DE ASSISTENT SCHEIDSRECHTER VAN HRC 27/STORMVOGELS 28!

Transcriptie

1 DE ASSISTENT SCHEIDSRECHTER VAN HRC 27/STORMVOGELS 28! Spelregels informatieavond Samenstelling: Evelien Peters,William Aengenend & Jaap Arts

2 Welkom

3 Inhoud 1. Introductie 2. Spelregels 3. De assistent scheidsrechter 4. Voorbeelden van situaties 5. Vragen Deze presentatie zal na afloop ook op terug te vinden zijn, zodat u de inhoud later nog eens rustig terug kunt kijken. Indien u op een later moment nog verdere vragen of opmerkingen heeft kunt u natuurlijk altijd bij ons terecht.

4 1. Introductie

5 Introductie Aanleiding: Normaliter heeft een team een vaste assistent scheidsrechter. Wanneer er echter geen vaste assistent scheidsrechter aanwezig is, kan het voorkomen dat ouders op toerbeurt moeten vlaggen. Deze ouders kennen vaak niet alle spelregels. Dat is nu bijvoorbeeld het geval bij het B- team van HRC 27/Stormvogels 28. Daarom is er vanuit de ouders een verzoek gekomen om de meest elementaire spelregels uit te leggen. Op deze avond willen wij als jeugdafdeling van Stormvogels 28/HRC 27 hier een eerste stap mee maken.

6 Introductie Doel: Het doel van deze bijeenkomst is om u meer inzicht te geven in de spelregels en dan met name die spelregels die voor een assistent scheidsrechter het meest van belang zijn (buitenspel en duidelijk signaal bij bal uit), zodat u straks probleemloos een wedstrijd kunt vlaggen bij een (jeugd-)elftal.

7 2. Spelregels

8 Spelregels Veldvoetbal kent veel spelregels. Deze zijn onderverdeeld in 17 regels. Regel 1 Het speelveld Regel 10 De uitslag van een wedstrijd bepalen Regel 2 De bal Regel 11 Buitenspel Regel 3 De spelers Regel 12 Overtredingen en onbehoorlijk gedrag Regel 4 De uitrusting van de spelers Regel 13 De vrije schoppen Regel 5 De scheidsrechter Regel 14 De strafschop Regel 6 De overige wedstrijdofficials Regel 15 De inworp Regel 7 De duur van de wedstrijd Regel 16 De doelschop Regel 8 Het begin en de hervatting van het spel Regel 17 De hoekschop Regel 9 De bal in en uit het spel

9 Spelregels Regel 1 Het speelveld De zijlijn moet langer zijn dan de doellijn. Lengte (zijlijn) minimaal 90 m en maximaal 120 m. Breedte (doellijn) minimaal 45 m en maximaal 90 m.

10 Spelregels Regel 2 De bal Tegenwoordig wordt er meestal gespeeld met een bal met de grootste maat, nl een zogenaamd 5- je. Ook de F- jes spelen hier mee. Het verschil zit hem niet in de afmeting maar het gewicht van de bal. Zo is die van de F- jes veel lichter dan een bal waar bijv. de A mee speelt.

11 Spelregels Regel 3 De spelers Een wedstrijd wordt gespeeld door twee partijen, elk uit niet meer dan elf spelers bestaande, van wie één de doelverdediger moet zijn. Een wedstrijd mag niet worden begonnen of voortgezet indien een partij bestaat uit minder dan zeven spelers. Wanneer een team minder dan zeven spelers heeft omdat één of meerdere spelers met opzet het speelveld hebben verlaten, is de scheidsrechter niet verplicht om de wedstrijd te onderbreken en mag hij de voordeelregel toepassen.

