FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 1ste SEMESTER 2015 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 151 30.06.2015
Verantwoordelijk uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor alle inlichtingen, zich wenden tot het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED), Departement Ondersteuning - Research en Financiën Trierstraat 70-1000 Brussel Website www.famifed.be Bijkomende exemplaren kunnen op verzoek bekomen worden Deze inlichtingen mogen gereproduceerd worden mits vermelding van de bron Dit document is louter informatief en mag niet beschouwd worden als een rechtsgeldig document. 30.06.2015
1. INLEIDING 2. BEGRIPSBEPALINGEN INHOUDSOPGAVE Pagina 1 5 3. BELGIË 3.1. SAMENVATTENDE TABEL 3.1.1. Verdeling van de rechthebbenden, de bijslagtrekkende gezinnen en de rechtgevende kinderen per stelsel 3.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 3.2.1. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin 3.2.2. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling per rechtscategorie en volgens het aantal kinderen in het gezin 3.2.3. Rechtgevende kinderen: 3.2.3.1. Verdeling per rechtscategorie en per leeftijdsgroep 3.2.3.2. Verdeling per rechtscategorie en per rang 3.2.3.3. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, AKBW) 3.2.3.3.1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) 3.2.3.3.2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) 3.2.3.3.3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN 3.2.4. Kraamgeld en adoptiepremies 3.2.5. Geplaatste kinderen 3.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 3.3.1. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin 3.3.2. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling per rechtscategorie en volgens het aantal kinderen in het gezin 3.3.3. Rechtgevende kinderen: 3.3.3.1. Verdeling per rechtscategorie en per leeftijdsgroep 3.3.3.2. Verdeling per rechtscategorie en per rang 3.3.4. Kraamgeld en adoptiepremies 4. VLAAMSE GEMEENSCHAP 4.1. SAMENVATTENDE TABEL 4.1.1. Verdeling van de rechthebbenden, de bijslagtrekkende gezinnen en de rechtgevende kinderen per stelsel 13 14 15 16 17 17 17 18 18 18 18 19 19 20 21 22 22 22 23 25
INHOUDSOPGAVE (vervolg) 4.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 4.2.1. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin 4.2.2. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling per rechtscategorie en volgens het aantal kinderen in het gezin 4.2.3. Rechtgevende kinderen: 4.2.3.1. Verdeling per rechtscategorie en per leeftijdsgroep 4.2.3.2. Verdeling per rechtscategorie en per rang 4.2.3.3. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, AKBW) 4.2.3.3.1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) 4.2.3.3.2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) 4.2.3.3.3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN 4.2.4. Kraamgeld en adoptiepremies 4.2.5. Geplaatste kinderen 4.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 4.3.1. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin 4.3.2. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling per rechtscategorie en volgens het aantal kinderen in het gezin 4.3.3. Rechtgevende kinderen: 4.3.3.1. Verdeling per rechtscategorie en per leeftijdsgroep 4.3.3.2. Verdeling per rechtscategorie en per rang 4.3.4. Kraamgeld en adoptiepremies 5. WAALS GEWEST 5.1. SAMENVATTENDE TABEL 5.1.1. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin 5.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 5.2.1. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin 5.2.2. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling per rechtscategorie en volgens het aantal kinderen in het gezin Pagina 26 27 28 28 28 29 29 29 29 30 30 31 32 33 33 33 34 36 37 38
5.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 5.3.1. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin 5.3.2. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling per rechtscategorie en volgens het aantal kinderen in het gezin 5.3.3. Rechtgevende kinderen: 5.3.3.1. Verdeling per rechtscategorie en per leeftijdsgroep 5.3.3.2. Verdeling per rechtscategorie en per rang 5.3.4. Kraamgeld en adoptiepremies 6. DUITSTALIGE GEMEENSCHAP 6.1. SAMENVATTENDE TABEL 6.1.1. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin 6.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 6.2.1. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin 6.2.2. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling per rechtscategorie en volgens het aantal kinderen in het gezin 6.2.3. Rechtgevende kinderen: 6.2.4. Kraamgeld en adoptiepremies INHOUDSOPGAVE (vervolg) 5.2.3. Rechtgevende kinderen: 5.2.3.1. Verdeling per rechtscategorie en per leeftijdsgroep 5.2.3.2. Verdeling per rechtscategorie en per rang 5.2.3.3. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, AKBW) 5.2.3.3.1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) 5.2.3.3.2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) 5.2.3.3.3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN 5.2.4. Kraamgeld en adoptiepremies 5.2.5. Geplaatste kinderen 6.2.3.1. Verdeling per rechtscategorie en per leeftijdsgroep 6.2.3.2. Verdeling per rechtscategorie en per rang 6.2.3.3. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, AKBW) 6.2.3.3.1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) 6.2.3.3.2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) 6.2.3.3.3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN Pagina 39 39 39 40 40 40 40 41 41 42 43 44 44 44 45 47 48 49 50 50 50 51 51 51 51 52
