Micro Motion MVD Direct Connect -meters



Vergelijkbare documenten
Micro Motion CNG050 sensoren

Micro Motion model 775

Installatie van Micro Motion Sensors. Handleiding CE-vereisten MMI , Rev AB April 2014

Model 3700 transmitter (9-draads) of Model 3350 randapparatuur

ATEX installatie-instructies voor Micro Motion ELITE -sensors

ATEX installatieinstructies. Micro Motion CMF400- sensoren met hulpversterker

ATEX installatieinstructies. Micro Motion T-serie-sensoren

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A September ATEX installatie-instructies voor Micro Motion MVD Direct Connect -meters

Micro Motion model 3700 transmitter (MVD) of model 3350 randapparatuur

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A Juli ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, modellen 1500 en 2500

Installatie Instructies P/N MMI , Rev. AA Juli ATEX installatieinstructies. Micro Motion transmitters model 9701/9703

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A februari ATEX installatie-instructies voor Micro Motion Model LFT Low Flow-transmitters

ATEX installatieinstructies. Micro Motion F-seriesensoren DMT 01 ATEX E 158 X

Micro Motion model 3500 transmitter (MVD) of model 3300 controller

Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

ATEX installatieinstructies. Micro Motion H-seriesensoren

CE-vereisten P/N MMI , Rev. AA Januari Micro Motion 9739 MVD-transmitters CE-vereisten

Micro Motion F-serie-sensor

CE-vereisten MMI , Rev AA April Micro Motion -transmitters uit de en 2000-serie

Rosemount 5400 Series

Rosemount golfgeleide radar

Model RFT9739 Instructies voor transmitterinstallatie

Installatie Instructies P/N , Rev. C Juni Voor transmitterinstallaties met ATEX-goedkeuring

Micro Motion Voorbereiding en installatie van 9-aderige flowmeterkabel

ACS-30-EU-MONI-RMM2-E

ATEX installatieinstructies. Micro Motion D- en DL-sensoren

Rosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Betonkabel Vloerverwarming

Instructies voor het bijwerken van de sensor Voor gasdetectiesensoren niveau 1

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Model 5700 transmitters Micro Motion. CE-vereisten MMI , Rev AA September 2014

Rosemount 415 Fire Pump

Productnietlangerleverbaar'

Rosemount 5400 niveautransmitter

Reliance DuraStar INSTALLATIE-, BEDIENINGS- en ONDERHOUDSINSTRUCTIES

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, modellen 1700, 2700 en 2750

Introductie Capa Switch KLS Algemeen

Micro Motion Transmitters van model 2200S

Specificaties draaimoment en benodigd gereedschap: bedrading bovenover

ilmo 50 WT Ref B

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Standaard AC 230 V ~ Art. nr. 230 ME. Bedieningshandleiding

Quality Heating elektrische vloerverwarming

FACILA DP093. Buitenpost inbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

Micro Motion Model 2400S transmitters

Rosemount 848L. Discrete Logic Transmitter met FOUNDATION veldbus. Productnietlangerleverbaar' Rosemount 848L

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

Montage instructies U/FTP - S/FTP

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid, DC 24 V. Art.-Nr.: 224 ME. Bedieningshandleiding

Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie

Video Intercom Systeem

Video Intercom Systeem

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A

ATA-kabel. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding

ACS-30-EU-PCM2-x-32A

UAE-Cat.5-8. UAE-Cat.5-8/8. Aansluitklem wit/ Kleurcode conform EIA/TIA-568-A. groen wit/ blauw wit/ oranje wit/ bruin.

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

Handleiding AP-UPR4 Lange afstandslezer

Installatiehandleiding

Regeling en controle van heat-tracing voor meerdere toepassingen in commerciële en residentiële gebouwen

Installeer de voedingsbron

Lumination TM LED-verlichting (BL-serie Optie ononderbroken bedrading)

SUI Bedieningspaneel

ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing DC 24 V. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Gumax Terrasverwarmer

GEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:

AQUASNAP Bedieningspaneel

GEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met digitale manometer BHGP26A1

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA

Installatiehandleiding

NEXHO-PS Zonweringmodule Instructies voor assemblage en bediening

Modem. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

P1G2. Handleiding. firmware datum auteur Aanpassing

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

Draadloze bewegingsmelder

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

RF CCO-module. Productspecificaties b. Modellen

Uitbreidingseenheden installeren. Algemeen. BCI-uitbreidingseenheid. IP-classificatie PGRT

Terminator ZT / FAK-4L Set Aansluitset thermostaat met in-line voeding

PWM50/3. Dubbele motor sturing. DIGITAAL HANDLEIDING. Motion Control Systems

Voornaaf/cassettenaaf (standaardtype)

STAP 1. Legschema STAP 2

ICU - Tube Installatiehandleiding

Van begin tot einde Rookdetector met infraroodstraal. Handleiding voor de gebruiker

Rosemount 752 externe indicator met FOUNDATION veldbusprotocol

Terminator. ZP-PTD100-WP Aansluitset temperatuursensor. The Heat Tracing Specialists INSTALLATIEMETHODEN

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de onderzijde van het product.

