De opleiding Bachelor in de Sociaal-economische wetenschappen van de Universiteit Antwerpen



Vergelijkbare documenten
De opleiding Master na master in de Actuariële Wetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie De beoordeling betreft een verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Ravensteingalerij Brussel T +32 (0) F +32(0)

DE ONDERWIJSVISITATIE VERKORTE PROCEDURE Bouwkunde

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie. Doelstellingen. Programma

Besluit. Voozieningen (facet 4.1 )

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Industriële Wetenschappen Bouwkunde

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Kwaliteitszorg en accreditatie

DE ONDERWIJSVISITATIE VERKORTE PROCEDURE Ergotherapie

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

in de politieke wetenschappen (master) van de Vrije Universiteit Brussel

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

DE ONDERWIJSVISITATIE VERKORTE PROCEDURE Wijsbegeerte

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

DE ONDERWIJSVISITATIE VERKORTE PROCEDURE. Bedrijfscommunicatie. De masteropleiding Bedrijfscommunicatie van de KU Leuven

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

in de vergelijkende en internationale politiek (master) van de Katholieke Universiteit Leuven

De onderwijsvisitatie Politieke Wetenschappen

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

DE ONDERWIJSVISITATIE VERKORTE PROCEDURE Interieurvormgeving

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

Taalkunde en Westerse Literatuur Western Literature

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

De opleiding Bachelor in de Rechten van de Hogeschool-Universiteit Brussel (K.U.Brussel), in samenwerking met de Katholieke Universiteit Leuven

De onderwijsvisitatie Verkorte procedure Theater- en Filmwetenschap

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen

Visitatie Arabistiek en Islamkunde

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

DE ONDERWIJSVISITATIE VERKORTE PROCEDURE Master Organisatie en Management

DE ONDERWIJSVISITATIE VERKORTE PROCEDURE

Visitatie Bachelor Fysica. De opleiding Bachelor Fysica van de Universiteit Antwerpen. Verkorte procedure

Accreditatiebesluit met een positief eindoordeel voor de opleiding Master of Science in de sociologie (master) van de Vrije Universiteit Brussel

De OU kiest een nieuwe koers. Lex Bijlsma 23 november 2013

Betrokkenheid van onderzoekscholen bij het ontwikkelen van onderzoeksgerichte masteropleidingen

Science in de politieke wetenschappen (academisch gerichte bachelor) van de Universiteit Antwerpen

: 19 maart 2013 : 21 en 22 mei 2013 : 25 oktober 2013 : 18 december 2013 : 14 april 2014 : 30 juni 2014

in de sociaal-economische wetenschappen (master) van de Universiteit Antwerpen

VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE

Addendum (april 2014) bij de Handleiding onderwijsvisitatie Specifieke lerarenopleiding, Brussel, 2009

De lijst vermeldt de gegevens bedoeld in artikel 64, 2, 2 [... geschr. decr. 19 maart 2004, art. V.25,I: 1 januari 2003)].

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

DE ONDERWIJSVISITATIE VERKORTE PROCEDURE Secundair onderwijs

Handreiking Toetsingskaders Opleidingsschool en academische kop 2013

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie. Doelstellingen. Programma (facelten 2.1 en 2.9)

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

in de sociologie (master) van de Universiteit Antwerpen

MEMORIE VAN TOELICHTING

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Generieke kwaliteitswaarborg 2 - Onderwijsproces De commissie beoordeelt het onderwijsproces als voldoende (2018).

Besluit. Voozieningen

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding womaster. : voltijd, deeltijd : Geschiedenis vandaag : Groningen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Kader Opleidingsaccreditatie. - Vlaanderen

Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN

Keltische talen en cultuur

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Generieke kwaliteitswaarborg 1 - Beoogd eindniveau De commissie beoordeelt het beoogd eindniveau als voldoende.

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak

Bachelor in de wijsbegeerte: 10 opties voor je toekomst

Onderwijsvisitatie Economische Wetenschappen, Toegepaste Economische Wetenschappen, TEW Handelsingenieur en Zij-instroom

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding wobachelor. Bachelor of Arts voltijd Groningen

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

m v ü o datum 9 april 2018 onderwerp Accreditatiebesluit (006418) bijlagen 4

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

Uitbreiding studieomvang

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

betreffende het Onderwijs XXIII

Protocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen

Het taalbeleid aan de Universiteit Gent : resultaten en bevindingen

Advies over het nieuwe NVAO-reglement

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Onderwijs- en examenregeling

Generieke kwaliteitswaarborg 2 - Onderwijsproces De visitatiecommissie (commissie) beoordeelt het onderwijsproces als voldoende (2016).