12 Spelregels Regel 4 De uitrusting van de spelers Een speler mag niets dragen of gebruiken dat gevaarlijk is. Alle soorten sieraden zijn verboden en moeten verwijderd worden. Tape gebruiken om sieraden te bedekken is niet toegestaan. De verplichte uitrusting van een speler bestaat uit een shirt met mouwen, korte broek, kousen, als tape of enig ander materiaal dat is aangebracht aan de buitenkant van de kousen moet deze van dezelfde kleur zijn als dat deel van de kousen waarop het is aangebracht of bedekt, scheenbeschermers en schoenen. Doelverdedigers mogen een trainingsbroek dragen.

13 Spelregels Regel 5 De scheidsrechter Elke wedstrijd staat o.l.v. een scheidsrechter, die het volledige gezag heeft om de spelregels toe te passen. Zijn beslissingen zijn gebaseerd op zijn oordeel waarbij hij de vrijheid heeft om gepaste actie te ondernemen binnen het raamwerk van de spelregels. Zijn beslissingen en de uitslag van de wedstrijd, zijn bindend. De scheidsrechter mag niet op een beslissing terugkomen als het spel is hervat of wanneer hij het eind van de eerste of tweede helft heeft aangegeven en het speelveld heeft verlaten of de wedstrijd heeft beëindigd. Verplichte uitrusting: fluitje, horloge, rode/gele kaarten, notitieboekje.

14 Spelregels Regel 6 De overige wedstrijdofficials Hieronder vallen de assistent scheidsrechter, de 4 e official, de reserve en aanvullende assistent scheidsrechter. De assistent scheidsrechter De assistent scheidsrechter ondersteunt de scheidsrechter in het leiden van de wedstrijd overeenkomstig de spelregels, maar de eindbeslissing zal in alle gevallen worden genomen door de scheidsrechter zelf. De assistent scheidsrechter assisteert de scheidsrechter bij overtredingen en onjuist handelen, wanneer ze een beter zicht hebben dan de scheidsrechter.

15 Spelregels Regel 7 De duur van de wedstrijd Senioren en A- jeugd spelen 2 x 45 minuten. Per leeftijdscategorie daaronder wordt er 5 minuten minder gespeeld, dus de B speelt 2 x 40 min., C speelt 2 x 35 min., D speelt 2 x 30 min., E speelt 2 x 25 min. en de F- jes/bambini s spelen 2 x 20 min. Deze tijden zijn exclusief eventuele zgn blessuretijd (die bepaalt de scheidsrechter).

16 Spelregels Regel 8 Het begin van het spel Het spel wordt hervat met de aftrap. Het team dat de toss wint bepaalt welk doel in de 1e helft wordt verdedigd en de tegenstander neemt dan de aftrap. Nadat een team een doelpunt heeft gemaakt, wordt de aftrap genomen door de tegenstander. Tijdens elke aftrap bevinden alle spelers zich op hun eigen speelhelft waarbij de spelers van het aftrappende team wel in de cirkel mogen staan. De tegenstander moet altijd buiten de cirkel staan (op 9.15 m). De bal is in het spel, wanneer deze is getrapt is en duidelijk beweegt. Uit een aftrap kan rechtstreeks worden gescoord in het doel van de tegenpartij.

17 Spelregels Regel 9 De bal in en uit het spel De bal is uit het spel: a. wanneer hij geheel en al over de doellijn of zijlijn is gegaan, hetzij over de grond, hetzij door de lucht; b. het spel is onderbroken door de scheidsrechter. De bal is in het spel: a. op ieder ander moment, dus ook wanneer de bal terugspringt van een wedstrijdofficial, een doelpaal, doellat of hoekvlaggenstok en daarbij in het speelveld blijft.

18 Spelregels Regel 10 De uitslag van een wedstrijd bepalen Het team dat de meeste doelpunten vóór scoort, wint de wedstrijd.

