Tilburg University. Geloofsvolharding in een standaardzaak Gommer, H. Published in: Strafblad. Document version: Peer reviewed version

Vergelijkbare documenten
Markt- en marketingonderzoek aan Nederlandse universiteiten Verhallen, T.M.M.; Kasper, J.D.P.

Tilburg University. Energiebesparing door gedragsverandering van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Psychologie. Publication date: 1982

Tilburg University. Huishoudelijk gedrag en stookgasverbruik van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Economisch Statistische Berichten

Tilburg University. Hoe psychologisch is marktonderzoek? Verhallen, T.M.M.; Poiesz, Theo. Published in: De Psycholoog. Publication date: 1988

Tilburg University. Technieken van kwalitatief onderzoek 1 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Het opschorten van de handel op de Amsterdamse Effectenbeurs Kabir, M.R.

Tilburg University. Dienstenkeurmerken misbruikt Roest, Henk; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing. Publication date: 1999

Tilburg University. Huisvuilscheidingsproeven in Nederland Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Beswa-Revue. Publication date: 1985

Begrip image kent in wetenschap allerlei uiteenlopende definities Verhallen, T.M.M.

Procrustes analyse (1) Steenkamp, J.E.B.M.; van Trijp, J.C.M.; Verhallen, T.M.M.

Tilburg University. Technieken van kwalitatief onderzoek 2 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H.P. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Tilburg University. Canonische analyse in markt- en marketingonderzoek Kuylen, A.A. A.; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Tilburg University Het voorkomen van merkverwarring General rights Take down policy

De invloed van preferente beschermingsaandelen op aandelenkoersen Cantrijn, A.L.R.; Kabir, M.R.

Tilburg University. Economische psychologie Verhallen, T.M.M. Published in: De Psycholoog. Publication date: Link to publication

Tilburg University. Deelname aan huisvuilscheidingproeven Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Toegepaste sociale psychologie 1

Tilburg University. Domein-specifieke marktsegmentatie van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Handboek marketing, 3e ed.

Tilburg University. Publication date: Link to publication

De wet van de grote(re) getallen Jacobs, Daan; van Zuydam, Sabine; van Ostaaijen, Julien; de Brouwer, Leon

Tilburg University. Psychologisch marktonderzoek Verhallen, T.M.M. Publication date: Link to publication

Published in: Onderwijs Research Dagen 2013 (ORD2013), mei 2013, Brussel, Belgie

De spaarder Alessie, R.J.M.; Camphuis, H.; Kapteyn, A.; Klijn, F.; Verhallen, T.M.M.

Tilburg University. Chapters 1-7 Bouckaert, L.; Sels, A.T.H.

Tilburg University. Publication date: Link to publication

Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J.

Tilburg University. Succesmaatstaven voor beursondernemingen Kabir, M.R.; Douma, S.W. Published in: Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie

Tilburg University. De portefeuillekeuze van Nederlandse huishoudens Das, J.W.M.; van Soest, Arthur

Tilburg University. De Wet Gelijke Behandeling E-handtekeningen Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening

Mr. C. Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, Algemeen deel [2] Asser, C.; Vranken, J.B.M.

Tilburg University. Wat in het vak zit verzuurt niet Oei, T.I. Published in: Mededelingenblad van de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse

Tilburg University. Omgaan met verschillen Kroon, Sjaak; Vallen, A.L.M.; Van den Branden, K. Published in: Omgaan met verschillen

Koerseffecten van aandelenemissies aan de Amsterdamse Effectenbeurs Arts, P.; Kabir, M.R.

Tilburg University. Boekbespreking R.J. van der Weijden van Dijck, G. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht

Over de restspanningen die optreden na het koud richten van een zwak gekromde as Esmeijer, W.L.

Hoe schadevergoeding kan leiden tot gevoelens van erkenning en gerechtigheid Mulder, J.D.W.E.

Tilburg University. Internationaal marketingonderwijs Verhallen, T.M.M.; de Freytas, W.H.J. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Bedieningsvoorschrift en schema video recording

Het binnen planning en budget realiseren van werkzaamheden in een buitendienststelling bij zowel spoor- als wegverkeer door de projectorganisatie

Tilburg University. Vereenzelviging en het ontnemen van vermogenswinsten Vranken, J.B.M.