Transcriptie:

Visitatie Bachelor Sociaal-economische wetenschappen De opleiding Bachelor in de Sociaal-economische wetenschappen van de Universiteit Antwerpen Verkorte procedure www.vlir.be Brussel januari 2011

Exemplaren van dit rapport kunnen verkregen worden op het -secretariaat. Ravensteingalerij 27, 1000 Brussel T 02 792 55 00 F 02 211 41 99 kwaliteitszorg@vlir.be Het rapport is elektronisch beschikbaar op de webstek van de : http://www.vlir.be Wettelijk depot: D/2011/2939/04

Inhoud p 4 Deel 1 Algemeen deel p 5 I De onderwijsvisitatie Bachelor in de Sociaal-economische wetenschappen van de Universiteit Antwerpen Verkorte Procedure p 7 II Tabel met scores en facetten p 8 Deel 2 Opleidingsrapport Bijlagen p 10 p 11 Bijlage 1 Personalia van de leden van de visitatiecommissie Bijlage 2 Bezoekschema 3

Deel 1 Algemeen deel

I De Onderwijsvisitatie Bachelor in de Sociaal-economische wetenschappen van de Universiteit Antwerpen Verkorte Procedure 1. Inleiding In het voorjaar van 2007 heeft de visitatiecommissie Sociologie, in opdracht van de Interuniversitaire Raad (), de academische opleidingen Sociologie, Sociaal-economische wetenschappen, Quantitative Analysis in the Social Sciences en Social Policy Analysis in Vlaanderen gevisiteerd. Dit initiatief vond plaats in het kader van de werkzaamheden van de op het vlak van de externe kwaliteitszorg. Daarmee hebben de universiteiten gevolg geven aan de decretale verplichtingen ter zake. De bevindingen, conclusies en aanbevelingen van de visitatiecommissie werden vastgelegd in een rapport De onderwijsvisitatie Sociologie: Een evaluatie van de kwaliteit van de opleidingen Sociologie, Sociaal-economische wetenschappen, Quantitative Analysis in the Social Sciences en Social Policy Analysis aan de Universiteiten dat werd gepubliceerd in december 2007. De betrokken opleidingen hebben vervolgens in de periode 1 april 2008-18 december 2008 accreditatieaanvragen ingediend bij de Nederlands- Accreditatie Organisatie (NVAO). Deze accreditatieaanvragen dienden ten minste het visitatierapport van de visitatiecommissie Sociologie te omvatten. De opleiding Bachelor in de Sociaal-economische wetenschappen van de Universiteit Antwerpen kreeg op 27 oktober 2009 een negatief accreditatiebesluit van de NVAO. Conform het decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen vroeg de opleiding daarop een tijdelijke erkenning aan. Die werd door de regering op 17 december 2009 verleend voor een periode van één jaar. Het besluit van de regering werd in het Staatsblad gepubliceerd op 26 februari 2010. 2. Verkorte Procedure De decreetgever voorziet dat de accreditatie van een opleiding na het verlopen van een tijdelijke erkenning plaatsvindt via een verkorte procedure. Een nieuwe externe beoordeling dient te worden uitgevoerd en een nieuw rapport gepubliceerd. Op basis daarvan neemt de NVAO een besluit dat zij publiceert in een accreditatierapport. De nieuwe beoordeling heeft alleen betrekking op die elementen op basis waarvan de vorige accreditatieaanvraag negatief werd beoordeeld. Onderhavig rapport bevat de resultaten van de externe beoordeling van de bacheloropleiding Sociaal-economische wetenschappen in functie van een nieuwe accreditatieaanvraag. De beoordeling werd uitgevoerd door een visitatiecommissie, samengesteld uit onafhankelijke experten (cfr. infra) en gecoördineerd door de. De beoordeling van de opleiding heeft, zoals decretaal bepaald, alleen betrekking op die elementen op basis waarvan de vorige accreditatieaanvraag negatief werd beoordeeld, in casu het onderwerp 2 Programma met daarbinnen specifiek de facetten 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma en 2.3 Samenhang van het programma. Visitatie Bachelor Sociaal-economische wetenschappen 5