19 Spelregels Regel 11 Buitenspel Een speler bevindt zich in buitenspelpositie indien, op het moment dat de bal gespeeld wordt enig deel van zijn lichaam op de helft van de tegenpartij is (m.u.v. de middenlijn) en hij dichter bij de doellijn van de tegenpartij is dan zowel de bal als de voorlaatste tegenstander (de handen tellen hier niet mee). Het is pas strafbaar buitenspel als een medespeler de bal naar de speler in buitenspelpositie speelt en deze speler; de bal raakt, een tegenstander (bijvoorbeeld de keeper) hindert in zijn spel of voordeel haalt uit zijn buitenspelpositie. Een speler kan nooit strafbaar buitenspel staan bij; een hoekschop, een doeltrap, een ingooi/inworp, wanneer de bal is aangespeeld door de tegenstander of de speler op de eigen speelhelft stond.

20 Spelregels Regel 12 Overtredingen en onbehoorlijk gedrag Overtredingen worden onderscheiden in onvoorzichtig, onbesuisd en met buitensporige inzet. Afhankelijk van de ernst van de overtreding wordt die bestraft met een directe of indirecte vrije schop, een strafschop of een scheidsrechtersbal en evt. een daarbij behorende gele /rode kaart. Betreffende spelhervatting kan alleen worden toegekend voor overtredingen/vergrijpen begaan terwijl de bal in het spel is. Als stelregel kan men aanhouden dat elke overtreding die gepaard gaat met fysiek contact wordt bestraft met een directe vrije schop. Overige overtredingen worden bestraft met een indirecte vrije trap.

21 Spelregels Regel 13 De vrije schoppen Vrije schoppen zijn direct of indirect. Bij een indirecte vrije schop geeft scheidsrechter dat aan door zijn arm boven zijn hoofd te heffen. Hij moet zijn arm in die positie houden, totdat de vrije schop is genomen en de bal is geraakt door een andere speler of uit het spel is. Uit een directe vrije schop kun je rechtstreeks een doelpunt scoren maar bij een indirecte niet. Dan moet eerst een andere speler de bal raken. Een directe vrije schop binnen het strafschopgebied is altijd: strafschop. De bal is in het spel wanneer deze is getrapt en beweegt.

22 Spelregels Regel 14 De strafschop Een strafschop wordt toegekend als een speler een overtreding begaat in zijn eigen strafschopgebied welke met een directe vrije schop wordt bestraft. De verdedigende doelverdediger moet, totdat de bal is getrapt, op de doellijn tussen de doelpalen blijven met de voorzijde van zijn lichaam richting de strafschopnemer. De overige spelers bevinden zich buiten het strafschopgebied; binnen het speelveld. De wedstrijd moet worden verlengd voor een strafschop die wordt genomen aan het einde van een helft of verlenging.

23 Spelregels Regel 15 De inworp Een inworp wordt toegekend aan de tegenstanders van de speler die de bal het laatst raakte wanneer de bal geheel en al over de zijlijn is gegaan. De inwerper moet zich met de voorzijde van zijn lichaam in de richting van het speelveld en met een gedeelte van elke voet op of achter de zijlijn op de grond bevinden en de bal met beide handen van achter en boven het hoofd inwerpen vanaf de plaats waar deze het speelveld heeft verlaten. Alle tegenstanders moeten tenminste 2 m afstand houden.

24 Spelregels Regel 15 De inworp (vervolg) Als de inworp niet op correcte wijze wordt genomen, dan wordt deze overgenomen door de tegenpartij. Als een inwerper de bal bewust tegen een tegenstander gooit om de bal nogmaals te kunnen spelen, zonder dit te doen op een onvoorzichtige of onbesuisde wijze of gepaard gaande met buitensporige inzet, dan moet de scheidsrechter het spel door laten gaan.

25 Spelregels Regel 16 De doelschop Een doelschop wordt toegekend wanneer de bal geheel en al over de doellijn is gegaan en het laatst is geraakt door een speler van de aanvallende partij en er geen doelpunt is gemaakt. De doelschop wordt genomen door een speler van de verdedigende partij vanaf een willekeurig punt binnen het doelgebied. De tegenstander moet buiten het strafschopgebied blijven totdat de bal in het spel is. En de bal is in het spel wanneer deze het strafschopgebied verlaat. Is dat niet het geval, dan doelschop overnemen. Men kan rechtstreeks in het doel van de tegenpartij scoren; gaat de bal rechtstreeks in het eigen doel dan wordt een hoekschop toegekend.

