Toets Regel 1 t/m17 Basisboek arbitrage veld

Vergelijkbare documenten
2. In welke van de volgende situaties dient het spel te worden hervat met een indirecte vrije schop?

Informatie voor scheidsrechters

Antwoord B Hij fluit af toont de verdediger een rode kaart wegens Hands en laat het spel hervatten met een strafschop.

SAO spelregelquiz 2018/2019. Ronde 3

De Assistent Scheidsrechter

VV Nieuwerkerk Handleiding grensrechters. VV Nieuwerkerk Handleiding grensrechters

A. Hij geeft beide spelers een waarschuwing door het tonen van de gele kaart zodra dit mogelijk is, zonder het spel hiervoor te onderbreken.

SAMENVATTING SPELREGELWIJZIGINGEN 2016/'17

Schriftelijke spelregelvragen Vraag 01. Vraag 02 Vraag 03. Vraag 04. Vraag 05. Vraag 06.

SAMENVATTING SPELREGELWIJZIGINGEN 2016/'17

Informatie over de functie van assistent scheidsrechter.

Informatie over de functie van assistent scheidsrechter.

VV Moordrecht Handleiding grensrechters 1

SPELREGELS IN HET KORT

SCHEIDS, BUITENSPEL!, ZIE JE DAT NIET!, BRILLETJE NODIG!

Informatie over functie van. ASSISTENT SCHEIDSRECHTER (grensrechter)

Aanpassingen aanvullende instructies werkgroep spelregels veldvoetbal juli 2012

Laatst gewijzigd SPELREGELVRAGEN VELDVOETBAL (inclusief antwoorden)

Handleiding Videotest spelregels Themabijeenkomst

VOORWOORD. Kevin Blom, scheidsrechter betaald voetbal

DE ASSISTENT SCHEIDSRECHTER VAN HRC 27/STORMVOGELS 28!

Spelregels Rijsbergse Zaalvoetbal Competitie

B Zolang er geen commentaar op de leiding van de scheidsrechter wordt gegeven is dit altijd toegestaan.

De assistent-scheidsrechter

Aanpassingen aanvullende instructies werkgroep spelregels veldvoetbal juli 2014

SPELREGELS 2019/ 20 SPELREGELWIJZIGINGEN. Datum : 1 juni 2019

21 september Reglement

FZK Zaalvoetbalregels

Buitenspel! Nee, hij niet! Buitenspel! Nee, hij niet! Samenvatting van de spelregels veldvoetbal

Buitenspel! Nee, hij niet! Buitenspel! Nee, hij niet! Samenvatting van de spelregels veldvoetbal

ASSISTENT SCHEIDSRECHTER

belangrijkste reglementswijzigingen seizoen 2019/2020 update: woensdag 7 augustus 2019

Wijzigingen aan de Regels van het Voetbalspel /08/2016

Herziening spelregels

De assistentscheidsrechter

BUITENSPEL! NEE, HIJ NIET! SAMENVATTING VAN DE SPELREGELS VELDVOETBAL

BEACH HANDBAL SPELREGELS

Van de E naar de D!! Wat nu??

Buitenspel! Nee, hij niet! Buitenspel! Nee, hij niet! Samenvatting van de spelregels veldvoetbal

SPELREGELS ARBITRAGE ZAALVOETBAL

QUESTIONS & ANSWERS HERZIENING VAN THE LAWS OF THE GAME. Uitgave nr. : Versie 1 juli 2017

Spelregels 2013 Beach Soccer Dames

INSTRUCTIEBOEKJE. voor D-pupillen en D-leiders (vooral bedoeld voor de overstap van E- naar D-pupil) 16m. 65m 9.15m 9.15m. 100m

De Spelregels. Geschreven door Ermerstrand: Het speelveld. Er wordt gespeeld op een ondergrond van zand.

Manegevoetbal Asten. Spelregels Manegevoetbal Asten Versie Manegevoelbal Asten Versie Lotusstraat ZV, Asten Pagina 1 van 8

Van pupil E naar D...

Handleiding assistent-scheidsrechter

INLEIDING. De werkgroep spelregels veldvoetbal: Juli 2006

REGLEMENT. 4 september 2016

Een ploeg bestaat uit 5 basisspelers en maximum 5 wisselspelers. Er wordt bij voorkeur gespeeld met een specifieke minivoetbal low bounce -voetbal.

SPELREGELS 2017/'18 SPELREGELWIJZIGINGEN PRAKTISCHE RICHTLIJNEN. Datum : 1 juni 2017

SPELREGELS 2017/'18 SPELREGELWIJZIGINGEN PRAKTISCHE RICHTLIJNEN. Datum : 1 juni 2017

1 De spelregelwijzigingen die de FIFA in 2001 heeft doorgevoerd, zijn voor de werkgroep spelregels veldvoetbal aanleiding om een nieuw spelregelboek

VAN E-PUPIL NAAR D-PUPIL

PRAKTISCHE RICHTLIJNEN

PROEFEXAMEN 1 VELDHOCKEY

SPELREGELS 2019/ 20 SPELREGELWIJZIGINGEN. Datum : 1 juni 2019

Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016

Wij rekenen op bereidwilligheid en de sportieve medewerking van alles spelers en supporters van de deelnemende ploegen.

REGELS VAN HET VOETBALSPEL

2 Gewestelijke Cursus. Groep J

SPELREGELS INDOOR SOCCER COMPETITIE Soccerhome.nl!

INLEIDING. In deze uitgave van het spelregelboek zijn alle wijzigingen tot en met 2001 verwerkt.

REGELS VAN HET VOETBALSPEL

Vragen Fluitje van een cent Update 2017 West-Vlaamse Refs

Vragen Fluitje van een cent Update 2017 West-Vlaamse Refs

2. door woord of gebaar toont het niet eens te zijn met een beslissing van de scheidsrechter;

Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016

INLEIDING. In deze uitgave van de "Spelregels Veldvoetbal" zijn de spelregelwijzigingen die de FIFA vanaf 1 juli 2005 heeft doorgevoerd, verwerkt.

Strafcodes: Gele kaarten en Rode kaarten

Iedereen maakt immers fouten, dus ook de scheidsrechter. Acceptatie van deze fouten is immers ook onderdeel van het spel.

Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016

Nieuwe regel in seizoen

INLEIDING. Wij vestigen uw aandacht graag nog op de onderstaande onderwerpen:

OldStars walking football spelregels

Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

Bijgevolg dienen alle vroegere documenten, die inhoudelijk strijdig zijn met deze vragenlijst, als nietig beschouwd te worden.

Een ploeg bestaat uit 5 basisspelers en maximum 5 wisselspelers.

ScheidsrechtersVereniging Drechtsteden. Spelregelwijzigingen

Van pupil E naar D...