Installatie & Onderhoudsinstructies

ADAM-4510/4510S/4520 RS-422/485 Repeater/Converter

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

Transcriptie:

Instructiehandleiding P/N 20004276, Rev. A Augustus 2005 Micro Motion MVD Direct Connect -meters Installatiehandleiding

Voordat u begint Voordat u begint Deze handleiding bevat informatie over het installeren van Micro Motion MVD Direct Connect -meters. MVD Direct Connect meters worden zowel met als zonder de MVD Direct Connect I.S.-barrière geleverd. Beide typen installatie worden behandeld. Deze handleiding bevat tevens elementaire informatie over het opzetten van de communicatie tussen de MVD Direct Connect-meter en het externe hostsysteem. Productoverzicht en -architectuur............................................................ pagina 3 Installatie............................................................................... pagina 6 Voeding........................................................................... pagina 6 Bepalen van de plaats voor de componenten.............................................. pagina 7 Installeren van de kernprocessor....................................................... pagina 8 Leggen van bedrading tussen de kernprocessor en de sensor................................ pagina 10 Gereedmaken van de 4-aderige kabel en kernprocessorbedrading............................. pagina 11 Installeren van de MVD Direct Connect I.S.-barrière........................................pagina14 Bedrading bij de MVD Direct Connect I.S.-barrière.........................................pagina14 Bedrading naar de externe host........................................................ pagina 15 Bedrading naar de voeding........................................................... pagina 16 Aarding.......................................................................... pagina 16 MVD Direct Connect-communicatie.......................................................... pagina 17 Retourneringsbeleid...................................................................... pagina 18 Klantenservice Bel voor technische assistentie met de afdeling klantenservice van Micro Motion: In de VS, tel. 1-800-522-MASS (1-800-522-6277) In Canada en Latijns-Amerika, tel (303) 527-5200 In Azië, tel. (65) 6770-8155 In het Verenigd Koninkrijk, tel. 0800-966 180 (kosteloos) Buiten het Verenigd Koninkrijk, tel. +31 (0) 318 495 670 (Nederland) Installatie in Europa Dit Micro Motion-product voldoet aan alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen indien het op de juiste wijze, volgens de instructies in deze handleiding, wordt geïnstalleerd. In de EU-verklaring van overeenstemming staat vermeld welke richtlijnen van toepassing zijn op dit product. De EU-verklaring van overeenstemming, met alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen plus de volledige Tekeningen en instructies voor installatie volgens ATEX zijn verkrijgbaar via internet op www.micromotion.com/atex of via de klantenservice van uw plaatselijke Micro Motion-vestiging. 2005, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. ELITE, ProLink en het Micro Motion-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Micro Motion, Inc., Boulder, CO, VS. MVD, ProLink II en MVD Direct Connect zijn handelsmerken van Micro Motion., Inc., Boulder, CO, VS. Micro Motion is een gedeponeerd handelsmerk van Micro Motion, Inc., Boulder, CO, VS. Het Emerson logo is een handelsmerk van Emerson Electric Co. Alle overige handelsmerken zijn eigendom van de betreffende eigenaren. 2 Micro Motion MVD Direct Connect-meters

Productoverzicht en -architectuur Veiligheid Raadpleeg voor informatie over intrinsiek veilige toepassingen de installatie-instructies van Micro Motion ATEX, UL of CSA. WAARSCHUWING Onjuiste installatie in een explosiegevaarlijk gebied kan een explosie veroorzaken. Zie voor informatie over explosiegevaarlijke toepassingen de desbetreffende goedkeuringsdocumentatie van Micro Motion die met de meter is meegezonden en tevens te vinden is op de website van Micro Motion. VOORZICHTIG Een te hoge spanning kan de kernprocessor beschadigen. Gebruik uitsluitend lage gelijkspanning om beschadiging van de kernprocessor te vermijden. Productoverzicht en -architectuur MVD Direct Connect-meters worden gebruikt om de data van Micro Motion sensors in plaats van naar een Micro Motion transmitter direct naar een externe host met Modbus-capaciteit te sturen. Omdat er geen transmittercomponent is, zijn MVD Direct Connect-systemen niet intrinsiek veilig, tenzij een MVD Direct Connect I.S.-barrière deel uitmaakt van de installatie. WAARSCHUWING MVD Direct Connect-systemen zonder de MVD Direct Connect I.S.-barrière zijn niet intrinsiek veilig. Opties voor installatie Alle MVD Direct Connect-systemen omvatten een sensor en een kernprocessor. Zowel de standaard kernprocessor als de verbeterde kernprocessor kunnen geïnstalleerd worden. De standaard kernprocessor kan integraal met de sensor of op afstand gemonteerd worden. De verbeterde kernprocessor moet integraal met de sensor gemonteerd worden: montage op afstand is niet mogelijk. Indien de MVD Direct Connect I.S.-barrière geïnstalleerd wordt, is er voor elke kernprocessor een afzonderlijke barrière vereist. Zie afbeelding 1 en 2 voor afbeeldingen van MVD Direct Connect-installaties zonder de MVD Direct Connect I.S.-barrière. Zie afbeelding 3 en 4 voor afbeeldingen van MVD Direct Connect-installaties met MVD Direct Connect I.S.-barrière. Installatiehandleiding 3

