[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. J.P.A. Thijssen, te Rotterdam,

Vergelijkbare documenten
[Naam], geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. C. de Jongh, advocaat te Leiden,

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. S.S. van Gijn, advocaat te Amsterdam,

zaaknummer 2012 T878-1 Datum beslissing 8 januari 2013

zaaknummer 2010 T 035 Beslissing 2 november 2012

1. [naam] geboren op [datum], overleden op [datum], de persoon over wie geklaagd wordt, hierna ook te noemen: aangeklaagde sub 1,

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. R. de Bont, advocaat te Waalre,

[naam]., geboren op [datum], wonende te [plaats], aan de [straat], hierna te noemen: klaagster, juridisch adviseur: mr. M.B.M.

[Naam], geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. T.A. Hekster, advocaat te Utrecht,

[Naam], geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. S. van Schaik, advocaat te Uden,

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats] hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. N.D. Geraads, advocaat te Eindhoven,

zaaknummer 2012 T 735 (2) Beslissing 24 januari 2013

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. M.J. de Witte, advocaat te Amersfoort,

zaaknummer 2011 T 367 Beslissing 2 november 2012

zaaknummer 2011-T554 (1) 11 december 2012

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. J.R.M.M. Serraris,

zaaknummer 2012 T677-2 Datum beslissing 8 januari 2013

zaaknummer 2011 T598 Beslissing 7 november 2012

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. M.B.M. Kaaij, advocaat te Nijmegen,

zaaknummer 2011 T november 2012

[Naam], geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mevr. mr. J.P.A. Thijssen,

zaaknummer 2011 T oktober 2012

zaaknummer 2011-T376 (3) 28 november 2012

zaaknummer 2011 T september 2012

zaaknummer 2011 T 618 (1) 20 december 2012

zaaknummer 2011 T625 7 november 2012

[Naam]., geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. S.S. van Gijn,

zaaknummer 2012 T 819 Beslissing 2 november 2012

zaaknummer 2012 T december 2012

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. M.Y.M. Renken, advocaat te Leiden,

[Naam], geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. A.H. Middelkoop, advocaat te Amersfoort,

[Naam], geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. M.L.J. Bomers, advocaat te Nijmegen,

zaaknummer 2011 T 458

zaaknummer 2011 T 427 Advies van 15 november 2012

[naam], geboren op 24 juni 1932, wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. G.M.J. van Oijen, advocaat te Den Bosch,

de klager, geboren op [datum], wonende te [plaats], aan de [straat] hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. M.L.J.

Hetgeen hierna wordt weergegeven betreft telkens een zakelijke weergave.

COMPENSATIECOMMISSIE

COMPENSATIECOMMISSIE

COMPENSATIECOMMISSIE

COMPENSATIECOMMISSIE

zaaknummer 2012 T november 2012

COMPENSATIECOMMISSIE

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

PROCEDURE KLACHTENCOMMISSIE SEKSUEEL MISBRUIK IN DE R.-K. KERK

COMPENSATIECOMMISSIE

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

COMPENSATIECOMMISSIE

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Klachtenregeling Kelderwerk

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

SAMENVATTING Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO

Het bevoegd gezag van Vivente, stichting voor christelijke primair onderwijs, gevestigd te Zwolle,

De Raad van Toezicht heeft zijn rol op grond van de klokkenluidersregeling onjuist ingevuld. ADVIES

Zembla heeft aartsbisschop Eik uitgenodigd voor een interview op camera. Daarop kwam het volgende antwoord van de persvoorlichter van het bisdom.