OPLOSSINGEN. Reglemententest Enkel wat goed is, is vet gedrukt. 1. Bij een intrap :

Spelregelwijzigingen Seizoen 2014/'15

HOCKEYVELD... 2 HOCKEYSPEL ALGEMEEN... 3 HOCKEYREGELS...

OPLEIDINGSCURSUS VOOR KANDIDAAT-SCHEIDSRECHTER

Arbitrage : van 8-tal hockey naar 11-tal hockey Versie november 2010 Bron: KNHB / B.Bams

Wedstrijdreglement Wijdemeren Beach Soccer editie 2013

Oefenblad scheidsrechtersexamen

Voorwoord. Wij wensen u een zonnig, maar bovenal een sportief en gezellig evenement toe! De Organisatie

Technische richtlijnen over samenwerking scheidsrechter en assistentscheidsrechter"

KONINKLIJKE BELGISCHE LIEFHEBBERSVOETBALBOND

Zaterdag 1 oktober Nikantes Spelregelavond

De assistent-scheidsrechters

Spelregels Achttal hockey

Balcontrole Doordat je een goede techniek hebt, gaat de bal precies de kant op die jij wilt.

WALKING FOOTBALL SPELREGELS

REGELS VAN HET VOETBALSPEL

Wijzigingen SPELREGELS Leuven 05/08/2017

3.10c; deel 1. Het nemen van de vrije worp

Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen. Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

Spelregels elftallen. Korte uitleg van de belangrijkste regels voor spelers, coaches, trainers en ouders

Transcriptie:

KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND AMATEURVOETBAL Toets Regel 1 t/m17 Basisboek arbitrage veld knvb.nl

TOETS REGEL 1 1 Een hoekvlaggenstok moet minimaal boven de grond uitsteken: A : 125 cm B : 98 cm C : 90 cm D : 150 cm 2 Welk speelveld voldoet aan de eisen voor wat betreft de afmetingen? A : 89 meter lang en 89 meter breed B : 125 meter lang en 43 meter breed C : 105 meter lang en 69 meter breed D : 70 meter lang en 40 meter breed 3 Voor het materiaal, waarvan de doelen zijn gemaakt, gelden de volgende voorschriften: A : geen voorschriften B : alleen van hout C : hout of metaal D : hout, metaal of ander goedgekeurd materiaal 4 Wat zijn de afmetingen van het doel? A : 2,44 meter bij 7,32 meter B : 2,32 meter bij 7,52 meter C : 2,44 meter bij 7,52 meter D : 2,28 meter bij 7,44 meter 5 Welke vorm van doelpalen is in het onderstaande rijtje niet toegestaan? A : vierkant B : rond of ovaal C : driehoekig D : rechthoekig 6 Wat is er in de spelregels bepaald over de breedte van de doellijn en de dikte van de doellat en de doelpaal? A : Beide doelpalen en de doellaat moeten dezelfde breedte en dikte hebben en mogen niet breder zijn dan 12 centimeter. B : maximaal 12 cm breed C : de breedte van de doellijn moet gelijk zijn aan de dikte van de doelpaal D : de doelpaal en de doellijn moeten een gelijke breedte hebben en maximaal 10 cm bedragen 2

7 Geef de juiste afmetingen van het strafschopgebied: A : 40,50 meter bij 16,32 meter B : 40,32 meter bij 16,50 meter C : 40,64 meter bij 16,20 meter D : 40,20 meter bij 16,62 meter 3

OPDRACHT REGEL 1 A Bestudeer aan de hand van de Spelregels veldvoetbal Regel 1. B Noteer in onderstaande plattegrond de namen en afmetingen van: de verschillende gebieden de verschillende lijnen 4

TOETS REGEL 2 1 De bal wordt over de zijlijn getrapt, raakt naast het veld de dug-out en gaat kapot. Hoe wordt het spel hervat? A : met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal de zijlijn passeerde B : met een inworp op de plaats waar de bal de zijlijn passeerde C : met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de speler de bal het laatst raakte D : met een inworp vanaf de plaats waar de bal lek raakte 2 Wat bepalen de spelregels over de kleur van de bal? A : de bal moet wit zijn B : bij invallende duisternis moet de bal in ieder geval wit zijn C : spelregels bepalen hierover niets D : de bal moet geblokt zijn 3 In de navolgende situaties moet na een onderbreking van het spel worden hervat met een scheidsrechtersbal. Welke situatie hoort in dit rijtje niet thuis? A : bal raakt lek tijdens het spel B : er zijn twee ballen in het spel C : de bal wordt aangeraakt door iemand uit het publiek D : weersomstandigheden E : overlast publiek F : het in ongerede raken van het spelmateriaal G : tijdrekken door de doelverdediger 4 Een speler van de bezoekende club heeft een hattrick gescoord. Na afloop van de wedstrijd vraagt hij de scheidsrechter of hij de bal mag houden. Hoe reageert de scheidsrechter? A : de scheidsrechter weigert dat en eist de bal op B : na zo n bijzondere prestatie mag de scheidsrechter een uitzondering maken C : als de aanvoerder van de tegenpartij akkoord gaat, mag de scheidsrechter dat doen D : de scheidsrechter mag dat altijd zelfstandig beslissen 5 Bij het nemen van een vrije schop gaat de bal kapot. Wat beslist de scheidsrechter? A : de vrije schop moet worden overgenomen B : het spel hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal kapot ging C : indirecte vrije schop tegen de thuisspelende vereniging D : het spel hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de vrije schop genomen moest worden 5

TOETS REGEL 3 1 Hoeveel wisselspelers mogen er in een competitie- en/of bekerwedstrijd bij het eerste elftal mannen seniorenvoetbal in het amateurvoetbal worden ingezet? A : een voor en twee na de rust B : drie gedurende de gehele wedstrijd C : drie gedurende de gehele wedstrijd, mits de uitvallers geblesseerd zijn D : vijf, plus de doelverdediger gedurende de gehele wedstrijd 2 Een invaller, die een andere speler vervangt, mag het speelveld betreden: A : wanneer hij dit zelf wil B : nadat de scheidsrechter hem hiervoor een teken heeft gegeven C : wanneer de assistent-scheidsrechter hem daartoe toestemming heeft gegeven D : wanneer het spel dood is en de scheidsrechter hem hiertoe toestemming heeft gegeven 3 De wedstrijd is gespeeld. Hoeveel spelers kunnen er bij het eerste elftal mannen seniorenvoetbal in het amateurvoetbal maximaal aan deze competitiewedstrijd hebben deelgenomen? A : 22 B : 32 C : 28 D : 26 4 Een KNVB-wedstrijd mag niet worden begonnen, wanneer: A : elke partij zeven spelers heeft B : er zeven spelers zijn van de ene en elf spelers van de andere partij C : iedere partij tien spelers heeft D : er van een partij niet meer dan zes spelers zijn 5 Bij het betreden van het speelveld door een wisselspeler moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Welke voorwaarde(n) hoort (horen) in het onderstaande lijstje niet thuis? A : een teken van de scheidsrechter B : het speelveld moet worden betreden ter hoogte van de middenlijn C : het spel moet dood zijn D : een teken van de assistent-scheidsrechter E : de te vervangen speler moet het speelveld hebben verlaten 6