6.2.5. Geplaatste kinderen 6.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 6.3.1. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin 6.3.2. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling per rechtscategorie en volgens het aantal kinderen in het gezin 6.3.3. Rechtgevende kinderen: 6.3.3.1. Verdeling per rechtscategorie en per leeftijdsgroep 6.3.3.2. Verdeling per rechtscategorie en per rang 6.3.4. Kraamgeld en adoptiepremies 7.1. SAMENVATTENDE TABEL 7.1.1. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin 7.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 7.2.1. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin 7.2.2. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling per rechtscategorie en volgens het aantal kinderen in het gezin 7.2.3. Rechtgevende kinderen: 7.2.3.1. Verdeling per rechtscategorie en per leeftijdsgroep 7.2.3.2. Verdeling per rechtscategorie en per rang 7.2.3.3. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, AKBW) 7.2.3.3.1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) 7.2.3.3.2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) 7.2.3.3.3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN 7.2.4. Kraamgeld en adoptiepremies 7.2.5. Geplaatste kinderen INHOUDSOPGAVE (vervolg) 7. GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD (GGC) 7.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 7.3.1. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin 7.3.2. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling per rechtscategorie en volgens het aantal kinderen in het gezin 7.3.3. Rechtgevende kinderen: 7.3.3.1. Verdeling per rechtscategorie en per leeftijdsgroep Pagina 52 53 54 55 55 55 56 58 59 60 61 61 61 62 62 62 62 63 63 64 65 66 66
7.3.3.2. Verdeling per rechtscategorie en per rang 7.3.4. Kraamgeld en adoptiepremies INHOUDSOPGAVE (vervolg) Pagina 66 67 8. BAREMA 8.1. ALGEMENE KINDRBIJSLAGWET 69 8.1.1. Basiskinderbijslagen 69 8.1.2. Toeslagen 70 8.1.3. Kraamgeld 72 8.1.4. Adoptiepremie 72 8.1.5. Jaarlijkse bijslag 72 8.1.6. Grensbedragen voor de inkomsten of sociale uitkeringen 73 8.2. GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 74 8.2.1. Kinderen die niet voor een volledige maand kinderbijslag genieten in een andere regeling 74 8.2.2. Kinderen die al voor een volledige maand in een andere regeling kinderbijslag genieten 75 8.2.3. Kraamgeld 75 8.2.4. Grensbedrag van de bestaansmiddelen per kwartaal 75
1. INLEIDING
1. INLEIDING 2 DE BEVOEGDHEIDSOVERDRACHT EN DE ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET In het kader van de zesde staatshervorming werd, op 1 juli 2014, de bevoegdheid voor kinderbijslag overgedragen van het federale niveau naar de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ze worden "deelentiteiten" genoemd. Maar het is niet de enige belangrijke verandering bij de kinderbijslag in 2014. Tot 30 juni 2014 kende ons land vier kinderbijslagregelingen: die van de werknemers, die van de overheidssector, die van de zelfstandigen en die van de gewaarborgde gezinsbijslag (GGB). Op basis van de socioprofessionele situatie van de gezinsleden behoorde een gezin tot een van die regelingen. Via de Algemene Kinderbijslagwet (AKBW) 1, die in werking trad op 30 juni 2014, werd één wetgevend kader voor de gezinsbijslag van de werknemers, de zelfstandigen en de openbare sector ingevoerd. Wat betreft de overheidssector vertrouwden in 2014 alle instellingen het beheer van de kinderbijslag van hun personeel toe aan FAMIFED. De lokale en plaatselijke overheidsdiensten vormen een uitzondering, zij blijven afhangen van de Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels (DIBISS) 2. 1 Publicatie in het Belgisch Staatsblad van 5 mei 2014. 2 Op 1 januari 2015 fusioneerden de Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO) tot DIBISS, met hoofdzetel in de Jozef II-straat 47 te 1000 Brussel. https://www.orpss.fgov.be/fr. De Beheerscomités van FAMIFED en van DIBISS gingen al akkoord over een fusie van de twee instellingen, die effectief zal worden, in verschillende fases, gedurende de tweede semester van 2016. 30.06.2015
1. INLEIDING 3 NIEUWE STRUCTUUR VAN DE HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN De structuur van deze publicatie werd grondig herzien om zich aan de nieuwe realiteit van de sector van de kinderbijslag aan te passen. De gegevens zijn nu verdeeld in vijf hoofdstukken: de gegevens voor het hele land; de specifieke gegevens voor elk van de vier deelentiteiten. Binnen elke hoofdstuk worden de gegevens voorgesteld op 3 niveaus: een overzichtstabel van alle regelingen; het algemeen stelsel van de kinderbijslag met de gegevens van de regelingen van de Algemene Kinderbijslagwet (werknemers, zelfstandigen, de publieke sector); de gegevens van het stelsel van de gewaarborgde kinderbijslag. Deze halfjaarlijkse versie bevat de belangrijkste statistische gegevens. Meer gedetailleerde gegevens zijn beschikbaar op het statistiekportaal van FAMIFED, dat online geraadpleegd kan worden op het volgende adres: http://bruxelles.famifed.be/nl/statistics 30.06.2015
1. INLEIDING 4 REGIONALE AANKNOPINGSFACTOREN Het regionale selectiecriterium is de woonplaats van het kind. Voor de kinderen met een woonplaats buiten België is het regionale selectiecriterium de vestigingseenheid van de huidige of laatste werkgever in België van de rechthebbende. Als de vestigingseenheid 3 niet gekend is, moet met het adres van de exploitatiezetel van de huidige of laatste werkgever van de rechthebbende rekening worden gehouden. Als het adres van de werkgever niet kan worden bepaald, moet met het huidige of het laatste domicilie van de rechthebbende in België rekening worden gehouden. In laatste instantie wordt met het adres van het betaalbureau van het bevoegde fonds rekening gehouden. 3 Onder 'vestigingseenheid' (VE) verstaat men een plaats die men, geografisch gezien, kan identificeren door een adres waar ten minste één activiteit van de onderneming wordt uitgeoefend of van waaruit de activiteit wordt uitgeoefend (art. I.2, 16 van Boek I van het Wetboek van economisch recht). De VE is dus elke geografisch afgescheiden exploitatiezetel, afdeling of onderafdeling (atelier, fabriek, magazijn, bureau, ) gesitueerd op een geografisch welbepaalde locatie en identificeerbaar met een adres. Op deze locatie, of vanuit deze locatie, worden één of meerdere hoofd-, neven- of hulpactiviteiten uitgevoerd voor rekening van de onderneming / instelling / vereniging. Elke onderneming / instelling / vereniging heeft in principe minstens één VE. Elke VE krijgt een eigen identificatienummer dat volledig los staat van de juridische entiteit waar ze op dat moment deel van uitmaakt en die geïdentificeerd wordt door het KBO-nummer. 30.06.2015