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

COLLEGE VAN TOEZICHT

Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Toelichting klachtenregeling VCO Hierden

DE PROCEDURE BIJ DE KLACHTENCOMMISSIE

SAMENVATTING Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

Klachtenregeling Stedelijk Dalton Lyceum Inleiding. 1 Mondelinge klachten. 2 schriftelijke klachten. 2.1 Interne afhandeling op locatieniveau

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

17.154Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 augustus 2018

Klachtenregeling. Deel. Van Beleid Klachten bij Scholengroep LeerTij

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

UITSPRAAK. Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk te Utrecht (hierna: college ),

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Compensatieregeling R.-K. Kerk Nederland

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

heeft besloten hierop aanvullend vast te stellen de REGELING MEDIATION BIJ SEKSUEEL MISBRUIK IN DE R.-K. KERK

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

REGLEMENT R.-K. MELDPUNT GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG

Seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk Nederland

PROTOCOL KLACHTBEHANDELING

hebben klagers op grond van de geldende klachtenregeling een klacht tegen verweerster ingediend met de volgende inhoud:

BESLISSING. inzake KLACHT. de heer D., makelaar in onroerende. zaken te H, klager. tegen: L., makelaar in onroerende. beklaagde

Protocol ongewenst gedrag, inclusief klachtenregeling

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

SAMENVATTING ADVIES 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE. Klacht inzake seksuele intimidatie en chantage BVE

1 KLACHTENADVIESCOMMISSIE

Klachtenregeling Stichting Ceder Groep

Reglement voorfase klachtbehandeling H 3 O ten behoeve van het primair en voortgezet onderwijs

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

LEI Plagiaat ongegrond

Klachtenregeling. Het Expertisecentrum Conflictmanagement heeft een klachtenregeling opgesteld. Hieronder volgt de tekst van onze klachtenregeling.

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

REGELING KLACHTENCOMMISSIE ONGEWENST GEDRAG OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

ECLI:NL:GHARL:2013:10366 GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

[naam] [geboortedatum] [woonplaats] hierna te noemen: aanvraagster

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/350 Wtra AK van 3 december 2018 van

Klacht over onveilige schoolomgeving. School heeft onvoldoende gedaan om herhaling van geweld jegens leerling te voorkomen.

Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TEMPO ATLETIEK VERENIGING

Datum Januari 2017 Versie 2.0 Pagina s 10 (inclusief voorpagina) Klachtenregeling

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012

Transcriptie:

22 januari 2013 De Klachtencommissie voor seksueel misbruik in de R.-K. Kerk van de Stichting Beheer & Toezicht i.z. Seksueel Misbruik in de R.-K. Kerk in Nederland (rechtsopvolger van de Beoordelings- en Adviescommissie van de kerkelijke rechtspersoon Hulp en Recht), verder ook: de Klachtencommissie, geeft op grond van de Procedure Klachtencommissie seksueel misbruik in de R.-K. Kerk (verder ook: de Procedure) het volgende advies inzake de klacht van: [naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. J.P.A. Thijssen, te Rotterdam, tegen: (wijlen) frater [naam], geboren op [datum], overleden op [datum], de persoon over wie geklaagd wordt, hierna ook te noemen: aangeklaagde 1, tijdens zijn leven lid van Congregatie van de Fraters van [plaats] CMM. en en (wijlen) frater [naam], geboren op [datum], overleden op [datum], de persoon over wie geklaagd wordt, hierna ook te noemen: aangeklaagde 2, tijdens zijn leven lid van Congregatie van de Fraters van [plaats] CMM. (wijlen) frater [naam], geboren op [datum], overleden op [datum], de persoon over wie geklaagd wordt, hierna ook te noemen: aangeklaagde 3, tijdens zijn leven lid van Congregatie van de Fraters van [plaats] CMM. 1. De procedure 1.1. Het klaagschrift met bijlagen is door de griffie van de Klachtencommissie ontvangen op 12 september 2012. Op 17 oktober 2012 is bij de griffie een inhoudelijke reactie op het klaagschrift ingekomen van Frater [naam], Algemeen Overste van de Fraters CMM. 1.2. Op 11 december 2012 heeft te Utrecht een zitting van de Klachtencommissie achter gesloten deuren plaatsgevonden, waarbij de Klachtencommissie was samengesteld uit de onder aan dit advies te noemen leden. Klager is verschenen en heeft zijn standpunt nader toegelicht. Hij werd bijgestaan door zijn juridisch adviseur mr. Thijssen, voornoemd. Namens de Congregatie is verschenen Frater [naam], voornoemd.