Tilburg University. Een kenteken voor Internetters? Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening

Verbeteringsvoorstel ten aanzien van de akoestiek van de zaal in het gemeenschapshuis " De Klosterhof" te Arcen Deelen, van, Eric

Oriënterend booronderzoek

Wij zijn de toekomst : Jos Lichtenberg over Eco-Cities

"Draaiboek" onderwijssysteem "Analyse van werktuigkundige constructies"

Een klaverbladknoop in de vorm van een ruimtelijke negenhoek met rechte hoeken en diëdrische symmetrie

Tilburg University. Wij zullen doorgaan... Oei, T.I. Published in: Mededelingenblad Nederlandse Vereniging voor psychoanalyse. Publication date: 2012

Gepubliceerd: 01/01/1997. Document Version Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record. Link to publication

Verplichtingen tot ongevraagde werkzaamheden bij adviseur en notaris TjongTjin Tai, Eric

Eindhoven University of Technology MASTER

Tilburg University. Toegang tot proefschriften Tjong Tjin Tai, Eric. Published in: Nederlands Juristenblad. Document version: Peer reviewed version

De exergetische gebouwschil

Tilburg University. De Trusted Third Party bestaat niet Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening

Onderzoek rapport Lenting & Partners

Rechterlijke organisatie en organisatie van de rechtspraak Barendrecht, Maurits

Tilburg University. De kans om een tenniswedstrijd te winnen Klaassen, F.J.G.M.; Magnus, J.R. Published in: STAtOR. Publication date: 2008

Productontwikkeling en comfortverbetering van naoorlogse woningbouw haalbaarheidsonderzoek naar de toepassing van polymeren op vloeren

Het schatten van marktpenetratie en marktaandeel

Sekseverschillen op de werkvloer

Eindhoven University of Technology MASTER. Een brug dichtbij de ontwikkeling van een micronetwerk. Ploegmakers, R.F.C.

Een toepassing van de elementgenerator volgens rapport PRGL-SYST R71-2, 71-1 Schoofs, A.J.G.

Het is maar een standaardzaak. Hendrik Gommer. Inleiding

Hergebruik moet vanzelfsprekend worden

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Van 'gastarbeider' tot 'Nederlander' Prins, Karin Simone

University of Groningen. De afkoelingsperiode in faillissement Aa, Maria Josepha van der

Thermische comfortonderzoek nabij de balie in Flux Technische Universiteit Eindhoven van Aarle, M.A.P.; Diepens, J.F.L.

Tilburg University. Buitengerechtelijke kosten en eigen schuld Vranken, J.B.M. Publication date: Link to publication

Tilburg University. Published in: Economisch Statistische Berichten. Publication date: Link to publication

Bepaling van de sterkte en de stijfheid van werktuigkundige constructies met behulp van de methode der eindige elementen

Mensen met een verstandelijke handicap en sexueel misbruik Kooij, D.G.

Tilburg University. Interne rechtsvergelijking Vranken, J.B.M. Published in: Tijdschrift voor privaatrecht. Document version: Peer reviewed version

Bepaling van de sterkte en de stijfheid van werktuigkundige constructies met behulp van de methode der eindige elementen

Thermografisch onderzoek aan de gebouwschil van de panden aan de Insulindelaan nr. 111 en nr. 113 te Eindhoven van Aarle, M.A.P.

Tilburg University. Paarse marktwerking van Damme, Eric. Published in: Markt en Mededinging. Document version: Peer reviewed version

Tilburg University. PTS (Pavlov Temperament Schaal) van Heck, G.L.; de Raad, B.; Vingerhoets, A.J.J.M. Publication date: Link to publication

Afwaterings- en bevriezingsproblemen te Best

Opbouw en indeling van een rapport betreffende een experiment

Eindhoven University of Technology MASTER. Wonen op de grens van land en zee "leven en beleven op een zeedijk" Slokkers, G.C.J.J.

Flexibel bouwen : technisch én commercieel interessant

Interactie als gereedschap Koole, Tom

U moet terechtstaan. Inhoud

Voorziening voor de integratie van zonwering

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Ervaringen met ICTonderzoek in HBO

University of Groningen. Eerste Hulp vaker ter plaatse Verhage, Vera

Zorgen rondom IVF Boekaar, J.; Riemersma, M.

Over een balanceringsprobleem bij een 2-cilinder compressor in V-uitvoering Esmeijer, W.L.

