Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Vergelijkbare documenten
overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren;

de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 als volgt te wijzigen:

Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg provincie Limburg 2005

Provinciaal blad. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

Algemene Subsidieregeling 2008

maken overeenkomstig artikel 136 van de Provinciewet bekend dat Provinciale Staten van Noord-Holland in

Provinciaal blad. Haarlem, 23 juni Provinciale Staten van Noord-Holland. Provinciale Staten van Noord-Holland; H.C.J.L. Borghouts, voorzitter.

Algemene subsidieverordening Gelderland 1998

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

Provinciaal blad. Haarlem, 23 juni Provinciale Staten van Noord-Holland, H.C.J.L. Borghouts, voorzitter.

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

Algemene subsidieverordening Texel 2016

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt-

Pb Gedeputeerde Staten van Noord-Holland:

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Algemene subsidieverordening Texel

Algemene Subsidieverordening Oosterhout 2006

Subsidieverordening Hollands Kroon

Kaderverordening subsidies provincie Groningen Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 1998;

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Subsidieregeling abortusklinieken

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015.

Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Noord-Holland 2008

PROVINCIAAL BLAD. Algemene Subsidieverordening provincie Utrecht, wijziging EO

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 2017

Het college van burgemeester en Wethouders van de gemeente Waterland,

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

A. ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 1998;

Gemeente ^" Albrandsuuaard

Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN

Algemene subsidieverordening gemeente Westerveld 2018

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

Algemene subsidieverordening 2014

Provinciale Staten van Noord-Holland

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 14 november 2001, nummer 29482;

Subsidieverordening Heemskerk januari 2010

Algemene subsidieverordening GOES 2011

Deelverordening molens Noord-Holland 2004

Algemene Subsidieverordening. Drimmelen 2007

2. De raad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling de budgetten vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn.

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

PROVINCIAAL BLAD. vast te stellen de Subsidieregeling gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Fryslân:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

Subsidieverordening Energiebesparing gemeente Hoogeveen 2014

SUBSIDIEREGELING ENERGIEBESPARING BESTAANDE BOUW PARTICULIEREN 2009

Provinciale Staten van Noord-Holland

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake de Algemene subsidieverordening Gemeente Hoom 2015;

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019.

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011; Uitvoeringsregeling subsidie collectieve zelfbouw Noord-Holland 2017

Sector: I. Nr. : 90.8

1/3-regeling wijk- en buurtaccommodaties gemeente Hellendoorn. gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 16 mei 2006;

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING KOLLUMERLAND C.A.

Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL 2017

HOOFDSTUK 1. Inleidende bepalingen. De gemeenteraad Gooise Meren. Gelezen het voorstel van 9348

&,/u rho/ia. ïyï ALG TIV EN E 5U 85: DI TVTRGRDTNI NG. Gemeente Ma*srrichr. C TM EENTT MAASTR:il+-iT?O].5 VÊRSIE INSPRAAK

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING BUSSUM 2015

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Provinciale Staten van Noord-Holland

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016, BWV ;

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Algemene Subsidieverordening. Drimmelen 2017

CVDR. Nr. CVDR94351_1. Subsidieverordening jeugdzorg Drenthe. Inhoud HOOFDSTUK 1, INLEIDENDE BEPALINGEN

Toelichting Algemene subsidieverordening Leusden 2017

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:21 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht; b e s l u i t :

Overwegende dat het gewenst is om een regeling op te stellen om subsidies te kunnen verstrekken voor bodemsaneringsprojecten in Noord-Holland 2015;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Subsidieverordening Energiebesparing gemeente Hoogeveen 2014

Subsidieregeling vrijwilligerswerk en mantelzorg 2002

Transcriptie:

