2014 -- Inkomstenbelasting - niet-winst -- Deel 2



Vergelijkbare documenten
HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

U of uw fiscale partner verkoopt een eigen woning of heeft een eigenwoningreserve

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Hoe zit het met op al bestaande hypotheken vanaf ?

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was

Je eigen woning en de Belastingdienst in 2012

Als u een woning koopt

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

Aandachtspunten in de eigenwoningregeling bij doorstromen

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

Uw hypotheek en de belasting in 2014

Toelichting jaaropgave hypotheken

Uw hypotheek en de belasting in 2015

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was

Informatiewijzer Jaaropgave 2015 Uw hypotheek en de belasting in 2015

Wat kunt u wanneer als aftrekposten voor uw huis opvoeren? En wat niet?

Eigen woning Aanvullende toelichting. bij aangifte inkomstenbelasting 2011

Je hypotheek en de belasting in 2015

Om de bijleenregeling uit te leggen worden de volgende termen gebruikt:

Als u een woning koopt

Welke regels van toepassing zijn, is afhankelijk van uw individuele situatie. In deze advieswijzer komen verschillende situaties aan bod.

Eigen woning Aanvullende toelichting bij aangifte inkomstenbelasting Tijdelijke verhuur eigen woning

Checklist Eigen woning Van aankoop tot verkoop

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning

Eigen woning Aanvullende toelichting. bij aangifte inkomstenbelasting 2012

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was

Eigen woning Aanvullende toelichting. bij aangifte inkomstenbelasting 2012 voor buitenlandse belastingplichtigen

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was

Informatiewijzer Jaaropgave 2016 Uw hypotheek en de belasting in 2016

Instituut Financieel Management

Eigen woning Aanvullende toelichting. bij aangifte inkomstenbelasting 2014

Workshop Echtscheiding. Erasmus Universiteit Rotterdam 19 juni 2015

Bankspaarhypotheek PAUL SPATZKER HYP O THEEKA D VIES

Casus 1. EW en verkoop, 3.111, lid 2. Aanstaande EW, 3.111, lid 3

Toelichting bij het jaaroverzicht van je hypotheek

Eigen woning Aanvullende toelichting. bij aangifte inkomstenbelasting 2013 voor buitenlandse belastingplichtigen

Voorbeeld gebaseerd op een goede adviespraktijk m.b.t. bruto/netto berekening: man, 44 jaar en vrouw, 40 jaar Verstrekte hypotheek in

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning

Actualiteiten rond de eigen woning. Erasmus Universiteit Rotterdam 12 februari 2014 Alumni Mfp

De eigen woning. Programma. Wat is een Eigen Woning, 3.111, lid 1. Algemeen Echtscheiding Bijleenregeling & Kapitaalverzekering

Eigen woning Aanvullende toelichting. bij aangifte inkomstenbelasting 2014 voor buitenlands belastingplichtigen

Echtscheiding en eigen woning

Informatiewijzer Jaaropgave 2017 Uw hypotheek en de belasting in 2017

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was

Eigen woning in Strop of paradijs? whitepaper

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was

Je hypotheek en de belasting in 2016

De familiebank - vanaf 2013

Eigen woning in Strop of paradijs? advieswijzer

Kleiner wonen: Mr. Kees Roest FB

de Kredieter Hypotheken & financiële planning

Je hypotheek en de belasting in 2017

Mutaties in de (fiscale) aflossingsverplichting van de eigenwoningschuld

Informatieblad Eigen woning in 2014

Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 5

Actualiteiten rond de eigen woning

Toelichting bij het jaaroverzicht van je hypotheek

Verantwoord lenen bij Delta Lloyd

Inhoud. Gebruikte begrippen en afkortingen 3. A Inleiding 3. B BHW-kapitaalverzekeringen 4. C De KEW, de SEW en het BEW 5

A Inleiding 3 B BHW-kapitaalverzekeringen 4 C De KEW, de SEW en het BEW 5 D Wijzigingen 6 E Vragen 8 Belastingdienst

Fiscale eindejaarstips Erfbelasting Bespaar erfbelasting én inkomstenbelasting door bij leven te schenken

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015

Q & A BLG Bankspaarhypotheek

Hypotheekrecht en - vormen

Verantwoord lenen bij OHRA

Welkom! Duidelijkheid vaststellen eigenwoningschuld! Drs. J.O. (Jasper) Horsthuis

Special Eindejaarstips Tips voor de. woningeigenaar

Dossier. Eigen woning en echtscheiding

Leergang Scheiden 7 juli Leergang Scheiden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nieuwbouw Hypotheek. Koopt u een nieuwbouwwoning? Of gaat u uw woning verbouwen? Dan is de Nieuwbouw Hypotheek geschikt voor u.