3. Samenstelling visitatiecommissie De visitatiecommissie die deze verkorte visitatie uitvoerde, bestond uit twee leden van de oorspronkelijke visitatiecommissie Sociologie en uit twee nieuwe leden. De samenstelling van de commissie werd op 4 november 2009 door de Erkenningscommissie Hoger Onderwijs bekrachtigd. De commissie was als volgt samengesteld: Voorzitter: -- Prof. dr. Em. W.A. Arts, emeritus hoogleraar Algemene en Theoretische Sociologie aan de Universiteit van Tilburg (gewezen voorzitter van de oorspronkelijke commissie Sociologie) Commissieleden: -- Prof. dr. Em. Jules Theeuwes, hoogleraar Toegepast Economisch Onderzoek aan de economische faculteit van de Universiteit van Amsterdam en Wetenschappelijk directeur SEO Economisch Onderzoek -- Prof. dr. Em. J.L. Peschar, emeritus hoogleraar Onderwijssociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen (gewezen lid van de oorspronkelijke commissie Sociologie) -- De heer Koen Slootmaeckers, student master in de Sociologie aan de Universiteit Gent Dr. Steven Van Luchene, stafmedewerker Kwaliteitszorg verbonden aan de Cel Kwaliteitszorg van de, trad op als projectbegeleider. Voor korte curricula vitae van de commissieleden wordt verwezen naar bijlage 1. 4. Werkwijze van de visitatiecommissie Ter voorbereiding van de verkorte visitatie heeft de betrokken opleiding een zelfevaluatierapport opgesteld waarin het opnieuw te beoordelen onderwerp werd besproken. Het zelfevaluatierapport werd op 15 september 2010 aan de overgemaakt, die het op haar beurt aan de commissieleden bezorgde. De visitatiecommissie kreeg aldus de gelegenheid deze informatie zorgvuldig te bestuderen en het bezoek grondig voor te bereiden. Het bezoek van de visitatiecommissie vond plaats op 18 en 19 november 2010. Tijdens het bezoek heeft de visitatiecommissie gesprekken gevoerd met het faculteitsbestuur, de opleidingsverantwoordelijken, de studenten en het docerend academisch personeel. Tijdens het bezoek heeft de visitatiecommissie ook tijd uitgetrokken om bijkomende documenten die door de opleiding ter inzage waren gelegd, te bestuderen. De gesprekken zijn in een open en constructieve sfeer verlopen. Het bezoekschema is toegevoegd als bijlage 2. Als laatste stap in het proces heeft de commissie haar bevindingen en conclusies omtrent het te beoordelen onderwerp in voorliggend rapport vastgelegd. De opleiding werd hierbij in de gelegenheid gesteld om op het concept van het rapport te reageren. Visitatie Bachelor Sociaal-economische wetenschappen 6

II Tabel met scores en facetten De onderwerpen worden gescoord op een binaire schaal: voldoende (+) of onvoldoende (-). + Voldoende voldoet minstens aan de minimum-eisen voor basiskwaliteit; er is geen verdere schaalverdeling om verdere graden van excellentie aan te duiden. - Onvoldoende voldoet niet aan de minimumeisen voor basiskwaliteit. De facetten worden gescoord op vier niveaus: Excellent (E), Goed (G), Voldoende (V) of onvoldoende (OV). Het facet studieomvang wordt gescoord met OK, indien de opleiding voldoet aan de decretale eisen m.b.t. de studieomvang, uitgedrukt in studiepunten. E Excellent best practice, kan (internationaal) als voorbeeld dienen voor andere opleidingen G Goed de kwaliteit stijgt uit boven de basiskwaliteit V Voldoende voldoet aan de basiseisen O Onvoldoende voldoet niet aan de minimumeisen OK voldoen aan de formele eisen De cursief weergegeven onderwerpen en facetten en de daaraan toegekende scores werden in 2007 beoordeeld. Onderwerp 2: Programma Facet 2.1.: Relatie doelstelling en inhoud Facet 2.2.: Eisen prof./aca. gerichtheid Facet 2.3.: Samenhang Facet 2.4.: Studieomvang Facet 2.5.: Studietijd Facet 2.6.: Afst. vormgeving inhoud Facet 2.7.: Beoordeling en toetsing Facet 2.8.: *Masterproef Facet 2.9.: Toelatingsvoorwaarden V V V V OK V V V NVT G Visitatie Bachelor Sociaal-economische wetenschappen 7