Onder druk : Multidisciplinaire richtlijn Werkdruk

Tilburg University. Werkgevers bezorgd over langer doorwerken Oude Mulders, Jaap; Henkens, Kene; van Dalen, Harry

Tilburg University. Nekt personeelsgebrek Brabantse economie? van Schaik, A.B.T.M. Published in: Brabant Provincie Magazine. Publication date: 2000

Laat maar zitten Janssen, Janine Hubertina Lambertha Joseph

Uw mening over gaswinning uit het Groningen-gasveld: Onderzoeksresultaten fase 2 Hoekstra, Elisabeth; Perlaviciute, Goda; Steg, Emmalina

64 hoogleraren Rotman, P.; van Witteloostuijn, Arjen; de Zeeuw, Aart; Zoeteman, Bastiaan; a., e.

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

University of Groningen

De betrouwbaarheid van kleinschalige methoden voor waterzuivering Kaaij, Rachel van der

University of Groningen. Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje

Tilburg University. Naar een echte visie op het onderwijs Barendrecht, Maurits. Published in: Nederlands Juristenblad. Publication date: 2001

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

University of Groningen. Zorgvermijding en zorgverlamming Schout, Hendrik Gerrit

Transcriptie:

Tilburg University Geloofsvolharding in een standaardzaak Gommer, H. Published in: Strafblad Document version: Peer reviewed version Publication date: 2011 Link to publication Citation for published version (APA): Gommer, H. (2011). Geloofsvolharding in een standaardzaak. Strafblad, 2(9), 54-58. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. - Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research - You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain - You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy If you believe that this document breaches copyright, please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Download date: 21. sep. 2017

Korte tekst Een nachtje slapen hielp de appelrechter tot een overwogen beslissing te komen in een overigens Kafkaiaanse standaardzaak. Trefwoorden: Derksen, onschuldpresumptie, strafprocesrecht, art 6 EVRM, art. 269 Sv, art. 338 Sv. Mr. Dr. Hendrik Gommer is universitair docent aan de Universiteit van Tilburg. Hij geeft o.a. de vakken Encyclopedie van het recht en rechtsbiologie. Hij doet onderzoek naar biologische en psychologische grondslagen van het recht. Introductietekst Vorig jaar verscheen De ware toedracht van Ton Derksen. Hendrik Gommer toetste zijn theorie en ontdekte dat OM en rechtbank ook in standaardzaken er nog veel van kunnen leren. De praktijk lijkt naadloos aan te sluiten bij de theorie van Derksen. Geloofsvolharding in een standaardzaak Het relaas van een gepromoveerde jurist die de wet niet kent Hendrik Gommer 1 Begin september is De ware toedracht van Ton Derksen verschenen. 2 Een maand later lag de tweede druk al in de winkels. De ondertitel is praktische wetenschapsfilosofie voor waarheidszoekers. Het is voor wetenschappers op tal van momenten een eyeopener maar voor magistraten een absolute must. Als het aan mij zou liggen, zou geen lid van het Openbaar Ministerie of de rechtspraak de rechtszaal meer mogen betreden voordat ze hadden aangetoond dat ze de stof begrepen en verwerkt hadden. Min of meer bij toeval stond mijn dochter van 18 jaar op 5 november 2010 in hoger beroep voor de rechter. Dat gaf mij een mooie gelegenheid de voorspellingen van Derksen in de praktijk te toetsen. Een wetenschappelijke theorie is immers pas interessant als er duidelijke voorspellingen mee gedaan kunnen worden. De zaak in eerste aanleg is uitvoerig beschreven in Strafblad. 3 Kort gesteld kwam het er op neer dat mijn dochter Minke op 8 januari 2009 (toen 16 jaar) met haar zusje Renske (15 jaar) vlak voor negen uur van Zuidhorn naar Leeuwarden reisde. Ze had daarvoor een meereiskaartje waarop nadrukkelijk stond (en staat): Reis een dag gratis mee met een Arriva kortingkaart houder. De directeur van Arriva klantenservice heeft verder telefonisch op 8 juni 2009 erkend dat de kaartjes onduidelijk zijn en dat de boete zou worden kwijtgescholden. Om onduidelijke redenen is desalniettemin op donderdag 10 september 2009 (!) een proces verbaal opgemaakt door de verbalisant, op Arriva papier. Dit PV is op 20 oktober 2009 bij het Openbaar Ministerie binnengekomen. Minke is vervolgens half januari 2010 gedagvaard om op 26 maart 2010 ter zitting te verschijnen. Mijn vrouw werd bovendien opgeroepen om de persoonlijke omstandigheden van onze dochter toe te lichten. Gelukkig bleek dat ik, als vader, ook voldeed, zodat ik in eerste aanleg de zaak van mijn dochter kon behartigen. 1 Mr. Dr. Hendrik Gommer is universitair docent aan de Universiteit van Tilburg. Hij geeft o.a. de vakken Encyclopedie van het recht en rechtsbiologie. Hij doet onderzoek naar biologische en psychologische grondslagen van het recht. Minke Gommer is tweedejaars honoursstudent psychologie aan de RUG en eerstejaarsstudent rechten aan de UvA. 2 T. Derksen, De ware toedracht, Diemen: Veen Magazines 2010. 3 H. Gommer, Het is maar een standaardzaak, Strafblad april 2010, p. 158-162.