Productoverzicht en -architectuur Afbeelding 1 MVD Direct Connect-installaties integrale kernprocessor, zonder I.S.-barrière Sensor Gelijkspanningsvoeding Externe host Kernprocessor Netkabel (door gebruiker geleverd) RS-485-kabel (door gebruiker geleverd) Afbeelding 2 MVD Direct Connect-installaties kernprocessor op afstand, zonder I.S.-barrière Gelijkspanningsvoeding Externe host Sensor Netkabel (door gebruiker geleverd) RS-485-kabel (door gebruiker geleverd) Aansluitkast Micro Motion 9-aderige kabel Kernprocessor Afbeelding 3 MVD Direct Connect-installaties integrale kernprocessor, met I.S.-barrière Gelijkspanningsvoeding Sensor Netkabel (door gebruiker geleverd) RS-485-kabel (door gebruiker geleverd) Kernprocessor Vieraderige kabel I.S.-barrière Externe host Explosiegevaarlijke omgeving Explosieveilige omgeving 4 Micro Motion MVD Direct Connect-meters

Productoverzicht en -architectuur Afbeelding 4 MVD Direct Connect-installaties kernprocessor op afstand, met I.S.-barrière Gelijkspanningsvoeding Sensor Netkabel (door gebruiker geleverd) Vieraderige kabel RS-485-kabel (door gebruiker geleverd) Externe host I.S.-barrière Aansluitkast Micro Motion 9-aderige kabel Kernprocessor Explosiegevaarlijke omgeving Explosieveilige omgeving Multidrop-installatie Er kunnen maximaal vijftien MVD Direct Connect-installaties op een netwerk met een enkele externe host verbonden worden. Bij gebruik van I.S.-barrières is er voor elke kernprocessor een barrière vereist. Afbeelding 5 toont de vier mogelijkheden voor een multidrop-installatie. Afbeelding 5 Mogelijkheden voor een multidrop-installatie Explosieveilige omgeving Explosiegevaarlijke omgeving Installatiehandleiding 5

Installatie Voeding De voedingsvereisten zijn afhankelijk van het installatietype: MVD Direct Connect zonder de MVD Direct Connect I.S.-barrière (zie afb. 1 en 2) MVD Direct Connect met de MVD Direct Connect I.S.-barrière (zie afb. 3 en 4) MVD Direct Connect-installaties zonder de MVD Direct Connect I.S.-barrière In MVD Direct Connect-installaties zonder de I.S.-barrière wordt de kernprocessor direct gevoed. De kernprocessor voedt de sensor. De voeding dient aan de volgende vereisten te voldoen: De voeding moet geleverd worden door een 'common floating' gereguleerde spanningsbron op de juiste spanning. De vereiste spanning voor een enkele kernprocessor bedraagt 15 26 VDC Het maximale stroomverbruik van een enkele kernprocessor bedraagt ongeveer 3 W. De voeding kan gebruikt worden voor voeding van een willekeurig aantal kernprocessors, maar mag niet voor voeding van andere apparatuur gebruikt worden. Gebruik afgeschermde bedrading. De voeding mag niet toestaan dat er spanningspieken of geleide hoogfrequente interferentie (RFI) via de uitgang worden doorgegeven. De voeding mag niet geaard zijn. VOORZICHTIG Aarden van de voeding op de kernprocessor kan de kernprocessor of de externe host beschadigen. Om te voorkomen dat de kernprocessor of de externe host beschadigd raken, moet u zorgen dat de voeding niet op de kernprocessor geaard wordt. In de Europese Unie moet de voeding voldoen aan de richtlijn voor elektromagnetische compatibiliteit. De voedingskabel moet qua koperdoorsnede en lengte voldoen aan de vereisten in tabel 2. Voor elke kernprocessor is een gelijkstroomingang van ten minste 15 V vereist. Bij het opstarten moet de voedingsbron ten minste 0,2 A korteduurstroom per kernprocessor leveren. De maximale stroom in stabiele toestand bedraagt 0,15 A. Zie voor hulp bij het bepalen van de maat voor de voedingskabel tabel 1 en gebruik de onderstaande vergelijking: MinimumVoedingsspanning = 15 V + (Kabelweerstand Kabellengte 0,15 A) Voorbeeld De kernprocessor wordt gemonteerd op 350 foot van een gelijkstroomvoeding. Als u 18 AWG kabel wilt gebruiken, berekent u als volgt de vereiste spanning van de gelijkstroomvoeding: MinimumVoedingsspanning = 15 V + (Kabelweerstand Kabellengte 0,15 A) MinimumVoedingsspanning = 15 V + (0,0128 ohms/ft 350 ft 0,15 A) MinimumVoedingsspanning = 15,7 V 6 Micro Motion MVD Direct Connect-meters