2. BEGRIPSBEPALINGEN 30.06.2015
Hieronder vindt men de definities van de verschillende begrippen die in de tabellen gebruikt worden. 2. BEGRIPSBEPALINGEN 6 Algemeen stelsel van de kinderbijslag Het omvat de werknemers, de zelfstandigen en de openbare sector. De gewaarborgde kinderbijslag Dit is de residuaire regeling van gezinsbijslag voor gezinnen die geen recht hebben op kinderbijslag in een andere regeling en van wie de inkomsten een bepaalde grens niet overschrijden. Rechthebbenden op kinderbijslag De rechthebbende is de persoon die het recht op kinderbijslag opent. Eenzelfde rechthebbende kan die hoedanigheid hebben voor kinderen uit verschillende bijslagtrekkende gezinnen (zie definitie hierna, blz. 11) Er bestaan verschillende categorieën van rechthebbenden: - Met relatie tot arbeid: a) de actieve werknemer; b) de gelijkgestelde werknemer: bepaalde situaties worden "gelijkgesteld" met arbeidsprestaties: staking, legerdienst, jaarlijkse vakantie, niet-gepresteerde dagen waarvoor een loon betaald wordt,... ; c) de werknemer getroffen door ziekte of ongeval; d) de gepensioneerde werknemer; e) de werkloze werknemer; f) de werknemer in loopbaanonderbreking; g) de wees van een werknemer; 30.06.2015
2. BEGRIPSBEPALINGEN 7 h) de weduwe van een actieve of gelijkgestelde werknemer; i) de gedetineerde; j) de verlaten echtgeno(o)t(e). - Zonder relatie tot arbeid: a) de persoon met een handicap (voor zijn kinderen); b) de student, de leerling, de werkzoekende (voor zijn kinderen); c) de persoon met een handicap (voor zichzelf). Bijslagtrekkende gezinnen De bijslagtrekkende gezinnen zijn die gezinnen waaraan de kinderbijslag effectief wordt uitbetaald. De kinderbijslag wordt betaald aan de persoon die het kind opvoedt. Dat is normaal gezien de moeder of de natuurlijke persoon of rechtspersoon die haar rol vervult. De kinderbijslag kan uitgekeerd worden aan het kind zelf als het gehuwd is, ontvoogd is, de leeftijd van 16 jaar bereikt heeft en gedomicilieerd is op een ander adres dan zijn ouders, of als het zelf bijslagtrekkende is. Kinderbijslagschalen Alle rechtgevende kinderen ontvangen een basisbedrag (artikel 40, AKBW), dat varieert naargelang de rang. Aan dat basisbedrag kan een sociale toeslag toegevoegd worden indien de rechthebbende werkloos, gepensioneerd of invalide is en de voorwaarden vervult om beschouwd te worden als rechthebbende met personen ten laste. De eenoudergezinnen, waarbij de beroeps- of vervangingsinkomens een bepaalde grens niet overstijgen, ontvangen eveneens een toeslag voor eenoudergezinnen. Dit geldt zowel voor diegenen die enkel een basisbijslag ontvangen, als voor diegenen die een sociale toeslag krijgen. Daarnaast bestaat er een specifiek bedrag voor bepaalde weeskinderen: de verhoogde wezenbijslag. 30.06.2015
2. BEGRIPSBEPALINGEN 8 Onder "Gewone schaal" verstaat men het basisbedrag zonder enige sociale toeslag of toeslag voor eenoudergezinnen. De kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening die een bijkomende bijslag ontvangen voor hun handicap (zie pagina 14) zijn wel inbegrepen in deze gewone schaal (als ze geen sociale toeslag of geen toeslag voor eenoudergezinnen krijgen). Als er aan het basisbedrag een sociale toeslag of en een toeslag voor eenoudergezinnen wordt toegevoegd of als het de specifieke bijslag voor wezen betreft, spreekt men van "Verhoogde schaal". Gewone schaal De gewone schaal wordt toegekend aan: kinderen van actieve werknemers en van tijdelijke werklozen; wezen waarvan de overlevende ouder hertrouwd is of een feitelijk gezin vormt; kinderen van volledige werklozen, tijdens de eerste zes maanden werkloosheid; kinderen van arbeidsongeschikten, tijdens de eerste zes maanden arbeidsongeschiktheid; kinderen van gepensioneerden, volledig werklozen vanaf de zevende maand werkloosheid, van invaliden en arbeidsongeschikten vanaf de zevende maand arbeidsongeschiktheid en van eenoudergezinnen, van wie de rechthebbende niet de voorwaarden vervult om beschouwd te worden als rechthebbende met personen ten laste of het maandelijkse bruto-inkomen van het gezin waar het kind verblijft ligt hoger dan de grensbedragen. 30.06.2015
2. BEGRIPSBEPALINGEN 9 Verhoogde schalen Er bestaan drie categorieën van verhoogde schalen: 1) de verhoogde schaal van artikel 50bis, AKBW: voor wezen waarvan de overlevende ouder niet hertrouwd is of geen feitelijk gezin vormt; 2) de verhoogde schaal van artikel 50ter, AKBW: voor kinderen van invaliden of arbeidsongeschikte werknemers vanaf de zevende maand van de arbeidsongeschiktheid, van wie de rechthebbende de voorwaarden vervult om beschouwd te worden als rechthebbende met personen ten laste en het maandelijkse bruto-inkomen van het gezin waar het kind verblijft ligt lager dan de grensbedragen; 3) de verhoogde schaal van artikel 42bis, AKBW: voor kinderen van gepensioneerden of volledig werklozen vanaf de zevende maand werkloosheid, van wie de rechthebbende de voorwaarden vervult om beschouwd te worden als rechthebbende met personen ten laste en het maandelijkse bruto-inkomen van het gezin waar het kind verblijft ligt lager dan de grensbedragen; 4) de verhoogde schaal van artikel 41, AKWB: voor kinderen van eenoudergezinnen, van wie de rechthebbende de voorwaarden vervult om beschouwd te worden als rechthebbende met personen ten laste en het maandelijkse bruto-inkomen van het gezin waar het kind verblijft ligt lager dan de grensbedragen. Sinds 1 januari 2007, wordt in geval van werkhervatting en op voorwaarde dat de inkomsten het toegelaten plafond niet overschrijden, het recht op de verhoogde schaal voor de duur van maximaal 8 kwartalen gehandhaafd. De rechtgevenden op een sociale toeslag die ook deel uitmaken van een eenoudergezin zijn geïntegreerd in de aantallen van de sociale toeslag die ze krijgen (art. 42bis, AKWB of art.50ter, AKWB). In de aantallen van art.41, AKWB vindt men uitsluitend de eenoudergezinnen waarvan de rechthebbende niet langdurig werkloos of gepensioneerd is (art.42bis, AKWB), noch invalide is (art.50ter, AKWB). 30.06.2015
