Inspectierapport KDV Sinne Idzerdastins (KDV) Idzerdastins 57 8925 AG LEEUWARDEN Registratienummer 225662012 Toezichthouder: GGD Fryslân In opdracht van gemeente: Leeuwarden Datum inspectie: 12-10-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling rapport: 18-10-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Veiligheid en gezondheid... 8 Inspectie-items... 9 Gegevens voorziening... 12 Gegevens toezicht... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 13 2 van 13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Ieder jaar wordt opnieuw onderzocht of de exploitatie van de vestiging nog in overeenstemming is met de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang. Bij dit jaarlijkse onderzoek dient de houder aan de getoetste kwaliteitseisen te voldoen. Tijdens deze inspectie zijn voorwaarden onderzocht, die op dit kindercentrum van toepassing zijn bij dit type inspectie. De werkzaamheden van de toezichthouder bestonden in dit onderzoek uit: Een bureauonderzoek van verkregen documenten; Een locatiebezoek; Gezien de overtreding van 2015 is er extra aandacht besteed aan de RI&E. Daarnaast heeft de toezichthouder een gesprek gehad met de senior medewerker van deze locatie en de beroepskrachten. Beschouwing Op 12 oktober 2016 heeft GGD Fryslân in opdracht van de gemeente Leeuwarden een jaarlijks onderzoek uitgevoerd bij Kinderdagverblijf Sinne Idzerdastins te Leeuwarden, op basis van risicogestuurd toezicht. Het kinderdagverblijf is samen met de Buitenschoolse opvang en twee Speelleergroepen gevestigd in een pand in de woonwijk Camminghaburen in Leeuwarden. De dagopvang werkt momenteel met twee groepen: Mikmak en Rinkelbel en is bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Naast de groepsruimten kan er gebruik gemaakt worden van een centrale speelhal. Deze ruimte wordt tevens gebruikt voor de centrale eerste opvang in de ochtend en er wordt vanuit deze ruimte vertrokken aan het einde van de dag. Iedere groep heeft rechtstreeks vanuit de groepsruimte toegang tot het buitenspeelterrein, dat gekenmerkt wordt door een groen karakter. Sinne Idzerdastins is een VVE locatie. Er wordt gewerkt met het programma Uk en Puk. Er is een oudercommissie operationeel op de locatie. De voor de inspectie benodigde documenten zijn op de locatie aanwezig of op verzoek van de inspecteur opgestuurd. Bij de beoordeling van de documenten zijn geen onrechtmatigheden geconstateerd. KDV Sinne Idzerdastins voldoet aan de getoetste inspectie eisen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein Pedagogische praktijk en VVE belicht. Kinderdagverblijf Sinne Idzerdastins is onderdeel van Sinne Kinderopvang. Sinne Kinderopvang werkt met een algemeen pedagogisch kader en een werkboek per locatie. In het pedagogisch werkplan wordt de locatie specifieke informatie beschreven. Pedagogische praktijk De houder van een kindercentrum draagt zorg voor een zodanig pedagogisch beleid dat leidt tot verantwoorde kinderopvang. De inhoud van het pedagogisch beleid wordt aan de pedagogische praktijk getoetst. Er is regelmatig overleg tussen de senior medewerkster en de leidsters waarbij het pedagogisch beleid een agendapunt is. Het pedagogisch werkplan (versie september 2016) is het document wat behandeld wordt. De beroepskrachten zijn medeverantwoordelijk voor het samenstellen van het inhoudelijk deel van dit pedagogisch werkplan. Het pedagogisch werkplan wordt, indien nodig, bijgewerkt. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk heeft de toezichthouder gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk kindercentra en peuterspeelzalen (www.rijksoverheid.nl). Het veldinstrument is ingedeeld naar de vier pedagogische basisdoelen die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang. Deze basisdoelen zijn: Het waarborgen van emotionele veiligheid; Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie; Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van sociale competentie; Socialisatie; het overdragen van waarden en normen. Aan de hand van het genoemd veldinstrument is de pedagogische praktijk tijdens het onderzoek op locatie beoordeeld. Er heeft een observatie van de pedagogische praktijk plaatsgevonden tijdens o.a., eten en drinken, en verzorgen van de kinderen, buitenspelen etc. Voor het buitenspelen beschikt dit kinderdagverblijf over een "ontdektuin", deze tuin is ingericht met natuurlijke elementen en materialen. De houder heeft bij het inrichten van het kinderdagverblijf rekening gehouden met de eisen die het vierogenprincipe aan deze voorziening stelt. De achterwacht functie voor deze locatie wordt vorm gegeven door o.a. de huismeester, het personeel van de buitenschoolse opvang die ook op deze locatie werkt en de senior medewerkster. De beroepskrachten handelen volgens de vier basisdoelen uit de Wet kinderopvang en geven hieraan invulling zoals deze beschreven staan in het pedagogisch beleidsplan. 4 van 13