Tabel 1 Nominale weerstand voedingskabel bij 20 C (68 F) Koperdoorsnede Weerstand (1) 14 AWG 0,0050 Ω/ft 16 AWG 0,0080 Ω/ft 18 AWG 0,0128 Ω/ft 20 AWG 0,0204 Ω/ft 22 AWG 0,0328 Ω/ft 2,5 mm 2 0,0136 Ω/m 1,5 mm 2 0,0228 Ω/m 1 mm 2 0,0340 Ω/m 0,75 mm 2 0,0460 Ω/m 0,5 mm 2 0,0680 Ω/m (1) Deze waarden zijn inclusief de weerstanden van zowel de hoge als de lage aders in de kabel. MVD Direct Connect-installaties met de MVD Direct Connect I.S.-barrière In MVD Direct Connect-installaties met de I.S.-barrière wordt de stroom aan de I.S.-barrière toegevoerd. De I.S.-barrière voedt de kernprocessor en de kernprocessor voedt de sensor. De voeding dient aan de volgende vereisten te voldoen: De voeding kan zweven of geaard zijn. De vereiste spanning voor een enkele I.S.-barrière bedraagt 24 VDC ± 20%. Het maximale stroomverbruik van een enkele I.S.-barrière plus kernprocessor bedraagt ongeveer 3,5 W. De voedingskabel moet qua koperdoorsnede en lengte voldoen aan de vereisten in tabel 3. Voor elke kernprocessor is een gelijkstroomingang van ten minste 19,2 V vereist. Bij het opstarten moet de voedingsbron ten minste 0,2 A korteduurstroom per kernprocessor leveren. De maximale stroom in stabiele toestand bedraagt 0,15 A. Zie voor hulp bij het bepalen van de maat voor de voedingskabel tabel 1 en gebruik de onderstaande vergelijking: MinimumVoedingsspanning = 19,2 V + (Kabelweerstand Kabellengte 0,15 A) Voorbeeld Een enkele MVD Direct Connect I.S.-barrière is op een afstand van 350 ft van een gelijkstroomvoeding gemonteerd. Als u 18 AWG kabel wilt gebruiken, berekent u als volgt de vereiste spanning van de gelijkstroomvoeding: MinimumVoedingsspanning = 19,2 V + (Kabelweerstand Kabellengte 0,15 A) MinimumVoedingsspanning = 19,2 V + (0,0128 ohms/ft 350 ft 0,15 A) MinimumVoedingsspanning = 19,9 V Bepalen van de plaats voor de componenten Raadpleeg de installatiehandleiding voor sensors voor informatie over het bepalen van de plaats voor de sensor of de sensor met kernprocessor. Als de kernprocessor op afstand van de sensor geïnstalleerd wordt, moet u de installatiehandleiding voor sensors raadplegen voor informatie over de maximale afstand tussen deze twee onderdelen. Installatiehandleiding 7

De maximale afstand tussen de kernprocessor, de voeding, de externe host en de I.S.-barrière (indien uw installatie een I.S.-barrière omvat) is afhankelijk van de koperdoorsnede en het type van de gebruikte leiding. Zorg dat uw installatie aan de volgende vereisten voldoet. tabel 2 vermeldt de vereisten qua koperdoorsnede en lengte voor MVD Direct Connect-installaties zonder I.S.-barrière. tabel 3 vermeldt de vereisten qua koperdoorsnede en lengte voor MVD Direct Connect-installaties met I.S.-barrière. Tabel 2 Koperdoorsnede en lengte MVD Direct Connect-installaties zonder I.S.-barrière Traject Kabeltype Koperdoorsnede Max. lengte Kernprocessor naar RS-485 0,35 mm 2 (22 AWG) of groter 150 meter (500 ft) externe host Kernprocessor naar voeding Voeding (1) 0,35 mm 2 (22 AWG) 90 meter (300 ft) 0,5 mm 2 (20 AWG) 150 meter (500 ft) 0,8 mm 2 (18 AWG) 150 meter (500 ft) (1) De koperdoorsnede en draadlengte moeten zo gekozen worden dat ten minste 15 volt aan de kernprocessor wordt geleverd. Zie de bespreking in het voorgaande hoofdstuk. Tabel 3 Koperdoorsnede en lengte MVD Direct Connect-installaties met I.S.-barrière Traject Kabeltype Koperdoorsnede Max. lengte Kernprocessor naar I.S.- RS-485 0,35 mm 2 (22 AWG) of groter 150 meter (500 ft) barrière Voeding (1) 0,35 mm 2 (22 AWG) 90 meter (300 ft) 0,5 mm 2 (20 AWG) 150 meter (500 ft) 0,8 mm 2 (18 AWG) 150 meter (500 ft) I.S.-barrière naar host RS-485 0,35 mm 2 tot 0,8 mm 2 300 meter (1000 ft) (22 AWG tot 18 AWG) I.S.-barrière naar voeding Voeding (2) 0,35 mm 2 (22 AWG) 90 meter (300 ft) 0,5 mm 2 (20 AWG) 150 meter (500 ft) 0,8 mm 2 (18 AWG) 150 meter (500 ft) (1) De koperdoorsnede en draadlengte moeten zo gekozen worden dat er tenminste 15 volt aan de kernprocessor wordt toegevoerd. Zie de bespreking in het voorgaande hoofdstuk. (2) De koperdoorsnede en draadlengte moeten zo gekozen worden dat er tenminste 19,2 volt aan de I.S.-barrière wordt toegevoerd. Zie de bespreking in het voorgaande hoofdstuk. Installeren van de kernprocessor NB: Deze stap is alleen vereist als de kernprocessor afzonderlijk van de sensor gemonteerd wordt. Zie afb. 2 en 4. Zie afbeelding 6 voor een tekening van de montagesteun die met de kernprocessor wordt meegeleverd. Zowel de steunen voor wand- als pijpmontage zijn afgebeeld. 8 Micro Motion MVD Direct Connect-meters