2. BEGRIPSBEPALINGEN 10 Rechtgevende kinderen Het kind waarvoor kinderbijslag uitgekeerd wordt, wordt het rechtgevend kind genoemd. Iedere werknemer heeft recht op kinderbijslag voor: 1) de eigen kinderen, de kinderen van zijn echtgenote en de gemeenschappelijke kinderen; 2) de kinderen die door hem of zijn echtgenote geadopteerd zijn of gewettigd door adoptie of van wie hij of zijn echtgenote de pleegvoogd is; 3) de kleinkinderen of achterkleinkinderen, neven en nichten die minstens drie maanden deel uitmaken van zijn gezin; 4) de broers of zussen die deel uitmaken van het gezin, op voorwaarde dat zij geen kinderbijslag genieten volgens een Belgische of buitenlandse bepaling; 5) de broers of zussen die geen deel uitmaken van het gezin en nog geen kinderbijslag genieten volgens een Belgische of buitenlandse bepaling; 6) de kinderen van de persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt en de kinderen van de ex-echtgenoot die deel uitmaken van het gezin; de kinderen van de persoon met wie hij wettelijk samenwoont of samenwoonde, en geen feitelijk gezin meer vormt, op voorwaarde dat die kinderen tot zijn gezin behoren; 7) de kinderen die in zijn gezin geplaatst zijn ten laste of door bemiddeling van een openbare overheid; 8) de kinderen die deel uitmaken van het gezin en over wie hijzelf, zijn echtgenote of de persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt het ouderlijke gezag heeft door een vonnis van de jeugdrechtbank. De Minister van Sociale Zaken kan in (categorieën van) behartigenswaardige gevallen stellen dat een werknemer recht heeft op kinderbijslag voor kinderen die deel uitmaken van zijn gezin. Sinds 16 juli 2007 kan, in bepaalde gevallen, de afwijking toegekend worden op eenvoudige vraag of automatisch door het kinderbijslagfonds. Er is in principe geen kinderbijslag verschuldigd voor kinderen opgevoed buiten het Rijk. Maar in toepassing van Europese verordeningen, bilaterale overeenkomsten of afwijkingen kan toch kinderbijslag worden uitbetaald onder welbepaalde voorwaarden. 30.06.2015
2. BEGRIPSBEPALINGEN 11 Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening (art. 47, AKBW) In het oude systeem dat nog steeds van kracht is, gaat het om kinderen met een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minimum 66% die tot de leeftijd van 21 jaar op één van de bijkomende bijslagen voorzien in artikel 47, AKBW aanspraak maken. De erkenning van de aandoening wordt toegekend door de medische dienst van de FOD Sociale Zekerheid. De bijkomende bijslag is afhankelijk van de zelfredzaamheidsgraad van het kind die bepaald wordt door een schaal van 0 tot 9 punten. De bijkomende bijslag is progressief vanaf 0 punten, 4 punten en 7 punten. Vanaf 1 mei 2003 is er een nieuwe regeling van kracht voor de kinderen die geboren zijn na 1 januari 1996. Vanaf 1 januari 2007 is deze regeling uitgebreid tot de kinderen die vanaf 1 januari 1993 geboren zijn. Vanaf 1 mei 2009 is deze regeling ook van toepassing op kinderen geboren voor 1 januari 1993 bij een nieuwe aanvraag, een herziening van de handicap en bij een nieuwe evaluatie. De bijkomende bijslag wordt toegekend in functie van de gevolgen van de aandoening gemeten volgens drie pijlers: de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid (pijler 1), de activiteit en de participatie van het kind (pijler 2) en de gevolgen voor de familiale omgeving (pijler 3). In deze nieuwe regeling gebeurt de evaluatie op een schaal van 0 tot 36 punten. Het kind moet voor de 1e pijler minstens 4 punten hebben ofwel minstens 6 punten voor de drie pijlers samen. De bijkomende bijslag is progressief vanaf 4, 6, 9, 12, 15, 18 en meer dan 20 punten. Bij de 6 tot 8 en de 9 tot 11 punten is de bijkomende bijslag aanzienlijk lager indien het minimum van 4 punten niet behaald wordt in pijler 1. De bijkomende bijslag ten gunste van het rechtgevend kind met een aandoening is niet langer verschuldigd als het rechtgevend kind een activiteit uitoefent waardoor het verzekeringsplichtig wordt t.a.v. een van de sociale zekerheidsregelingen, behalve als het tewerkgesteld is in een beschutte werkplaats of een leerovereenkomst gesloten heeft. 30.06.2015
2. BEGRIPSBEPALINGEN 12 Gehandicapte kinderen ouder dan 25 jaar De personen met een handicap die geboren zijn vóór 1 juli 1966 en erkend zijn als volledig arbeidsongeschikt of tewerkgesteld zijn in een beschutte werkplaats ontvangen de gewone schaal. Geplaatste kinderen (art. 70 en 70ter, AKBW) De kinderbijslag voor een kind dat door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid geplaatst is in een instelling, wordt als volgt betaald: 2/3 aan de instelling of aan de plaatsingsoverheid, in toepassing van de regelgeving met betrekking tot de jeugdbescherming; 1/3 aan de persoon die de bijslagtrekkende was vóór de plaatsing. Als de plaatsing een maatregel inzake jeugdbescherming is, beslist de jeugdrechter of de overheid over het overige derde. Ze kunnen aan dat derde een andere bestemming geven, bijvoorbeeld een storting op een spaarrekening of een uitbetaling aan een bijzondere voogd. Wanneer een kind bij een particulier geplaatst is, wordt de kinderbijslag in haar geheel betaald aan het opvanggezin. Er wordt ook een forfaitaire bijslag betaald aan de persoon die het kind opvoedde vóór de plaatsing, zolang die nauw contact onderhoudt met het kind. 30.06.2015
3. BELGIË
3.1. SAMENVATTENDE TABEL 14 3.1.1. VERDELING VAN DE RECHTHEBBENDEN, BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN EN RECHTGEVENDE KINDEREN PER STELSEL STELSEL RECHTHEBBENDEN BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN RECHTGEVENDE KINDEREN ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 1.563.519 1.614.334 2.789.043 STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 8.516 8.634 18.286 TOTAAL 1.572.035 1.622.968 2.807.329 BELGIË 30.06.2015