Op de details van de zitting in eerste aanleg zal ik hier niet verder ingaan, die zijn voldoende beschreven. In dit opiniestuk wil ik de rechtsgang bespreken aan de hand van het boek van Ton Derksen. De voorspellingen van Derksen bleken ook in de appelzaak uit te komen. We moeten zijn woorden dus uiterst serieus nemen. Ton Derksen beschreef een aantal grote zaken. Hier gaat het om een standaardzaak. Zijn voorspellingen strekken zich daarmee uit tot de gehele strafrechtsspraak, zo vrees ik. De schuldig geachte verdachte De Advocaat-Generaal merkte in zijn requisitoir op dat ik onvoldoende op de hoogte bleek te zijn van het strafprocesrecht. Als jurist moet hij echter de wet kennen, zeker als gepromoveerd jurist. Met dit ad hominem zij de lezer gewaarschuwd. Ik ben weliswaar gepromoveerd, ben jurist maar ken het strafprocesrecht onvoldoende. Uit de schamperende reactie van de AG toen ik Ton Derksen aanhaalde, leid ik af dat Derksen om dezelfde reden niet serieus genomen zal worden. Ik laat het dus maar over aan de strafrechtdeskundigen om zelf te oordelen over mijn beschouwingen. Waar ik wel dagelijks mee bezig ben, zijn de grondslagen van het recht. Wat is de functie van het recht en hoe komen mensen aan hun opvattingen over wat recht is? Tijdens het tweede werkcollege dat eerstejaarsstudenten van mij krijgen behandel ik onder andere twee fundamentele beginselen: equality of arms en de onschuldpresumptie. Zonder deze beginselen wordt het strafproces tot een Kafkaiaanse horror. Derksen spreekt van het verdenkingssyndroom. 4 Het Openbaar Ministerie leidt daaraan omdat hij een zaak opbouwt tégen de verdachte. Evenals Crombag stelt Derksen dat de officier niet meer neutraal staat tegenover de uitkomst, als hij eenmaal het besluit heeft genomen tot vervolging over te gaan. Per definitie is de verdachte daarmee al op de weg de schuldige te worden, zo schrijft Derksen. Zonder de onschuldpresumptie is de race al bijna gelopen, want onze waarneming is theoriegeladen. 5 We aanvaarden de feiten zoals ze door onze stilzwijgende theorie (i.e. verwachting dat verdachte schuldig is) worden geduid. 6 En vervolgens ontstaat de denkfout waarbij alles lijkt te passen en we denken dat we op het goede spoor zitten. 7 Er zou dus met grote letters op het bureau en in de rechtzaal moeten staan: De verdachte is onschuldig tot het tegendeel bewezen is! De AG verklaarde in zijn requisitoir waarom dat van hem niet verwacht kan worden: Er zijn duizenden reizigers per jaar die met een dergelijk verhaal aankomen. Die zijn ook allemaal schuldig bevonden. Of iets in die strekking. Ik kom daar nog op terug. Geloofsvolharding Laat ik nog even teruggaan naar de zaak in eerste aanleg. Er was een overweldigende hoeveelheid bewijs dat de tenlastelegging onjuist was en getuigen werden geweigerd. Hoe kan het dan zijn dat officier en rechter tot de conclusie kwamen dat Minke desalniettemin schuldig was aan het tenlastegelegde? Derksen geeft het antwoord. Rechter en officier gaan uit van de schuld van de verdachte. Ze voelen het of halen dat uit de vele andere gevallen waarin verdachten ook schuldig waren. 8 Dat levert confirmation bias op. Alleen passende bewijzen worden opgemerkt, de rest wordt over het hoofd gezien. Geloofsvolharding noemt Derksen 4 Derksen, p. 148-149. 5 Derksen, p. 27) 6 Derksen, p. 47. 7 Derksen, p. 72. 8 Derksen, p. 118.