Afbeelding 6 Kernprocessor op afstand Wand- of pijpmontage Montagesteun (wandmontage) Montagesteun (pijpmontage) Monteren van de kernprocessor: 1. Identificeer de in afbeelding 7 afgebeelde onderdelen. Zie voor de afmetingen afbeelding 8. 2. Zet de kernprocessorbehuizing zo nodig opnieuw in lijn op de montagesteun. a. Draai de vier kolombouten los (4 mm). b. Draai de steun zo dat de kernprocessor in de gewenste montagerichting komt. c. Zet de kolombouten vast: haal aan met 3 tot 4 N m (30 tot 38 in-lbs). 3. Zet de montagesteun vast aan een instrumentstaaf of -plaat. Bij pijpmontage zijn twee U-bouten nodig waarin de klant zelf moet voorzien. Neem contact op met Micro Motion als u een installatieset voor pijpmontage nodig hebt. Afbeelding 7 Onderdelen van kernprocessor op afstand Kernprocessordeksel 4 X kolombouten (4 mm) Doorvoerbuisopening voor 4-aderige kabel Doorvoerbuisopening voor 9-aderige kabel Kernprocessorbehuizing Montagesteun Eindkap (naar 9-aderige massabout) Installatiehandleiding 9

Afbeelding 8 Afmetingen kernprocessor op afstand Afmetingen in mm (in) Ø111 (4 3/8) 144 (5 11/16) 2X 76 (3) 140 (5 1/2) Pijpmontage Naar hartlijn van 2 pijp 57 (2 1/4) 116 (4 9/16) Wandmontage 64 (2 1/2) 1/2 14 NPT of M20 X 1,5 61 (2 3/8) 43 (1 11/16) 158 (6 3/16) 4X Ø10 (3/8) 67 (2 5/8) 71 (2 13/16) 3/4 14 NPT 84 (3 5/16) 71 (2 13/16) 114 (4 1/2) Leggen van bedrading tussen de kernprocessor en de sensor NB: Deze stap is alleen vereist als de kernprocessor afzonderlijk van de sensor gemonteerd wordt. Zie afb. 2 en 4. Verbind de kernprocessor met de sensor met een Micro Motion 9-aderige kabel. Zie de installatiehandleiding voor sensors voor nadere instructies. 10 Micro Motion MVD Direct Connect-meters

Gereedmaken van de 4-aderige kabel en kernprocessorbedrading NB: Deze stap is vereist voor alle MVD Direct Connect-installaties. 1. Controleer of de kabels aan de volgende vereisten voldoen: Constructie met gedraaide aderparen De vereisten voor koperdoorsnede en lengte zoals beschreven in de voorgaande hoofdstukken. 2. Gebruik één van de onderstaande methodes voor het afschermen van de bedrading van de kernprocessor: Als u niet-afgeschermde kabel installeert, moet de kabel geïnstalleerd worden in een doorlopende metalen doorvoerbuis met 360 eindafscherming voor de leiding in de buis. Ga naar Stap 7. Als u afgeschermde of gewapende kabel installeert met een door de gebruiker te leveren kabelwartel, moet u de afscherming of de wapening in de kabelwartel laten eindigen. Sluit de aarddraden nooit aan op de inwendige massaschroef van de kernprocessor. Ga naar Stap 7. Als u afgeschermde of gewapende kabel installeert met een door Micro Motion geleverde kabelwartel: - Met afgeschermde kabel (omhulsel van folie) maakt u de kabel gereed en brengt u een afgeschermde krimpkous aan zoals beschreven in stap 3 t/m 6. De afgeschermde krimpkous vormt een eindafscherming die geschikt is voor gebruik in de kabelwartel. - Met gewapende kabel (gevlochten afscherming) maakt u de kabel gereed zoals beschreven in stap 3 t/m 6. Geen krimpkous aanbrengen (sla stap 5d t/m 5g over). 3. Haal het deksel van de kernprocessor. 4. Schuif de wartelmoer en het klemstuk over de kabel. Afbeelding 9 Micro Motion kabelwartel en krimpkous 114 mm (4 1/2 in.) 19 mm (3/4 in.) Wartelmoer Klemstuk 22 mm (7/8 in.) 22 mm (7/8 in.) Afgeschermde krimpkous Wartelhuis 5. Voor aansluiting op de kernprocessorbehuizing maakt u de kabel als volgt gereed (voor gewapende kabel slaat u stap 5d t/m 5g over): a. Strip 114 mm (4 1/2 in.) van de kabelmantel. b. Verwijder de transparante omhulling in de kabelmantel en het vulmateriaal tussen de draden. c. Verwijder de folieafscherming rond de geïsoleerde draden tot er nog 19 mm (3/4 in.) folie of vlechtwerk en aarddraden zichtbaar is en scheid de draden. d. Wikkel de afgeschermde aarddraad/-draden twee keer rond de blootliggende folie. Knip de overtollige draad af. Installatiehandleiding 11