DrieSterrenHypotheek. Wilt u een lening met een scherpe rente én flexibiliteit? Dan is de DrieSterrenHypotheek geschikt voor u.

PE Plus Hypothecair Krediet oefenexamen

Ondernemers Hypotheek

C. In artikel 2.5, tweede lid, wordt de artikelen 3.60, 3.83, 3.116, vierde lid, vervangen door: de artikelen 3.60, 3.83,

Budget Hypotheek. 3 U kunt de Budget Hypotheek meeverhuizen als u een nieuwe woning koopt.

Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

Nu kiezen voor zekerheid. Straks wonen tegen aantrekkelijke maandlasten. Fiscaal Voortzetten. in de BankSpaar Plus Hypotheek

Eigen woning en scheiding. Stappenplan. Eigen woning

Inkomstenbelasting winst -- Deel 5

De Hypotheek. De Hypotheekrente. Rentevastperiode. Wat is een hypotheek? Wat zijn de kosten van mijn lening? Variabele rente

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eindejaarstips voor erf- en schenkbelasting

Eigen woning Strop of paradijs?

PE Plus Hypothecair Krediet oefenexamen

Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW

Complexe fiscale situaties in de eigenwoningregeling. Rob Timmermans MFP

Inkomstenbelasting. Kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning. Overgangsrecht KEW.

Welkom Het aandeel in de eigenwoningschuld in de praktijk

Stappenplan familielening

Inleiding. Hoofdlijnen nieuw huwelijksvermogensrecht. Enige hoofdlijnen van de huidige eigenwoningregeling. Casuïstiek.

Eigen woning. Gids Productfiscaliteiten 2015 HOOFDSTUK 2

Dossier. Uw garagebedrijf goed verzekerd De risico s van uw vak professioneel verzekerd. Eigen woning en de bijleenregeling

Transcriptie:

Inkomstenbelasting NW 2 programma Belastbare inkomsten uit eigen woning Eigen woning en eigenwoningforfait; Eigenwoningschuld; Bijleenregeling en eigenwoningreserve; Bijzondere bepalingen; Overgangsrecht. 1 Eigen woning 1 / 3 Artikel 3.110 Belastbare inkomsten uit eigen woning zijn de voordelen uit eigen woning en het voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning verminderd met de op de voordelen uit eigen woning drukkende aftrekbare kosten. Gaat om: + de voordelen uit eigen woning + het voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning -/- op de eigen woning drukkende aftrekbare kosten 2 Eigen woning 2 / 3 Begrip eigen woning (zie art. 3.111) eigen woning woonboot woonwagen vaste plaats in gebruik als hoofdverblijf Eigen woning Er is sprake van een eigen woning als: de woning het hoofdverblijf is; waarvan bel.pl en/of personen die tot zijn huishouden behoren eigenaar is/zijn. 3 1

Eigen woning 3 / 3 Er is sprake van een eigen woning als belastingplichtige en/of iemand uit zijn huishouden: + de eigendom of een appartementsrecht bezit, + de voordelen geniet (genot van de woning), + voor meer dan 50% in de waardeverandering deelt, + bel.pl. of zijn partner de kosten en lasten draagt; of + een recht van vruchtgebruik, van bewoning of gebruik uit erfrecht bezit, + bel.pl. de voordelen geniet en de kosten en lasten draagt. 4 Geen hoofdverblijf, toch eigen woning Er is ook sprake van een eigen woning als: woning leegstaat en is bestemd voor verkoop; woning spoedig als hoofdverblijf gaat dienen; geldt voor actiejaar en de drie daaropvolgende jaren belastingplichtige de woning heeft verlaten: maar woning wordt nog door ex-partner bewoond, bel.pl. is in verpleeginrichting opgenomen, bel.pl. verblijft tijdelijk elders maar woonde minimaal 1 jaar in de woning, woning is niet aan een ander ter beschikking gesteld, en bel.pl. geniet niet elders eigen woning. geldt voor twee jaren vanaf einde hoofdverblijf (uitschrijven bij GBA) 5 Eigenwoningforfait 1 / 2 Art. 3.112 eigenwoningforfait Hoofdregel percentage van de WOZ-waarde. Uitzonderingen woning staat leeg in afwachting van verkoop of eigen bewoning; bel.pl verblijft tijdelijk elders De voordelen uit... bij een eigenwoningwaarde van: meer dan niet meer dan op jaarbasis gesteld op -- 12.500 nihil 12.500 25.000 0,20% van deze waarde 25.000 50.000 0,40% van deze waarde 50.000 75.000 0,55% van deze waarde 75.000 1.040.000 0,70% van deze waarde 1.040.000 -- 7.350 plus 1,80% van deel dat boven 1.040.000 uitgaat nihil 1,00% 1.040.000 1,75% > 1.040.000 6 2

