Delft, 30 mei 2017 Lezing bij Lancering Pedagogisch curriculum voor het jonge kind in de kinderopvang door Bureau Kwaliteit Kinderopvang

Vergelijkbare documenten
Het Pedagogische Raamwerk en implicaties voor de opleiding van kinderbegeleiders

Pedagogisch beleidsplan

Visie (Pedagogisch werkplan)

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie

Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke

KINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

PEDAGOGISCH BELEID VAN DE SKPC

LEZINGEN EN WORKSHOPS OPVOEDEN

Pedagogisch kader Kinderdagverblijf Filios

Spelen,verbondenheid en intens leren

Partnerschap tussen professionals en ouders in Vve-voorzieningen

Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf de Harlekijn

Pedagogische Visie en Beleid

Verschil soorten relaties. Sociaal leren van jonge kinderen in kindercentra. Kinderen hebben veel aan elkaar: wat precies?

Pedagogisch Beleidsplan CKO De Herberg

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Hoofdstuk 1. De basis

Kwaliteitsvisie kinderopvang voor pedagogisch medewerkers en gastouders

1. Kinderopvang Friesland: Visie en kwaliteit. 2. Kinderopvang Friesland en Thomas Gordon. 3. Kinderopvang Friesland en opvoeden

LEZINGEN EN WORKSHOPS OPVOEDEN

Handleiding Kind in Beeld Kinderopvang

Pedagogisch beleidsplan. Goed toegerust op ontdekkingsreis

Nieuwsbrief Samen... goed voor later Het kindercentrum als democratische oefenplaats


kindercentra NCKO-kwaliteitsmonitor

#zorgvoorkinderen. Hoogleraar Pedagogiek PAUL LESEMAN. Wat is universeel (en wat niet) bij het verzorgen en opvoeden van jonge kinderen?

2 Algemene doelstelling en visie

Is een klas een veilige omgeving?

De e-learning van Gastouderland

Pedagogisch Beleid. Inschrijving

, Babybeleid Hoera kindercentra

Intercultureel leren. Workshop. Studievoormiddag 6 juni 2014

Pedagogisch beleid Kidscasa

Pedagogisch beleidsplan

Veranderingen in de kwaliteitseisen voor ondernemers in de kinderopvang. Update maart 2018

Pedagogisch Werkplan gastouder

Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe

Het pedagogische raamwerk in een notendop

SKS Alles Kids. Onze visie

Pedagogische basisdoelen. In de gastouderopvang

Leren & Leven in het Kindcentrum

De medewerker als ambassadeur. Hospitality. Kindwijzer LENA

Beschrijving modules KINDwijzeracademie

Kwaliteit troef. Kennismaking. Reflecteren 31/10/2018. Spelenderwijs kennismaken met het Pedagogisch Raamwerk voor baby s en peuters

Reactie op concept Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar, in samenhang met de Pedagogisch kaders 0-4 jaar en Diversiteit

5 pedagogisch medewerkers

OPVOEDTIPS VOOR JONGE OUDERS. 10 handige tips voor ouders van baby s en peuters

Pedagogiek op maat helpt co nc n re c et Deelsessie 12

In situaties waarin pm ers alleen staan, kunnen anderen altijd meekijken/ meeluisteren.

Kinderen, lief maar. Wegwijzer Steenwijk Woensdag 12 november Carolien Boschma en Sjoukje Huisman Centrum voor Jeugd en Gezin

Lev Vygotsky Een sociale omgeving helpt groeien. Katelijne De Brabandere VCOK Hester Hulpia - VBJK

Goed toegerust op ontdekkingsreis

Samenvatting pedagogisch beleid Kinderopvang Natuurlijk. Doel Doelstelling Doelgroep

Pedagogisch beleid gastouderbureau via Laura

E: Adres: Scheepmakersstraat 4,2515VC Den Haag T: +31 (0) KVK:

Kleine Mensen Grote Wensen. Voor de betere kinderopvang

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan.