6 Een eerste elftal mannen in het seniorenvoetbal in het amateurvoetbal komt met een wisselspeler, die als assistent-scheidsrechter dienst doet. Op een gegeven moment moet hij invallen. Later vindt er weer een wisseling plaats. Mag de eerst uitgevallen speler nu weer invallen als hij zich fit voelt? A : ja B : ja, mits na goedkeuring van de scheidsrechter en de beide aanvoerders C : neen, dit is nooit toegestaan D : ja, mits na goedkeuring van de scheidsrechter 7

TOETS REGEL 4 1 Wie is bij het eerste elftal seniorenvoetbal vrouwen of mannen verplicht een ander tenue aan te trekken in het amateurvoetbal, als de scheidsrechter van mening is dat er onvoldoende onderscheid is? A : de bezoekende vereniging B : dat bepaalt de scheidsrechter na overleg met de aanvoerders C : de thuisspelende vereniging D : dat bepaalt de scheidsrechter 2 Bij een wedstrijd heeft een speler gymnastiekschoenen aan, de overige spelers dragen voetbalschoenen. De scheidsrechter moet nu: A : deze speler laten meespelen na zich te hebben overtuigd dat deze schoenen geen gevaar opleveren voor hem of voor de overige spelers B : deze speler niet laten meespelen C : niets doen, omdat er op dit punt niets is geregeld D : deze speler laten meespelen onder eigen verantwoordelijkheid 3 Indien een speler van het speelveld is gezonden voor een overtreding van regel vier en hij betreedt opnieuw het speelveld om zich bij zijn partij te voegen, zonder voorafgaande goedkeuring van de scheidsrechter, dan kan de scheidsrechter direct affluiten, de speler een waarschuwing geven en het spel hervatten met: A : een scheidsrechtersbal op de plaats waar de scheidsrechter de speler opmerkte B : een directe vrije schop voor de tegenpartij C : een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen werd afgefloten D : een indirecte vrije schop voor de tegenpartij, op de plaats waar de bal was toen werd afgefloten 4 Bij aanvang van een competitiewedstrijd in het amateurvoetbal bemerkt de scheidsrechter dat ploeg A scheenbeschermers draagt en ploeg B niet. Hoe handelt de scheidsrechter? A : hij verplicht ploeg B zorg te dragen voor scheenbeschermers, omdat de wedstrijd anders niet mag beginnen B : hij verzoekt ploeg A de scheenbeschermers weg te doen C : hij kan niets doen. In het amateurvoetbal is het dragen van scheenbeschermers niet verplicht gesteld D : hij vraagt de aanvoerders van beide clubs hiervoor een oplossing te zoeken 8

5 Tijdens de wedstrijd wisselt ploeg A een veldspeler. De vervanger heeft een rode slidingbroek onder zijn groene voetbalbroek aan. Wat is hieromtrent in de regels bepaald? A : hierover is niets bepaald B : dit wordt aan het oordeel van de scheidsrechter overgelaten C : de slidingbroek moet dezelfde hoofdkleur hebben als de voetbalbroek en mag niet verder komen dan tot aan de knie D : de slidingbroeken zijn zonder meer verboden 6 Om welke arm moet de aanvoerder in het amateurvoetbal de voorgeschreven aanvoerdersband dragen? A : niet geregeld B : linkerbovenarm C : rechterbovenarm D : linker- of rechterbovenarm 9

TOETS REGEL 5 1 Kan een scheidsrechter op zijn beslissing terugkomen? A : ja, dat kan altijd B : ja, maar alleen na overleg met de aanvoerders C : neen D : ja, mits het spel nog niet is hervat en of de wedstrijd heeft beëindigd. 2 Wanneer begint in het amateur voetbal de bevoegdheid van de scheidsrechter om disciplinair te straffen? A : zodra de bal is getrapt en beweegt B : zodra hij zijn kleedkamer verlaat op weg naar het speelveld om de wedstrijd te beginnen C : zodra hij het speelveld betreedt D : zodra hij de speelaccommodatie heeft betreden 3 Wat is er bepaald omtrent voordeel? A : mag naar eigen inzicht van de scheidsrechter worden toegepast B : moet door de scheidsrechter alleen in het strafschopgebied worden toegepast C: mag alleen bij overtredingen worden toegepast, waarvoor een indirecte vrije schop had moeten worden gegeven D : mag alleen bij overtredingen worden toegepast, waarvoor een directe vrije schop had moeten worden gegeven 4 De scheidsrechter fluit per ongeluk en wil zijn fout herstellen. Dat kan, door: A : doorspelen te roepen B: het geven van een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was op het moment dat de scheidsrechter floot C : het geven van een vrije schop aan de partij die op dat moment in balbezit was D : door snel weer te fluiten 5 Hoe moet een scheidsrechter handelen als hij merkt dat er een geschorste speler meedoet? A : de scheidsrechter ontzegt de speler het meespelen B : de wedstrijd kan niet worden begonnen C: de wedstrijd aanvangen, doch eerst de bewuste speler een waarschuwing geven door het tonen van een gele kaart D: de scheidsrechter kan de speler het meespelen niet ontzeggen, maar moet dit wel melden aan de KNVB 10

OPDRACHT REGEL 5 Daar staat u dan toch wel wat zenuwachtig. Vandaag is dé dag dat u uw eerste officiële wedstrijd gaat fluiten na de opleiding. Via de Officiële Mededelingen heeft u uw aanstelling voor de wedstrijd ontvangen. Al een aantal dagen bereid u zich er op voor. U staat thuis en pakt uw tas in, u wilt zo goed mogelijk presteren. Maak ter voorbereiding op uw prestatie de volgende opdrachten en werk ze daarbij zoveel mogelijk uit en geef daarbij een toelichting. Wat heeft u als scheidsrechter nodig om een wedstrijd te leiden? Op welke wijze bereidt u zich als scheidsrechter voor op een wedstrijd? Welke gegevens moet u als scheidsrechter noteren voor, tijdens en na de wedstrijd? Welke taken heeft u als scheidsrechter bij een voetbalwedstrijd? 11