Afbeelding 10 Omwikkelen van de aarddraden van de afscherming Aarddraad/-draden zijn tweemaal rond blootliggende folie gewikkeld e. Schuif de afgeschermde krimpkous over de blanke aarddraad/-draden. De kous moet de aarddraden helemaal bedekken. f. Verhit de kous (120 C [250 F]) om deze te laten krimpen maar verbrand de kabel niet. Afbeelding 11 Aanbrengen van de krimpkous Afgeschermde krimpkous dekt blanke aarddraden geheel af g. Breng het klemstuk zodanig aan dat het binnenste uiteinde gelijk ligt met de krimpkous. h. Vouw de afscherming van textiel of de gevlochten afscherming met aarddraden over het klemstuk, ongeveer 3 mm (1/8 in.) voorbij de O-ring. Afbeelding 12 Vouwen textiel-afscherming i. Breng het wartelhuis aan in de doorvoeropening van de kernprocessorbehuizing. 12 Micro Motion MVD Direct Connect-meters

Afbeelding 13 Wartelhuis en kernprocessorbehuizing 6. Steek de draden door het wartelhuis en zet de wartel in elkaar door de wartelmoer aan te draaien. 7. Sluit de signaaldraden aan op de RS-485-klemmen op de kernprocessor (zie afbeelding 14). Als u Micro Motion 4-aderige kabel gebruikt, gebruikt u de groene en witte draad. Afbeelding 14 Draden aansluiten op de kernprocessor Standaardkernprocessor Verbeterde kernprocessor VDC + (rood) RS-485/B (groen) RS-485/A (wit) RS-485/B (groen) VDC (zwart) RS-485/A (wit) 4-aderige massabout (niet gebruiken) VDC (zwart) VDC + (rood) 8. Sluit de voedingsdraden aan op de gelijkspanningsklemmen op de kernprocessor (zie afbeelding 14). Als u Micro Motion 4-aderige kabel gebruikt, gebruikt u de rode en zwarte draad. 9. Breng het deksel van de kernprocessor weer aan. VOORZICHTIG Als de kernprocessor integraal met de sensor gemonteerd is, zal verdraaien van de kernprocessor de sensor beschadigen. Voorkom sensorschade: verdraai de kernprocessor niet. Installatiehandleiding 13

VOORZICHTIG Beschadiging van de RS-485-draden kan meetfouten of meterstoringen veroorzaken. Beschadiging van de voedingsdraden kan meterstoringen veroorzaken. Bij het terugplaatsen van het kernprocessordeksel moet u oppassen dat de draden niet gegrepen of afgekneld worden. Installeren van de MVD Direct Connect I.S.-barrière NB: Deze stap is alleen vereist voor installaties met de the MVD Direct Connect I.S.-barrière. Zie afb. 3 en 4. De barrière is zo ontworpen dat hij op een 35 mm DIN-rail vastgeklemd kan worden. De afmetingen ziet u in afbeelding 15. Om de barrière van de DIN-rail los te halen, zet u de onderste vergrendeling omhoog. Afbeelding 15 Afmetingen barrière Afmetingen in mm (in) 104 (4.095) 23,5 (0.925) 109 (4.291) 35 (1.39) voor montage op 35 mm DIN-rail Bedrading bij de MVD Direct Connect I.S.-barrière NB: Deze stap is alleen vereist voor installaties met de MVD Direct Connect I.S.-barrière. Zie afb. 3 en 4. 1. Sluit de kernprocessor aan op de barrière: a. Sluit de RS-485-bedrading van de kernprocessor aan op de intrinsiek veilige RS-485-klemmen bij de barrière (aansluitklem 43 en 44) volgens A en B. Zie tabel 4 en afbeelding 16. Als u Micro Motion 4-aderige kabel gebruikt, zijn de draden aan de kleur herkenbaar. b. Sluit de voedingsbedrading van de kernprocessor aan op de intrinsiek veilige gelijkspanningsklemmen bij de barrière (aansluitklem 42 en 41) en let daarbij op de polariteit (+ en ). Zie tabel 4 en afbeelding 16. Laat de afschermingen niet op de barrière eindigen. 14 Micro Motion MVD Direct Connect-meters

Tabel 4 Aansluitklemmen op de kernprocessor en I.S.-aansluitklemmen barrière Functie Draadkleur (Micro Motion 4-aderige kabel) Aansluitklemmen kernprocessor I.S.-aansluitklemmen barrière RS-485 A Wit 3 43 RS-485 B Groen 4 44 VDC + Rood 1 42 VDC Zwart 2 41 2. Sluit de RS-485-bedrading aan op de niet intrinsiek veilige RS-485-klemmen bij de barrière (aansluitklem 13 en 14). Zie afbeelding 16. Deze draden worden in de volgende stap gebruikt om de barrière met de externe host te verbinden. Laat de afschermingen niet op de barrière eindigen. 3. Sluit de voedingsbedrading aan op de niet intrinsiek veilige gelijkspanningsklemmen bij de barrière (aansluitklem 11 en 12). Zie afbeelding 16. Deze draden worden in de volgende stap gebruikt om de barrière met de voeding te verbinden. Afbeelding 16 Aansluitklemmen barrière 44 (RS-485 B) 43 (RS-485 A) 42 (VDC +) 41 (VDC ) 14 (RS-485 B) 13 (RS-485 A) 12 (VDC +) 11 (V d.c. ) I.S.-aansluitklemmen Voor verbinding met kernprocessor Niet intrinsiek veilige aansluitklemmen Voor verbinding met externe host en voeding Bedrading naar de externe host NB: Deze stap is vereist voor alle MVD Direct Connect-installaties. 1. Open bij de externe host de bedradingskast en kijk waar de RS-485-klemmen zitten. Raadpleeg hiervoor zo nodig de documentatie van de fabrikant. 2. Als u de RS-485-draden direct vanaf de kernprocessor aansluit (zie afb. 1 en 2): a. Sluit de RS-485-bedrading van de kernprocessor (zie afbeelding 14) aan op de RS-485-klemmen op de externe host. b. Sluit de afscherming, het vlechtwerk of de massadraad/-draden niet af bij de externe host. c. Sluit de RS-485-leidingen niet af met de standaard 60 ohm eindweerstand. Sluit de RS-485- leidingen zo mogelijk helemaal niet af. Als de RS-485-kabel 300 meter (1000 ft) of langer is en afsluiting vereist is, dient de totale eindweerstand ten minste 175 ohm te bedragen. Als u de RS-485-draden direct vanaf de I.S.-barrière aansluit (zie afbeelding 3 en 4): a. Sluit de RS-485-bedrading van de barrière (zie afbeelding 16) aan op de RS-485-klemmen op de externe host. b. Sluit de afschermingen bij de externe host af. c. De barrière bevat interne pull-up-/pull-down-weerstanden en eindweerstanden. Voeg geen externe weerstanden toe. 3. Sluit de bedradingskast. Installatiehandleiding 15