het. Een goed geloof kan tegen een stootje. Als je eenmaal gelooft, ben je daar dus niet gemakkelijk van af te brengen. 9 En hij voegt daaraan toe: Snelle beslissers maken alle fouten die in dit boek zijn aangestipt. De beslissing komt uit ongeduld voort en is daardoor impulsief. 10 De officier en rechter zagen tijdens de zitting voor het eerst het meereiskaartje en een kantonzitting mag eigenlijk maar vier minuten duren. De rest hoef ik niet in te vullen. Laat ik een schets geven hoe de gang van zaken in de optiek van Derksen zou kunnen zijn. Officier en rechter hebben voor de zitting het procesverbaal gelezen. Daarin wordt gesteld dat de verdachte een ongeldig kaartje had en slechts een onbeholpen verklaring daarvoor had gegeven. De verdachte was 16 jaar en dus scholier. Er wordt vaak door scholieren met ongeldige vervoersbewijzen gereisd. Tijdens de zitting worden officier en rechter plotseling geconfronteerd met een meereiskaartje waarop nadrukkelijk staat dat het de hele dag geldig is. Bovendien ontbreekt een essentiële getuige waar al afspraken mee gemaakt waren vóór het procesverbaal formeel was opgesteld. De officier die aan geloofsvolharding leidt, stelt dat meereiskaartjes bij de NS ook niet voor negen uur geldig zijn (een stelling die voor de meereiskaartjes die de NS uitbracht afgelopen augustus onjuist bleek). Ten aanzien van de niet aanwezige getuige wordt te berde gebracht dat verdachte onhandig was door geen schriftelijke verklaring te vragen. De rechter is overtuigd door deze ad hoc argumenten en weegt het proces verbaal dat op zichzelf de nodige fouten bevat zwaarder dan de verklaring van verdachte en komt tot een veroordeling. Ze moet immers snel tot een uitspraak komen. Het oordeel is daarmee onmiskenbaar een impulsief oordeel. Procesrecht Derksen analyseert als wetenschapsfilosoof welke fouten mensen kunnen maken bij het zoeken naar de waarheid. Is er in het recht in al die eeuwen dan helemaal niets daarvan ondervangen? Jazeker. De verdachte moet vooraf inzage krijgen in het dossier, zodat hij zich kan prepareren op wat er tegen hem is ingebracht. De officier zoekt naar de waarheid en is geen crimefighter. Daarom mag de officier zich ook een magistraat noemen. Verdachten mogen getuigen laten oproepen om hun verhaal te laten staven. Het belang van onschuldpresumptie wordt keer op keer herhaald. De schuld moet aangetoond worden, niet de onschuld. En een gedegen schriftelijke motivering is nodig, ook voor de rechter zelf, zodat hij nog eens kan nalezen wat hij eigenlijk zegt. Al deze voorwaarden werden aan de laars gelapt tijdens de kantonzaak. Dat gecombineerd met het verdenkingssyndroom waaraan de officier van Justitie - maar vermoedelijk in dergelijke zaken óók de kantonrechter - leidt, ontstaat toch in zekere zin een horror-scenario, zoals Derksen het noemt. Toen ik bekomen was van de zaak in eerste aanleg, begon ik langzaam te denken dat het hier toch wel om een incident moest gaan. Zoveel fouten in zo een kleine zaak dat kan toch niet. Daar leiden we onze studenten niet voor op. Door ervaring wijs geworden, stelde ik echter in hoger beroep mijn hele pleidooi wel op schrift. Ik liet Minke als verdachte tekenen. Je weet maar nooit. Dit pleidooi - aangevuld met het artikel in Strafblad - stuurde ik vier weken van tevoren aan het Openbaar Ministerie. Equality of arms geldt uiteraard vice versa. Primair verzocht ik om nietigverklaring van de kantonzitting. De zitting in eerste aanleg was immers eerder een veroordelingsmachine dan een rechtzaak. Van de administratie had ik netjes kopieën gekregen van alle stukken, zodat ik me goed had kunnen voorbereiden. De zaak in hoger beroep maakte dus een betere start. Met nadruk vroeg ik opnieuw om de in onze ogen essentiële getuige op te roepen. En dan nu de ontknoping. 9 Derksen, p. 145. 10 Derksen, p. 143.