3.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 15 3.2.1. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG VERDELING VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL AANTAL RECHTHEBBENDEN 704.123 592.349 196.445 51.951 12.696 3.794 1.264 501 203 193 1.563.519 BELGIË 30.06.2015
3.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 16 3.2.2. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 50ter, AKBW invaliden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ALGEMEEN TOTAAL 1 597.868 59.769 55.194 40.155 21.349 774.335 2 506.014 25.927 30.221 20.671 7.986 590.819 3 153.035 7.199 14.895 9.310 2.031 186.470 4 34.795 1.909 6.188 3.859 453 47.204 5 7.095 374 2.009 1.309 95 10.882 6 1.832 97 653 425 26 3.033 7 566 27 221 153 6 973 8 216 7 71 66 2 362 9 84 3 33 18-138 10 en + 82 1 17 18-118 TOTAAL 1.301.587 95.313 109.502 75.984 31.948 1.614.334 BELGIË 30.06.2015
3.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 17 3.2.3. RECHTGEVENDE KINDEREN 3.2.3.1. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER LEEFTIJDSGROEP LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) 0-5 jaar 616.253 5.779 32.412 464 56.915 827 26.148 609 1.738 21 733.466 7.700 741.166 6-11 jaar 599.717 14.114 39.243 1.328 53.467 1.953 33.270 2.118 6.631 233 732.328 19.746 752.074 12-17 jaar 560.576 15.598 41.633 1.611 49.341 2.297 41.737 3.104 15.380 692 708.667 23.302 731.969 18-24 jaar 426.587 6.047 24.720 560 35.829 999 27.691 1.242 20.760 460 535.587 9.308 544.895 +25 jaar 17.319 1.620 18.939 18.939 TOTAAL 2.220.452 41.538 139.628 3.963 195.552 6.076 128.846 7.073 44.509 1.406 2.728.987 60.056 2.789.043 3.2.3.2. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER RANG RANG VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 50ter, AKBW invaliden ARTIKEL 50ter, AKBW invaliden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ARTIKEL 50bis, AKBW wezen hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) ALGEMEEN TOTAAL 1ste 1.248.175 23.313 86.099 2.526 103.097 3.386 70.179 3.973 31.985 1.022 1.539.535 34.220 1.573.755 2de 704.334 12.866 37.814 1.018 53.770 1.646 34.569 1.922 9.539 290 840.026 17.742 857.768 3de en + 267.943 5.359 15.715 419 38.685 1.044 24.098 1.178 2.985 94 349.426 8.094 357.520 TOTAAL 2.220.452 41.538 139.628 3.963 195.552 6.076 128.846 7.073 44.509 1.406 2.728.987 60.056 2.789.043 TOTAAL TOTAAL ALGEMEEN TOTAAL (*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, AKBW) BELGIË 30.06.2015
3.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 18 3.2.3.3. RECHTGEVENDE KINDEREN JONGER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING EN RECHTGEVEND OP EEN TOESLAG (art. 47, AKBW) 3.2.3.3.1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) ZELFREDZAAMHEIDSGRAAD 0-3 punten 4-6 punten 7-9 punten TOTAAL AANTAL TOESLAGEN 109 96 139 344 3.2.3.3.2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING minimum 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers 6-8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 6-8 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler 12-14 punten over de 3 pijlers 15-17 punten over de 3 pijlers 18-20 punten over de 3 pijlers + 20 punten over de 3 pijlers TOTAAL AANTAL TOESLAGEN 71 25.654 2.049 7.509 6.432 7.776 4.078 2.697 3.446 59.712 3.2.3.3.3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN TOTAAL 60.056 BELGIË 30.06.2015
3.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 19 3.2.4. KRAAMGELD EN ADOPTIEPREMIE AANTAL GEBOORTES DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD EN AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD EERSTE SEMESTER 2015 RANG GEBOORTES ADOPTIES Eerste rang 28.540 70 Volgende rangen 32.150 16 TOTAAL 60.690 86 3.2.5. GEPLAATSTE KINDEREN In een instelling (art. 70, AKBW) AARD VAN DE PLAATSING Bij een particulier (art. 70ter, AKBW) (*) AANTAL GEPLAATSTE KINDEREN 18.274 4.077 (*) Het gaat om het aantal bij een particulier geplaatste kinderen voor wie een forfaitaire uitkering betaald wordt aan de persoon die vóór de plaatsing de kinderbijslag ontving. BELGIË 30.06.2015
3.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 20 3.3.1. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG VERDELING VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN AANTAL RECHTHEBBENDEN 1 3.460 2 2.367 3 1.437 4 771 5 300 6 118 7 34 8 19 9 5 10 en + 5 TOTAAL 8.516 BELGIË 30.06.2015
3.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 21 3.3.2. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 10, 3, GGB(*) Speciale schaal voor geplaatste kinderen ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ALGEMEEN TOTAAL 1 118 7 41 3.413 30 3.609 2 59 1 9 2.281 22 2.372 3 28 1 2 1.394 6 1.431 4 20 2 1 721 7 751 5 8-1 284 2 295 6 1 - - 114-115 7 1 - - 33 1 35 8 1 - - 15-16 9 - - - 6-6 10 en + - - - 4-4 TOTAAL 236 11 54 8.265 68 8.634 (*) Wet gewaarborgde gezinsbijslag BELGIË 30.06.2015
3.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 22 3.3.3. RECHTGEVENDE KINDEREN 3.3.3.1. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER LEEFTIJDSGROEP LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 10, 3, PFG(*) Speciale schaal voor geplaatste kinderen ARTIKEL 42bis, AKBW langurig werklozen en gepensionneerden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ALGEMEEN TOTAAL 0-5 jaar 193 5 30 7.108 13 7.349 6-11 jaar 97 7 22 5.092 33 5.251 12-17 jaar 122 7 21 3.853 48 4.051 18-24 jaar 49 1 1 1.541 43 1.635 +25 jaar TOTAAL 461 20 74 17.594 137 18.286 3.3.3.1. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER RANG RANG VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 10, 3, PFG(*) Speciale schaal voor geplaatste kinderen ARTIKEL 42bis, AKBW langurig werklozen en gepensionneerden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ALGEMEEN TOTAAL 1ste 186 9 45 7.680 63 7.983 2de 124 4 16 4.973 41 5.158 3de en + 151 7 13 4.941 33 5.145 TOTAAL 461 20 74 17.594 137 18.286 (*) Wet gewaarborgde gezinsbijslag BELGIË 30.06.2015