Eigenwoningforfait 2 / 2 Artikel 3.115 De voordelen uit een woning die voor twee of meer belastingplichtigen die GEEN partner van elkaar zijn samen een eigen woning is, worden voor elk van hen in aanmerking genomen naar de mate waarin zij op grond van artikel 3.111, eerste lid, tot de woning gerechtigd zijn. Wie twee of meer personen die niet elkaars fiscale partner zijn; hebben samen één eigen woning. Toerekenen de voordelen: naar rato van ieders aandeel in de koopsom. de nadelen: naar rato van ieders aandeel in de schuld. 7 Verhuur 1 / 2 Hoofdregel Als de woning wordt verhuurd, staat het verhuurde (deel) belastingplichtige niet meer ter beschikking. Gevolg: valt onder box 3 sparen en beleggen daardoor geen renteaftrek (schuld komt in mindering op bezit; denk om drempel zie art. 5.3-3 IB). 8 Verhuur 2 / 2 Uitzonderingen 1. tijdelijke verhuur - art. 3.113 Bij tijdelijke verhuur van de eigen woning: blijft er sprake van eigen woning; vervalt het forfait naar tijdsgelang; moet 70% van (huur -/- verhuurkosten) worden aangeven. 2. kamerverhuur art. 3.114 Bij bruto huuropbrengst van max. 4.748 per jaar en voldoen aan overige eisen geldt: voor gehele woning forfait aangeven; ontvangen huur niet aangeven (vrij). 9 3

Eigenwoningschuld Veel huiseigenaren hebben voor de aankoop van hun woning geld geleend. Over die lening betalen zij rente. Die rente is aftrekbaar voor zover de lening een eigenwoningschuld is. Voorwaarden eigenwoningschuld Of een lening als eigenwoningschuld kwalificeert, hangt af van: aanwending lening; invulling overeenkomst; nakomen aflossingsverplichting; verplichting informatieverstrekking. 10 1e eis: aanwending lening 1 / 2 Lening moet zijn aangegaan voor: aankoop van de woning incl. aankoopkosten, onderhoud van de woning, verbouwing van de woning, of afkoop erfpachtcanon. De kosten van de taxatie t.b.v. lening, de afsluitprovisie (onder voorwaarden) en de notariskosten hypotheekakte mogen worden meegefinancierd. 11 1e eis: aanwending lening 2 / 2 Lening is ook voor andere doeleinden aangegaan: splitsen! Albert leent 200.000. Hiervan is 120.000 nodig voor de verbouwing van zijn woning, 78.000 voor de nieuwe inrichting en 2.000 voor afsluitkosten van de lening. De maximale eigenwoningschuld bedraagt: - lening 120.000 - afsluitkosten 120/200 x 2.000 = 1.200 Totaal = max. EWS 121.200 Rest ( 78.800) gaat naar Box 3 geen renteaftrek! 12 4

2e eis: invulling overeenkomst 1 / 2 Een lening kwalificeert alleen als EWS: als de lening in maximaal 360 maanden (30 jr) volgens ten minste een annuïtair aflossingsplan wordt afgelost. De eis wordt per lening beoordeeld. Bij aangaan van een nieuwe lening loopt oude looptijd/termijn door. Als de nieuwe lening groter is, lening splitsen in oud deel en nieuw deel. Voor nieuwe deel geldt eigen 360-maandentermijn. Jan wil zijn huis verbouwen en sluit een nieuwe hypotheek af van 200.000. Hiermee lost hij zijn 6 jaar oude hypotheek van 160.000 af. De rest ( 40.000) is voor de verbouwing. De lening wordt nu gesplitst in deel 1, groot 160.000, met een resterende looptijd van 24 jaren en deel 2, groot 40.000, met een resterende looptijd van 30 jaren zie art. 3.119c lid 3 IB. 13 2e eis: invulling overeenkomst 2 / 2 Als na een verhuizing een deel EWS-oud resteert, kan de inspecteur hier een beschikking aflossingstand voor afgeven. De zussen Gré en Truus kopen een nieuwe woning. Ieder betaalt 145.000. Gré verkoopt haar oude woning voor 190.000 en lost haar 12-jr oude lening van 115.000 af. Truus had een huurwoning. Gré en Truus sluiten samen een nieuwe lening van 250.000. Gré: Max. eigenwoningschuld 145.000 - ( 190.000-115.000) = 70.000. Beschikking aflossingstand 115.000-90.000 = 25.000. Truus: Max. eigenwoningschuld 145.000. 14 3e eis: aflossingsverplichting Op vier moment wordt gecontroleerd, of aan de minimale annuïtaire aflossingsverplichting wordt voldaan: per 31 dec van een kalenderjaar; bij vervreemden eigen woning; bij wijziging maandelijkse rentevoet; laatste moment waarop voorgaande schuld bestond. Coulanceregeling Niet voldoen aan aflossingsplicht heeft geen gevolg bij: achterstand + inhalen voor 31 dec volgende jaar; na 1 jr nog achterstand + nieuw aflossingsschema; na 4 jr nog achterstand + nieuw aflossingsschema + lening splitsen in box 1-deel en box 3-deel. 15 5