Deel 2 Opleidingsrapport

I Opleidingsrapport Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma In het visitatierapport uit 2007 kende de commissie de bacheloropleiding in de Sociaal-economische wetenschappen een onvoldoende toe voor het facet 2.1. De commissie stelde dat het bachelorprogramma de vooropgestelde eindkwalificaties onvoldoende concretiseerde. Met name het te brede aanbod aan soms weinig relevante keuzeopleidingsonderdelen, het ontbreken van een duidelijk afgebakend kerncurriculum Sociaal-economische wetenschappen en het bestaan van de mogelijkheid voor studenten om de wiskundige en methodologische vorming te ontlopen zorgde ervoor dat de commissie onvoldoende garantie had dat de eindkwalificaties en de vereiste competenties ook effectief door alle studenten werden bereikt. De commissie wees er in het rapport op dat er plannen voorhanden waren die op termijn veel van de pijnpunten zouden kunnen wegnemen, maar dat zij zich voor de beoordeling enkel op de tijdens het bezoek bestaande en in het toenmalige zelfevaluatierapport beschreven situatie kon beroepen. Zowel in het informatieve en transparante zelfevaluatierapport dat werd opgesteld voor deze verkorte visitatie als in een bijzonder heldere presentatie die één van de opleidingverantwoordelijken gaf tijdens het bezoek, wist de opleiding overtuigend aan te tonen dat zij de door de vorige commissie in 2007 gesignaleerde knelpunten op een adequate manier heeft weten te remediëren. De commissie kreeg een gedetailleerd overzicht van de wijze waarop de opleiding met de verschillende kritische opmerkingen en aanbevelingen van de commissie is omgegaan en stelde daarbij vast dat de door haar geformuleerde verbeterpunten duidelijk als leidraad hebben gediend voor de doorgevoerde programmawijzigingen. Zo heeft de commissie tot haar tevredenheid kunnen constateren dat er in het vernieuwde curriculum twee keer 24 studiepunten werden vrijgemaakt voor afgebakende en verplichte kernen sociologische en economische analyse, met daaropvolgend het eveneens verplichte integrerende opleidingsonderdeel Sociaal-economische analyse (6 studiepunten). Deze stevige basis van 30 studiepunten wordt door de studenten verder aangevuld door het kiezen van één van de vier zwaartepunten; socio-economische analyse, economische analyse, sociologische analyse of bedrijfskunde (24 studiepunten). Verder vond de commissie ook een duidelijk gemarkeerde en verplichte methodologische leerlijn terug doorheen het programma. Enerzijds bestaat die uit een kern Kwantitatief redeneren (18 studiepunten), waarin naast het verplichte en specifiek voor de studenten sociaal-economische wetenschappen ontworpen wiskundevak, ook twee statistische opleidingsonderdelen staan geprogrammeerd die men hetzij aan de economische, hetzij aan de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen kan volgen. Anderzijds omvat de methodologische leerlijn ook een verplicht opleidingsonderdeel Bachelorproef (12 studiepunten) waarin in een eerste fase de literatuuranalyse en in een tweede fase het uitvoeren van eigen empirisch onderzoek centraal staat. Ten slotte werd het pakket keuzeopleidingsonderdelen sterk beperkt en kan er enkel nog gekozen worden uit een vaste lijst met duidelijk op relevantie geselecteerde vakken. Deze samenvatting van de opvallendste resultaten van de recente programmahervorming en de eensluidende getuigenissen van de masterstudenten dat het bachelorprogramma geen storende hiaten laat bij verdere studie, er in het algemeen ook goed op voorbereidt en methodologische vakken nu niet meer te ontlopen zijn, doen de commissie concluderen dat de knelpunten uit het verleden naar behoren werden aangepakt en de opleiding vandaag zonder twijfel voldoet aan de gestelde eisen. De commissie meent dus dat de beoogde eindkwalificaties ruim voldoende zijn geconcreti- Opleidingsrapport 9