3.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 23 3.3.4. KRAAMGELD EN ADOPTIEPREMIE AANTAL GEBOORTES DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD EN AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD RANG GEBOORTES ADOPTIES Eerste rang Volgende rangen TOTAAL 271-527 - 798 - BELGIË 30.06.2015
4. VLAAMSE GEMEENSCHAP
4.1. SAMENVATTENDE TABEL 25 4.1.1. VERDELING VAN DE RECHTHEBBENDEN, BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN EN RECHTGEVENDE KINDEREN PER STELSEL STELSEL RECHTHEBBENDEN BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN RECHTGEVENDE KINDEREN ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 880.003 904.004 1.568.152 STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 1.853 1.878 4.325 TOTAAL 881.856 905.882 1.572.477 VLAAMSE GEMEENSCHAP 30.06.2015
4.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 26 4.2.1. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG VERDELING VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN AANTAL RECHTHEBBENDEN 1 385.181 2 351.455 3 107.990 4 26.157 5 6.184 6 1.838 7 647 8 283 9 136 10 en + 132 TOTAAL 880.003 VLAAMSE GEMEENSCHAP 30.06.2015
4.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 27 4.2.2. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 50ter, AKBW invaliden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ALGEMEEN TOTAAL 1 346.491 28.019 19.116 15.657 9.262 418.545 2 315.264 12.717 10.662 8.043 4.024 350.710 3 90.037 3.249 5.084 3.477 993 102.840 4 19.032 838 2.376 1.576 195 24.017 5 3.829 156 865 531 46 5.427 6 1.010 35 299 178 15 1.537 7 337 10 102 75 4 528 8 132 4 47 35 1 219 9 63 1 24 10-98 10 en + 61-11 11-83 TOTAAL 776.256 45.029 38.586 29.593 14.540 904.004 VLAAMSE GEMEENSCHAP 30.06.2015
4.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 28 4.2.3. RECHTGEVENDE KINDEREN 4.2.3.1. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER LEEFTIJDSGROEP LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) 0-5 jaar 364.500 3.411 13.554 193 19.685 280 9.773 258 809 9 408.321 4.151 412.472 6-11 jaar 357.931 8.741 18.225 630 18.995 734 13.001 906 3.130 128 411.282 11.139 422.421 12-17 jaar 336.173 9.921 20.417 863 18.431 905 16.318 1.322 7.134 327 398.473 13.338 411.811 18-24 jaar 257.831 3.816 12.395 293 13.284 424 11.091 548 9.683 205 304.284 5.286 309.570 +25 jaar 10.795 1.083 11.878 11.878 TOTAAL 1.327.230 25.889 65.674 1.979 70.395 2.343 50.183 3.034 20.756 669 1.534.238 33.914 1.568.152 4.2.3.2. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER RANG RANG VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 50ter, AKBW invaliden ARTIKEL 50ter, AKBW invaliden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ARTIKEL 50bis, AKBW wezen hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) 1ste 743.264 14.681 40.460 1.255 36.079 1.341 27.099 1.706 14.509 481 861.411 19.464 880.875 2de 430.114 8.083 18.161 531 19.210 634 13.407 844 4.822 144 485.714 10.236 495.950 3de en + 153.852 3.125 7.053 193 15.106 368 9.677 484 1.425 44 187.113 4.214 191.327 TOTAAL 1.327.230 25.889 65.674 1.979 70.395 2.343 50.183 3.034 20.756 669 1.534.238 33.914 1.568.152 TOTAAL TOTAAL ALGEMEEN TOTAAL ALGEMEEN TOTAAL (*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, AKBW) VLAAMSE GEMEENSCHAP 30.06.2015
4.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 29 4.2.3.3. RECHTGEVENDE KINDEREN JONGER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING EN RECHTGEVEND OP EEN TOESLAG (art. 47, AKBW) 4.2.3.3.1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) ZELFREDZAAMHEIDSGRAAD 0-3 punten 4-6 punten 7-9 punten TOTAAL AANTAL TOESLAGEN 34 57 62 153 4.2.3.3.2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING minimum 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers 6-8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 6-8 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler 12-14 punten over de 3 pijlers 15-17 punten over de 3 pijlers 18-20 punten over de 3 pijlers + 20 punten over de 3 pijlers TOTAAL AANTAL TOESLAGEN 49 16.215 1.120 4.255 2.671 4.436 1.958 1.391 1.666 33.761 4.2.3.3.3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN TOTAAL 33.914 VLAAMSE GEMEENSCHAP 30.06.2015
4.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 30 4.2.4. KRAAMGELD EN ADOPTIEPREMIE AANTAL GEBOORTES DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD EN AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD EERSTE SEMESTER 2015 RANG GEBOORTES ADOPTIES Eerste rang 15.733 37 Volgende rangen 17.461 9 TOTAAL 33.194 46 4.2.5. GEPLAATSTE KINDEREN In een instelling (art. 70, AKBW) AARD VAN DE PLAATSING Bij een particulier (art. 70ter, AKBW) (*) AANTAL GEPLAATSTE KINDEREN 11.440 2.605 (*) Het gaat om het aantal bij een particulier geplaatste kinderen voor wie een forfaitaire uitkering betaald wordt aan de persoon die vóór de plaatsing de kinderbijslag ontving. VLAAMSE GEMEENSCHAP 30.06.2015
4.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 31 4.3.1. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG VERDELING VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN AANTAL RECHTHEBBENDEN 1 678 2 488 3 339 4 198 5 88 6 36 7 12 8 9 9 2 10 en + 3 TOTAAL 1.853 VLAAMSE GEMEENSCHAP 30.06.2015
4.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 32 4.3.2. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 10, 3, GGB(*) Speciale schaal voor geplaatste kinderen ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ALGEMEEN TOTAAL 1 16 4 9 673 3 705 2 12-4 473 3 492 3 11-2 332-345 4 4 1 1 181 1 188 5 3 - - 84-87 6 - - - 35-35 7 - - - 13-13 8 - - - 8-8 9 - - - 3-3 10 en + - - - 2-2 TOTAAL 46 5 16 1.804 7 1.878 (*) Wet gewaarborgde gezinsbijslag VLAAMSE GEMEENSCHAP 30.06.2015