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie wordt getoetst bij locaties die in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen zijn geregistreerd als gesubsidieerde locaties voor voorschoolse educatie. Het gaat hierbij om de uitvoering van een door een gemeente gesubsidieerd programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten. Op de website van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) is een lijst te vinden met erkende programma s. Deze programma s voldoen aan de eisen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Kinderdagverblijf Sinne Idzerdastins biedt als VVE programma Uk En Puk aan. Hierop is de personele bezetting berekend. Alle beroepskrachten die werkzaam zijn bij Sinne Kinderopvang hebben met goed gevolg de bijscholing gevolgd en succesvol afgerond, de certificaten zijn door de GGD ontvangen en gecontroleerd. De houder werkt met een programma voor een continue bijscholing. Het bijscholingsplan voor het jaar 2016 is door de GGD ontvangen en beoordeeld. De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de getoetste criteria van voorschoolse educatie. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (er is gesproken met de senior medewerkster van deze locatie.) Interview anderen (er is gesproken met de beroepskrachten) Observaties (er is geobserveerd tijdens het buitenspelen, eten en drinken en verzorgen van de kinderen) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan (versie september 2016) VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie 5 van 13
Personeel en groepen In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein Personeel en groepen belicht. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag Per 1 juli 2013 is de nulmeting continue screening opgenomen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Alle medewerkers die een verklaring omtrent het gedrag (VOG) hebben van vóór 1 maart 2013 dienen een nieuwe VOG aan te vragen. Daarmee wordt gecontroleerd of medewerkers relevante strafbare feiten hebben gepleegd in het verleden. Stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers vallen vooralsnog niet onder de continue screening en zullen tweejaarlijks een nieuwe VOG moeten aanleveren. Sinne Kinderopvang bewaard de persoonlijke gegevens van zijn medewerkers centraal op de hoofdvestiging. De VOG's van de beroepskrachten en stagiaires zijn op verzoek van de inspecteur naar de GGD verzonden. De verklaringen omtrent gedrag van de beroepskrachten die werkzaam zijn op dit kinderdagverblijf zijn getoetst. De toezichthouder heeft geen tekortkomingen geconstateerd. De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de getoetste criteria van de verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Voor de kindercentra worden de beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken, genoemd in de collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang, aangemerkt als passende beroepskwalificaties. De beroepskwalificaties van de beroepskrachten zijn op verzoek van de inspecteur toegestuurd en beoordeeld. Uit de toetsing is gebleken dat de beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie genoemd in de collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang. Opvang in groepen De dagopvang vindt plaats in een vertrouwde eigen ruimte, met dezelfde kinderen en vaste beroepskrachten (de stamgroep). KDV Sinne Idzerdastins heeft erkenning voor de opvang van 66 kinderen. Er wordt momenteel gewerkt met twee stamgroepen. Iedere groep vangt maximaal 16 kinderen op. De groepen maken gebruik van vaste stamgroepruimten, welke passend zijn ingericht. Het digitale planning systeem laat zien welke kinderen in welke groep aanwezig zijn. Het systeem berekent gelijktijdig welke personele inzet er vereist is. Er wordt gewerkt met vaste beroepskrachten. De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder voldoet aan de getoetste criteria in bovenstaande periode op het gebied van de opvang in groepen. 6 van 13
