TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL)

Vergelijkbare documenten
TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL)

Civieltechnische Materiaalkunde - Uitwerkingen tentamen 1

Materiaalkunde tentamen

SBRCURnet Project Autogene krimp van betonconstructies. Dag van Betontechnologie 30 maart 2017 Ton van Beek

Hout. Houteigenschappen 2013/12

Tentamens 2,5% Beton

Beton. college Utrecht maart 2010 HKU. Beton Tadao Ando

Eero Saarinen, JFK airport

a) Benoem de verschillende weefsels van een loofboom die je tegenkomt als je de stam horizontaal doorzaagt. Geef tevens de functie van elk weefsel.

Vervormingseigenschappen

CEM III voor betonverhardingen

5 Aanvulling hoofdstuk 5 Anorganische bindmiddelen

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Reader Periode 3 Leerjaar 3. J. Kuiper. Transfer Database

Hergebruik van beton, nog niet zo gewoon. Ronald Diele

Materialen. Introductie over Metaal:

ROOFFLEX 2 COMPONENTEN 1/1 POLYURETHAAN MEMBRAAM VOOR WATERAFDICHTING EN PROTECTIE VOOR NIET BLOOTGESTELD GEBRUIK

Tentamen WB6101 Materiaalkunde I voor WB over de leerstof van studiejaar januari 2011

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

Examen Betontechnoloog BV

Deelexamen : BETONTECHNOLOOG Datum : 26 mei : tot uur (180 minuten)

beton voor bedrijfsvloeren

Eddy Brinkman. Materiaalkunde in een notendop. Materials Veldhoven - 31 mei 2017

Hoofdstuk 2: Berekenen van betonsamenstellingen

10 Hulpstoffen en toevoegingen

ROOFFLEX 2 COMPONENTEN 1/1 POLYURETHAAN MEMBRAAM VOOR WATERAFDICHTING EN PROTECTIE

Beton. HST 8 verharding.

Plus zuurbestendig beton

Tentamen MATERIAALKUNDE Ia

De trekproef. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. Principe. Bepalen van materiaaleigenschappen

TECHNISCHE FICHE. SikaGrout -234 PRODUCTBESCHRIJVING HOOGWAARDIGE KRIMPGECOMPENSEERDE VERANKERINGSMORTEL, MET VERLAAGDE MILIEU-IMPACT

Basic Creative Engineering Skills

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 5

Examen Betontechnoloog BV Vragen en antwoorden cursusseizoen 2012/2013

Beton. Marjo de Baere Bas Vrencken Thomas Kleppe Robin Hamers Olaf Steenhuis Ruud Kemper. Kees Kampfraath Jan de Gruijter. Lerarenopleiding Tilburg

MIX DESIGN MIX PROPORTIONING. BEKISTINGEN ONTWERP EN UITVOERING partim BETONSAMENSTELLING. Peter Minne

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Bijscholing docenten 7 nov. 14

Contopp Versneller 10 Compound 6

11.3 Inerte vulstoffen (type I)

4. Fysische en mechanische eigenschappen

Metaal 2e college metaal Utrecht

ALTERNATIEVE BINDMIDDELEN, WHAT S NEW? Sessie 3. Technologie: Men vraagt en wij draaien? Of gewoon: Fusion Cooking? Marcel Bruin, 25 juni 2015

Composieten Denken vanuit materiaaleigenschappen

MECHEMPRO Surface Solutions

White Topping Ronald Diele en Marc van der Weide

Duurzaam construeren met. Frans van Herwijnen

Vorst-dooiweerstand van betonverhardingen: theorie en praktische voorbeelden

Cement en water vormen cementlijm

Hoofdstuk 4: Beton in de kist

Hoofdstuk 5. Uiterlijk van beton. De kleur van beton. Uiterlijk van beton in voorschriften. Veel voorkomende onvolkomenheden

9. Overzicht van de eigenschappen en de voordelen van cellenbeton

Non-ferrometalen. constructiematerialen. ferrometalen

Lichtbeton voor balkons

LM310 Tegelmortel. wit. Productomschrijving. Toepassing. Speciale eigenschappen. Leveringsvorm. Houdbaarheid/opslag.