Provinciaal blad 2005 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 14 december 2005, nr. 2005/59635 tot bekendmaking van de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; maken overeenkomstig artikel 136 van de Provinciewet bekend dat Provinciale Staten van Noord-Holland in hun vergadering van 12 december 2005, onder nr. 9, het volgende besluit hebben genomen: Provinciale Staten van Noord-Holland; overwegende dat de Wet op de jeugdzorg met ingang van 1 januari 2005 in werking is getreden en dat de daarop gebaseerde Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2005 na een jaar aanpassing behoeft om mede te kunnen voorzien in een tussentijdse, snelle en gedifferentieerde inzet van middelen ten behoeve van de aansluiting van zorgaanbod op zorgvraag; voorts overwegende dat de bekostiging van taken met betrekking tot de voorlopige voogdij en de (gezins-) voogdij, alsmede de jeugdreclassering bij verordening dient te worden geregeld; gelet op artikel 41, vijfde lid van de Wet op de jeugdzorg; gelezen de voordracht van gedeputeerde staten; besluiten: vast te stellen de navolgende verordening: Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 Algemene bepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a wet: Wet op de jeugdzorg; b Awb: Algemene wet bestuursrecht; c uitvoeringsprogramma: provinciaal programma als bedoeld in artikel 32 van de wet; d aanvalsplan: provinciaal Aanvalsplan wachtlijsten jeugdzorg 2005 tot en met 2008; e activiteitenplan: plan als bedoeld in artikel 4:62 van de Awb; f hulpvarianten: hulpvarianten als bedoeld in het uitvoeringsprogramma of het aanvalsplan van het betreffende jaar; g indicatie: besluit als bedoeld in artikel 3, derde lid van de wet; h Stichting bureau jeugdzorg: de in het uitvoeringsprogramma of het aanvalsplan opgenomen stichting die in Noord-Holland bureau jeugdzorg in stand houdt; i bureau vertrouwenspersoon: de in het uitvoeringsprogramma of het aanvalsplan opgenomen rechtspersoon die in Noord-Holland de vertrouwenspersoon in stand houdt; j zorgaanbieder: zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, aanhef sub g van de wet. Artikel 2 Op subsidieverstrekkingen op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening Noord- Holland 1998 niet van toepassing. Doelgroep Artikel 3 Subsidie krachtens deze verordening wordt uitsluitend verstrekt aan: a Stichting bureau jeugdzorg; b zorgaanbieders; c bureau vertrouwenspersoon. Subsidiecriteria Artikel 4 Subsidie wordt verleend aan Stichting bureau jeugdzorg ten behoeve van de ingevolge de wet uit te voeren taken. Subsidie wordt verleend aan de zorgaanbieders die zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma of het aanvalsplan ten behoeve van de uitvoering van de door 1