TOETS REGEL 6 1 Wanneer de assistent-scheidsrechter een teken geeft met zijn vlag, moet de scheidsrechter dan hierop ingaan? A : alleen voor buitenspel B : alleen als de bal over de zijlijn is C : wanneer hij ervan overtuigd is dat de assistent-scheidsrechter een betere positie heeft en hij aan zijn eigen waarneming twijfelt D : te allen tijde 2 Is het verplicht dat een vereniging bij een wedstrijd in het seniorenvoetbal een assistent-scheidsrechter heeft? A : dit is niet verplicht B : wel verplicht: tenminste 16 jaar oud en niet als zodanig door de KNVB geschorst C: wel verplicht: lid van de KNVB, tenminste 16 jaar oud en niet als zodanig door de KNVB geschorst. D : wel verplicht en lid van de KNVB 3 Mag een assistent-scheidsrechter, die door de scheidsrechter het verder optreden als assistent-scheidsrechter is ontzegd, als speler invallen? A : dit mag niet B : dit mag, doch nadat de bewuste persoon een waarschuwing heeft gekregen C : dit mag D : dit mag, tenzij het optreden als assistent-scheidsrechter is ontzegd voor een overtreding waarvoor een speler van het veld zou zijn gestuurd 4 Mag een assistent-scheidsrechter kleding dragen waarop reclame is aangebracht? A : neen, reclame op de kleding van de assistent-scheidsrechter is niet toegestaan B : ja, indien het niet aanstootgevend is C : ja, mits het niet meer dan twee regels is D : hieromtrent is niets geregeld 5 Is er in de spelregels iets bepaald over de kleur van de kleding van de niet door de KNVB aangewezen assistent-scheidsrechter? A : hieromtrent is niets bepaald B : deze moet zich in kleding onderscheiden van de veldspelers C : het moet eenzelfde tenue zijn als van de scheidsrechter D : het moet een officieel scheidsrechters - tenue zijn 12

OPDRACHT REGEL 6 U komt op tijd aan op het sportpark aan en meldt u in de bestuurskamer. U maakt kennis met mensen van de clubs, drinkt iets en gaat daarna naar uw kleedkamer. U geeft aan dat u de beide assistent-scheidsrechters vóór de wedstrijd bij u in de kleedkamer wilt hebben om afspraken te maken. Welke afspraken maakt u als scheidsrechter met uw assistenten? 13

TOETS REGEL 7 1 Tegen het einde van de eerste helft constateert de scheidsrechter dat het donker begint te worden. Hij vreest dat tengevolge van de duisternis de wedstrijd niet kan worden uitgespeeld. Wat moet hij beslissen? A : de wedstrijd staken B : tot een kortere rust besluiten C : de reglementaire pauze houden en zolang als mogelijk is laten doorspelen D : met toestemming van de aanvoerders doorspelen 2 Indien in de eerste speelhelft vijf minuten te kort zijn gespeeld, moet de scheidsrechter: A : geen verdere actie ondernemen B : de tweede helft vijftig minuten lang laten duren C : dit melden aan de KNVB en de tweede speelhelft normaal vijfenveertig minuten laten spelen D : eerst de bewuste vijf minuten laten spelen, daarna van doel wisselen en de tweede helft laten aanvangen 3 De scheidsrechter onderbreekt het spel omdat er een hevige hagelbui losbreekt. Hoe lang mag zo n onderbreking maximaal duren? A : vijf minuten B : minimaal vijftien minuten C : is niet voorgeschreven D : dertig minuten 4 De scheidsrechter heeft vlak voor het verstrijken van de speeltijd een vrije schop toegekend aan de aanvallende partij vlak bij het strafschopgebied. Voordat de vrije schop is genomen ziet de scheidsrechter dat de tijd is verstreken. Hij zal nu: A : de wedstrijd verlengen met twee minuten B : eerst de vrije schop laten nemen en dan direct affluiten C : de wedstrijd als geëindigd beschouwen D : eerst de vrije schop laten nemen, de uitwerking afwachten en daarna affluiten 14

TOETS REGEL 8 1 Wat beslist de scheidsrechter als de aftrap van de eerste helft rechtstreeks in het doel van de tegenpartij gaat? A : doelpunt B : doelschop C : aftrap opnieuw nemen D : scheidsrechtersbal op de middenstip 2 Wanneer is de bal in het spel bij aanvang van de wedstrijd? A : wanneer de speler die de aftrap neemt de bal heeft aangeraakt B : wanneer de tweede speler de bal heeft aangeraakt C : wanneer de bal in voorwaartse richting is getrapt en beweegt D : wanneer de scheidsrechter het teken voor de aftrap heeft gegeven 3 Een aftrap wordt genomen. Kruis aan in welke van de onderstaande gevallen deze aftrap moet worden overgenomen! A : degene die de aftrap neemt trapt de bal rechtstreeks in het doel van de tegenpartij B : de nemer van de aftrap speelt de bal direct, nadat deze in het spel is gebracht, voor de tweede maal C : de nemer van de aftrap speelt de bal direct achteruit D: de nemer van de aftrap speelt de bal, nadat deze in het spel is gebracht, opzettelijk met de hand 4 Welke partij zal de beginschop bij aanvang van de wedstrijd moeten nemen? A : de partij die de toss heeft gewonnen B : de partij die de toss heeft verloren C : altijd de thuisclub D : altijd de bezoekende club 5 Wat beslist de scheidsrechter als de aftrap rechtstreeks in het eigen doel gaat? A : aftrap opnieuw laten nemen B : doelpunt toekennen C : doelschop D : scheidsrechtersbal op de middenstip 15

OPDRACHTEN REGEL 8 Eindelijk is het dan zover. U bent op tijd aangekomen op het sportpark. U meldt zich in de kantine en geeft aan dat u de scheidsrechter bent voor het derde elftal. De vrouw achter de bar wijst u de bestuurskamer en geeft u iets te drinken. In de bestuurskamer zitten een aantal mensen van de thuisclub. Na een kort gesprek over van alles en nog wat gaat u naar de kleedkamer. Voordat u aan de wedstrijd begint moet u een aantal zaken controleren. Maak de volgende opdracht. Wat moet u als scheidsrechter voor aanvang van de wedstrijd controleren? Denk hierbij aan: - de bestuurskamer - de formulieren - het veld - de bal - de wedstrijdcoördinator - de assistent-scheidsrechters Noteer waar, hoe en wanneer de scheidsrechtersbal uitgevoerd moet worden. 16

TOETS REGEL 9 1 Wanneer is de bal uit het spel, terwijl deze toch niet over de zijlijn of doellijn is gegaan? A : blessure van een speler B : indien de assistent-scheidsrechter een vlagsignaal geeft C : na elke onderbreking door de scheidsrechter D : bij elke buitenspelsituatie 2 Uit een aftrap kan: A : nooit rechtstreeks worden gedoelpunt B : alleen rechtstreeks worden gedoelpunt in het doel van de tegenpartij C : alleen rechtstreeks worden gedoelpunt in het eigen doel D : worden gedoelpunt zowel in het eigen doel als in het doel van de tegenpartij 3 Uit een scheidsrechtersbal gaat de bal, na de grond te hebben geraakt, rechtstreeks over de zijlijn. Hoe wordt het spel nu hervat? A : met een inworp door de verdedigende partij B : met een indirecte vrije schop voor de verdedigende partij C : met een inworp voor de aanvallende partij D : met een scheidsrechtersbal 4 De bal komt tegen de assistent-scheidsrechter die op de zijlijn loopt. Een speler pakt de bal in zijn handen en wil inwerpen. Wat moet de scheidsrechter beslissen? A : inworp normaal laten uitvoeren B : scheidsrechtersbal, omdat er van een vergissing sprake is C : directe vrije schop wegens hands op de plaats waar de speler de bal in zijn handen pakte D : directe vrije schop wegens hands en een waarschuwing door het tonen van de gele kaart 17