2. De klacht 2.1. Klager werd op 4- jarige leeftijd ondergebracht in een internaat in [plaats]. Na ongeveer een jaar werd klager, in [jaar] en op 5- jarige leeftijd, overgeplaatst naar Huize [naam] in [plaats]. De oudere broer van klager verbleef daar al. Klager is tot hij bijna 16 jaar oud was, derhalve gedurende bijna tien jaar, in Huize [naam] gebleven. Klager had in die periode geen contact met zijn ouders. Ook in de vakanties verbleef hij in Huize [naam]. Hij was voor zijn onderwijs, verzorging en opvoeding volledig afhankelijk van de fraters. Klager is gedurende zijn verblijf in Huize [naam] veelvuldig seksueel misbruikt door verschillende fraters. In Huize [naam] waren meerder slaapzalen. Zaal 1 was voor de jongste leerlingen. Klager heeft daar ongeveer 2,5 jaar verbleven tot hij naar de tweede klas ging. Toen ging hij naar slaapzaal 2. Iedere slaapzaal had een eigen groepsleider, maar de verschillende fraters surveilleerden s nachts op de verschillende zalen. Klager heeft gedurende de jaren ook op de zalen 3 en 4 verbleven. Ten aanzien van aangeklaagde 1 en 2 2.2. Aangeklaagde 1 was de groepsleider van zaal 1. s Nachts surveilleerde ook aangeklaagde 2 regelmatig op zaal 1. Klager plaste tijdens zijn verblijf op zaal 1 regelmatig in zijn bed. Door aangeklaagde 1 en aangeklaagde 2 werd klager dan uit bed gehaald om dat te verschonen. Klager moest dan douchen waarbij de ene keer aangeklaagde 1 en de andere keer aangeklaagde 2 klager hielp. Klager moest vervolgens toekijken hoe aangeklaagde 1 en aangeklaagde 2 zich masturbeerden. Klager moest ook de geslachtsdelen van beide aangeklaagden aanraken en betasten. Het kwam zowel voor dat aangeklaagden het misbruik alleen pleegden als gezamenlijk. Later is klager ook door aangeklaagde 1 en aangeklaagde 2 anaal gepenetreerd, waarbij aangeklaagde 1 met zijn vingers bij klager binnendrong en aangeklaagde 2 zowel met zijn vingers als met zijn geslachtsdeel. De anale penetratie door aangeklaagde 1 vond ongeveer eenmaal per drie maanden plaats. De anale penetratie door aangeklaagde 2 vond ongeveer twee à driemaal per maand plaats en was veel ruwer. Als klager aangeklaagde 2 over de zaal zag lopen wist hij al dat het fout was. Het ernstiger misbruik vond vaak plaats in de vakanties. Er bleef slechts een kleine groep leerlingen in het internaat achter, de andere leerlingen gingen naar huis. Het was voor de aangeklaagden in de vakantieperioden gemakkelijker zich met de leerlingen af te zonderen. Ten aanzien van aangeklaagde 3 2.3. Gedurende een periode van 1,5 jaar waarin klager op zaal 3 verbleef was aangeklaagde 3 daar regelmatig als vervangend groepsleider werkzaam. Hij kwam vooral in het weekend. Aangeklaagde 3 zorgde ervoor dat hij klager kon afzonderen door hem straf te geven. Klager moest dan met aangeklaagde 3 mee neer het strafkamertje waar klager werd gestraft. Dit begon eerst met fysiek geweld en daarna met de door aangeklaagde 3 genoemde vleselijke straffen. Klager werd gedwongen om de geslachtsdelen van aangeklaagde 3 te betasten en hem te masturberen. Ook betastte aangeklaagde 3 de geslachtsdelen van klager. Daarnaast was er zeer frequent, ongeveer eenmaal per maand, sprake van anale penetratie, waarbij aangeklaagde 3 met zijn vingers bij klager binnendrong. Klager moest daarbij op een tafeltje staan en voorover bukken. Klager herinnert zich dat aangeklaagde 3, als vervanger, een anders gekleurde toog droeg dan de andere fraters. 2