Uitvoering van betonconstructies: NBN EN en prnbn B (ANB)

Productinformatieblad

VII. Calciumsulfaatgebonden dekvloeren

Editie september 2009 Memento verpakt cement

Bijscholing betontechnologie 7 november Jaap van Eldik, Senior Betontechnologisch Adviseur Mebin B.V.

PROEFPROJECT MET GROEN BETON

Metaal. 2e college metaal Utrecht. Materialen

12.1 Indeling volgens NEN-EN 1008

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Productinformatieblad

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus

AEC-granulaat als toeslagmateriaal voor beton. Nieuwe CUR-Aanbeveling 116

Betonsterkte vs. Duurzaamheid

Hardmetaal met alternatieve binding IJzer / Nikkel / Cobalt- legering

Hardmetaal als alternatief voor Roestvast Staal corrosiebestendig chemisch resistent niet magnetiseerbaar

De weg naar de circulaire economie is de betonweg.

Tentamen MATERIAALKUNDE II, code

AUTEUR TECHNISCH DEPARTEMENT

Afwerking & Uitzicht: Het oppervlak is knoestvrij, egaal van kleur en vertoont een generfde, licht glanzende structuur.

GEEF EEN PLATDAK WAAR HET RECHT OP HEEFT!

Inhoud. Ketenanalyse prefab betonproducten GMB 2

Hoofdstuk 3. Beton met specifieke eisen of bijzondere samenstellingen. 3.2 Beton met bijzondere specificaties. 3.3 Bijzondere uitvoeringsmethoden

Examen : BASISKENNIS BETON ALGEMEEN [bba] Datum : dinsdag 3 april 2018 Tijd : tot uur (90 minuten)

BRENG RUST EN COMFORT MET DEZE THERMISCHE EN AKOESTISCHE ISOLATIE

1.2. Isolatie- en dichtingsmaterialen

Lichtmasten van metaal. aluminium of staal? Johan Maljaars en Ed Reddering

Meer informatie over asfalt, voor- en nadelen kan u raadplegen op onze partnersite:

2 VWO 2 HAVO Oefenstof dichtheid.

De technologie van waterdicht beton

Tentamen MATERIAALKUNDE 2

CO2-emissie scope 3 Ketenanalyse Beton en prefab betonelementen

FOAMGLAS PERINSUL De oplossing voor koudebruggen in het metselwerk

BRANDWERENDE PLATEN TECHNISCHE GRONDSLAGEN

SUPERFLEX ULTRA WHITE - GREY NAADLOOS VLOEIBAAR EN ALIFATISCH POLYURETHAAN MEMBRAAM VOOR WATERAFDICHTING EN PROTECTIE

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN 23 JANUARI 2007

Vloerisolatie (onder belaste vloerplaat) op schraalbeton of gestabiliseerd zand. Systeem met bestek - om schrijving vanaf pagina 3

ChimFix. Product. Volumes. Eigenschappen. Toepassingsgebied. Beperkingen

Hardmetaal RXE- kwaliteit

GEEF EEN PLATDAK WAAR HET RECHT OP HEEFT!

ChimFix. Product. Volumes. Eigenschappen. Toepassingsgebied. Beperkingen

3-Componenten, thixotrope epoxy reparatiemortel

PROMATON Vuurvaste isolatiestenen

Hoofdstuk Inhoudsopgave blz

DEEL IV STEENACHTIGE MATERIALEN: Beton, Metselwerk, Glas en Bodemmaterialen

Art. 1: stortklaar beton (wegenbouw) 1. : in vrachtwagen > = 5m³ geleverd Hoeveelheid: 50, Eenheid: m3 - VH

Productontwikkeling 3EM

Transcriptie:

TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL) Oefening vakcode 226073 Let op: Kies voor iedere vraag slechts één antwoord. Kies het beste of enig juiste antwoord. Antwoorden aankruisen op het bijgaande antwoordformulier. Vul uw studentnummer nauwkeurig in op het antwoordformulier, evenals uw naam, voorletters, adres, studierichting (TBK, CT&M etc), vaknaam, vakcode en datum. Het antwoordformulier invullen met zwarte viltstift, ballpoint of potlood. Na afloop van tentamen alle stukken inleveren en collegekaart tonen. Vul ook hier uw naam in:... Tentamen is: opgesteld door Brouwers gecontroleerd door Snellink 1