3e eis - achterstand binnen 1 jaar ingehaald Ad sluit 1-7-2013 een lening. Door geldgebrek blijft hij in december de aflossing schuldig. Hierdoor is de schuld per ultimo 2013 hoger dan volgens een annuïtair aflossingsschema is toegestaan. Ad komt met de bank overeen de achterstand in mei 2014 vanuit zijn vakantiegeld in te halen. Heeft geen gevolg nu Ad er voor zorgt dat de achterstand voor ultimo 2015 is ingelopen + sprake van incident. Eind december 2014 maakt Ad de aflossing voor die maand over. Hij vult een verkeerd bankrekeningnummer in. Daardoor ontvangt de bank de aflossing te laat. De schuld was per ultimo te hoog. Heeft geen gevolg als Ad er voor zorgt dat de achterstand voor ultimo 2015 is ingelopen. Het afspreken nieuw aflossingsschema moet uiterlijk in het tweede jaar na het jaar waarin de problemen ontstonden zijn beslag krijgen. max. twee jaar 1-1-2014 1-1-2015 1-1-2016 1-1-2017 1-1-2018 16 3e eis - na 1 jr nog steeds achterstand Ad sluit 1-7-2013 een lening van 144.000 lineaire aflossing van 400 per maand. Ad raakt werkloos. Door geldgebrek blijft hij in 4e kw 2013 de aflossing schuldig. Hierdoor is de schuld per ultimo 2013 hoger dan volgens een annuïtair aflossingsschema is toegestaan. Met veel moeite lukt het Ad de maandelijkse aflossing te voldoen maar inlopen op de achterstand (3 x 400) zit er niet in. Daarom komt Ad met de bank een nieuw aflossingsschema overeen: vanaf 2015 zal hij de resterende schuld ad 138.000 in 28,5 jaar (30 jr 1,5 jr) aflossen. 17 3e eis - nieuw aflossingschema werkt niet Hoe zeer Ad zijn best doet, het lukt hem niet het nieuwe aflossingsschema na te komen. De maandelijkse last is te hoog. Daarom wordt besloten de lening per 1-10-2015 te splitsen: een annuïtair deel van 100.000 met een resterende looptijd van (360 27) 333 maanden en een aflossingsvrij deel van 33.200 met een looptijd van 360 maanden. Het eerste deel kwalificeert als EWS en valt in box 1. Ad mag de rente over dit deel in aftrek brengen. Het tweede deel kwalificeert niet als EWS en valt in box 3. Ad mag de rente over dit deel niet in aftrek brengen. Het splitsen van de lening + afspreken nieuw aflossingsschema moet uiterlijk in het vierde jaar na het jaar waarin de problemen ontstonden zijn beslag krijgen. max. vier jaar 1-1-2014 1-1-2015 1-1-2016 1-1-2017 1-1-2018 18 6