De gevolgen voor het persoonlijk leven van klager 2.4. Ook [naam], de broer van klager, is gedurende zijn verblijf in Huize [naam] seksueel misbruikt. Klager en zijn broer hebben hun verhaal in [jaar] verteld aan de Raad voor de Kinderbescherming maar werden niet geloofd. Klager en zijn broer werden zelfs door de politie opgepakt en een nacht in de cel gestopt. Klager heeft vervolgens met zijn broer een verbond gesloten om nooit meer over het misbruik te praten. De broer van klager is door hetgeen hem is overkomen psychisch in de war geraakt en is enkele jaren geleden door suïcide overleden. Nog steeds valt het klager zeer zwaar om over het misbruik te praten. Hij heeft daarmee het gevoel het verbond met zijn broer te schenden. Klager ervaart momenteel een zware psychische last als gevolg van het seksueel misbruik. De media-aandacht van de afgelopen jaren heeft geresulteerd in psychische klachten. Klager heeft sindsdien niet meer kunnen werken. Alle verdriet en onmacht als gevolg van het seksueel misbruik komen boven. Klager reageert soms boos en agressief tegenover de mensen van wie hij houdt. Klager heeft zijn echtgenote na de media-aandacht over het misbruik kunnen vertellen; zijn kinderen wil hij er niet mee belasten. 2.5. Voor klager is het zeer belangrijk dat de verantwoordelijken voor de Fraters van Tilburg het seksueel misbruik dat hem is overkomen en het aan hem berokkende leed als gevolg daarvan erkennen. Klager hoopt dat het naar buiten brengen van zijn verhaal kan bijdragen aan het voorkomen van misbruik in de toekomst; dit mag nooit meer gebeuren. Klager zou aanspraak willen maken op financiële compensatie waaronder een vergoeding voor de noodzakelijke psychische hulpverlening. 3. Reactie op het klaagschrift 3.1. De Aangeklaagden zijn overleden en kunnen geen weerwoord geven. Frater [naam] heeft in zijn reactie gesteld dat hij onderzoek heeft verricht in de archieven van de congregatie naar het leven van de aangeklaagden. Aangeklaagde 1 Van [jaar] tot [jaar] was aangeklaagde [naam] werkzaam als surveillant op Huize [naam]. Van eventueel seksueel misbruik is niets bekend; wel van fysiek geweld. Aangeklaagde 1 kon flinke tikken uitdelen. Het is frater [naam] bekend dat er meerdere klachten tegen aangeklaagde 1 zijn ingediend. Bij de congregatie bestaat er dan ook weinig twijfel dat aangeklaagde 1 klager heeft misbruikt. Aangeklaagde 2 Aangeklaagde 2 heeft van [jaar] tot [jaar] als groepsleider en surveillant in Huize [naam] gewerkt. Aangezien het misbruik vanaf [jaar] heeft plaatsgevonden heeft frater [naam] ter zitting verklaard dat het goed mogelijk is dat aangeklaagde 2 klager heeft misbruikt. Frater [naam] heeft voorts verklaard dat hij herkent dat aangeklaagde 2 minder geremd was. Aangeklaagde 3 Aangeklaagde 3 was van [jaar] tot [jaar] werkzaam in Huize [naam], derhalve ruim voor de periode waarin klager daar verbleef. Van [jaar] tot [jaar] was hij werkzaam op een kweekschool in [plaats] en een internaat in [plaats]. Vanaf [jaar], de periode van het misbruik op zaal 3, tot [jaar] was aangeklaagde 3 werkzaam als surveillant in [plaats], [land]. In [jaar] is aangeklaagde 3 uitgetreden en getrouwd. Frater [naam] kan niet helemaal uitsluiten dat aangeklaagde 3 wel eens invalwerk heeft gedaan op Huize [naam], maar kan dat niet bevestigen. Aangeklaagde 3 komt niet voor op de personeelsstaat van [jaar] van Huize 3