Bedrading naar de voeding NB: Deze stap is vereist voor alle MVD Direct Connect-installaties. 1. U kunt meerdere MVD Direct Connect-installaties op dezelfde voeding aansluiten op voorwaarde dat elke installatie voldoende stroom krijgt. 2. Als u de voedingsdraden direct vanaf de kernprocessor aansluit (zie afb. 1 en 2): a. Sluit geen andere apparatuur aan op de voeding die wordt gebruikt voor de MVD Direct Connectinstallaties. b. Sluit de voedingsdraden van de kernprocessor aan (zie afbeelding 14) en let daarbij op de polariteit (+ en ). Als u de voedingsdraden vanaf de I.S.-barrière aansluit (zie afb. 3 en 4): a. De voeding kan gebruikt worden voor voeding van andere apparatuur. b. Sluit de voedingsdraden van de barrière aan (zie afbeelding 16) en let daarbij op de polariteit (+ en ). Aarding NB: Deze stap is vereist voor alle MVD Direct Connect-installaties. VOORZICHTIG Een ondeugdelijke aarding kan leiden tot meetfouten. Beperk de kans op meetfouten als volgt: Verbind de meter met de aarde of houd u aan de vereisten voor het aardnet van de locatie. Zie voor installatie in een omgeving die intrinsieke veiligheid vereist de desbetreffende goedkeuringsdocumentatie van Micro Motion. Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa raadpleegt u norm EN 60079-14 als er geen landelijke normen van toepassing zijn. De sensor met kernprocessor (zie afb. 1 en 3) of de afzonderlijke sensor (zie afb. 2 en 4) moeten geaard worden. Raadpleeg de installatiehandleiding voor sensors voor het aarden van deze onderdelen. Als uw installatie een kernprocessor op afstand omvat (zie afb. 2 en 4), moet deze geaard worden. Aarden van de kernprocessor op afstand De kernprocessor heeft twee inwendige massabouten: een 4-aderige massabout en een 9-aderige massabout. U mag de 4-aderige massabout niet gebruiken. De 9-aderige massabout kan wel gebruikt worden (zie afbeelding 17). Om toegang tot de 9-aderige massabout te verkrijgen, verwijdert u de eindkap van de kernprocessor (zie afbeelding 7). Gebruik draad met een koperdoorsnede van ten minste 2,0 mm 2 (14 AWG) voor het aarden. Houd alle aarddraden zo kort mogelijk; minder dan 1 ohm impedantie. Verbind aarddraden rechtstreeks met massa, of houd u aan de normen van de fabriek. Als uw installatie de MVD Direct Connect I.S.-barrière omvat (zie afb. 3 en 4), is de barrière niet geaard. De barrière mag niet geaard worden. 16 Micro Motion MVD Direct Connect-meters

MVD Direct Connect-communicatie Afbeelding 17 9-aderige massabout kernprocessor 9-aderige massabout MVD Direct Connect-communicatie Voor communicatie met de externe host gebruikt de kernprocessor een half-duplex communicatieleiding-driver volgens industrienorm RS-485. De ondersteunde communicatie-instellingen staan vermeld in tabel 5. De externe host kan elke ondersteunde instelling gebruiken en de kernprocessor detecteert en switcht automatisch. Tabel 5 Ondersteunde communicatie-instellingen Parameter Protocol Optie Modbus RTU (8 bits) Modbus RTU (7 bits) Modemsnelheid Standaardsnelheid van 1200 tot 38.400 Pariteit Even, oneven, geen Stopbits 1, 2 Adressen Bij het adresseren van specifieke registers in de kernprocessor vereisen sommige externe hosts dat het programma 1 van het adres aftrekt. Zie voor nadere informatie de handleiding Modbus Mapping Assignments for Micro Motion Transmitters. Responstijd De standaardreactietijd van de kernprocessor op een verzoek bedraagt 1,2 milliseconde. Desgewenst kan er een vertraging in de kernprocessor geprogrammeerd worden (zie de handleiding Modbus Mapping Assignments for Micro Motion Transmitters). Er kan om de 10 milliseconden een verzoek naar de kernprocessor gestuurd worden. Als u bij een modemsnelheid van 38.400 baud met deze frequentie verzoeken verstuurt, kunnen er per verzoek maximaal drie waarden met zwevende komma teruggestuurd worden. Multidroppen van kernprocessors is mogelijk, met maximaal 15 kernprocessors per segment. De communicatiesnelheid neemt toe naarmate er minder apparaten per segment worden gebruikt. Installatiehandleiding 17