seerd in het programma en dat er duidelijke garanties zijn dat de eindkwalificaties en de vereiste competenties ook effectief door alle studenten worden bereikt. Wel heeft het de commissie wat bevreemd dat basisvakken zoals methoden en technieken van onderzoek, inclusief statistiek, of economie aan respectievelijk twee of drie verschillende faculteiten kunnen worden gevolgd en dat er niet meteen plannen zijn om ook hier tot een stroomlijning te komen. Via verdere stroomlijning zouden, in het geval van economie bijvoorbeeld, te verwachten leerinhouden als gedragseconomie of nieuwe politieke en institutionele economie nog nadrukkelijker aan bod kunnen komen. Wat de methodologie betreft zouden de sterke punten van de twee disciplines (sociologie: datavergaring; economie: data-analyse) bij een gezamenlijke cursus beter tot hun recht komen. Nu bestaat het gevaar dat men zich slechts één van deze sterke punten eigen maakt. De opleiding vermeldt in haar zelfevaluatierapport echter dat van hogerhand is besloten dat zij hoofdzakelijk gebruik moet maken van opleidingsonderdelen die al aangeboden worden in andere opleidingen van de twee organiserende faculteiten. Dit is een beperkende factor bij verdere curriculumontwikkeling. Zij is nu eenmaal begrensd in haar mogelijkheden om nog meer eigen opleidingsonderdelen te introduceren. De commissie heeft begrip voor deze situatie en kon ook vaststellen dat er binnen het kader van de gegeven mogelijkheden nadrukkelijk geïnvesteerd is in integrerende opleidingsonderdelen. Naast het eigen wiskundevak en de bachelorproef zijn er nog twee verplichte opleidingsonderdelen ( Samenleving: feiten en problemen in de eerste en Sociaal-economische analyse in de tweede bachelorfase) die de integratie van sociologische en economische perspectieven expliciet trachten te bewerkstelligen. Naast de verbeteringen in de vormgeving zoals die hierboven werden aangegeven, acht de commissie dit met name een inhoudelijke verbeterslag die verdere uitbreiding verdient. De commissie moedigt de opleiding dan ook aan om kordaat op deze ingeslagen weg verder te gaan. De commissie beoordeelt het facet relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma als voldoende. Facet 2.3 Samenhang programma In het visitatierapport uit 2007 kende de commissie de bacheloropleiding Sociaal-economische wetenschappen een onvoldoende toe voor het facet 2.3. De commissie geeft in het rapport aan dat zij de sequentiële opbouw en samenhang van het programma niet vindt voldoen omdat de opeenvolging van de opleidingsonderdelen niet logisch in elkaar steekt en er in een groot aantal keuzeopleidingsonderdelen überhaupt geen opvolging is. De commissie vond te weinig inhoudelijke samenhang tussen het sociale en het economische luikt van de opleiding, miste een verplichte kern en achtte het keuzeaanbod te groot. Ook hier verwijst de commissie naar het bestaan van beloftevolle plannen die zij bij de beoordeling van de opleiding evenwel niet kon meenemen. Aangezien in het oorspronkelijke rapport de argumenten om een onvoldoende toe te kennen aan het facet 2.3 grotendeels dezelfde waren als diegene die aanleiding gaven tot de onvoldoende voor het facet 2.1, zal het niet verbazen dat de commissie van oordeel is dat de doorgevoerde programmawijzigingen ook tot een aanwijsbare verbetering in de samenhang hebben geleid. Zoals hierboven aangegeven onder facet 2.1 is er in het huidige programma zowel voor de sociologische en economische als voor de methodologische opleidingsonderdelen een verplichte kern ingebouwd, werden de keuzeopleidingsonderdelen sterk beperkt en is er middels de introductie van een aantal integrerende vakken gewerkt aan het verbeteren van de inhoudelijke samenhang tussen het sociale en het economische luik. De commissie meent dat deze ingrepen hebben geleid tot een inhoudelijk beter samenhangend en duidelijker leesbaar programmaschema waarin studenten naar eigen zeggen hun weg goed kunnen vinden. Tijdens de gesprekken met de studenten werd ook duidelijk dat het versterken van de programmatische samenhang sterk heeft bijgedragen aan het ontstaan van een esprit de corps onder de bachelorstudenten SEW. Ook docenten gaven aan dat de huidige studenten, veel meer dan vroeger het geval was, zich manifesteren als een afzonderlijke groep met eigen noden en verdiensten. Niet langer dreigen ze verloren te lopen tussen de studenten economie of sociologie met wie gezamen- Opleidingsrapport 10