TOETS REGEL 10 1 Een doelpunt is gemaakt wanneer: A : de bal via de onderkant van de lat recht omlaag op de doellijn stuit en vervolgens in het speelveld terugkeert B : de bal voor meer dan de helft over de doellijn gaat C : de bal geheel en al het doelvlak heeft gepasseerd D : de assistent-scheidsrechter vlagt voor doelpunt 2 Uit een indirecte vrije schop wordt de bal rechtstreeks via de scheidsrechter in het doel getrapt. Is dit een geldig doelpunt? A : dit is nooit een doelpunt B : dit is altijd een doelpunt C: dit is alleen een doelpunt indien de vrije schop buiten het strafschopgebied wordt genomen D : dit is alleen een doelpunt indien de bal rechtstreeks in het doel van de tegenpartij wordt getrapt 3. De inwerper gooit de bal naar de centrumspits, die alleen de doelverdediger voor zich heeft. Met een hard schot schiet hij de bal in het doel. Wat is uw beslissing: A : Doelpunt. B : Doelschop C : Buitenspel D : De bal opnieuw laten ingooien 4 De doelverdediger heeft op de grond liggend nog een vinger op de bal. Mag de bal nu worden gespeeld? A : ja alleen door een tegenstander. B : ja alleen door een medespeler C : neen de bal mag niet meer worden gespeeld. D : ja, de bal mag door iedereen worden gespeeld 18

OPDRACHTEN REGEL 10 Bij een schot op het doel wordt de bal over de voor zijn doel staande doelverdediger geplaatst en deze is dan ook kansloos. Een toeschouwer komt hem echter te hulp. Wat zal de scheidsrechter nu doen als de toeschouwer: de bal mist en deze in het doel verdwijnt? de bal aanraakt, waardoor deze alsnog in het doel verdwijnt? de bal tegenhoudt? Spelsituaties Bekijk de spelsituaties goed en voer indien nodig vervolgens de gevraagde opdracht uit. Spelsituatie 1 Speler A brengt de bal op en plaatst deze, op het ogenblik dat hij bij speler Y komt, naar speler B. Speler B is buitenspel, omdat op het ogenblik dat speler A de bal trapt, speler B zich vóór speler A bevindt en speler B dichter bij de doellijn is dan ten minste twee van zijn tegenstanders. Indien speler B met schieten zou wachten tot speler Z zover zou zijn teruggelopen, dat deze zich naast hem of dichter bij de doellijn zou bevinden dan speler B, blijft speler B toch buitenspel, omdat het ogenblik dat speler A de bal trapt beslissend is. 19

Spelsituatie 2 Speler A brengt de bal op en plaatst deze, op het ogenblik dat hij bij speler Y komt, schuin naar voren. Op dat moment loopt speler B van positie B1 naar voren en bereikt de bal in positie B2. Is dit strafbaar buitenspel? Licht het antwoord toe. Spelsituatie 3 Speler A schiet op het doel. De bal komt via doelverdediger X bij speler B terecht die schiet en scoort. Het doelpunt moet worden afgekeurd omdat... Maak deze zin af. Spelsituatie 4 Speler A schiet op het doel maar de bal springt van de doelpaal voor de voeten van speler B die schiet en scoort. Is dit buitenspel? Licht het antwoord toe. 20

Spelsituatie 5 Speler A schiet op het doel en scoort. Speler B belemmert de doelverdediger X het zicht op de bal. Het doelpunt moet niet worden toegekend omdat... Maak deze zin af. Spelsituatie 6 Speler A schiet op het doel. Speler Y loopt van Y1 naar Y2 om de bal te onderscheppen maar deze gaat via zijn voet naar B, die scoort. Is dit buitenspel? Licht het antwoord toe. Spelsituatie 7 B speelt de bal schuin naar voren. Op dat moment bevindt A zich in positie A1. A ontvangt de bal in positie A2. Is dit buitenspel? Licht het antwoord toe. 21

Spelsituatie 8 Speler A bevindt zich in de positie A1 op zijn eigen speelhelft. Op het moment dat zijn ploeggenoot B de bal in zijn richting speelt bevindt hij zich vóór de bal en is dichter bij de doellijn van zijn tegenstander dan tenminste twee van zijn tegenstanders. Is dit buitenspel? Licht het antwoord toe. 22

TOETS REGEL 11 1 Bij welke van de onderstaande spelsituaties kan men strafbaar buitenspel staan? A : de bal wordt gespeeld door een tegenstander B : bij een doelschop van de eigen doelverdediger C : bij een directe vrije schop D : bij een hoekschop E : bij een inworp F : bij een beginschop G : bij een scheidsrechtersbal H : bij een indirecte vrije schop 2 Men kan niet strafbaar buitenspel staan, als men zich op één lijn bevindt met: A : de voorlaatste tegenstander B : de assistent-scheidsrechter C : de scheidsrechter D : de laatste tegenstander 3 Een speler is nooit strafbaar buitenspel, indien hij: A : de bal ontvangt, terwijl hij op het moment van spelen op eigen speelhelft staat B : de bal ontvangt van een tegenstander C : zich voor de bal bevindt D:de bal ontvangt uit een directe vrije schop 4 Een aanvaller weet op de doellijn naast het doel de bal te bemachtigen. Een vijftal meters voor het doel ziet hij een medespeler vrij staan en hij plaatst de bal naar deze speler, die vervolgens een doelpunt scoort. De scheidsrechter moet nu: A : het spel hervatten met een doelschop, omdat de bal achter was B : een doelpunt toekennen C : fluiten voor buitenspel van de aanvaller die scoort D: fluiten voor buitenspel omdat een aanvaller die op de doellijn staat altijd strafbaar buitenspel staat 5 Twee tegenstanders, van elke partij één, trappen tegelijk de bal, waarna deze terecht komt bij een strafbaar buitenspel staande speler van de aanvallende partij. Deze benut zijn kans en schiet de bal in het doel. Wat beslist de scheidsrechter? A : doelpunt toekennen B : scheidsrechtersbal C : strafbaar buitenspel en het doelpunt afkeuren B : hoekschop 23