3e eis - leegstand Hoe zeer Ad zijn best doet, het lukt hem niet het nieuwe aflossingschema na te komen. De maandelijkse last is te hoog. Ad zet zijn woning te koop. In overleg met de bank verhuist Ad in 2017 naar een huurwoning waarna de woning in september 2018 wordt verkocht. Ad voldoet in 2017 en 2018 niet aan de eisen van art. 3.119e IB. Omdat de woning leeg staat in afwachting van verkoop mag Ad volgens art. 3.119 lid 2 IB de rente gedurende de periode dat de woning nog volgens art. 3.111 lid 2 IB als eigen woning kwalificeert, toch in aftrek brengen. Als Ad niet naar een huurwoning was verhuisd maar naar een nieuwe (kleinere) eigen woning dan gaat de aflossingseis van de lening voor de oude woning direct over op de lening voor de nieuwe woning art. 3.119f lid 1 IB. Voor de nog te verkopen woning geldt hetzelfde als bij huur. 19 4e eis: verplichting informatieverstrekking Bel.pl. is verplicht opgave te doen van: de basiskenmerken van de schuld geleende bedrag het rentepercentage aflossingsvorm het fiscaalnummer van de leningverstrekker. Wanneer uiterlijk bij de aangifte over het jaar waarin de lening is afgesloten; uiterlijk bij de aangifte over het jaar waarin de rente van de lening is gewijzigd. 20 Rente over restschulden Bij verkoop wordt een op de woning rustende schuld vanuit de verkoopopbrengst afgelost. Als de opbrengst minder is dan de schuld, resteert er een restschuld. Voor deze restschuld is in art. 3.120a IB bepaald dat de daarvoor verschuldigde rente nog gedurende 10 jaar na verkoop in aftrek mag worden gebracht (bij verkoop tussen 29 okt 2012 en 31 dec 2017). Omdat de schuld geen eigenwoningschuld is: hoeft de schuld niet aan de eisen van art. 3.119a IB te voldoen; valt de schuld in box 3. 21 7

Afname eigenwoningreserve De eigenwoningreserve neemt af bij: 1. aankoop nieuwe eigen woning; 2. aflossingen op de eigenwoningschuld; 3. kosten van verbouw, onderhoud of afkoop erfpacht; 4. verstrijken van drie jaren na realisatie overwaarde; het vervreemdingssaldo valt dan vrij. 22 Bijleenregeling art. 3.119aa 1 / 2 De wetgever gaat ervan uit dat een bij verkoop van oude woning gerealiseerde overwaarde bij aankoop van een nieuwe woning in die woning wordt geïnvesteerd. In dit verband kennen wij twee begrippen: het vervreemdingssaldo eigen woning en de eigenwoningreserve. Vervreemdingssaldo eigen woning + -/- = -/- verkoopprijs (bij schenking WEV) verkoopkosten (bijv. makelaar) netto verkoopopbrengst eigenwoningschuld = vervreemdingssaldo eigen woning 23 Bijleenregeling art. 3.119aa 2 / 2 Eigenwoningreserve De EWR is gelijk aan: + + = -/- = oude stand EWR vervreemdingssaldo saldo aflossingen + vrijval nieuwe stand EWR De eigenwoningreserve daalt bij: 1. Aflossen schuld 01-01: 230.000 (oude stand) aflossingen: -/- 12.000 (aflossing) 31-12: 218.000 (nieuwe stand) 2. Vrijval boekwinst De bij verkoop behaalde winst moet verplicht aan de reserve worden toevoegen maar valt na 3 jaren vrij. 24 8

Voorbeeld 1 Verkoopprijs oude woning 300.000 Af: verkoopkosten -5.000 Af: eigenwoningschuld -175.000 Vervreemdingssaldo eigen woning = dotatie eigenwoningreserve 120.000 Woning Situatie I Situatie II Aankoopprijs nieuwe woning 420.000 230.000 Af: eigenwoningreserve -120.000-120.000 Verschil 300.000 110.000 Oude eigenwoningschuld 175.000 175.000 Maximale eigenwoningschuld 300.000 110.000 (oud deel ad 175.000 + nieuw deel ad 125.000) Bijleenregeling als oude lening wordt meeverhuisd Nieuwe eigenwoningschuld 300.000 110.000 Af: reeds benut voor oude lening -175.000-175.000 Maximale ruimte bijleenregeling 125.000 0 25 Voorbeeld 2 1 / 2 Opbouw eigenwoningreserve Bij aanko o p wo ning 3 B innen 3 jr na verko o p wo ning 1 Meer dan 3 jr na verko o p wo ning 1 Verkoop woning 1 Vervreemdingssaldo op verkoop woning 1 - zie voorbeeld 1 120.000 Vrijval door tijdsverloop (3 jaar) 120.000 Verkoop woning 2 Verkoopprijs woning (aangekocht voor 230.000) 270.000 Af: verkoopkosten -3.000 Af: eigenwoningschuld -110.000 Vervreemdingssaldo op verkoop woning 2 157.000 Eigenwoningreserve na verkoop woning 1+2 277.000 Aankoop woning 3 B innen 3 jr na verko o p wo ning 1 Meer dan 3 jr na verko o p wo ning 1 Aankoopprijs woning 650.000 Af: eigenoningreserve -277.000 Maximale eigenwoningschuld 373.000 26 Voorbeeld 2 2 / 2 Opbouw eigenwoningreserve Bij aanko o p wo ning 3 B innen 3 jr na verko o p wo ning 1 Meer dan 3 jr na verko o p wo ning 1 Verkoop woning 1 Vervreemdingssaldo op verkoop woning 1 - zie voorbeeld 1 120.000 120.000 Vrijval door tijdsverloop (3 jaar) -120.000 120.000 0 Verkoop woning 2 Verkoopprijs woning (aangekocht voor 230.000) 270.000 270.000 Af: verkoopkosten -3.000-3.000 Af: eigenwoningschuld -110.000-110.000 Vervreemdingssaldo op verkoop woning 2 157.000 157.000 Eigenwoningreserve na verkoop woning 1+2 277.000 157.000 Aankoop woning 3 B innen 3 jr na verko o p wo ning 1 Meer dan 3 jr na verko o p wo ning 1 Aankoopprijs woning 650.000 650.000 Af: eigenoningreserve -277.000-157.000 Maximale eigenwoningschuld 373.000 493.000 27 9