De appelzitting Om 8.45 uur meldden we ons bij het gerechtshof in Leeuwarden. Minke als verdachte, ikzelf als ouder, mijn dochter Renske en haar vriendin die rechten wil gaan studeren. Ik zelf had een oproep van de advocaat-generaal ontvangen om als ouder te verschijnen ter terechtzitting. Bij aankomst werd ons gemeld dat Renske en haar vriendin niet bij de zitting aanwezig mochten zijn. Het was een gesloten zitting want het betrof een minderjarige. Dat Minke inmiddels ruim 18 jaar is, deed niet ter zake. Het zou om het moment van de overtreding gaan. Bij binnenkomst van de rechtszaal blijken daar echter twee studenten van de universiteit van Groningen te zitten. De raadsheer stelt dat het een zaak achter gesloten deuren is, maar vraagt ons of de studenten mogen blijven zitten. Ik laat daarop weten dat dat goed is, mits Renske en haar vriendin dan ook naar binnen mogen. Als de AG daar geen bezwaar tegen heeft, worden zij alsnog toegelaten. Er wordt ons wel gezegd dat er geen verslag van de zitting gemaakt mag worden en dat bandopnames eveneens verboden zijn. Het tweede dat de raadsheer meldt, is dat ik als vader min of meer voor niets ben meegekomen. Ik mag althans niet het woord doen, want Minke is inmiddels meerderjarig. Ik meld daarop dat ik me daarbij dan moet neerleggen en duw Minke het pleidooi in handen, zodat ze het zelf kan voorlezen. Daarop meldt de raadsheer dat hij het pleidooi al wel heeft gelezen en er ook al over heeft nagedacht. Minke is volkomen uit het lood geslagen. Heeft slecht geslapen en zit daar op het verdachtenstoeltje. Ze weet nauwelijks meer te vertellen wat haar is overkomen en vraagt tot drie maal toe of ze het pleidooi mag voorlezen. Dat komt later, aldus de appelrechter. Eerst moet ze nog eens vertellen wat haar is overkomen in de trein. Wanhopig roept Minke uit: Ik voel al welke kant dit op gaat. Kan ik niet beter het pleidooi voorlezen? De rechter houdt het af. Hij heeft het pleidooi al gelezen en heeft zo laat hij doorschemeren al een passende oplossing gevonden. De getuige is niet opgeroepen. De rechter vraagt zich ook af of die getuige meer kan zeggen dan wat al door de verdachte te berde is gebracht. De melding dat de directeur Klantenservice de boete had kwijtgescholden wordt nu voor waar aangenomen, ook door de officier en dus is de getuige niet nodig. De AG doet zijn requisitoir met verve. Daar beginnen we in onze opleiding dan ook al vroeg mee. Hoe zet je een goed betoog op? Hoe kun je goed overtuigen? De AG deed dat zonder meer goed. Ook de lessen argumentatieleer werden goed toegepast. Gebruik drogredenen zodanig dat de ongeoefende luisteraar ze niet opvallen, dan kunnen ze in je voordeel werken. Minke s vader kent volgens de AG als gepromoveerd jurist de wet niet, want dan had hij geweten dat een reiziger zich ervan moet gewissen of een kaartje geldig is en dat heeft Minke niet gedaan. Bovendien heeft Gommer een artikel geschreven waarin hij veel te snel heeft geconcludeerd dat de officier bij de rechter op schoot zit. De AG loopt al de nodige jaren mee in het vak en is er zeker van dat daarvan geen sprake is. Hij betreurt dan ook dan een wetenschapper als Gommer dergelijke bewoordingen die nergens op gebaseerd zijn in de mond neemt. Hij vindt ook dat ik niet op deze manier over deze zaak mag praten met mijn studenten. Dat studenten van mijn werkgroepen tijdens een rollenspel stelselmatig tot vrijspraak kwamen, had er vooral mee te maken dat de Groningse studenten zich konden identificeren met Minke (in mijn pleidooi stond vermeld dat ik universitair docent in Tilburg ben). Wel geeft hij toe dat er in de kantonzaak fouten gemaakt zijn door het openbaar ministerie vanwege de snelheid van de gang van zaken. Na deze inleiding waarin ik ben weggezet als een door emoties gedreven jurist die te hard van stapel loopt, wordt ingegaan op het schriftelijk ingediende verweer.