6 Speler A schiet op het doel van de tegenpartij. Op dat moment staat een medespeler buitenspel, maar volgens de scheidsrechter niet strafbaar. Hij laat dan ook doorspelen. De bal komt vervolgens tegen de doelpaal en stuit voor de voeten van deze buitenspel staande medespeler, die scoort. Wat beslist de scheidsrechter? A : hij fluit af en geeft een indirecte vrije schop wegens buitenspel op de plaats waar de medespeler de bal ontving B : doelpunt C : hij fluit af en geeft een indirecte vrije schop wegens buitenspel op de plaats waar de medespeler stond toen speler A op het doel schoot D: doelschop 24

TOETS REGEL 12 1 Hieronder staan viermaal twee overtredingen. Voor welke van de vier combinaties moet in beide gevallen een indirecte vrije schop worden gegeven? A : het leunen op een tegenstander en het tijdrekken B : na onvoorzichtig aanvallen van een tegenstander en beledigen van de scheidsrechter C : ongeoorloofde obstructie en het springen naar een tegenstander D : gevaarlijk spel en twee spelers van dezelfde partij plegen tegenover elkaar een gewelddadige handeling 2 Wanneer het spel is onderbroken voor onsportief gedrag ten opzichte van de scheidsrechter, hoe wordt het dan hervat? A : met een directe vrije schop B : met een indirecte vrije schop op de plaats van de overtreding C : met een scheidsrechtersbal op de plaats van de overtreding D : met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was 3 Een speler heeft reeds een gele kaart gehad. Hij maakt een overtreding, waarop als straf een waarschuwing staat. Wat beslist de scheidsrechter? A : indien het niet dezelfde overtredingen betreffen, kan de speler twee verschillende waarschuwingen ontvangen B : hij moet uit het speelveld worden gezonden C : alleen de waarschuwing voor de zwaarste overtreding moet worden gegeven D : voor de tweede overtreding ontvangt hij een vermaning 4 Een speler wordt door twee of meer tegenstanders tegelijk aangevallen: A : dit is nooit toegestaan B : dit is alleen buiten het strafschopgebied toegestaan C : dit is toegestaan, mits het op reglementaire wijze geschiedt D : dit is niet toegestaan, mits de bal binnen speelbereik is 5 Welke van de volgende overtredingen dient bestraft te worden met een directe vrije schop of strafschop? A : een tegenstander in diens loop belemmeren B : een doelverdediger die de bal langer dan 6 seconden in zijn handen houdt C : de scheidsrechter misleiden door het maken van een schwalbe D : een tegenstander laten struikelen of proberen te laten struikelen 6 Een directe vrije schop moet worden toegekend voor: A : obstructie B : een tegenstander aanvallen C : te hoog trappen waarbij de tegenstander niet wordt geraakt. D : te laag koppen 25

7 De doelverdediger duwt de bal in het gezicht van een aanvaller, die voor hem in het strafschopgebied staat. Wat is de spelhervatting? A : indirecte vrije schop tegen de doelverdediger B : strafschop C : indirecte vrije schop tegen de aanvaller D : scheidsrechtersbal 8 In sommige gevallen behoeft de scheidsrechter geen geel te geven bij herhaaldelijk overtreden van de spelregels. Voor welke mogelijkheid moet hij wel een waarschuwing geven door het tonen van de gele kaart? A : bij verkeerd inwerpen B : bij het herhaaldelijk hands maken C : bij het herhaaldelijk buitenspel staan D : als veldspeler te vroeg toelopen bij een strafschop 9 In welk geval mag een doelverdediger worden aangevallen? A : de doelverdediger de bal uit zijn handen in het spel wil brengen B : de doelverdediger de bal op de vlakke hand heeft liggen C : de doelverdediger de bal op de grond stuitert of opgooit in de lucht D : de doelverdediger de bal met de voeten voor zich uit speelt 10 Twee tegenstanders liggen binnen het speelveld op de grond. Terwijl de bal in het spel is, belet de een de ander op te staan door een been tussen zijn benen te klemmen. Hoe moet dit worden bestraft? A : met een indirecte vrije schop B : met een scheidsrechtersbal C : met een directe vrije schop D : niet bestraffen 11 Indien een doelverdediger opzettelijk een medespeler binnen zijn eigen strafschop gebied raakt door met kracht de bal tegen hem aan te gooien, moet de scheidsrechter dit bestraffen door: A : een indirecte vrije schop toe te kennen alsmede wegzenden door het tonen van een rode kaart B : het spel te hervatten met een scheidsrechtersbal C : een directe vrije schop toe te kennen alsmede een persoonlijke straf, al naar gelang de aard van de overtreding D : een strafschop toe te kennen en de doelverdediger van het speelveld te zenden door het tonen van de rode kaart 26

12 Welke drie overtredingen worden met een indirecte vrije schop bestraft? A : springen naar een tegenstander B : een tegenstander duwen C : de bal met de hand spelen D : gevaarlijk spel E : leunen op een tegenstander F : leunen op een medespeler G : een tegenstander vasthouden H : een tegenstander onvoorzichtig aanvallen I : meer dan zes seconden met de bal door de doelverdediger J : een schouderduw, terwijl de bal niet binnen speelbereik is 13 Een speler bevindt zich in zijn eigen strafschopgebied, maar raakt juist buiten dit gebied de bal opzettelijk aan met de hand. De scheidsrechter moet nu: A : een indirecte vrije schop toekennen aan de tegenpartij buiten het strafschopgebied B : een directe vrije schop geven op de plaats waar de bal werd geraakt, eventueel gevolgd door een persoonlijke straf, al naar gelang de ernst van de overtreding C : een directe vrije schop geven op de lijn van het strafschopgebied D : een strafschop toekennen, omdat de overtreder zich in zijn strafschopgebied bevond 14 De scheidsrechter fluit voor een overtreding en geeft de overtreder een gele kaart. Nadat de bal, met toestemming van de scheidsrechter, weer in het spel is, ontdekt de scheidsrechter dat hij betreffende speler reeds eerder in de wedstrijd een waarschuwing (gele kaart) heeft gegeven. Hij onderbreekt de wedstrijd en zendt de speler van het veld (2 x geel = rood). Hoe wordt het spel hervat? A : een beginschop B : een directe vrije schop C : een indirecte vrije schop D : een scheidsrechtersbal 15 Een verdediger werpt de bal uit een inworp rechtstreeks naar zijn doelverdediger. Onderweg stuit de bal twee keer. Vervolgens pakt de doelverdediger, binnen zijn eigen doelgebied, de bal in zijn handen. Wat moet de scheidsrechter beslissen? A : doorspelen B : directe vrije schop C : indirecte vrije schop D : strafschop 27