Bijzondere onderwerpen EWS 1 van 2 Samenwoners Zolang twee mensen samenwonen moet je bij het bepalen van de maximale eigenwoningschuld uitgaan van wat voor hen samen geldt. Uitzondering De EWR van de partner 2 is ontstaan bij verkoop van een woning waar partner 1 niet heeft gewoond. Pim heeft Anja leren kennen. Anja is erg verknocht aan haar huurwoning. Daarom komt Pim na 7 maanden bij haar wonen en verkoopt hij zijn woning. De flat van Anja blijkt toch wat klein voor met z n tweeën. Anja koopt een woning en zij verhuizen. Omdat Anja nooit samen met Pim in diens voormalige eigenwoning heeft gewoond, hoeft Anja nu geen rekening te houden met de EWR van Pim. Als Anja de aankoop 100% financiert, is de rente aftrekbaar (mits ook aan de overige voorwaarden wordt voldaan). 28 Bijzondere onderwerpen EWS 2 van 2 Verhoogde schenkingsvrijstelling ouders Bij de aankoop van een woning mogen ouders maximaal 52.281 (in 2014: 100.000) belastingvrij aan een kind schenken. Deze schenking verlaagt de maximale EWS van het kind. Tot de EWS behoort niet: leningen aangegaan voor het betalen van rente; schulden als de woning van fiscaal partner wordt gekocht. De max. EWS van de koper is dan nooit groter dan max. EWS van de verkoper. leningen verkregen van de partner; niet-opeisbare schulden wegens overbedeling uit een nalatenschap. 29 Aftrek bij geen of geringe EWS 1 / 2 Als het eigenwoningforfait hoger is dan aftrekbare kosten van de eigen woning, bestaat recht op een aftrek ter grootte van het verschil. Om misbruik te voorkomen geldt dat: kosten aan het juiste jaar moeten worden toegerekend; een gereduceerd rentetarief door een zakelijk tarief moet worden vervangen. Bijzonderheden De aftrek maakt geen onderdeel uit van het belastbaar inkomen uit eigen woning; de aftrek mag niet vrij aan de partners worden toegerekend. 30 10

Aftrek bij geen of geringe EWS 2 / 2 Jan en Marie wonen ongehuwd samen. Zij hebben een eigen woning gekocht. Jan is voor 45% eigenaar, Marie voor 55%. De WOZ-waarde is 300.000. In 2014 betaalde Jan 1.300 rente, waarvan 100 voor 2014 en Marie betaalde 400. Belastbaar inkomen uit eigen woning Jan Marie Samen Eigenwoningforfait 2.100 Renteaftrek - 1.700 - Belastbaar inkomen uit eigen woning 400 Verdeling volgens art. 2.17 lid 5 160 240 Vrijstelling art. 3.123a Belastbaar inkomen uit eigen woning 400 Correctie rente jan 2014-100 - Vrijstelling (40% / 60%) 120-180 - 300 Aftrek wegens geringe EWS 40 60 31 Overgangsrecht 32 Bestaande EWS 1 / 3 Tot 1 jan 2013 gold er een andere regeling. Via het overgangsrecht gelden grote delen daarvan nog voor de bestaande EWS. De bestaande EWS bestaat uit: 1. de EWS zoals die op 31 dec 2012 bestond; Jan had op 31 dec 2012 een EWS van 150.000. In 2016 koopt hij voor 250.000 een andere woning. Hij sluit een nieuwe hypotheek af van 225.000. Deze lening valt in twee delen uiteen: 150.000 oud regime en 75.000 nieuw regime. 2. de na verkoop van de woning in 2012 afgeloste EWS; Jan verkoopt in 2012 zijn woning. Hij lost zijn EWS van 180.000 af. In 2014 koopt Jan weer een woning en leent 230.000. Deze lening valt in twee delen uiteen: 180.000 oud regime en 50.000 nieuw regime. 33 11