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang De Zevensprong, Weezenhof 30

Structureren en grenzen stellen. Kinderopvang Bootcamp Interactievaardigheden 29 mei 2015 Christine ten Kate

Welkom Boek. Deel 2; Pedagogisch beleid. Welkom-Kind Z.O. Friesland Willinge Prinsstraat PE Oldeberkoop

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Pedagogisch kwaliteit (NCKO, 2011; Singer e.a., 2013) Buitenlands onderzoek

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

Goed toegerust op ontdekkingsreis

Pedagogisch beleid. buitenschoolse opvang. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder. maatwerk kinderopvang voor elk gezin

Pedagogisch plan Bengels kinderopvang

Je hebt een heel dorp nodig om een kind op te voeden. Samenwerking met ouders en respect voor diversiteit

Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE

Inspectierapport KDV Minies (KDV) Ringbaan-West 306C 5025VB Tilburg Registratienummer

32 AUGUSTUS/SEPTEMBER Het stimuleren van. als nieuw ILLUSTRATIE STEFANIE KAMPMAN

Veranderingen in de kwaliteitseisen voor ondernemers in de kinderopvang

Vriendjes en speelmaatjes

Inspectierapport Doomijn peuterspeelzaal Schellerpark (KDV) Schellerpark NZ Zwolle Registratienummer

Beleidsplan buitenschoolse opvang (BSO) Zo Kinderopvang

SKS Alles Kids. Ieder kind is uniek. Onze visie. De 5 speerpunten

Pedagogisch beleidsplan kort

Pedagogisch beleid. Party en Weddingnanny

Pedagogisch plan van aanpak 2017

Inleiding. Pedagogisch medewerker in de kinderopvang: een belangrijk en verantwoordelijk beroep!

Gedragsprotocol. Trots zijn op jezelf en op elkaar!

Samenvatting Onderzoeksrapport SOCIAAL EN EMOTIONEEL WELBEVINDEN VAN JONGE KINDEREN IN SCHOOL EN OPVANG. Een onderzoek in vijf Europese landen

Editie Opvoeden in je Buurt

Terugkoppelingsrapport

Ik ben pedagogisch medewerker bij TintelTuin

Inge Glazemakers. Overzicht. Hoop en verwachting. Ouderschap en opvoeding

Inleiding. Zoektocht naar een pedagogiek voor jonge kinderen in een groepssetting

Veiligheid en welbevinden. Hoofdstuk 1

Samen de Wereld Kleuren PEDAGOGISCHE VISIE

Samen de Wereld Kleuren PEDAGOGISCHE VISIE

Resultaten inzet gespecialiseerde jeugdhulp 2018

Hoe ziet het Nederlandse ecec-landschap eruit anno 2012?

Stichting Kinderopvang Alkmaar. Pedagogisch Beleid. Peuterspeelzalen

Pedagogisch beleidsplan Integraal Kindcentrum de Weide

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

waar denkt u aan bij het woord opvoeden? De kracht van Positief opvoeden Overzicht Hoop en verwachting

Transcriptie:

Delft, 30 mei 2017 Lezing bij Lancering Pedagogisch curriculum voor het jonge kind in de kinderopvang door Bureau Kwaliteit Kinderopvang Het Pedagogisch Curriculum en de Pedagogisch Kaders: hoe vullen die elkaar aan? Dr Elly Singer Singer.elly@gmail.com www.ellysinger.nl Vandaag is een bijzonder moment: er wordt een Pedagogisch Curriculum aangeboden aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Kinderopvang in Nederland, is, zoals overal elders, ontstaan vanwege economische redenen; moeders gingen werken en er was opvang nodig voor de kinderen. Maar, kinderen worden in kindercentra en buitenschoolse opvang ook opgevoed. Het gáát niet alleen om opvang. Daarom is het bijzonder heuglijk dat SZW en de Sociaal Economische Raad (SER) blijk geven van de erkenning van het pedagogische belang van de kinderopvang. Het gaat om de opvoeding en onderwijs van de nieuwe generatie. En, om gemeenschapsvorming en samenhang in de samenleving. Aan mij is gevraagd te reflecteren op de samenhang tussen de Pedagogische Kaders en dit Pedagogisch Curriculum. Ik was projectleider en medeauteur van het eerste Pedagogisch Kader voor het opvoeden in kindercentra met 0- tot 4-jarigen, uitgekomen in 2009 en in het werkveld algemeen geaccepteerd als richting gevend voor het pedagogisch handelen. Het Pedagogisch Curriculum is bedoeld voor de aanbieders van kinderopvang. Vandaar de vraag: biedt het Pedagogisch Curriculum voldoende kader om sturing te geven aan pedagogische staf en medewerkers. Het Pedagogisch Curriculum is geschreven door 21 wetenschappers. De hoofdstukken bieden een beeld van de ontwikkeling van kinderen van 0 tot 6 jaar. In 21 hoofdstukken belichten de auteurs de sociaal-emotionele, de fysieke en de cognitieve ontwikkeling, taal, en ontwikkeling op gebied van natuur, cultuur én creativiteit. Twee belangrijke verschillen tussen de Pedagogische Kaders en het Pedagogische Curriculum vallen meteen op: 1. In de eerste plaats het verschil in de achtergrond van de auteurs. Het Curriculum is geschreven door uitsluitend academici. De Pedagogische Kaders zijn geschreven 1

