Opgave 1 Opbouwen van een servomotor-systeem Leerdoelen Na het voltooien van deze opgave: Ben je bekend met het veilig opbouwen van een servomotor systeem Ben je bekend met de basisprincipes van schema lezen en bouwen hiervan. Probleem beschijving Een servomotor-systeem moet opgebouwd worden uit afzonderlijke componenten. De motorcontroller, servomotor, roterende aandrijving, bedieningpaneel moeten volgens het elektrisch schema aangesloten worden om een betrouwbare werking van het systeem te garanderen. Situatieschets Servomotor-systeem Festo Didactic GmbH & Co. KG 571853 1
Projectopdracht 1. Kenmerken van de onderdelen beschrijven. 2. Opbouwen van het servomotor-systeem. Hulpmiddelen Technische gegevens o Elektrisch schema (blz. 6) o Overzichttekening (blz. 5) Werkinstructies (blz. 4) Waarschuwing De elektrische voeding mag niet worden ingeschakeld voordat alle aansluitingen zijn aangesloten en gecontroleerd door de docent. De voeding moet uitgeschakeld worden zodra de opgave is voltooid en voordat de componenten worden gedemonteerd. 2 Festo Didactic GmbH & Co. KG 571853
Kenmerken van de onderdelen beschrijven Noteer in onderstaande tabel de gegevens van de servomotor. Informatie over de kenmerken van onderdelen vind je in de databladen. Parameters Waarde Nominale spanning 360 V DC Nominaal koppel 0.68 Nm Nominaal toerental 6600 rpm Koppel bij stilstand 0.98 Nm Motor constante 0.558 Nm / A Noteer in onderstaande tabel de gegevens van de motorcontroller. Informatie over de kenmerken van onderdelen vind je in de databladen. Parameters Waarde Voedingsspanning 1-phase/ 95 255 VAC Nominale uitgangsstroom [Motor X6] 3 A Uitgangsspanning [Motor X6] 320 V Aantal digitale schakeluitgangen [X1.1 en X1.2] 4 Signaal van de analoge ingangen [X1.3] -10 +10 V Festo Didactic GmbH & Co. KG 571853 3
Opbouwen van het servomotor-systeem 1. Aansluiten van de motor. Zorg ervoor dat de voeding is uitgeschakeld. Schakel de voedingsspanning van het vermogensgedeelte (230V/AC) uit. Schakel de voedingsspanning van het besturingsgedeelte (24V/DC) uit. Bevestig de motor op de roterende aandrijving met behulp van de borgschroeven en monteer de motormodule op een profiel plaat. Sluit de motorkabel en de encoderkabel aan op de motorcontroller. Sluit de motorkabel aan de motoraansluiting [Motor X6] op het paneel en draai deze vast. Sluit de encoderkabel aan op de Sub-D connector [X2] op de motorcontroller. 2. Aansluiten van de motorcontroller. Sluit het vermogensgedeelte van de motorcontroller aan op een uitgeschakelde 230V/AC voeding met behulp van 4mm veiligheidsmeetsnoeren. Gebruik hiervoor het elektrisch schema (blz. 6). Sluit de fase aan op [L] Sluit de nul aan op [N] Sluit de aarde aan op [PE] Sluit het besturingsgedeelte van de motorcontroller aan op een uitgeschakelde 24 V voeding met behulp van 4mm veiligheidsmeetsnoeren. Sluit de 24V aan op [+24V] Sluit de 0V aan op [0V] 3. Aansluiten op de PC. Sluit de seriële interface kabel aan op de COM poort van de PC. Gebruik eventueel een USB naar RS232 adapter. Sluit de seriële interface kabel aan op de COM poort van de PC. Eventueel met een USB adapter. Sluit de seriële interface kabel aan op de sub-d connector [X5 Serial] van de motorcontroller. 4. Controleren van de systeemstatus. Zet de "controller enable"schakelaar uit (schakelaar omhoog) Controleer alle aansluitingen nog eens. Schakel de voedingsspanning (24V/DC) van de apparatuur aan. De READY-LED aan de voorkant van de motorcontroller moet nu oplichten. 5. Systeem uitschakelen. Controleer de schakelaars van het bedieningspaneel Zet de schakelaar [Power Enable] en [Controler Enable] uit (schakelaar omhoog) Zet de schakelaar [Stop] en [Start] uit (schakelaar omhoog). Simulatieschakelaar voor eindschakelaars [Limit0] en [Limit1] zijn uit (schakelaar omhoog). Potentiometer voor de analoge ingang 0 [A in 0] geheel linksom draaien (stand 0V). Keuzeschakelaar voor de aansturing [Analog / Digital] staat op digitaal (schakelaar omlaag). Keuzeschakelaar voor de ingangen [Internal / external] staat ingesteld voor de ingangssimulator op het paneel; [internal] (schakelaar omhoog). Schakel het systeem uit. Schakel de voedingsspanning van het vermogensgedeelte (230V/AC) uit. Schakel de voedingsspanning van het besturingsgedeeltegedeelte (24V/DC) uit. 4 Festo Didactic GmbH & Co. KG 571853
Opmerking Als de LED [READY] niet brandt, is er een storing. Het 7- segment display geeft een reeks getallen, Dit is het nummer van de foutmelding. U moet de oorzaak van deze storing corrigeren. Zie de bedrijfsmodi en foutmeldingen in hoofdstuk 8.2 van de handleiding "Motorcontroller CMMSAS-...". Festo Didactic GmbH & Co. KG 571853 5
Elektrisch schema 6 Festo Didactic GmbH & Co. KG 571853