Bestaande EWS 2 / 3 3. de lening voor een (nieuwe woning) mits het koopcontract op 31 dec 2012 bestond. Jan tekent op 28 dec 2012 het koopcontract van zijn eerste koopwoning. De financiering ervan komt in 2013 rond. De lening valt onder het oude regime. 4. de lening voor een verbouwing mits het contract op 31 dec 2012 bestond. Jan tekent op 28 dec 2012 een verbouwovereenkomst. De financiering ervan komt in 2013 rond. De lening valt onder het oude regime. 34 Bestaande EWS 3 / 3 5. de per 31 dec 2012 bestaande schuld voor een woning die voor 1 jan 2021 van box 3 naar box 1 verhuist mits er op 31 dec 2012 geen EWS was. Jan koopt in 2005 een eigen woning en leent 100.000 (EWS). In 2011 wordt Jan voor drie jaar naar Zuid-Afrika uitgezonden. Omdat hij zijn woning gedurende de tijd verhuurt, gaat de woning van box 1 naar box 3. Daardoor had Jan op 31 dec 2012 geen EWS. Als Jan in 2014 terugkeert en weer in de woning gaat wonen, vallen de woning en lening weer in box 1. De EWS valt onder het oude regime. 6. de per 31 dec 2012 bestaande EWS wordt afgelost. Uiterlijk op 31 dec van het daaropvolgende jaar ontstaat een nieuwe EWS. Jan verkoopt eind 2014 zijn woning voor 170.000, betrekt een huurwoning en lost zijn EWS van 140.000 af. In 2015 koopt hij een woning voor 220.000. Hij sluit een lening van 180.000. Deze lening valt in twee delen uiteen: 140.000 valt onder het oude regime, 40.000 onder het nieuwe regime. 35 Max. 30 jaar renteaftrek Onder het oude recht mocht de rente max. 30 jaar in aftrek worden gebracht. Voor leningen van voor 1 jan 2001 start de termijn op 1 jan 2001. De 30 jaar geldt per lening of deel van de lening. Jan koopt in 1995 een woning. De EWS is 200.000. Jan mag de rente t/m ultimo 2030 in aftrek brengen. In 2003 lost Jan 50.000 af. In mei 2008 verbouwt Jan zijn woning voor 60.000 en sluit daarvoor een lening af van 40.000. De rente op deze lening is t/m apr 2037 aftrekbaar. In 2011 koopt Jan voor 350.000 een nieuwe eigen woning. Hij sluit sep 2011 een lening van 300.000 en lost de oude leningen af. De lening valt uiteen in: 1e deel: 150.000 met renteaftrek t/m dec 2030 (jan 2001 t/m dec 2030) 2e deel: 40.000 met renteaftrek t/m apr 2037 (mei 2008 t/m apr 2037) 3e deel: 110.000 met renteaftrek t/m aug 2041 (sep 2011 t/m aug 2041) Algemene voorwaarde voor de renteaftrek was wel dat: lening was aangegaan voor aankoop, verbouw of onderhoud van de eigen woning; aan de bijleenregeling was voldaan zie uitleg bij huidig regime. 36 12