[naam]. Ter zitting heeft frater [naam] verklaard dat door de surveillanten, ook de eventuele invalkrachten, uitsluitend een zwarte toog werd gedragen. 3.2. In zijn reactie heeft frater [naam] verklaard dat Huize [naam] een veilige omgeving had moeten zijn voor de kinderen. Helaas is inmiddels duidelijk geworden dat dit niet altijd zo is geweest. De congregatie wil dan ook de pijn die klager als gevolg van het machtsmisbruik heeft ervaren erkennen en haar oprechte verontschuldigingen aanbieden voor hetgeen de betreffende fraters klager hebben aangedaan, waarbij moet worden aangetekend dat het niet helemaal duidelijk is welke fraters zich aan het misbruik schuldig hebben gemaakt. 4. De beoordeling 4.1. Van toepassing is de Procedure Klachtencommissie seksueel misbruik in de R.- K. Kerk (verder: de Procedure). Volgens artikel 1.3 van de Procedure moet onder seksueel misbruik worden verstaan iedere gedraging waarbij een ander onder dwang of in een afhankelijkheidsrelatie seksuele handelingen moet verrichten ofwel ondergaan ofwel daarvan toeschouwer moet zijn, dan wel seksueel getinte toenaderingen of uitlatingen in welke vorm dan ook moet dulden. Onder dwang wordt onder meer begrepen: fysiek geweld of de dreiging daarmee, psychische druk, intimidatie en/of chantage. Verder wordt onder seksueel misbruik ook verstaan het maken van seksueel getint beeldmateriaal van iemand en het gebruiken en doorgeven daarvan. 4.2. Niet ter discussie staat dat de door klager gestelde feiten moeten worden gekwalificeerd als seksueel misbruik in de zin van artikel 1.3 van de Procedure. Ten aanzien van aangeklaagde 1 en aangeklaagde 2 4.3. Er zijn bijna vijftig jaar verstreken sedert de feiten die klager aangeklaagde 1 en aangeklaagde 2 verwijt zich hebben afgespeeld. Alleen al door het overlijden van aangeklaagden zijn deze feiten niet meer in detail te onderzoeken. Wél is voor de Klachtencommissie aannemelijk geworden dat de gebeurtenissen die klager schetst hebben plaatsgevonden. De klachtencommissie acht aannemelijk geworden dat klager in de periode van ongeveer 2,5 jaar waarin hij verbleef op zaal 1 van Huize [naam], frequent door aangeklaagde 1 en aangeklaagde 2 seksueel is misbruikt. Dit misbruik bestond ten aanzien van beide aangeklaagden uit het moeten toekijken door klager hoe aangeklaagden zich masturbeerden; het moeten aanraken en betasten van de geslachtsdelen van aangeklaagden en het moeten dulden van het betasten van de geslachtsdelen van klager door aangeklaagden. Voorts acht de klachtencommissie aannemelijk dat klager zowel door aangeklaagde 1 als door aangeklaagde 2 meerdere malen anaal is gepenetreerd, waarbij aangeklaagde 1 met zijn vingers bij klager binnendrong en aangeklaagde 2 zowel met zijn vingers als met zijn geslachtsdeel. De Klachtencommissie is hiervan overtuigd geraakt door de authentieke wijze waarop en de details waarmee klager zijn verhaal heeft verteld. Ten aanzien van de klacht jegens aangeklaagde 1 wordt de verklaring van klager daarnaast ondersteund door de gegrond verklaarde klacht van de heer [naam] (2012T434). Voorts ondersteunen de verklaringen van de heer [naam], de heer [naam] en de heer [naam] de verklaring van klager. Zij verklaren eveneens over ernstig seksueel misbruik gepleegd na het bedplassen of douchen, waaronder anale penetratie. Ten aanzien van de klacht jegens aangeklaagde 2 wordt de verklaring van klager voorts ondersteund door de verklaring van de heer [naam] die heeft verklaard over misbruik gepleegd na het douchen. 4