26 Spelregels Regel 17 De hoekschop Een hoekschop wordt toegekend wanneer de bal geheel en al over de doellijn is gegaan en het laatst is geraakt door een speler van de verdedigende partij en er geen doelpunt is gemaakt. De bal moet stilliggen binnen de kwartcirkel van het hoekschopgebied, aan die zijde van het doel waar de bal over de doellijn ging. Hierbij moet de tegenstander zich tenminste op 9.15 m van het hoekschopgebied bevinden. De bal is in het spel wanneer deze is getrapt en duidelijk beweegt maar hoeft de kwartcirkel niet te hebben verlaten. De hoekvlag mag niet worden verplaatst.

27 3. De assistent scheidsrechter

28 Taken assistent scheidsrechter Wat is voor een assistent scheidsrechter belangrijk om te weten? U ondersteunt de scheidsrechter in het leiden van de wedstrijd overeenkomstig de spelregels, waarbij de eindbeslissing in alle gevallen zal worden genomen door de scheidsrechter. U assisteert de scheidsrechter bij overtredingen en onjuist handelen, wanneer u een beter zicht hebt dan de scheidsrechter. Echter: u opereert onder het gezag van de scheidsrechter; in geval van ongewenste inmenging of onbehoorlijk gedrag, zal de scheidsrechter u van uw taken ontheffen en het voorval rapporteren aan het bevoegd gezag.

29 Taken assistent scheidsrechter De assistent scheidsrechter geeft aan wanneer: de bal geheel en al buiten het speelveld is geraakt en welke partij recht heeft op een doelschop, hoekschop of inworp; een speler bestraft kan worden omdat hij zich in strafbare buitenspelpositie bevindt; men een wisselspeler wenst in te zetten; bij strafschoppen, de doelverdediger van de doellijn komt voordat de bal is getrapt en of de bal over de doellijn is gegaan. Gerelateerde regels zijn: 9, 11, 13, 14, 15, 16 en 17.

30 Taken assistent scheidsrechter De allerbelangrijkste taken voor u als assistent scheidsrechter: Geef een duidelijk vlagsignaal wanneer de bal het speelveld heeft verlaten.

31 Taken assistent scheidsrechter De allerbelangrijkste taken voor u als assistent scheidsrechter: Geef duidelijk aan wanneer een speler bestraft kan worden omdat hij zich in strafbare buitenspelpositie bevindt; Video Op vindt u een filmpje waar de buitenspelregel op een simpele manier in één minuut wordt uitgelegd.

32 4. Voorbeelden van situaties

33 Voorbeelden van situaties

34 Voorbeelden van situaties Strafbaar buitenspel

35 Voorbeelden van situaties

36 Voorbeelden van situaties Strafbaar buitenspel

37 Voorbeelden van situaties

38 Voorbeelden van situaties Strafbaar buitenspel

39 Voorbeelden van situaties

40 Voorbeelden van situaties Geen strafbaar buitenspel

41 Voorbeelden van situaties

42 Voorbeelden van situaties Geen strafbaar buitenspel

43 Voorbeelden van situaties

44 Voorbeelden van situaties Strafbaar buitenspel

45 Voorbeelden van situaties

46 Voorbeelden van situaties Strafbaar buitenspel

47 Voorbeelden van situaties

48 Voorbeelden van situaties Strafbaar buitenspel

49 Fouten? Ook profs maken ze.

50 Fouten? Ook profs maken ze. Natuurlijk geen strafbaar buitenspel: assistent scheids (nota bene een prof) ging gigantisch in de fout!

51 Voorbeelden van situaties

52 5. Vragen?

53 DE ASSISTENT SCHEIDSRECHTER VAN HRC 27/STORMVOGELS 28! Spelregels informatieavond BEDANKT EN SUCCES!! Samenstelling: Evelien Peters,William Aengenend & Jaap Arts