MEERKEUZEVRAGEN Vraag 01 Welke uitspraak is het meest correct; asfalt a) is een composiet. b) is een metaal. c) is een polymeer. d) is een silicaat. Vraag 02 Zie onderstaande Figuren (deze hebben gelijke schalen). a) Materiaal 1 is sterker en taaier dan materiaal 2. b) Materiaal 1 is zwakker en taaier dan materiaal 2. c) Materiaal 1 is sterker en brosser dan materiaal 2. d) Materiaal 1 is zwakker en brosser dan materiaal 2. Vraag 03 Welke uitspraak is het meest compleet; de treksterkte van asfalt kan worden bepaald met: a) de trekproef. b) de trek- en splijtproef. c) de trek-, splijt- en buigproef. d) de trek-, splijt-, buig- en drukproef. Vraag 04 De groene sterkte van beton wordt bevorderd door: a) een lage wcf. b) gebruik grove cement. c) kort trillen. d) laag cementgehalte. 2

Vraag 05 Tussen twee stalen pijlers wordt bij 0 0 C een houten balk van 3 m lengte met een drukspanning van 5 N/mm 2 ingeklemd met behulp van twee dwarsbalken en hieraan vastgelijmd. (zie onderstaande Figuur). Deze dwarsbalken hebben een thermische uitzettingscoëfficient van 0 / 0 C (met andere woorden: alleen staal en hout ondergaan thermische uitzetting/krimp). De temperatuur van pijlers en balk wordt tot 100 0 C verhoogd. Pijlers en dwarsbalken mogen als oneindig stijf t.o.v. de houten balk worden verondersteld en de balk als onknikbaar. Welke spanning heeft de balk en groot is deze? a) een drukspanning van 7 N/mm 2. b) een drukspanning van 8 N/mm 2. c) een drukspanning van 9 N/mm 2. d) een trekspanning van 3 N/mm 2. Gegevens Elasticiteits- Uitzettingsmodulus E coëfficient Staal: 210.000 N/mm 2 12 10-6 / 0 C Hout: 10.000 N/mm 2 4 10-6 / 0 C Vraag 06 De uithardingreactie van het bindmiddel C 3 S (= 3CaO.SiO 2 ) loopt als volgt: 2C 3 S + 6H (= 6H 2 O) C 3 S 2 H 3 + 3CH (= 3Ca(OH) 2 ). C 3 S is een bestanddeel van cement. Hoe groot dient de minimale water/bindmiddel factor te zijn voor volledige hydratatie van C 3 S? a) 0,16 b) 0,24. c) 0,40. d) 3. Gegevens: Element: Ca Si O H Atoommassa (g/mol): 40 28 16 1 Vraag 07 Hygrische krimp zal geringer zijn bij beton dat: a) meer wapening en toeslag met een hoge elasticiteitsmodulus bevat. b) minder wapening en toeslag met een hoge elasticiteitsmodulus bevat. c) minder wapening en toeslag met een lage elasticiteitsmodulus bevat. d) meer wapening en toeslag met een lage elasticiteitsmodulus bevat. 3

