HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID:

Vergelijkbare documenten
Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/304. Amendement

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

OTA BESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan

12007/3/13 REV 3 ADD 1 sm 1 DQPG

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 december 2002 (OR. en) 15780/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0114 (CNS) PECHE 256

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2018/120 wat de vangstmogelijkheden voor Europese zeebaars betreft

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie

Antwoord 1 Doorgaans wel, afgezien van enkele problemen. Vooral bij innovatieprojecten is niet altijd gegarandeerd dat de projecten zullen slagen.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 april 2011 (OR. en) 8202/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0392 (NLE) PECHE 84

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 april 2014 (OR. en) 7911/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0079 (NLE) PECHE 147

GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

*** ONTWERPAANBEVELING

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104, wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 januari 2015 (OR. en)

*** ONTWERPAANBEVELING

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie

RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN RESULTATEN

WERKDOCUMENT Deel 3. NL In verscheidenheid verenigd NL

PE-CONS 6/1/17 REV 1 NL

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

*** ONTWERPAANBEVELING

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0321/

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 juli 2018;

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2000 (20.10) (OR. en) 11951/00 LIMITE ELARG 142

*** ONTWERPAANBEVELING

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 maart 2007 (02.03) (OR. fr) 6889/07 PECHE 44

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0195/

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2015 (OR. en)

BIJLAGE. bij. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

10428/1/19 REV 1 1 LIFE

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

GVB-hervorming: een nieuwe strategie voor beter wetenschappelijk advies ten behoeve van het visserijbeheer

14173/15 ADD 1 oms/gra/jg 1 DPG

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 maart 2017 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

HERZIENE VOORLOPIGE AGENDA Vergadering: 2203e VERGADERING VAN HET COMITÉ VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (1e deel) I (1)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie visserij. Rapporteur: Alain Cadec A8-0149/2018

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

7051/16 pro/ons/as 1 DGB 1 A

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HET SOLIDARITEITSFONDS

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Financieringsinstrumenten

Onderhandelingen met Europees Parlement en Europese Raad 1 januari 2013 Nieuw GVB van kracht

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24, 1, 2, 3 en 6 ;

De sociale dimensie van de GVB-hervorming

SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0328/

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 februari 2006 (OR. fr) 5828/06 AGRIORG 17 OC 100

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

P7_TA-PROV(2013)0358 Maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal ***I

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ADVIES betreffende het Groenboek over de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid

Transcriptie:

HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID: ONTSTAAN EN ONTWIKKELING Het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) werd voor het eerst opgenomen in het Verdrag van Rome. Aanvankelijk gekoppeld aan het landbouwbeleid, nam het na verloop van tijd een steeds onafhankelijker positie in. De hoofddoelstelling van het in 2002 hervormde GVB is het verzekeren van een duurzame visserijsector en het garanderen van stabiele inkomens en werkgelegenheid voor vissers. Het Verdrag van Lissabon voorziet in verschillende wijzigingen in het visserijbeleid. In 2013 bereikten de Raad en het Parlement een akkoord over een nieuw GVB voor de ecologische, economische en sociale duurzaamheid van visserijen aquacultuuractiviteiten op de lange termijn. RECHTSGRONDEN De artikelen 38 t/m 43 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Het VWEU voorziet in enkele wijzigingen wat betreft de rol van het Parlement in de wetgeving op het gebied van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Het belangrijkste punt is dat de wetgeving die nodig is om de doelstellingen van het GVB te verwezenlijken, voortaan wordt vastgesteld via de gewone wetgevingsprocedure (voorheen: de medebeslissingsprocedure), waarbij het Parlement medewetgever geworden is. De bepalingen over wetgeving inzake maatregelen [...] voor de prijsbepaling, de heffingen, de steun en de kwantitatieve beperkingen, alsook voor de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden (artikel 43, lid 3, VWEU) blijven echter bestaan zoals vermeld in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG-Verdrag), wat wil zeggen dat dergelijke wetgeving alleen door de Raad worden vastgesteld na een voorstel van de Commissie. Krachtens het Verdrag van Lissabon worden internationale visserijovereenkomsten geratificeerd door de Raad na goedkeuring van het Parlement. DOELSTELLINGEN Visbestanden vormen een natuurlijk, duurzaam, roerend en gemeenschappelijk bezit dat deel uitmaakt van onze gemeenschappelijke rijkdommen. In het Verdrag van Rome is voorzien in een gemeenschappelijk visserijbeleid: de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid die zijn vastgesteld bij artikel 39, lid 1, VWEU gelden tevens voor het gemeenschappelijk visserijbeleid, omdat artikel 38 landbouwproducten definieert als de voortbrengselen van bodem, veeteelt en visserij alsmede de producten in eerste graad van bewerking welke met de genoemde voortbrengselen rechtstreeks verband houden. De visserij is onderwerp van gemeenschappelijk beleid met op EU-niveau vastgestelde gemeenschappelijke maatregelen die van toepassing zijn op alle lidstaten. Het GVB had oorspronkelijk als doelstelling de visbestanden in stand te houden, het mariene milieu te beschermen, de economische levensvatbaarheid van de Europese vloten te waarborgen en consumenten te voorzien van Eurofeiten - 2017 1