Stichting bureau jeugdzorg geïndiceerde jeugdzorg en het verwerken van gegevens als bedoeld in artikel 43 en 44 van de wet. Subsidie kan voorts, gedurende maximaal 2 achtereenvolgende jaren, worden verleend aan een zorgaanbieder, die aantoont dat ze voldoet aan de wet, overige regelgeving en verder door gedeputeerde staten nodig geoordeelde criteria en vereisten, ten behoeve van de uitvoering van de door Stichting bureau jeugdzorg geïndiceerde jeugdzorg en het verwerken van gegevens als bedoeld in artikel 43 en 44 van de wet. Subsidie als bedoeld in het vorige lid kan uitsluitend worden verleend indien naar het oordeel van gedeputeerde staten onvoldoende aanbod of kwaliteit of spreiding van beide van door Stichting bureau jeugdzorg geïndiceerde jeugdzorg kan worden gerealiseerd met de in het uitvoeringsprogramma of het aanvalsplan opgenomen jeugdzorg. lid 5 Subsidie wordt verleend aan bureau vertrouwenspersoon ten behoeve van de werkzaamheden van de vertrouwenspersoon voor cliënten van Stichting bureau jeugdzorg en de cliënten die bij de zorgaanbieders ingevolge de wet aanspraak maken op jeugdzorg. Weigeringsgrond Artikel 5 Subsidie wordt in elk geval geweigerd indien met de werkzaamheden reeds begonnen is. Subsidieaanvraag en subsidieverlening Artikel 6 Aanvragen om subsidie worden ingediend vóór 1 oktober van het jaar voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden. Aanvragen om subsidie op basis van artikel 4, derde lid moeten worden ingediend voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden. Artikel 7 Op subsidies op basis van deze verordening is afdeling 4.2.8 Awb van toepassing. Gedeputeerde staten kunnen afwijken van hetgeen in het vorige lid is bepaald. Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag wordt in elk geval overgelegd: a de sluitende begroting met toelichting; b het meerjaren beleidsplan voor de periode waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft waarin is opgenomen het activiteitenplan, het kwaliteitsen accommodatiebeleid conform hetgeen de wet en gedeputeerde staten daarover voorschrijven; c een overzicht van de locaties waar de werkzaamheden zullen worden uitgeoefend; en d stukken als bedoeld in de Verordening subsidieberekening en tarieven jeugdzorg Noord- Holland 2006. Bij subsidieaanvraag op basis van artikel 4, derde lid wordt in elk geval overgelegd: a de voor het betreffende jeugdzorgaanbod sluitende begroting met toelichting; b het beleidsplan voor de periode waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft waarin is opgenomen het activiteitenplan, het kwaliteitsen accommodatiebeleid conform hetgeen de wet en gedeputeerde staten daarover voorschrijven; c een overzicht van de locaties waar de werkzaamheden zullen worden uitgeoefend; en d stukken als bedoeld in de Verordening subsidieberekening en tarieven jeugdzorg Noord-Holland 2006. Artikel 9 De over te leggen begroting dient: a aan de batenkant de op grond van het bepaalde in het uitvoeringsprogramma, het aanvalsplan, deze verordening en de Verordening subsidieberekening en tarieven jeugdzorg Noord-Holland 2006 te ramen provinciale subsidie te vermelden; b het bedrag van de aangevraagde subsidie, de onderbouwing en opbouw daarvan op basis van het uitvoeringsprogramma, het aanvalsplan en de in de Verordening subsidieberekening en tarieven jeugdzorg Noord-Holland 2006 genoemde normbedragen te vermelden; c de onderscheiden werkzaamheden die aanvrager zal uitvoeren en de aantallen hiervan en de kosten te vermelden; d inzicht te geven in de aard en de omvang van alle lasten en baten; e uitgesplitst te zijn naar de verschillende werkzaamheden; f uitgesplitst te zijn naar de vaste lasten per accommodatie; g te vermelden welke werkzaamheden plaatsvinden in de betreffende accommodatie; en h inzicht te geven in de beschikking over risicoreserves en de stortingen daarin. 2