OPDRACHT REGEL 12 Vul onderstaande schema s in met: 1 directe vrije schop 4 scheidsrechtersbal 2 indirecte vrije schop 5 doelpunt 3 strafschop 6 hoekschop NB: in alle situaties is de bal in het spel. de bal gooien in het gezicht tegenstander door de doelverdediger disciplinaire straf de bal duwen in het gezicht tegenstander door de doelverdediger disciplinaire straf Beide spelers staan binnen het speelveld en buiten het strafschopgebed Tegenstander buiten het speelveld bal gaat niet geheel over de doellijn in het doel Tegenstander buiten het speelveld bal gaat wel over de doellijn van het doel Tegenstander buiten het speelveld bal gaat niet geheel over de doellijn van het doel rood rood rood rood rood rood rood rood rood rood Tegenstander buiten het speelveld bal gaat wel geheel over de doellijn naast het doel Beide spelers staan binnen het speelveld verdediger binnen het strafschopgebied tegenstander buiten Beide spelers staan binnen het speelveld tegenstander binnen het strafschopgebied verdediger buiten Speler staat buiten het speelveld tegenstander staat binnen het speelveld spuwen naar een tegenstander disciplinaire straf rood rood rood rood gooien van een voorwerp naar een tegenstander disciplinaire straf rood rood rood rood Speler staat binnen het speelveld tegenstander staat buiten het speelveld 28

OPDRACHT REGEL 12 Bekijk onderstaande tekeningen goed en beantwoord de volgende vragen: Wat neemt u waar als scheidsrechter? Wat is uw beslissing? Op welke wijze dient het spel hervat te worden? 29

TOETS REGEL 13 1 Een vrije schop, genomen door de aanvallende partij juist buiten het strafschopgebied, wordt rechtstreeks in het doel van de tegenpartij geplaatst. De scheidsrechter kent een doelpunt toe. A : dit is altijd juist B : dit is alleen juist bij een directe vrije schop C : dit is alleen juist wanneer de doelverdediger de bal heeft aangeraakt D : dit is niet juist; hij dient een doelschop toe te kennen 2 Hoe geeft de scheidsrechter toestemming voor het nemen van een indirecte vrije schop? A : door middel van een fluitsignaal B : door middel van een fluitsignaal en een arm omhoog C : een teken of een fluitsignaal en een arm omhoog D : er is geen teken nodig, er kan gewoon worden doorgespeeld 3 Uit een indirecte vrije schop gaat de bal via de scheidsrechter in het doel van de tegenpartij. De scheidsrechter moet nu: A : een doelschop toekennen B : de indirecte vrije schop laten overnemen C : een doelpunt toekennen D : een scheidsrechtersbal geven 4 De verdedigende partij mag in eigen strafschopgebied een vrije schop nemen. De doelverdediger plaatst de bal naar een medespeler, die de bal terugspeelt. Wat beslist de scheidsrechter? A : door laten spelen B : alleen door laten spelen als de bal rechtstreeks buiten het strafschopgebied naar een medespeler wordt geplaatst en de doelverdediger de terugspeelbal niet met de hand(en) heeft gespeeld C : vrije schop altijd laten overnemen D : indirecte vrije schop voor de aanvallende partij op de plaats waar de bal het strafschopgebied verliet E : een vrije schop voor de aanvallende partij op de plaats waar de doelverdediger de bal ontvangt van de medespeler 5 De verdedigende partij mag in het doelgebied een indirecte vrije schop nemen. Waar moet de tegenpartij zich opstellen? A : op 9,15 meter afstand B : buiten het doelgebied C : buiten het strafschopgebied D : de afstand wordt door de scheidsrechter bepaald 30

6 De verdedigende partij schiet een directe vrije schop van binnen het eigen strafschopgebied rechtstreeks in het eigen doel. Wat beslist de scheidsrechter? A : indirecte vrije schop voor de tegenpartij B : overnemen C : hoekschop D : doelschop 31

OPDRACHT REGEL 13 Geef van de volgende overtredingen aan met welke vrije schop het spel hervat moet worden. Zet een kruisje in het goede vakje. nr overtreding directe indirecte vrije schop vrije schop 1 speelt op een gevaarlijke wijze, waarbij geen fysiek contact is tussen de spelers 2 een tegenstander laat struikelen of probeert te laten struikelen 3 een tegenstander trapt of probeert te trappen 4 de doelverdediger de bal met de handen aanraakt, nadat deze hem doelbewust door een medespeler met de voeten is toegespeeld 5 voorkomt dat de doelverdediger de bal uit zijn handen in het spel kan brengen 6 een tegenstander bespuwt 7 een tegenstander in diens loop belemmert 8 springt naar een tegenstander 9 de doelverdediger de bal met de handen aanraakt, nadat hij deze rechtstreeks heeft ontvangen uit een inworp genomen door een medespeler 10 opzettelijk de bal met de hand of arm speelt (dit geldt niet voor de doelverdediger binnen zijn eigen strafschopgebied) 11 een tegenstander duwt 12 de doelverdediger die de bal weer met de handen aanraakt, nadat hij deze in het spel heeft gebracht en zonder dat deze is geraakt door een andere speler 13 een andere overtreding begaat, niet eerder genoemd in regel 12, waarvoor het spel wordt onderbroken om een speler te waarschuwen of van het speelveld te zenden 14 een tegenstander aanvalt 15 een tegenstander slaat of probeert te slaan 16 een tegenstander ten val brengt 17 de doelverdediger langer dan zes seconden de bal in zijn handen houdt, voordat hij deze weer in het spel brengt 18 een tegenstander vasthoudt 32

TOETS REGEL 14 1 Bij het nemen van een strafschop laat de nemer, zonder de aanloop te onderbreken, door middel van een schijnbeweging de doelverdediger in de verkeerde hoek duiken en hij plaatst vervolgens de bal in de andere hoek van het doel. De scheidsrechter zal: A : een doelschop toekennen B : zonder meer een doelpunt toekennen C : de strafschop laten overnemen en een waarschuwing geven aan de nemer D : de nemer een waarschuwing geven en het doelpunt toekennen 2 Bij een strafschop loopt een aanvaller te vroeg toe en de bal komt van de paal, de lat of de doelverdediger in het speelveld terug. De scheidsrechter heeft het spel onderbroken. Hoe wordt het spel hervat? A : doelschop B : strafschop overnemen C : directe vrije schop aan de verdedigende partij D : indirecte vrije schop aan de verdedigende partij 3 Indien bij het nemen van een strafschop van beide partijen een speler te vroeg toeloopt, wanneer moet dan de strafschop worden overgenomen? A : als de bal in het doel verdwijnt B : altijd C : als de bal naast gaat D : als de bal van lat, paal of doelverdediger terugkomt 4 De scheidsrechter laat tijdens een wedstrijd een strafschop overnemen. Dit moet gebeuren door: A : dezelfde speler B : een andere speler C : het maakt niet uit welke speler de strafschop neemt D : de speler die de strafschop moet overnemen, wordt door de scheidsrechter na goedkeuring van de aanvoerders aangewezen 5 Een strafschop wordt zeer demonstratief naast geschoten, omdat de nemer het niet eens is met de beslissing van de scheidsrechter. Wat moet de scheidsrechter doen? A : doelschop toekennen B : indirecte vrije schop voor de tegenpartij geven C : strafschop laten overnemen D : doelschop plus waarschuwing geven aan de nemer 33