Vraag 08 Op de bouwplaats dient een beton met een druksterkte van 90 N/mm 2 te worden gemaakt. Aanwezig zijn zand, grind, water en cement met een normsterkte van 60 N/mm 2. Wat kan men vanuit kostenoogpunt het beste doen? a) vertrager bestellen. b) versneller bestellen. c) cement met een hogere normsterkte bestellen. d) proberen met de aanwezige grondstoffen het gewenste beton maken. Vraag 09 Portlandcement, hoogovenslakken en vliegas bezitten verschillende reactiviteiten. Wat is de onderlinge volgorde van toenemende reactiviteit? a) hoogovenslakken, vliegas, portlandcement. b) vliegas, hoogovenslakken, portlandcement. c) hoogovenslakken, portlandcement, vliegas. d) vliegas, portlandcement, hoogovenslakken. Vraag 10 Een producent van steenachtige isolatiematerialen wil zijn productie opvoeren door de porositeit van zijn product te verhogen bij gelijke verbruik van grondstof. De porositeit van de producten was 20%, en wordt nu opgevoerd tot 60%, terwijl het formaat van de producten gelijk blijft. De nieuwe producten met hogere porositeit hebben een hogere marktwaarde aangezien ze beter warmte isoleren. Wanneer we aannemen dat de marktwaarde van het product recht evenredig is met de porositeit ervan bereikt de producent: a) een 2 maal hogere omzet. b) een 3 maal hogere omzet. c) een 4 maal hogere omzet. d) een 6 maal hogere omzet. Vraag 11 Welke uitspraak met betrekking tot betonsamenstelling is correct: a) versnellers en luchtbelvormers zijn hulpstoffen. b) vertragers zijn hulpstoffen en luchtbelvormers zijn vulstoffen. c) versnellers en luchtbelvormers zijn vulstoffen. d) vertragers zijn vulstoffen en luchtbelvormers zijn hulpstoffen. Vraag 12 Vorst- en dooischade van beton ontstaat door: a) de volumetoename bij de overgang van water in ijs. b) de volumeafname bij de overgang van ijs in water. c) de thermische uitzetting van ijs bij opwarming. d) de thermische krimp van beton bij afkoeling. Vraag 13 Een beton wordt gemaakt met CEM 32,5, water en toeslag (zand en grind). Er wordt uitgegaan van een cementgehalte van 310 kg/m 3, een wcf van 0,48 en dat 75% van het volume uit toeslag bestaat. Bereken de kostprijs van deze beton. a) 44,3 /m 3. b) 44,35 /m 3. c) 44,5 /m 3. d) 45 /m 3. Gegevens cement toeslag water Dichtheid 3100 kg/m 3 2600 kg/m 3 1000 kg/m 3 Prijs 80 /ton 10 /ton 1,5 /ton 4

Vraag 14 In de onderstaande Figuur staat de volumeontwikkeling weergegeven bij de hydratatie van portlandcement (1 = ongehydrateerd cement, 2 = gehydrateerd cement zonder hydraatwater, 3 = hydraatwater, 4 = fysisch gebonden water, 5 = vrij water, 6 = chemische krimp). Ten aanzien van de geschetste volumeontwikkeling van het water-cement mengsel kan worden gesteld dat: a) er te weinig water is toegevoegd om volledige hydratatie te doen plaatsvinden. b) er te weinig cement is toegevoegd om volledige hydratatie te doen plaatsvinden. c) de hoeveelheid water precies voldoende is om alle cement te hydrateren. d) noch a), noch b), noch c). Vraag 15 Wapeningscorrosie kan worden tegen gegaan door toepassing van: a) reactieversnellers (CaCl 2 ) en silicafume. b) silicafume. c) reactieversnellers (CaCl 2 ). d) toepassing van zeegrind. Vraag 16 De kruip van normaal beton: a) neemt toe met de hoeveelheid cementlijm. b) neemt toe met toename van de elasticiteitsmodulus van de toeslag. c) is groter bij gebruik van hoogovencement dan bij gebruik van portlandcement. d) neemt af bij een hogere wcf. Vraag 17 Duplexstaal a) bestaat uit twee lagen staal. b) wordt gegoten. c) is roestvast én sterk. d) bevat een hoog koolstofgehalte. Vraag 18 De torpedowagen wordt gebruikt om a) vloeibaar staal te transporteren. b) ruwijzer te transporteren. c) zeetorpedo's te transporteren. d) de hoogoven te voeden. 5

Vraag 19 In een vlakke dunne staalplaat dienen vierkante gaten te worden aangebracht. Welke techniek komt het eerst in aanmerking? a) draaien. b) zagen. c) ponsen. d) boren. Vraag 20 Zie de ontwerpen in de onderstaande Figuur. Welk ontwerpen hebben de beste vormgeving t.a.v. voorkoming van corrosie? a) 1 en 4. b) 1 en 3. c) 2 en 3. d) 2 en 4. Vraag 21 Welke maatregel verslechtert de hechting tussen bitumen en aggregaat? a) glad aggregaat toepassen. b) droog aggregaat toepassen. c) bitumen met hoge viscositeit toepassen. d) kalksteen aggregaat toepassen. Vraag 22 Welke uitspraak is het meest volledig? Poederkoolvliegas kan worden toegepast in: a) betonmortel. b) betonmortel en asfaltaggregaat. c) asfaltmortel en asfaltaggregaat. d) betonmortel, asfaltmortel en asfaltaggregaat. Vraag 23 De Penetratieproef wordt gebruikt voor de bepaling van: a) de sterkte van bitumen. b) de sterkte van asfalt. c) de consistentie van bitumen. d) de consistentie van asfalt. Vraag 24 De Marshallhamer dient om: a) van asfalt de weerstand tegen vermoeiing te bepalen. b) de mechanische eigenschappen van asfalt te bepalen. c) een asfaltmengsel te verdichten. d) het scheurgroeigedrag van asfalt te bepalen. 6