lijke colleges lopen. Een treffend voorbeeld hiervan vond de commissie de recente oprichting van een eigen studentenvereniging en haar erg succesvolle initiatief om ouderejaars via een peter- of meterschap in te zetten bij de begeleiding van hun beginnende collega s. In het zelfevaluatierapport en tijdens de gesprekken werd er ook op gewezen dat gewerkt is aan het uittekenen van de volgtijdelijkheidsvereisten tussen verschillende opleidingsonderdelen die middels een elektronisch administratiesysteem automatisch bewaakt en opgevolgd worden. Daar waar volgtijdelijkheid is gedefinieerd kunnen er nu effectief grenzen worden gesteld aan de keuzes die studenten maken. Studenten geven aan voldoende te worden geïnformeerd over mogelijke trajecten en blijken daarbij ook behoorlijk te worden begeleid door facultaire medewerkers en docenten. De commissie is van oordeel dat de genoemde remedieringen een meer gestroomlijnd programma en vooral een strakkere regie verzekeren en zij meent dat de opleiding daarmee vandaag duidelijk aan de vereisten voor dit facet voldoet. In de toekomst zal het ook in dezen zaak zijn om het ingeslagen pad te vervolgen. Het verder uittekenen van volgtijdelijkheden tussen de grote clusters van programmaonderdelen (bijvoorbeeld tussen de methodologische en de sociologische en economische opleidingsonderdelen) en het daarmee samenhangende realiseren van het geplande brede docentenoverleg zodat opleidingsonderdelen verder op hun inhoudelijke interdependentie kunnen worden getoetst, lijken de commissie het overwegen waard. De commissie beoordeelt het facet samenhang programma als voldoende. pp Conclusie bij onderwerp 2: Programma Gegeven de bovenstaande positieve scores en de aangehaalde motiveringen die bij de herbeoordeling aan de facetten 2.1 en 2.3 werden toegekend, en overwegende de positieve scores die in het rapport uit 2007 aan de facetten 2.2, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7 en 2.9 werden toegekend, besluit de commissie op onderwerpniveau tot een positief oordeel voor de bacheloropleiding. Integraal oordeel van de commissie Gegeven de bovenstaande positieve score die bij de herbeoordeling aan het onderwerp 2 werd toegekend, en overwegende de positieve scores die in het rapport uit 2007 aan de andere onderwerpen uit het beoordelingskader werden toegekend, besluit de commissie dat er binnen de bacheloropleiding Sociaal-economische wetenschappen voldoende generieke kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn en heeft zij aldus een positief eindoordeel over de opleiding. Visitatie Bachelor Sociaal-economische wetenschappen 11