Beslistermijn Artikel 10 Gedeputeerde staten besluiten uiterlijk 1 januari van het jaar waarin de werkzaamheden plaatsvinden op de subsidieaanvraag. Gedeputeerde staten besluiten op aanvragen om subsidieverlening op basis van artikel 4, derde lid binnen 10 weken na ontvangst van de volledige aanvraag. Subsidieplafonds Artikel 11 De in het uitvoeringsprogramma en het aanvalsplan genoemde bedragen voor Stichting bureau jeugdzorg, bureau vertrouwenspersoon en de in het uitvoeringsprogramma en het aanvalsplan genoemde zorgaanbieders gelden als subsidieplafond voor deze instellingen voor dat jaar. De in het uitvoeringsprogramma en het aanvalsplan genoemde bedragen voor Uitbreiding aanbod, inclusief huisvesting gelden als subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4, derde lid. Berekening van de subsidie Artikel 12 De berekening van de subsidie vindt plaats op basis van de door het Rijk vast te stellen regelingen, het uitvoeringsprogramma, het aanvalsplan, deze verordening en de Verordening subsidieberekening en tarieven jeugdzorg Noord-Holland 2006. Bij de berekening van de subsidieverlening en vaststelling kunnen de reserves van de aanvrager betrokken worden. Verplichtingen Artikel 13 Stichting bureau jeugdzorg verstrekt met betrekking tot de door haar uitgeoefende taken, uiterlijk aan het einde van ieder kwartaal aan gedeputeerde staten een opgave van het aantal jeugdigen dat betrokken is bij de uitoefening van de taken, een aanduiding van de aard van de betrokkenheid, overige door gedeputeerde staten gevraagde informatie, alsmede alle informatie die krachtens wet en regelgeving van Stichting bureau jeugdzorg wordt vereist. Artikel 14 Onverminderd de bepalingen in de wet en de bepalingen in afdeling 4.2.8 Awb, voert de subsidieontvanger de administratie zodanig dat op ieder moment een betrouwbaar inzicht bestaat op de volgende punten: a gegevens over de cliënten; b gegevens over de omvang van de uitgeoefende taken, functies en hulpvarianten; c gegevens met betrekking tot de wachtlijsten en wachttijden; en d financiële situatie. De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende een periode van tien jaar bewaard. Voorts voldoet de administratie van Stichting bureau jeugdzorg, bureau vertrouwenspersoon en zorgaanbieders aan alle eisen uit de richtlijnen en regelgeving die op hen van toepassing zijn. Artikel 15 Voor de rechtshandelingen bedoeld in artikel 4:71, eerste lid, sub a tot en met sub j Awb, alsmede voor een fusie als bedoeld in artikel 309 van boek 2 Burgerlijk Wetboek behoeft de subsidieontvanger voorafgaande schriftelijke toestemming van gedeputeerde staten. Gedeputeerde staten kunnen bij de subsidieverlening geheel of gedeeltelijk afwijken van het in het vorige lid gestelde. Artikel 16 De subsidieontvanger is verplicht een egalisatiereserve te vormen. Artikel 4:72 Awb is op de egalisatiereserve van toepassing. Reserves die met subsidie zijn opgebouwd worden uitsluitend besteed aan kosten die direct verband houden met de uitvoering van de door de provincie gesubsidieerde werkzaamheden. De in de vorige leden genoemde verplichtingen zijn niet van toepassing op subsidieverleningen op basis van artikel 4, derde lid. 3

Artikel 17 Indien in een mede met provinciale subsidie bekostigde of onderhouden ruimte langer dan vier weken geen krachtens deze verordening gesubsidieerde jeugdzorg plaatsvindt, deze ruimte op andere wijze wordt gebruikt of leeg staat, dient de subsidieontvanger dit binnen zes weken na aanvang van onbruik of leegstand schriftelijk aan gedeputeerde staten te melden. Artikel 18 Voor zover het verstrekken van subsidie heeft geleid tot vermogensvorming is de subsidieontvanger aan gedeputeerde staten een vergoeding verschuldigd van maximaal het met subsidie opgebouwde vermogen indien: a de subsidieontvanger de voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen vervreemdt, bezwaart of de bestemming ervan wijzigt; b de subsidieontvanger een schadevergoeding ontvangt voor verlies of beschadiging van voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen; c de gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd; d de rechtspersoon wordt ontbonden dan wel een fusie als bedoeld in artikel 309 boek 2 Burgerlijk Wetboek wordt aangegaan; e de subsidieverlening of subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidie wordt beëindigd. De subsidieontvanger doet van de in het eerste lid onder a tot en met d bedoelde gevallen onverwijld schriftelijk mededeling aan gedeputeerde staten. Het vaststellen van de hoogte van de vergoeding voor onroerende zaken vindt plaats door drie deskundigen. Gedeputeerde staten onderscheidenlijk de subsidieontvanger wijzen elk een deskundige aan, die in onderling overleg een derde deskundige aanwijzen. De in de vorige leden genoemde verplichtingen zijn niet van toepassing op subsidieverleningen op basis van artikel 4, derde lid. Aanvraag subsidievaststelling Artikel 19 Tenzij bij de subsidieverlening anders is bepaald, wordt uiterlijk op 1 mei van het jaar, volgend op het jaar waarover subsidie is verleend, de aanvraag tot vaststelling van de subsidie ingediend bij gedeputeerde staten. Bij de in het vorige lid bedoelde aanvraag wordt overgelegd: a een inhoudelijke en financiële verantwoording; b een activiteitenverslag; en c overige door gedeputeerde staten gevraagde informatie. De financiële en inhoudelijke verantwoording Artikel 20 De financiële verantwoording bestaat uit de jaarrekening, waarin is opgenomen: a het financiële verslag; b de balans met toelichting; c de resultatenrekening met toelichting, waarin ook afwijkingen ten opzichte van de begroting worden verklaard; d voor wat betreft Stichting bureau jeugdzorg: het totaal aantal jeugdigen dat zich in het betreffende begrotingsjaar heeft gemeld, alsmede het aantal jeugdigen en de activiteiten waarvoor de onderscheiden taken of functies als bedoeld in artikel 5 en 10 van de wet zijn uitgevoerd; e voor wat betreft de zorgaanbieders: het aantal jeugdigen waarvoor de onderscheiden geïndiceerde zorgeenheden en overige werkzaamheden zijn uitgevoerd; en f de accountantsverklaring. In de accountantsverklaring wordt mede een oordeel gegeven over de verantwoording inzake onderdelen als bedoeld in hetgeen in het eerste lid onder d en e is opgenomen alsmede de uitvoering van artikel 8 van de wet. De accountantsverklaring behelst daarnaast de uitkomst van het in artikel 4:79 Awb bedoelde onderzoek naar de naleving van de aan de subsidieverstrekking verbonden verplichtingen. Artikel 21 De inhoudelijke verantwoording wordt gegeven in een activiteitenverslag, waarin zijn opgenomen: a gegevens over de realisatie van het bij de aanvraag om subsidie ingediende activiteitenplan; b overige gegevens over de ingevolge de wet uit te voeren taken; en c door gedeputeerde staten gevraagde prestatieindicatoren. 4