Beroepskracht-kindratio Het minimale aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen bij een gemengde leeftijdsgroep in een kindercentrum wordt, met in achtneming van uitzonderingen in de wet- en regelgeving, bepaald met behulp van een rekentool die bekend is gemaakt via de website www.rijksoverheid.nl. Hierbij is er de mogelijkheid bij openingstijden van 10 uur of langer om maximaal 3 uur af te wijken betreft het begin van de dag, de lunchpauze en het einde van de dag. Tijdens de inspectie waren er twee groepen geopend. Op groep Mik Mak waren 11 kinderen aanwezig met begeleiding van twee beroepskrachten. Op groep Rinkelbei waren zeven kinderen aanwezig met begeleiding van één beroepskracht en nog een extra ondersteuning van een stagiaire. Er is tijdens de inspectie bij het kinderdagverblijf een steekproef genomen van de presentielijsten en personeelsroosters van de voorgaande weken. De opbrengst van deze steekproef is dat in de gecontroleerde periode de BKR niet is overschreden. De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder voldoet aan de getoetste criteria in bovenstaande periode op het gebied van beroepskracht-kindratio 7 van 13
Veiligheid en gezondheid Bij het domein veiligheid en gezondheid wordt getoetst of is voldaan aan de eisen die aan houders worden gesteld met betrekking tot het uitvoeren van een risico inventarisatie veiligheid en gezondheid. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder van een kindercentrum voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerd kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder van het kindercentrum legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich mee brengt. Tijdens de inspectie is de risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid steekproefsgewijs getoetst aan de verschillende ruimtes en aan de praktijk. De meest recente risico-inventarisatie, voor veiligheid en gezondheid voor deze locatie, is uitgevoerd in oktober 2015. De risico-inventarisatie is te vinden op het net van Sinne Kinderopvang "kwibus" en de papieren versie is op de locatie aanwezig en kan op verzoek worden ingezien. De RI&E betreft de actuele situatie. Er is naar aanleiding van de inventarisatie een verslag risico-inventarisatie en een actielijst opgesteld waarin de te nemen maatregelen beschreven staan. Op deze actielijst staat ook vermeld wie er verantwoordelijk is, wie het herstel regelt en de datum dat het herstel is uitgevoerd. De inventarisatie beschrijft alle items die effect kunnen hebben op de veiligheid en gezondheid van de aanwezige kinderen en personeel. Op het gebied van veiligheid en gezondheid wordt in de praktijk gewerkt conform hetgeen is vastgelegd in de risico-inventarisatie en het plan van aanpak. De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder hiermee voldoet aan de getoetste criteria op het gebied van veiligheid en gezondheid. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (er is gesproken met de senior medewerkster van deze locatie) Interview anderen (er is gesproken met de beroepskrachten) Observaties (er is geobserveerd tijdens het buitenspelen, eten en drinken en verzorgen van de kinderen) Notulen oudercommissie Risico-inventarisatie veiligheid (oktober 2015) Risico-inventarisatie gezondheid (oktober2015) Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan (versie september 2016) 8 van 13
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) 9 van 13
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en 10 van 13
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en 11 van 13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KDV Sinne Idzerdastins Website : http://www.sinnekinderopvang.nl Aantal kindplaatsen : 66 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : SKL Kinderopvang B.V. Adres houder : Postbus 7525 Postcode en plaats : 8903 JM LEEUWARDEN Website : www.kinderopvangleeuwarden.nl KvK nummer : 01104421 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Fryslân Adres : Postbus 612 Postcode en plaats : 8901 BK LEEUWARDEN Telefoonnummer : 088-2299222 Onderzoek uitgevoerd door : Frans Schoutsen Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Leeuwarden Adres : Postbus 21000 Postcode en plaats : 8900 JA LEEUWARDEN Planning Datum inspectie : 12-10-2016 Opstellen concept inspectierapport : 13-10-2016 Hoor en wederhoor : 18-10-2016 Zienswijze :- Vaststelling inspectierapport : 18-10-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 21-10-2016 Verzenden inspectierapport naar : 21-10-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 28-10-2016 12 van 13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 13 van 13