Retourneringsbeleid Bytevolgorde in drijvende-komma-waarden Er worden vier bytes gebruikt voor het verzenden van drijvende-komma-waarden. Wanneer de kernprocessor de fabriek van Micro Motion verlaat, is de standaard bytevolgorde 1 2 3 4 (typisch) of 3 4 1 2. Zie tabel 6 voor de inhoud van de bytes. Tabel 6 Byte-inhoud in Modbus-opdrachten en antwoorden Byte Bits Definities 1 S E E E E E E E S = Teken E = Exponent 2 E M M M M M M M E = Exponent M = Mantisse 3 M M M M M M M M M = Mantisse 4 M M M M M M M M M = Mantisse Als de kernprocessor om de een of andere reden op een transmitter wordt bevestigd (bijv. voor testen op locatie), wordt de byte-volgorde automatisch ingesteld op 1 2 3 4. Het kan nodig zijn om de byte-volgorde te herstellen voordat de werking van de MVD Direct Connect hervat wordt. De byte-volgorde wordt bepaald door de waarde in register 521. De byte-volgordecodes met hun bijbehorende byte-volgorde staan vermeld in tabel 7. Tabel 7 Byte-volgordecodes en byte-volgordes Byte-volgordecode Byte-volgorde 0 1 2 3 4 1 3 4 1 2 2 2 1 4 3 3 4 3 2 1 Aanvullende informatie Zie voor nadere informatie over het programmeren van een externe host voor gebruik met de MVD Direct Connectsystemen de handleiding Modbus Mapping Assignments for Micro Motion Transmitters. Retourneringsbeleid Bij het retourneren van apparatuur moeten de Micro Motion procedures worden aangehouden. Deze procedures zorgen dat aan de vervoersrichtlijnen van de overheid wordt voldaan en helpen te voorzien in een veilige werkomgeving voor medewerkers van Micro Motion. Als de Micro Motion procedures niet worden aangehouden, wordt de aflevering van uw apparatuur geweigerd. Informatie over procedures en formulieren voor retournering zijn beschikbaar via onze website voor klantondersteuning op www.micromotion.com, of telefonisch via de klantenservice van Micro Motion (zie pagina 2). Nieuwe en ongebruikte apparatuur Alleen apparatuur die niet is verwijderd uit de oorspronkelijke transportverpakking wordt beschouwd als nieuw en ongebruikt. Voor nieuwe en ongebruikte apparatuur is een ingevuld Return Materials Authorization formulier nodig (toestemming tot retourneren van materiaal). 18 Micro Motion MVD Direct Connect-meters

Retourneringsbeleid Gebruikte apparatuur Alle apparatuur die niet geldt als nieuw en ongebruikt wordt beschouwd als zijnde gebruikt. Dergelijke apparatuur moeten volkomen worden ontsmet en gereinigd voor de retournering. Bij gebruikte apparatuur moet een ingevuld Return Materials Authorization formulier en een Decontamination Statement (verklaring van ontsmetting) worden ingesloten voor alle procesvloeistoffen die met de apparatuur in aanraking zijn geweest. Als er geen Decontamination Statement kan worden ingevuld (bijv. voor met levensmiddelen gelijkgestelde vloeistoffen) dan moet een verklaring worden bijgesloten waarin ontsmetting officieel wordt bevestigd en alle stoffen worden gedocumenteerd die met de apparatuur in aanraking zijn geweest. Installatiehandleiding 19

2005, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. P/N 20004276, Rev. A *20004276* De meest recente productspecificaties van Micro Motion kunt u vinden onder PRODUCT op onze website WWW.MICROMOTION.COM Emerson Process Management Nederland Fisher-Rosemount BV Patrijsweg 140 2289 EZ Rijswijk T +31 (0) 70 413 6607 F +31 (0) 70 413 6603 www.emersonprocess.nl Emerson Process Management Micro Motion Europa Wiltonstraat 30 3905 KW Veenendaal Nederland T +31 (0) 318 495 670 F +31 (0) 318 495 689 Micro Motion Inc. USA Wereldwijd hoofdkantoor 7070 Winchester Circle Boulder, Colorado 80301, VS T (303) 527-5200 (800) 522-6277 F (303) 530-8459 Emerson Process Management nv/sa België De Kleetlaan 1831 Diegem Belgique T +32 (0) 2 716 77 11 F +32 (0) 2 725 83 00 gratis nummer klantendienst debietmetingen T 0800 75 345 www.emersonprocess.be Emerson Process Management Micro Motion Azië 1 Pandan Crescent Singapore 128461 Republiek Singapore T (65) 6777-8211 F (65) 6770-8003 Emerson Process Management Micro Motion Japan Shinagawa NF Bldg. 5F 1-2-5, Higashi Shinagawa Shinagawa-ku Tokyo 140-0002 Japan T (81) 3 5769-6803 F (81) 3 5769-6843