Vraag 25 Welke uitspraak is correct? a) De meest gebruikte houtsoort in Nederland is grenen. b) In Nederland zijn ongeveer 500 houtsoorten in de handel. c) Hout heeft in alle richtingen dezelfde treksterkte. d) In de Nederlandse bouw wordt meer naaldhout dan loofhout gebruikt. Vraag 26 Een houtsoort vertoont de volgende relatie tussen evenwichtvochtgehalte (EV, in %) en relatieve vochtigheid (RV, ook in %): EV RV = 25 100 2 Bij een relatieve vochtigheid van 100% zijn alle houtporiën volledig gevuld met water (S w = 1). De soortelijke massa van de het materiaal ( s ) bedraagt 2000 kg/m 3, en die van water ( w ) bedraagt 1000 kg/m 3. Wat is de porositeit van het hout? a) 0,20 b) 0,25. c) 0,33. d) 0,5. Vraag 27 Wanneer hout nat wordt: a) Neemt de E-modulus toe en neemt de druksterkte af. b) Nemen de druk- en de treksterkte af. c) Nemen de buigsterkte en de treksterkte toe. d) Nemen de E-modulus en de druksterkte toe. 7

Gedeelte open vragen oefententamen civieltechnische materiaalkunde Vraag 31 Vul in de onderstaande figuur de volgende termen(paar) op de juiste plek in; a) stugger/weker b) elastische vervorming c) vloeisterkte Vraag 32 a) Wat is de elasticiteitsmodulus? maat waarin een materiaal veradert aan de hand van spanning b) Hoe wordt de elasticiteitsmodulus gemeten/bepaald? Door de spanning te meten en die te delen door de gemeten lengteverandering c) Wat is de ware spanning? De spanning die werkelijk op het materiaal drukt, waarbij dus ook de verandering in volume en dus verandering van doorsnedeoppervlakte wordt meegerekend d) Teken de ligging van de ware spanning in Figuur bij vraag 31 en leg uit waarom deze hierligt? De werkelijke spanning ligt hoger dan de lijn die al was getekend omdat de oppervlakte kleiner wordt b ij verhogen van de spanning. De kracht blijft gelijk en daarom neemt de spanning toe. (N/mm2 Vraag 33 Welke vier elementen dienen aanwezig te zijn voor houtrot? Vocht >21%, warmte/temperatuur, voedingsbodem en zuurstof

Vraag 34 a) Wat is het belangrijkste verschil tussen ruwijzer en staal? In staal zit veel minder C en verontreinigingen b) Welke twee methode voor staalproductie zijn er? door oxystaalproces en door middel van electro-oven c) Wat is het doel van staalproductie? Goede bouwproducten aflevern verwijderen van koolstof en verontreinigingen d) Wat is het verschil tussen RVS en weervast staal? RVS bevat Cr en Ni dit vormen een ondoordtrinbaare chromoxide laag. WEervaststaal bevat koper, alleen beschermt doro een ijzeroxide laagje, wel door drinkbaar voor chlorides Vraag 35 Noem drie methoden van warmtetransport? conductie= geleiding, convectie en straling Vraag 36 Wat is het verschil tussen warm en koud walsen m.b.t. de structuur van het (eind)product? Bij het koud walsen is het eindproduct sterker omdat de ketens meer inelkaar worden geklonken. Vraag 37 een betonmengsel met - 320 kg cement / m 3-160 liter water / m 3-1850 kg toeslag / m 3 moet op een temperatuur van 17,5 o C worden gebracht bij een temperatuur van toeslagmateriaal en cement van resp. 2 o C en 0 o C. Hoe warm moet het water zijn? Cp [kj/k kg] K [W/mK] Ρ [kg/m 3 ] Cement 0.84 2.5 2950 Water 4.18 0.60 1000 Toeslag 0.84 1.0 2600