Kapitaalverzekering eigen woning 1 / 2 Aftrekbeperking bij kapitaalverzekering eigen woning De uitkering op een kapitaalverzekering eigen woning verlaagt de EWS. Jan kocht in 2002 voor 140.0000 een eigen woning die hij volledig financierde. Voor de aflossing werd een KEW afgesloten. Na 20 jaar keert de verzekering 130.000 uit. De EWS daalt daardoor van 140.000 tot 10.000. Kenmerken kapitaalverzekering eigen woning Verzekeringsovereenkomst; Keert bedrag ineens uit: bij in leven zijn op datum X, of bij overlijden voor datum X Gekoppeld aan de eigen woning; Uitkering moet worden gebruikt voor aflossing lening. 37 Kapitaalverzekering eigen woning 2 van 2 Voorwaarden Koppeling blijkt uit de polis; Woning is eigendom van verzekeringnemer of (fiscaal) partner; Minimaal 15 jaar premie betalen; Hoogste premie max. 10-voud van laagste premie; Recht op eenmalige uitkering (twee uitzonderingen); Afgesloten bij verzekeringsmaatschappij. Overgangsrecht geldt als KEW niet tussentijds wordt gewijzigd en op 31 dec 2012 sprake was van een KEW, of op 31 dec 2012 als gevolg van verkoop van de woning geen sprake was van een KEW maar in 2013 wel (nieuw of voortgezet), of op 31 dec 2012 een koopcontract was gesloten én voor 1 apr 2013 een KEW wordt afgesloten. 38 Eenmalige uitkering Hoofdregel Alleen recht op vrijstelling bij recht op eenmalige uitkering Uitzonderingen 1. Eerste uitkering na minimaal 15 jaar premie betalen, gevolgd door tweede uitkering na minimaal vijf jaar sinds eerste uitkering. 2. Verzekering met twee verzekerden waarbij tweemaal wordt uitgekeerd (bijv. na overlijden van A en bij in leven zijn op van B). Voordeel KVEW Voordeel: rente = uitkering -/- betaalde premie(s) Volgt regime eigen woning (box 1) dus rente belast maar geen heffing over rentegroei van vrijgestelde deel. 39 13

Vrijstelling KVEW art. 10bis.6 IB 1 / 2 Voorwaarden uitkering werd gebruikt voor aflossing; hoog/laag max. 10-voud; min. 20 jaar premie betaald of bij overlijden als jaarlijks premie is betaald. Zo ja, dan uitkering splitsen in: deel van max. 160.000 rentebestanddeel vrij; meerdere rentebestanddeel belast. Laagste van: - 157.000 ( 35.700); - de verzekeringsuitkering; - de eigenwoningschuld. uitkering -/- vrijstelling x (uitkering -/- premies) uitkering 40 Vrijstelling KVEW art. 3.118 IB 2 / 2 De vrijstelling van 160.000 ( 36.300) geldt per partner. Fiscale partners hebben recht op tweemaal de vrijstelling MITS beiden als begunstigden op de polis staan! In dat geval gaat bij overlijden het ongebruikte deel tot max. het bedrag van de uitkering naar de partner. Jan en Marie zijn getrouwd. Zij hebben een KEW afgesloten en staan beiden op de polis vermeld. Jan overlijdt. De KEW keert 120.000 uit, de EWS was 130.000. Van de vrijstelling van Jan gaat nu 120.000 over naar Marie. Uitkering 120.000 180.000 (EWS 190.000) Vrijstelling Jan 120.000 160.000 Resteert 0 20.000 Vrijstelling Marie 0 20.000 Belast 0 0 Marie behoudt 160.000 140.000 vrijstelling 41 Oefening 1 Piet heeft in 2002 een kapitaalverzekering afgesloten. De verzekering komt in 2022 tot uitkering. Piet betaalde 15.000 aan premies. De uitkering is 75.000. De eigenwoningschuld bedraagt 67.500. Gevraagd Hoe groot is het te belasten voordeel? Oplossing Laagste van: - vrijstelling ( 160.000 / 36.300); - de verzekeringsuitkering ( 75.000); - de eigenwoningschuld ( 67.500). 75.000,00 -/- 67.500,00 x ( 75.000,00 75.000,00 -/- 15.000,00 ) 7.500,00 75.000,00 x 60.000,00 = 6.000,00 42 14

Oefening 2 Jan had twee kapitaalverzekeringen. Op de eerste verzekering is al 80.000 uitgekeerd. Op de tweede verzekering ontvangt Jan een een uitkering van 90.000. De eigenwoningschuld bedraagt thans 70.000. Jan betaalde op de tweede verzekering 40.000 aan premies. Gevraagd Hoe groot is het te belasten voordeel? Oplossing Laagste van: - vrijstelling ( 160.000-80.000); - de verzekeringsuitkering ( 90.000); - de eigenwoningschuld ( 70.000). 90.000 -/- 70.000 90.000 x ( 90.000 -/- 40.000 ) 20.000 90.000 x 50.000 = 11.111 43 Fictieve uitkering Wanneer Polis voldoet op enig moment niet meer aan de eisen. Gevolg Polis gaat van box 1 naar box 3; Fictieve uitkering op basis waarde economisch verkeer; Geen recht op vrijstelling ad 160.000 per partner. Twee uitzonderingen Bij fictieve uitkering wegens: niet meer hebben van een eigen woning; of einde binnenlandse belastingplicht wegens emigratie bestaat wel recht op de vrijstelling. 44 EINDE 45 15