Hier moet ik even een intermezzo inlassen. Er mocht geen verslag gemaakt worden van de zaak en ik heb dat dus niet gedaan. Renske en haar vriendin hebben wel zoveel mogelijk zitten meeschrijven, maar konden het relaas van de AG helaas niet woordelijk noteren. Hoewel de AG de indruk wekt zijn requisitoir voor zich op schrift te hebben staan, werd dit achteraf ontkent. Bij het opvragen van het requisitoir kregen we nul op rekest. Ook de griffier bleek geen verslag te hebben gemaakt. Ik moet het dus naast mijn eigen herinnering hebben van de getuigenverklaringen van mijn dochters en de vriendin. Voor het overige is wat er achter de gesloten deuren van een rechtszaak plaatsvindt dus volstrekt oncontroleerbaar! Er is volgens de AG geen sprake van strijd met het legaliteitsbeginsel omdat directeur van de klantenservice niet bevoegd was om de boete kwijt te schelden. De conductrice was in dienst van het openbaar ministerie en dus kon de directeur niet op eigen houtje de boete kwijtschelden. Het PV verbaal lag immers al bij het OM. (Let wel: de afspraak met de driecteur werd gemaakt op 8 juni, het OM ontving het procesverbaal op 20 oktober op briefpapier van Arriva). De directeur mocht dus de zaak niet stopzetten en het is dus niet zinvol om hem als getuige op te roepen. Vervolgens gaat de AG in op de verklaring in het pleidooi dat uit niets blijkt dat het kaartje voor 9.00 uur geldig is. Daartegen brengt hij in dat de kortingkaart niet voor 9.00 uur geldig is. Hij verzwijgt dat er op kaartje en in brief gesproken wordt over de houder van een kortingkaart. Ook op het moment dat de kaart op zichzelf niet geldig is, ben je nog steeds houder. Maar dat gegeven past niet bij het vooringenomen standpunt. Vervolgens leest de AG voor uit de begeleidende brief: uiteraard gelden dezelfde reistijden als de kortingkaart. Maar in de brief staat in werkelijkheid: uiteraard gelden dezelfde reistijden. De AG voegt dus ongemerkt iets toe, wat de betekenis volledig verandert. De werkelijke formulering kan immers ook betekenen dat je op dezelfde reistijden als de kortingkaart houder moet reizen. Het is Minkes eigen verantwoordelijkheid dat ze zich niet heeft vergewist van de geldigheid van het kaartje. Ze had het kunnen weten. En dan komt het: duizenden reizigers hebben wel een dergelijk verhaal over hun ongeldige vervoersbewijs. Dit is de drogreden van de overhaaste individualisatie, maar ook een schending van de onschuldpresumptie. De ervaring dat zoveel mensen ten onrechte beweringen aanvoeren die niet opgaan, houdt in dat Minke ook wel schuldig zal zijn. Daarna wordt ons verweer dat niet Minke, maar ikzelf gedagvaard had moeten worden, weerlegd met de stelling dat Minke op haar 16 de oud genoeg was om de wereld over te reizen. Dan hoef je je niet meer te laten overreden door je vader die ook nog eens gepromoveerd jurist is. Dan behoor je dus tegen je vader als autoriteit in te gaan en braaf de boete te betalen. Minke wordt gevraagd om weerwoord. Ze stelt nogmaals dat haar zus houder was en dat ze met een houder is meegereisd en dus voldeed aan de voorwaarden. Minke is dit jaar rechten erbij gaan studeren, zodat ze enigszins op de hoogte is van dit begrip. Ze vertelt ook nog eens dat de conductrice zelf ook niet wist dat het kaartje geldig was. De AG grijpt in: Wist ze het niet of heb je die conclusie uit haar gedrag getrokken? Die conclusie heb ik zelf getrokken, zegt de studente psychologie. De conductrice riep er eerst een andere conducteur bij en vroeg of die wist of het kaartje geldig was. Die andere conducteur wist het ook niet en daarna belde ze het hoofdkantoor op. Het hoofdkantoor meldde blijkbaar dat het kaartje niet geldig was. Ik concludeer daaruit dat de conductrice het zelf ook niet wist. De AG berust. Het afgewogen salomonsoordeel