Subsidievaststelling Artikel 22 Gedeputeerde staten stellen uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag de subsidie vast. Artikel 27 In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen gedeputeerde staten. Artikel 28 De Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2005 wordt ingetrokken. De in het eerste lid genoemde termijn kan met zes weken worden verlengd. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Artikel 23 De subsidie wordt vastgesteld op basis van de werkelijk verrichtte wettelijke taken en werkelijk verleende geïndiceerde zorg, alsmede de door het Rijk vastgestelde regelingen, het uitvoeringsplan, het aanvalsplan, deze verordening en de Verordening subsidieberekening en tarieven jeugdzorg Noord-Holland 2006. Overige bepalingen Artikel 24 Gedeputeerde staten kunnen de subsidie weigeren of een subsidie intrekken dan wel deze lager vaststellen indien de subsidieontvanger handelt in strijd met enig op haar van toepassing zijnde regelgeving of hetgeen in de subsidieverlening is bepaald. Artikel 25 Stichting bureau jeugdzorg, bureau vertrouwenspersoon of de zorgaanbieder verzekert zijn burgerrechtelijke aansprakelijkheid tegenover derden voor een som van ten minste 2,5 miljoen per gebeurtenis en per geval. Artikel 29 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006. Artikel 30 Deze verordening wordt aangehaald als Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006. Haarlem, 12 december 2005. Provinciale Staten van Noord-Holland, H.C.J.L. Borghouts, voorzitter. mw. C.A. Peters, griffier. Uitgegeven op 30 december 2005. Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, H.W.M. Oppenhuis de Jong, provinciesecretaris. Stichting bureau jeugdzorg, bureau vertrouwenspersoon of zorgaanbieder verzekert zijn onroerende zaken tegen brandschade naar herbouwwaarde en zijn roerende zaken tegen brandschade, waterschade en diefstal. Stichting bureau jeugdzorg en zorgaanbieder verzekert de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van bij of door hem geplaatste jeugdigen, voor een som van ten minste 2,5 miljoen per gebeurtenis en per geval, indien deze aansprakelijkheid niet reeds is verzekerd. Slotbepalingen Artikel 26 Gedeputeerde staten kunnen in bijzondere gevallen afwijken van een of meer bepalingen van deze verordening. 5