4.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 33 4.3.3. RECHTGEVENDE KINDEREN 4.3.3.1. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER LEEFTIJDSGROEP LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 10, 3, PFG(*) Speciale schaal voor geplaatste kinderen ARTIKEL 42bis, AKBW langurig werklozen en gepensionneerden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ALGEMEEN TOTAAL 0-5 jaar 42 2 10 1.505 1 1.560 6-11 jaar 26 2 7 1.269 5 1.309 12-17 jaar 23 3 9 1.042 4 1.081 18-24 jaar 13 1 1 357 3 375 +25 jaar TOTAAL 104 8 27 4.173 13 4.325 4.3.3.1. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER RANG RANG VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 10, 3, PFG(*) Speciale schaal voor geplaatste kinderen ARTIKEL 42bis, AKBW langurig werklozen en gepensionneerden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ALGEMEEN TOTAAL 1ste 38 4 14 1.709 6 1.771 2de 30 1 8 1.143 5 1.187 3de en + 36 3 5 1.321 2 1.367 TOTAAL 104 8 27 4.173 13 4.325 (*) Wet gewaarborgde gezinsbijslag VLAAMSE GEMEENSCHAP 30.06.2015
4.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 34 4.3.4. KRAAMGELD EN ADOPTIEPREMIE AANTAL GEBOORTES DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD EN AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD RANG GEBOORTES ADOPTIES Eerste rang Volgende rangen TOTAAL 39-119 - 158 - VLAAMSE GEMEENSCHAP 30.06.2015
5. WAALS GEWEST
5.1. SAMENVATTENDE TABEL 36 5.1.1. VERDELING VAN DE RECHTHEBBENDEN, BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN EN RECHTGEVENDE KINDEREN PER STELSEL STELSEL RECHTHEBBENDEN BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN RECHTGEVENDE KINDEREN ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 517.388 539.231 909.263 STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 3.220 3.279 7.070 TOTAAL 520.608 542.510 916.333 WAALS GEWEST 30.06.2015
5.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 37 5.2.1. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG VERDELING VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN AANTAL RECHTHEBBENDEN 1 245.133 2 184.924 3 64.154 4 17.105 5 4.101 6 1.309 7 420 8 153 9 50 10 en + 39 TOTAAL 517.388 WAALS GEWEST 30.06.2015
5.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 38 5.2.2. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 50ter, AKBW invaliden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ALGEMEEN TOTAAL 1 197.520 23.782 24.998 19.546 9.690 275.536 2 149.449 9.708 12.187 9.480 3.112 183.936 3 46.864 2.809 5.482 4.092 773 60.020 4 10.644 717 1.965 1.497 177 15.000 5 2.062 164 551 517 28 3.322 6 549 38 209 168 5 969 7 143 15 79 59 2 298 8 64 2 13 22 1 102 9 15 1 4 8-28 10 en + 10 1 3 6-20 TOTAAL 407.320 37.237 45.491 35.395 13.788 539.231 WAALS GEWEST 30.06.2015
5.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 39 5.2.3. RECHTGEVENDE KINDEREN 5.2.3.1. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER LEEFTIJDSGROEP LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) 0-5 jaar 180.894 1.779 13.587 185 22.149 351 11.643 271 680 10 228.953 2.596 231.549 6-11 jaar 184.950 4.279 15.313 505 20.449 833 14.837 1.003 2.720 84 238.269 6.704 244.973 12-17 jaar 177.315 4.670 15.969 601 19.329 1.012 19.255 1.501 6.514 312 238.382 8.096 246.478 18-24 jaar 133.717 1.782 8.851 207 13.893 394 12.029 553 8.600 213 177.090 3.149 180.239 +25 jaar 5.560 464 6.024 6.024 TOTAAL 682.436 12.510 54.184 1.498 75.820 2.590 57.764 3.328 18.514 619 888.718 20.545 909.263 5.2.3.2. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER RANG RANG VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 50ter, AKBW invaliden ARTIKEL 50ter, AKBW invaliden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ARTIKEL 50bis, AKBW wezen hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) 1ste 390.568 6.944 33.702 957 42.681 1.480 32.617 1.885 13.824 460 513.392 11.726 525.118 2de 210.056 3.835 14.313 369 20.354 669 15.243 909 3.593 118 263.559 5.900 269.459 3de en + 81.812 1.731 6.169 172 12.785 441 9.904 534 1.097 41 111.767 2.919 114.686 TOTAAL 682.436 12.510 54.184 1.498 75.820 2.590 57.764 3.328 18.514 619 888.718 20.545 909.263 TOTAAL TOTAAL ALGEMEEN TOTAAL ALGEMEEN TOTAAL (*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, AKBW) WAALS GEWEST 30.06.2015
5.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 40 5.2.3.3. RECHTGEVENDE KINDEREN JONGER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING EN RECHTGEVEND OP EEN TOESLAG (art. 47, AKBW) 5.2.3.3.1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) ZELFREDZAAMHEIDSGRAAD 0-3 punten 4-6 punten 7-9 punten TOTAAL AANTAL TOESLAGEN 59 31 55 145 5.2.3.3.2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING minimum 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers 6-8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 6-8 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler 12-14 punten over de 3 pijlers 15-17 punten over de 3 pijlers 18-20 punten over de 3 pijlers + 20 punten over de 3 pijlers TOTAAL AANTAL TOESLAGEN 9 8.050 720 2.612 2.963 2.517 1.456 873 1.200 20.400 5.2.3.3.3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN TOTAAL 20.545 WAALS GEWEST 30.06.2015
5.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 41 5.2.4. KRAAMGELD EN ADOPTIEPREMIE AANTAL GEBOORTES DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD EN AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD EERSTE SEMESTER 2015 RANG GEBOORTES ADOPTIES Eerste rang 8.685 26 Volgende rangen 9.760 7 TOTAAL 18.445 33 5.2.5. GEPLAATSTE KINDEREN In een instelling (art. 70, AKBW) AARD VAN DE PLAATSING Bij een particulier (art. 70ter, AKBW) (*) AANTAL GEPLAATSTE KINDEREN 5.619 1.280 (*) Het gaat om het aantal bij een particulier geplaatste kinderen voor wie een forfaitaire uitkering betaald wordt aan de persoon die vóór de plaatsing de kinderbijslag ontving. WAALS GEWEST 30.06.2015
5.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 42 5.3.1. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG VERDELING VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN AANTAL RECHTHEBBENDEN 1 1.306 2 841 3 552 4 306 5 135 6 53 7 15 8 8 9 2 10 en + 2 TOTAAL 3.220 WAALS GEWEST 30.06.2015