Bijlage 1 Personalia van de leden van de visitatiecommissie Wil Arts (1946, commissievoorzitter) promoveerde op een proefschrift over verdelende rechtvaardigheid en inkomensbeleid. Van 1971 tot 1995 was hij als economisch en theoretisch socioloog verbonden aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Van 1991-1995 was hij daarnaast buitengewoon hoogleraar aan de Economische Universiteit Bratislava. In 1995 werd hij als gewoon hoogleraar algemene en theoretische sociologie benoemd aan de Universiteit van Tilburg. Na zijn emeritaat (2006) doceerde hij als gasthoogleraar onder meer aan University College Utrecht, TIAS-NIMBAS businessschool en de Erasmus Universiteit. Zijn publicaties van de afgelopen jaren hebben vooral betrekking op internationaal vergelijkend onderzoek naar waardenverschillen en veranderingen in Europa en op de lotgevallen van verzorgingsstaten. Hij is lid van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. In Nederland was hij de afgelopen jaren lid van de onderwijsvisitatiecommissies sociale wetenschappen, liberal arts en sociologie. In Vlaanderen was hij voorzitter van de onderwijsvisitatiecommissie sociologie en in Portugal lid van de onderzoekvisitatiecommissie antropologie, demografie, geografie en sociologie. Jules Theeuwes (1944) is emeritus hoogleraar toegepast economisch onderzoek aan de economische faculteit van de Universiteit van Amsterdam en wetenschappelijk directeur van SEO Economisch Onderzoek. Hij studeerde handels- en consulaire wetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen (1966) en economische wetenschappen aan de Katholieke Universiteit van Leuven (1970). Hij promoveerde in 1975 aan de Economische Faculteit van de University of British Columbia te Vancouver, Canada op een proefschrift over Family Labour Force Participation- and Supply Decisions. Hij was lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) van 2002 tot 2006. In de periode 1986-1998 was hij als hoogleraar algemene economie verbonden aan de faculteit rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Leiden. Hij bekleedde tal van academische functies: bij het Centre for Operations Research and Econometrics (CORE) van de Katholieke Universiteit van Leuven (1975 1976); de Erasmus Universiteit Rotterdam (1976 1985); de Vrije Universiteit Amsterdam (1985 1986) en wetenschappelijk directeur van SEO Economisch Onderzoek (1998 2002). Hij was gasthoogleraar aan de University of British Columbia, Canada (1978 1979), de University of Wisconsin-Madison, USA (1988) en Stanford University, USA (1996); en fellow aan het Netherlands Institute for Advanced Studies (NIAS), Wassenaar (1990 1991). Hij is voorzitter van de Adviescommissie Sociale Statistieken van het CBS, lid van de redactieraad sociale en culturele wetenschappen van de Amsterdam University Press (AUP), lid van de redactieraad van het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken en van Me Judice en lid van de wetenschappelijke adviesraad van het Tijdschrift Politieke Economie (TPE). Hij is founding editor van Labour Economics: An International Journal (Elsevier North Holland). Zijn wetenschappelijke publicaties liggen op het terrein van de arbeidsmarkteconomie, de economische analyse van het recht en de economische aspecten van mededinging en regulering. Jules Peschar (1944) studeerde sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en promoveerde in 1975 bij Prof. Dr. I. Gadourek op een longitudinaal onderzoek naar de invloed van sociale achtergrond op school- en beroepsloopbaan. Tot 1989 werkte hij als universitair hoofddocent Methoden en Technieken aan de RU Groningen en was er vervolgens tot 2006 hoogleraar onderwijssociologie. Centraal in zijn werk staat aandacht voor onderwijs- en sociale ongelijkheid in een internationaal vergelijkend perspectief. Naast onderzoeksopdrachten en studieverblijven (Stockholm, USA, Canada) werd hem hiervoor een eredoctoraat door de Budapest University of Economic Sciences (tegenwoordig Corvina Universiteit) verleend. Hij was onderzoekscoordinator bij een Oost-West- instituut van de UNESCO in Wenen, coördinator, voorzitter en lid van nationale evaluatieprogramma s, zoals de voor de Basisvorming, WSNS en Passend onderwijs. Hij was lange tijd betrokken bij het onderwijs- Bijlage 1 12

indicatoren progamma van de OECD en daarbij onder andere projectleider voor het ontwikkelen van internationale instrumenten om Cross-Curriculaire Competenties in het internationale PISAonderzoeksprogramma te meten. Hij was Decaan van de Sociale Faculteit in Groningen en lid van visitatiecommissies in Nederland, Vlaanderen, Duitsland en Portugal op het terrein van de sociale wetenschappen. Koen Slootmaeckers (1989) is student master in de sociologie aan de universiteit van Gent, waar hij tevens zijn bachelor in de sociologie behaalde. Tijdens zijn studie was Koen actief in de studentenvertegenwoordiging. Hij is lid en was bestuurslid van de facultaire studentenraad en zetelde tevens in verscheidene commissies aan de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de universiteit van Gent. Verder is Koen voorzitter van het studententheater, waarin hij eerder ook als acteur participeerde. Ten slotte is Koen tijdens gedurende 2009-2010 werkzaam geweest als jobstudent wetenschappelijk medewerker aan de vakgroep sociologie van de universiteit Gent. Bijlage 1 13

Bijlage 2 Bezoekschema DAG 1: Donderdag 18 november 2010 16h30 19h00 19h15 20h00 20h00 intern beraad visitatiecommissie informele ontmoeting met vertegenwoordigers van de universitaire overheid, de faculteitsbesturen en de opleiding avondmaaltijd visitatiecommissie DAG 2: Vrijdag 19 november 2010 09h00 09h30 09h30 10h30 10h30 11h00 11h00 11h45 11h45 12h30 12h30 14h30 14h30 16h30 16h30 bestuur van de organiserende faculteiten TEW en PSW (decaan, vicedecaan, facultair coördinator) opleidingsverantwoordelijken, opstellers zelfevaluatie, student en AAP/BAP betrokken bij onderwijskundig overleg (onderwijscommissie) pauze, korte nabespreking van commissie gesprek met studenten gesprek met leden van het (docerend) academisch personeel lunch, mogelijkheid tot inzage eventueel aanvullende documenten en nabespreking commissie intern beraad commissie korte mondelinge terugkoppeling vanwege commissie Bijlage 2 14