Minke vraagt een laatste keer of ze het pleidooi zal voorlezen. De raadsheer zegt dat hij dat niet nodig vindt en meldt daarbij dat hij goed over de zaak heeft nagedacht. Uit zijn houding leid ik af dat hij met een salomonsoordeel zal komen en ik fluister Minke in dat ze kan afzien van het pleidooi. Ik ben er op dat moment van overtuigd dat er een verrassende wending aan de zaak zal komen. En die komt er. De rechter besluit tot ontslag van alle rechtsvervolging. Kortingkaarthouders krijgen de begeleidende brief met meereiskaartjes. Niet Minke maar Renske was kortingkaarthouder en had dus beter moeten weten. Minke had het meereiskaartje van Renske gekregen en kon dus niet op de hoogte zijn van de regels. Het reizen met een meereiskaartje voor 9.00 uur was dus wel strafbaar, maar Minke is niet schuldig. Renske had eigenlijk gedagvaard moeten worden. Waarom noem ik het een salomonsoordeel? De appelrechter ging niet in op de fouten die OM en kantonrechter gemaakt hadden. Had hij dat wel gedaan, dan was impliciet erkend dat de gang van zaken bij de kantonrechter onvermijdbaar tot schending van het recht leidt. Van de AG werd aangenomen dat de directeur klantenservice geen bevoegdheid had om de boete kwijt te schelden, zodat de getuige niet opgeroepen hoefde te worden. Door vervolgens de schuld te verschuiven naar zusje Renske kon Minke vrijgepleit worden, zonder dat de vraag aan de orde hoefde te komen of vader Gommer niet gedagvaard had moeten worden. (Je zult zo n luis in de pels nog eens in je rechtszaal krijgen ). AG slaagt niet in de falsificatie van Derksen Is de theorie van Ton Derksen dat magistraten onvoldoende opgeleid zijn voor hun taak gefalsifieerd nu de raadsheer tot een afgewogen oordeel kwam? Geenszins. De AG ging onverdroten voort op het ingeslagen pad. Hoewel zijn zaak begonnen was met een onjuiste verklaring van een conductrice, de boete al in getrokken was voordat het procesverbaal bij het OM op tafel kwam en de tekst op het kaartje helder was, werden in het requisitoir drogredenen, onjuiste citaten en valse weergaven van de werkelijkheid opgevoerd om te kunnen vasthouden aan het eigen gelijk. Zelfs de erkenning dat het OM fouten had gemaakt, leidde niet tot de conclusie dat de zaak dus misschien ook ten onrechte was doorgezet. Na de inleiding waarin de verdachte of eigenlijk haar vader als ongeloofwaardig was neergezet, kon de rest ingevuld worden. De raadsheer had drie voordelen. Hij stond vers in de zaak, had het verhaal van verdachte eerder gelezen dan het requisitoir van de AG, was in dat verhaal nadrukkelijk op de onschuldpresumptie gewezen en had er rustig over kunnen nadenken zoals hij zelf erkende. De raadsheer volgde daarmee eigenlijk de adviezen van Derksen. Het oordeel was misschien wel daarom bevredigend voor alle partijen. Buiten gekomen merkte de meegekomen vriendin (17) verbaasd op dat het OM toch moet zoeken naar de waarheid. De AG vertoonde echter alle trekken van iemand die de verdachte veroordeeld wil krijgen. Als het een civiele zaak was geweest, was dat geen probleem geweest, maar in een strafzaak ligt dat toch anders. Ik vertelde haar dat daar inderdaad veel over geschreven is. Als we de lijn van Derksen volgen, is het naïef om te geloven dat een OvJ of AG de waarheid nog kan vinden als hij eenmaal de vervolging heeft ingezet. Juridisch juist oordeel?

Was het oordeel daarmee juridisch juist? Wie het weet, mag het zeggen. Aan zo n standaardzaak zitten teveel facetten, die elk een heel leerstuk raken. Mag je als treinreiziger afgaan op wat er expliciet op het kaartje staat? Mag je aannemen dat een houder ook buiten de geldigheid van de korting houder is? Was de directeur werkelijk niet bevoegd of was het doorzenden van het PV drie maanden na het telefoongesprek een automatiseringsfout? Mag van Minke inderdaad verwacht worden dat ze op 16-jarige leeftijd tegen haar geleerde vader ingaat en in plaats daarvan kiest voor het gezag van een conductrice van Arriva? Moeten de deuren gesloten blijven omdat het een minderjarige betreft, als de ouder vervolgens niet het woord mag voeren omdat de verdachte inmiddels meerderjarig is? Bij zoveel vragen staat een ding vast: Minke trof geen blaam. Dat had de rechter goed gezien. Juridisch onvermijdelijke dagvaarding? De vraag blijft nu: Krijgt Renske binnenkort een dagvaarding wegens het verstrekken van een ongeldig kaartje aan een meereizende passagier? Wat denkt u? Wat denkt de strafrechtdeskundige die de wet kent? Persoonlijk denk ik het niet, maar ik voel me eigenlijk meer rechtsbioloog dan jurist. Als rechtsbioloog kijk je naar het gedrag van mensen. Ik zou het wel uit mijn hoofd laten om Renske een dagvaarding te sturen.