ook de kosten voor de producenten. De voorwaarden zijn hieronder kort samengevat LMRA Voor standaard, niet-geconditiord LMRA gelden de specificaties zoals beschreven in COVRA s technische voorwaarden. Deze worden arlijks geactualiseerd. Voor standaard zijn op de website formulieren voor het ophalen, de tarieven en de algemeen voorwaarden beschikbaar. Producenten kunnen het ook zelf conditioneren. Het geconditiorde moet voldoen aan dezelfde kwaliteitseisen als door COVRA verwerkt. Het conditioneringsproces en de kwaliteitseisen worden daarom vastgelegd in een specificatie. Het proces voor het ontwikkelen van specificaties voor het aanleveren van geconditiord is hiernaast beschreven. HRA Hoogradioactief wordt geconditiord aangeleverd. Momenteel worden alleen bestraalde splijtstofelementen en -resten van de onderzoeksreactoren verpakt. Die moeten in een geboreerd stalen mand in een Castor MTR-2 container aan COVRA worden aangeleverd. Voor de verschillende soorten HRA zijn specificaties vastgelegd. In de specificaties worden onder andere het gewicht, de dimensies en warmteproductie van het beschreven, zodat ze in het HABOG te hanteren en op te slaan zijn. Ook worden er strenge eisen gesteld aan karakterisering en datering (door verval en ingroei zijn de dochternucliden niet constant). Tenslotte is de hoeveelheid 235 U per verpakking (kriticiteit) beperkt: tot minder dan 4500 g bij verrijking van 5% (CSD-V) en minder dan 450 g bij verrijking van 93% (splijtstof). Voor ander HRA zullen nieuwe specificaties ontwikkeld moeten worden. Het proces daarvoor is hiernaast beschreven. Nieuwe specificaties Specificaties voor het aanleveren van geconditiord LMRA en HRA worden gezamenlijk met de producent ontwikkeld. De werkgroep acceptatie ziet bij COVRA toe dat de specificaties conform het requirements management systeem worden afgeleid. Niveau 3 Veiligheidsfuncties van componenten, installaties & gebouwen Niveau 4 Veiligheidspecificaties Niveau 5 Acceptatie- & ontwerpspecificaties Detail beschrijving matrix & -verpakking 16 17 Vooroverleg aanleiding aanpak en te maken afspraken. Voorstel verwerkingsproces, matrix & -verpakking Administratieve gegevens Beschrijving (soort, hoeveelheid, etc.) Chemische kenmerken Fysische kenmerken (gewicht, vocht, etc.) Radiologische kenmerken (nucliden, activiteit, etc.) Overige risicokenmerken (kriticiteit, toxiciteit, etc.) Onderbouwing keuze verwerkingsproces en verpakking Concept specificatie kwaliteitscontrole & management Nieuwe specificatie Detail beschrijving verwerkingsproces, Instemming COVRA Werkgroep acceptatie

Bezoekadres Spanjeweg 1 havennummer 8601 4455 TW Nieuwdorp Vlissingen-Oost Postadres Postbus 202 4380 AE Vlissingen T 0113-616 666 F 0113-616 650 E info@covra.nl www.covra.nl