4.4. Het behoeft geen betoog dat het seksueel misbruik door aangeklaagden met gebruikmaking van misbruik van gezag en in een afhankelijkheidsrelatie hoogst kwalijk is geweest. Klager was ten tijde van de aanvang van het misbruik pas 5 à 6 jaar oud. Aangeklaagden waren voor hem personen in wie hij vertrouwen mocht hebben. 4.5. Gelet op het feit dat aangeklaagden zijn overleden kunnen tegen hen geen maatregelen meer worden genomen. Daarom zal de Klachtencommissie zich bij haar advisering richten op de vermindering van het leed dat klager is aangedaan. Frater [naam] heeft daartoe een eerste stap gedaan door ter zitting namens de Congregatie het leed te erkennen en oprecht spijt te betuigen. 4.6. Over het verzoek van klager om financiële vergoedingen kan de Klachtencommissie niet adviseren. Dit behoort niet tot haar taak. Bij een gegrondverklaring van de klachten door de Overste van de Fraters van Tilburg zal klager zich voor het verkrijgen van schadevergoeding dienen te wenden tot de Compensatiecommissie. Ten aanzien van aangeklaagde 3 4.7. Bij de beoordeling van een klacht is voor de Klachtencommissie uitgangspunt dat zij niet uitsluitend kan afgaan op de verklaring van één klager of klaagster. Het is een elementair rechtsbeginsel dat iemand niet wordt veroordeeld op grond van één enkele verklaring. Dit elementaire rechtsbeginsel moet ook in deze procedure in acht worden genomen. 4.8. De verklaring van klager met betrekking tot aangeklaagde 3 is op de Klachtencommissie oprecht overgekomen. Na bestudering van de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is de commissie echter van oordeel dat in de thans voorliggende zaak geen feiten of omstandigheden aan het licht zijn gekomen die de verklaring van klager ondersteunen. Onvoldoende aannemelijk is geworden dat aangeklaagde 3 in de periode van het misbruik op zaal 3, derhalve in de periode vanaf [jaar], werkzaam is geweest als invalkracht op Huize [naam]. Hoewel de commissie het misbruik als zodanig niet in twijfel trekt kan niet worden uitgesloten dat sprake is van persoonsverwisseling. Gelet op bovenstaande overwegingen heeft de Klachtencommissie moeten vaststellen dat voor de feiten die klager heeft gesteld onvoldoende bewijs is gevonden, zodat de klacht ten aanzien van aangeklaagde 3 niet gegrond kan worden verklaard; waarmee overigens niet gezegd wil zijn dat de door klager gestelde feiten niet waar zijn. 5. Het advies De Klachtencommissie adviseert de Overste van de Fraters van Tilburg CMM de klacht ten aanzien van: - aangeklaagde 1 gegrond te verklaren, - aangeklaagde 2 gegrond te verklaren, - aangeklaagde 3 niet gegrond te verklaren. Dit advies is vastgesteld op 22 januari 2013 door mr. G.A.M. Stevens, voorzitter, drs. A.M. van Beelen en mr. F.J.M. Walstock, leden, bijgestaan door mr. J.C. Quint, griffier, en is ondertekend door de voorzitter. 5

Tegen dit advies is geen hoger beroep mogelijk. Wel bestaat voor klager, aangeklaagde en de (gemachtigde van de) kerkelijke gezagsdrager ingevolge artikel 20 van de Procedure de mogelijkheid binnen twee weken na ontvangst van dit advies schriftelijk bezwaar in te dienen indien er naar zijn of haar oordeel een algemeen beginsel van behoorlijke klachtbehandeling is geschonden. Op grond van art. 18.5 van de Procedure wordt dit advies binnen twee weken nadat het is vastgesteld bij aangetekend schrijven aan de Overste van de Congregatie en aan klager verzonden. Op grond van art. 21.1 van de Procedure stelt de Overste binnen dertig dagen na ontvangst van dit advies klager schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte van de beslissing die hij naar aanleiding van dit advies geeft genomen. Op grond van art. 21.3 van de Procedure geeft de Overste daarbij de mogelijkheden van bezwaar en beroep aan. Op grond van art. 21.4 van de Procedure ontvangt de Klachtencommissie een afschrift van de beslissing van de Overste. 6