door academici samen met pedagogen met een lange ervaring in de kinderopvang en veelal met een universitaire opleiding. 2. In de tweede plaats het verschil in theoretische benadering. In het Pedagogisch Curriculum worden, vanuit wetenschappelijk onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen, uitspraken gedaan voor de kinderopvang. De Pedagogische Kaders zijn gebaseerd op het zogenaamde ecologisch-theoretische ontwikkelingsmodel van Bronfenbrenner. 1 Vanuit dit theoretische model wordt de ontwikkeling van kinderen bestudeerd in de sociale context. Dat wil zeggen vanuit de samenhang tussen 1) Gezin, 2) Kindercentrum en 3) de School. Door de komst van kindercentra is de gezinsopvoeding veranderd, en veranderen ook de taken van het onderwijs. Als deze systemen niet aansluiten zijn de kinderen daarvan de dupe. Het is niet voor niets dat de OECD (Organisation for Economic Cooperation and Development) in haar gezaghebbende rapport over kinderopvang, Starting Strong 2, de samenwerking met ouders, school en voorzieningen in de buurt, wijk of gemeenschap noemt als kwaliteitscriterium. Internationaal is de ecologisch-theoretische benadering het meest gangbaar in onderzoek naar de kinderopvang. Het ontbreken van deze benadering heeft geleid tot ernstige tekorten in het Pedagogisch Curriculum vergeleken met de Pedagogische Kaders. Ik zal een paar voorbeelden geven: Samenwerking tussen Gezin en Kindercentrum De meest ernstige omissie is het ontbreken van een theoretische reflectie op de samenwerking met ouders. Internationaal wordt de samenwerking met ouders gezien als een essentieel onderdeel van het pedagogisch beleid. De ouders zijn en blijven de basis onder het bestaan van hun kinderen. Het welzijn van kinderen hangt zeker niet alleen af van de kwaliteit van het kindercentrum, maar vooral van hoe gezin en kindercentrum elkaar aanvullen. Een 3-jarige die in de ogen van de pedagogisch medewerker fijn heeft gespeeld, kan thuis moe zijn en hangerig of huilerig; dat leidt tot stress in het gezin; dat is niet goed voor de ouders en zeker ook niet voor het kind. In het Hoofdstuk over emotionele veiligheid wordt helemaal niets gezegd over de overgang 1 Bronfenbrenner, U., & Morris, P. A. (1998). The ecology of developmental processes. 2 Strong III, S. (2012). A Quality Toolbox for Early Childhood Education and Care Paris OECD. 2

van Gezin naar Kindercentrum en vice versa: het wennen van het kind en het dagelijks communiceren over de kinderen tussen ouders en pedagogisch medewerkers. Baby s kúnnen niet zelf vertellen hoe hun bioritme van voeding, slapen en spelen in elkaar zit, of hoe ze getroost kunnen worden. Pedagogisch medewerkers hebben de ouders nodig om sensitief te kunnen reageren op het unieke van ieder kind. Bij grote verschillen in waarden, normen en bij een verschil in aanpak tussen thuis en het kindercentrum raakt het kind in de war. Relaties tussen kinderen In de Pedagogische Kaders wordt gereflecteerd op de verschillen en overeenkomsten tussen opvoeden in het gezin en in het kindercentrum. De band tussen ouder en kind verschilt van de band tussen de pedagogisch medewerker en het kind, daarmee zult U het allemaal eens zijn. Uniek voor het kindercentrum is het opvoeden in een groep. Uit onderzoek onder kinderen blijkt dat er twee redenen zijn waarom ze graag naar het kindercentrum gaan: 1) om te spelen en 2) vanwege hun vriendjes en vriendinnetjes. Echter, in het Pedagogisch Curriculum ontbreekt een hoofdstuk waarin wordt gereflecteerd op spelen en het belang van spelen voor de ontwikkeling en het spelend leren. In het hoofdstuk over Socialisatie lezen we dat kinderen pas vanaf 3 jaar beginnen samen te spelen. Dat is een inzicht dat door iedere tegenwoordige ouder met eigen kinderen zal worden bestreden. Het is boekenwijsheid van voor de tijd van de kinderopvang. Wanneer 1- of 2-jarige kinderen elkaar niet kennen, hebben ze inderdaad grote moeite om hun gedrag onderling af te stemmen; dat zien we dan ook in laboratorium onderzoek waar kinderen, die elkaar niet kennen, bij elkaar worden gezet. Maar, laten we eerlijk zijn, volwassenen die elkaar niet kennen vinden het ook vaak moeilijk om te communiceren. Kinderen die elkaar kennen hebben evenwel hun eigen manieren van communiceren veelal non-verbaal, door imitatiespel. Ik had u graag video s laten zien van 2-jarigen die vadertje en moedertje spelen, of dokter en kind. Op dit gebied bestaat inmiddels een overvloed aan onderzoek: kinderen die samen spelen functioneren op cognitief hoger niveau, ze lossen samen conflicten op. Lachen doen jonge kinderen vooral met andere kinderen, veel meer dan met volwassenen. Die andere kinderen zijn vanuit het perspectief van de kinderen zelf het belangrijkste dat het kindercentrum biedt. 3