6 Welke spelers mogen de strafschoppen nemen die een bekerwedstrijd moeten beslissen? A : alleen de spelers die bij het eindsignaal op het speelveld waren B : alleen de spelers die aan de wedstrijd hebben deelgenomen C : alleen de spelers die de aanvoerders na afloop aanwijzen D : alleen de spelers die door de scheidsrechter worden aangewezen 34

OPDRACHT REGEL 14 Vul in onderstaand schema de juiste beslissing in; 1. doelpunt 2. overnemen 3. hoekschop / doelschop 4. indirecte vrije schop Resultaat Overtreding begaan door: Verdedigende partij Aanvallende partij Beide partijen De nemer (misleiding) De nemer (2x spelen) doelpunt Geen doelpunt Terug van paal of lat Terug van doelverdediger 35

TOETS REGEL 15 1 Een speler gooit de bal bij een inworp opzettelijk, maar niet ruw, tegen de rug van een tegenstander met de bedoeling zelf de bal weer te kunnen spelen. Wat beslist de scheidsrechter? A : doorspelen B : indirecte vrije schop voor de tegenpartij plus waarschuwing C : directe vrije schop voor de tegenpartij D : de inworp over laten nemen door de tegenpartij 2 Wanneer is de bal in het spel bij een inworp? A : als deze is gespeeld door een speler van de tegenpartij B : als de bal boven het hoofd van de inwerper is C : als deze is gespeeld door een medespeler D: als de bal de handen van de inwerper op reglementaire wijze heeft verlaten en binnen het speelveld is 3 Vlak bij de hoekvlag trappen twee tegenstanders tegelijk tegen de bal, waarna deze precies over de hoekvlag het speelveld verlaat. Wat beslist de scheidsrechter? A : doelschop B : hoekschop C : inworp toekennen aan de verdedigende partij D : scheidsrechtersbal bij de hoekvlag E : inworp toekennen aan de aanvallende partij 4 Bij een inworp wordt de bal in het strafschopgebied van de tegenpartij geworpen. De bal komt tegen de arm van de scheidsrechter en springt in het doel. Wat beslist de scheidsrechter? A : geldig doelpunt B : doelschop C : hoekschop D : scheidsrechtersbal op de plaats waar de scheidsrechter de bal raakte 5 Een speler werpt de bal bij een inworp rechtstreeks naar zijn doelverdediger, die de bal met beide handen vangt in eigen strafschopgebied en buiten zijn doelgebied. Wat beslist de scheidsrechter? A : doorspelen B : scheidsrechtersbal op de plaats waar de doelverdediger de bal ving C : indirecte vrije schop op de plaats waar de doelverdediger de bal ving D : strafschop 36

6 Op het moment dat een inworp wordt genomen, staat een tegenstander op minder dan 2 meter afstand en hindert daarbij het nemen van de inworp. De scheidsrechter fluit en toont de speler de gele kaart wegens onsportief gedrag. Hoe moet het spel worden hervat? A : indirecte vrije schop B : directe vrije schop C : inworp D : scheidsrechtersbal 37

TOETS REGEL 16 1 Een verdediger neemt een doelschop, struikelt en speelt daarbij de bal, voordat deze buiten het strafschopgebied is, opzettelijk met de hand. Wat beslist de scheidsrechter? A : indirecte vrije schop, wegens het tweemaal spelen van de bal B : strafschop C : doelschop overnemen D : doorspelen 2 Bij het nemen van een doelschop moeten: A : alle spelers zich op tenminste 9,15 meter van de bal opstellen B : alle spelers van de verdedigende partij buiten het strafschopgebied staan C : alle spelers buiten het strafschopgebied staan, behalve de doelverdediger en de nemer van de doelschop D : alle spelers van de aanvallende partij zich buiten het strafschopgebied bevinden 3 Bij het nemen van een doelschop schiet een verdediger de bal tegen de in het strafschopgebied staande scheidsrechter. De bal komt vervolgens bij een tegenstander, die ongeveer een meter buiten het strafschopgebied staat; deze speler scoort. Wat beslist de scheidsrechter? A : doelschop laten overnemen B : indirecte vrije schop voor de verdedigende partij op de plaats waar hij de bal raakte C : doelpunt toekennen D : doelpunt afkeuren en het spel hervatten met een scheidsrechtersbal 4 De rechterspits van partij A ontvangt de bal rechtstreeks uit een doelschop van zijn partij. Hij heeft alleen nog de doelverdediger van partij B voor zich. Als hij op het doel schiet, laat deze doelverdediger van partij B de bal zonder meer lopen. Wat beslist de scheidsrechter? A : indirecte vrije schop wegens buitenspel B : indirecte vrije schop wegens wangedrag van de doelverdediger C : doelpunt D : doelschop voor partij B 5 Hoe ver moet een tegenstander minimaal van de bal verwijderd zijn bij het nemen van een doelschop? A : 8,00 meter B : 9,15 meter C : 11,00 meter D : 16,50 meter 38

TOETS REGEL 17 1 Bij een hoekschop wordt de bal hoog in het doelgebied geplaatst. De spits springt om de bal te koppen. De doelverdediger wil de bal wegstompen. Bij de hieruit voortvloeiende onopzettelijke botsing raakt de doelverdediger uit evenwicht en de bal verdwijnt in het doel. Wat beslist de scheidsrechter? A : de hoekschop laten overnemen B : een doelpunt toekennen C : directe vrije schop tegen de midvoor toekennen D : indirecte vrije schop tegen de midvoor toekennen 2 Bij een mislukte poging om een hoekschop te voorkomen, glijdt een speler over de grond en tegen de hoekvlaggenstok. De stok breekt. De scheidsrechter moet nu: A : de hoekschop laten nemen B : de hoekschop laten nemen, maar ook opdracht geven een andere vlag te halen C : eerst de hoekvlaggenstok laten vervangen, dan de hoekschop laten nemen en de verloren tijd bijtellen D : de aanvoerders vragen of ze zonder hoekvlaggenstok verder willen spelen 3 Bij het nemen van een hoekschop schiet de nemer de bal tegen de voorste paal. Voordat een andere speler de bal kan raken, weet de nemer de terugspringende bal voor het doel te plaatsen, waar hij via de handen van een verdediger in het doel verdwijnt. Wat beslist de scheidsrechter? A : doelpunt B : strafschop C : hoekschop overnemen D : indirecte vrije schop aan de verdedigende partij op de plaats waar de nemer de bal voor de tweede maal speelde 39

Koninklijke Nederlandse Voetbalbond Woudenbergseweg 56-58 3707 HX Zeist Postbus 515 3700 AM Zeist t: 0343 49 92 11 f: 0343 49 91 99 e: amateurvoetbal@knvb.nl Bank: ING-bank 67.00.00.116 BTW: NL002691346.B01 KvK: 40478591 Utrecht 40