5.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 43 5.3.2. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 10, 3, GGB(*) Speciale schaal voor geplaatste kinderen ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ALGEMEEN TOTAAL 1 60 3 21 1.289 7 1.380 2 23 1 4 805 9 842 3 12 - - 536 1 549 4 11 - - 285 4 300 5 4-1 125 2 132 6 1 - - 50-51 7 1 - - 14-15 8 1 - - 5-6 9 - - - 2-2 10 en + - - - 2-2 TOTAAL 113 4 26 3.113 23 3.279 (*) Wet gewaarborgde gezinsbijslag WAALS GEWEST 30.06.2015
5.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 44 5.3.3. RECHTGEVENDE KINDEREN 5.3.3.1. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER LEEFTIJDSGROEP LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 10, 3, PFG(*) Speciale schaal voor geplaatste kinderen ARTIKEL 42bis, AKBW langurig werklozen en gepensionneerden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ALGEMEEN TOTAAL 0-5 jaar 97 2 15 2.765 7 2.886 6-11 jaar 50 1 12 1.978 14 2.055 12-17 jaar 62 2 7 1.475 17 1.563 18-24 jaar 18 - - 532 16 566 +25 jaar TOTAAL 227 5 34 6.750 54 7.070 5.3.3.1. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER RANG RANG VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 10, 3, PFG(*) Speciale schaal voor geplaatste kinderen ARTIKEL 42bis, AKBW langurig werklozen en gepensionneerden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ALGEMEEN TOTAAL 1ste 87 3 20 2.835 21 2.966 2de 56 1 6 1.882 17 1.962 3de en + 84 1 8 2.033 16 2.142 TOTAAL 227 5 34 6.750 54 7.070 (*) Wet gewaarborgde gezinsbijslag WAALS GEWEST 30.06.2015
5.3. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 45 5.3.4. KRAAMGELD EN ADOPTIEPREMIE AANTAL GEBOORTES DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD EN AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD RANG GEBOORTES ADOPTIES Eerste rang Volgende rangen TOTAAL 105-201 - 306 - WAALS GEWEST 30.06.2015
6. DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
6.1. SAMENVATTENDE TABEL 47 6.1.1. VERDELING VAN DE RECHTHEBBENDEN, BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN EN RECHTGEVENDE KINDEREN PER STELSEL STELSEL RECHTHEBBENDEN BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN RECHTGEVENDE KINDEREN ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 8.125 8.284 14.477 STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 98 98 210 TOTAAL 8.223 8.382 14.687 DUITSTALIGE GEMEENSCHAP 30.06.2015
6.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 48 6.2.1. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG VERDELING VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN AANTAL RECHTHEBBENDEN 1 3.453 2 3.377 3 1.025 4 208 5 41 6 8 7 6 8 2 9-10 en + 5 TOTAAL 8.125 DUITSTALIGE GEMEENSCHAP 30.06.2015
6.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 49 6.2.2. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 50ter, AKBW invaliden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ALGEMEEN TOTAAL 1 2.841 310 274 147 107 3.679 2 2.937 149 163 78 37 3.364 3 837 38 66 47 5 993 4 144 11 30 7 3 195 5 23 1 7 3-34 6 5-1 1-7 7 3 1 1 1-6 8 1 - - 1-2 9 - - - - - - 10 en + 2-2 - - 4 TOTAAL 6.793 510 544 285 152 8.284 DUITSTALIGE GEMEENSCHAP 30.06.2015
6.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 50 6.2.3. RECHTGEVENDE KINDEREN 6.2.3.1. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER LEEFTIJDSGROEP LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) 0-5 jaar 2.966 40 130 2 276 4 102 4 12-3.486 50 3.536 6-11 jaar 2.897 82 195 12 259 10 107 7 23-3.481 111 3.592 12-17 jaar 3.294 105 222 20 243 12 174 15 60 3 3.993 155 4.148 18-24 jaar 2.462 60 181 6 174 8 93 6 109 1 3.019 81 3.100 +25 jaar 91 10 101 101 TOTAAL 11.710 287 738 40 952 34 476 32 204 4 14.080 397 14.477 6.2.3.2. VERDELING PER RECHTSCATEGORIE EN PER RANG RANG VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN ARTIKEL 40, AKBW Gewone schaal ARTIKEL 41, AKBW eenoudergezinnen ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 42bis, AKBW langdurig werklozen en gepensioneerden ARTIKEL 50ter, AKBW invaliden ARTIKEL 50ter, AKBW invaliden ARTIKEL 50bis, AKBW wezen ARTIKEL 50bis, AKBW wezen hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) hand. (*) 1ste 6.568 180 454 27 514 21 267 15 151 1 7.954 244 8.198 2de 3.883 83 207 11 265 8 132 7 44 2 4.531 111 4.642 3de en + 1.259 24 77 2 173 5 77 10 9 1 1.595 42 1.637 TOTAAL 11.710 287 738 40 952 34 476 32 204 4 14.080 397 14.477 TOTAAL TOTAAL ALGEMEEN TOTAAL ALGEMEEN TOTAAL (*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, AKBW) DUITSTALIGE GEMEENSCHAP 30.06.2015
6.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 51 6.2.3.3. RECHTGEVENDE KINDEREN JONGER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING EN RECHTGEVEND OP EEN TOESLAG (art. 47, AKBW) 6.2.3.3.1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) ZELFREDZAAMHEIDSGRAAD 0-3 punten 4-6 punten 7-9 punten TOTAAL AANTAL TOESLAGEN - - - - 6.2.3.3.2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING minimum 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers 6-8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 6-8 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler 12-14 punten over de 3 pijlers 15-17 punten over de 3 pijlers 18-20 punten over de 3 pijlers + 20 punten over de 3 pijlers TOTAAL AANTAL TOESLAGEN 2 164 3 57 39 47 38 18 29 397 6.2.3.3.3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN TOTAAL 397 DUITSTALIGE GEMEENSCHAP 30.06.2015
6.2. ALGEMEEN STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG 52 6.2.4. KRAAMGELD EN ADOPTIEPREMIE AANTAL GEBOORTES DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD EN AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD EERSTE SEMESTER 2015 RANG GEBOORTES ADOPTIES Eerste rang 177 0 Volgende rangen 172 0 TOTAAL 349 0 6.2.5. GEPLAATSTE KINDEREN In een instelling (art. 70, AKBW) AARD VAN DE PLAATSING Bij een particulier (art. 70ter, AKBW) (*) AANTAL GEPLAATSTE KINDEREN 39 20 (*) Het gaat om het aantal bij een particulier geplaatste kinderen voor wie een forfaitaire uitkering betaald wordt aan de persoon die vóór de plaatsing de kinderbijslag ontving. DUITSTALIGE GEMEENSCHAP 30.06.2015