In het Pedagogisch Curriculum maken auteurs opmerkingen over kinderen met elkaar. Maar niets over vriendschap die al tussen 1-jarigen kan bestaan. Geen reflectie op hoe kinderen van elkaar leren en met elkaar communiceren. En hoe pedagogisch medewerkers positieve relaties tussen kinderen kunnen faciliteren. Want kinderen in een groep kunnen elkaar óók storen. Pesten komt al bij 3-jarigen voor. Meer kinderen betekent ook minder één-op-één contact van de pedagogisch medewerker met het individuele kind. Opvoeden in een groep De afgelopen decennia is op internationaal niveau het opvoeden van kinderen in groepsverband een centraal onderzoeksthema geworden. In de opvoeding, zo stellen meerdere auteurs in het Pedagogisch Curriculum terecht, zijn sensitieve responsiviteit en het structuur bieden essentieel voor de emotionele veiligheid. Maar een systematische reflectie op hoe pedagogisch medewerkers hierbij gebruik kunnen maken van de dynamiek tussen kinderen in de groep ontbreekt. In het Pedagogisch Curriculum wordt structuur bijvoorbeeld vooral in verband gebracht met het stellen van grenzen en het opleggen van regels. Maar uit internationaal onderzoek blijkt dat positieve regulering van het gedrag veel beter werkt; door te werken in kleine groepen en door structurering van de ruimte in activiteitenhoeken. Pedagogisch medewerkers maken een hechte groep door rituelen, door zingen, dansen en door plezierige gewoontes waarin kinderen een actieve rol hebben; door positieve relaties, zoals vriendschap tussen kinderen, te stimuleren en zeker ook door een goed contact met de ouders. In het Pedagogisch Curriculum ontbreekt het hart van het kindercentrum: de kindergroep. Hoge kwaliteit kenmerkt zich door een goede sfeer en samenwerking tussen pedagogisch medewerkers, ouders én de kinderen. Meerdere belangen en stakeholders Dit brengt mij bij een volgend punt dat in ecologisch-theoretische benaderingen veel aandacht krijgt. In de kinderopvang spelen altijd méérdere belangen een rol. Er zijn meerdere stakeholders, met eigen belangen en eigen redenen om geld en energie in kinderopvang te investeren: welkgevers, werknemers, overheden, onderwijs, en ouders. Terecht staan in het Pedagogisch Curriculum de belangen van het kind centraal. Maar in het Pedagogisch Curriculum wordt ten onrechte niet gereflecteerd op spanningen tussen 4

de belangen van de diverse stakeholders en de consequenties daarvan voor het pedagogisch beleid. Ik beperk me tot één voorbeeld, een uiterst urgent probleem, typisch voor de Nederlandse kinderopvang. Meerdere auteurs van het Pedagogisch Curriculum wijzen terecht op het belang van vaste pedagogisch medewerkers en stabiele kindergroepen, voor emotionele veiligheid, goede relaties tussen kinderen en het leren en spelen. Maar als we dit als kwaliteitscriterium zouden hanteren, moeten de meeste kindercentra in Nederland acuut worden gesloten. Het is niet uitzonderlijk dat van één kindergroep per week 50 verschillende kinderen komen.; en dat in een maand tot wel 12 verschillende pedagogisch medewerkers een groep begeleiden. Hoe kan dat? Een belangrijke oorzaak is de wens van ouders. In het Financieel Dagblad was afgelopen zaterdag weer te lezen dat ouders klagen wanneer organisaties voor kinderopvang hen verplichten om dagdelen of hele dagen af te nemen in plaats van het gewenste aantal uren. Moeders werken in Nederland part-time; veel pedagogisch medewerkers ook. Ouders willen betalen voor de uren opvang die ze nodig hebben. Dat is de hoofdoorzaak van wisselingen in de groep en wisselingen van pedagogisch medewerkers. Kinderen komen één, twee of drie dagen; de één een ochtend, de ander tot 2 uur, weer een ander tot 6 uur of half acht. Dan is stabiliteit in de groep een groot probleem. Moeten we daarom van Nederlandse ouders eisen dat beiden full-time werken? Dat lijkt me niet. Rust in het gezin is een zeer belangrijke waarde in het Nederlandse gezin. Stabiele groepen met gestreste ouders thuis maken kinderen ook niet gelukkiger. Maar er ligt duidelijk wel een probleem waar de kinderopvang oplossingen voor moet vinden. (en dat wordt in het curriculum niet geadresseerd) Praktijkonderzoek en samenwerking met wetenschappers Dit brengt mij bij mijn laatste punt. Internationaal speelt de samenwerking tussen praktijkpedagogen en academici een sleutelrol bij kwaliteitsontwikkeling. De sociale context waarin kinderen opgroeien is aan verandering onderhevig. Eerst ontstonden in de jaren 70 en 80 kindercentra voor kinderen jonger dan 4 jaar. De praktijkmensen ontwierpen de pedagogiek. Pas toen er kindercentra waren, gingen wetenschappers empirisch onderzoek doen. De praktijk loopt dus voorop. Praktijkpedagogen en ouders zijn de ogen en oren van de wetenschappers. Ze nemen vaak als eersten veranderingen, problemen en nieuwe mogelijkheden waar. Omgekeerd hebben praktijkpedagogen wetenschappers nodig om hun praktijkinzichten te toetsten en te verdiepen door 5

theoretische kennis. Daarom werd in de Pedagogische Kaders uitdrukkelijk gekozen om de praktijkkennis te verbinden met wetenschappelijke kennis. Internationaal wordt praktijkonderzoek en teams die reflecteren op hun werk, standaard als kenmerk van pedagogisch kwaliteit gezien. Tot slot, is het Pedagogisch Curriculum een pedagogisch curriculum? Nee, dat is het niet. Het biedt geen theoretisch kader om te reflecteren op het opvoeden in kindercentra in samenhang met gezin en school; het biedt aanbieders onvoldoende handvaten om belangrijke pedagogische vraagstukken en beleid te doordenken. Ik heb slechts enkele voorbeelden kunnen noemen van de consequenties van het ontbreken van een ecologisch perspectief. Ik ben (door een gebrek aan tijd) niet ingegaan op het vraagstuk van lichamelijke intimiteit tussen jonge kinderen en pedagogisch medewerkers en grensoverschrijdend gedrag waarvan in de afgelopen jaren schrijnende voorbeelden naar buiten zijn gekomen. Ik heb ook het niet genoemd dat aan iedere pedagogiek waarden en normen ten grondslag liggen. Welke waarden willen we aan onze kinderen doorgeven? We weten dat kinderen veel vroeger van alles kunnen leren dan we eerder dachten. Maar moeten we dat willen? Of is rust belangrijker, rustig het tempo van het kind volgen? En het vraagstuk van de etnische en culturele diversiteit in ons land. Het goede nieuws is dat 21 gerenommeerde wetenschappers interesse tonen in het opvoeden in kindercentra. Deze interesse is echt heel hard nodig. Er is helaas in ons land nog veel onkunde en ook gebrek aan kennis van wat op dit gebied op internationaal wetenschappelijk niveau gebeurt. Er ligt hier een mooi boek met interessante bijdragen. De waarde ervan voor de kinderopvang behoeft nadere doordenking. Mijn advies is: vergelijk de theoretische onderbouwing in de Pedagogische Kaders met de hoofdstukken uit het Pedagogisch Curriculum. En entameer een discussie door middel van enkele conferenties waarin niet alleen wetenschappers, maar ook praktijkpedagogen en ouders gericht praten over de kernpunten die in een Pedagogisch Curriculum zouden moeten staan. Zo kan een nieuw Pedagogisch Curriculum ontstaan dat breed wordt gedragen en recht doet aan het opvoeden van kinderen in Gezin, in 6

Kindercentra en op School; en vooral: ook rekening houdt met de belangen van alle stakeholders. 7