hoogwaardige voedingsmiddelen. Met de hervorming van 2002 kwam daar nog de doelstelling bij dat de levende aquatische hulpbronnen op een uit sociaal, economisch en milieuoogpunt duurzame en evenwichtige wijze moeten worden geëxploiteerd, waarbij duurzaamheid dient te berusten op gedegen wetenschappelijk advies en op het voorzorgsbeginsel. De nieuwe basisvoorschriften van het GVB zijn op 1 januari 2003 van kracht geworden. RESULTATEN A. Achtergrond Oorspronkelijk was het gemeenschappelijk visserijbeleid onderdeel van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, maar het kreeg geleidelijk een eigen identiteit ten gevolge van de ontwikkelingen binnen de Gemeenschap, namelijk de instelling van exclusieve economische zones (EEZ's) door de lidstaten in 1970 en de toetreding van landen met grote visserijvloten. De Gemeenschap moest aandacht besteden aan specifieke problemen in de visserijsector, waaronder de toegang tot algemene hulpbronnen, de instandhouding van visbestanden, structurele maatregelen voor de visserijvloot en internationale betrekkingen op visserijgebied. 1. Aanzet Het duurde tot 1970 voordat de Raad wetgeving aannam tot instelling van een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten, en er een communautair structuurbeleid voor de visserijsector werd ingevoerd. 2. Eerste ontwikkeling Bij de onderhandelingen over de toetreding tot de EG in 1972 van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken speelde de visserij een belangrijke rol. Tijdens deze onderhandelingen werd besloten om af te wijken van het beginsel van vrije toegang. De exclusieve nationale rechten voor kustvisserij in territoriale wateren binnen twaalf zeemijl uit de kust, werden uitgebreid om EEZ's te omvatten tot wel 200 zeemijl uit de kust. De lidstaten kwamen overeen om het beheer van hun visbestanden over te laten aan de Europese Gemeenschap. 3. Verordeningen en hervormingen van het GVB a. Verordening van 1983 Na een aantal jaren van onderhandelingen nam de Raad in 1983 Verordening (EEG) nr. 170/83 aan, waarmee het nieuwe GVB gestalte kreeg. In deze verordening werden de EEZ's verankerd, werd het concept relatieve stabiliteit ingevoerd en werden maatregelen vastgesteld tot behoud van de visstand op basis van totaal toegestane vangsten (TAC) en quota. Na 1983 moest het GVB achtereenvolgens worden aangepast omdat Groenland zich uit de Gemeenschap terugtrok (1985), Spanje en Portugal toetraden (1986) en Duitsland herenigd werd (1990). Deze drie gebeurtenissen hebben invloed gehad op de omvang en structuur van de communautaire vissersvloot en het vangstpotentieel. b. Verordening van 1992 Met Verordening (EEG) nr. 3760/92, waarin het visserijbeleid tot 2002 werd geregeld, werd in 1992 geprobeerd een oplossing te vinden voor het probleem van het grote gebrek aan evenwicht tussen de vlootcapaciteit en de vangstmogelijkheden. De voorgestelde oplossing bestond uit een inkrimping van de communautaire vloot in combinatie met structurele maatregelen om de sociale gevolgen te verzachten. Teneinde het evenwicht tussen de beschikbare visbestanden en de visserijactiviteiten te herstellen en het bereikte evenwicht vervolgens te handhaven, werd een nieuw concept ingevoerd: visserij-inspanning. De toegang tot de visbestanden moest worden geregeld door invoering van een doeltreffend vergunningsysteem. Eurofeiten - 2017 2

c. Hervorming van 2002 De maatregelen uit Verordening (EEG) nr. 3760/92 leverden niet het gewenste resultaat op: de overbevissing werd geen halt toegeroepen en de omvang van veel visbestanden liep zelfs nog sneller terug dan voorheen. Deze kritieke situatie maakte een hervorming noodzakelijk, die bestond uit drie verordeningen, die in december 2002 door de Raad zijn aangenomen en op 1 januari 2003 van kracht zijn geworden: Kaderverordening (EG) nr. 2371/2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden (waarmee Verordening (EEG) nr. 3760/92 en Verordening (EEG) nr. 101/76 werden ingetrokken); Verordening (EG) nr. 2369/2002 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (waarbij Verordening (EG) nr. 2792/1999 is gewijzigd); Verordening (EG) nr. 2370/2002 tot vaststelling van een communautaire noodmaatregel voor de sloop van vissersvaartuigen. De hoofddoelstelling van de hervorming van 2002 was het verzekeren van een duurzame toekomst voor de visserijsector, door vissers een stabiel inkomen en stabiele werkgelegenheid te verschaffen en tegelijkertijd het fragiele evenwicht van mariene ecosystemen in stand te houden en de voorziening van consumenten veilig te stellen. Met de hervorming werd een langetermijnbenadering voor visserijbeheer ingevoerd, met inbegrip van de voorbereiding van noodmaatregelen, meerjarige herstelplannen voor bestanden die zich buiten de veilige biologische limieten bevinden en van meerjarige beheersplannen voor andere bestanden. Om te voorkomen dat het evenwicht tussen de overcapaciteit van de vloot en de daadwerkelijke visserijmogelijkheden nog verder verstoord zou raken, werd vanaf 2005 alleen nog steun verleend voor het verbeteren van de veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord van vaartuigen en van de productkwaliteit, voor het overschakelen op selectievere vismethoden, of voor het uitrusten van vaartuigen met satellietvolgsystemen. Er werden ook socio-economische maatregelen ingevoerd ter ondersteuning van de sector tijdens de overgangsperiode. Met het oog op doeltreffendere, transparantere en eerlijkere controles werd het Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) opgericht in Vigo (Spanje). Door de hervorming van 2002 hebben vissers meer in te brengen in beslissingen die hen aangaan, en wel via regionale adviesraden, bestaande uit vissers, wetenschappers, vertegenwoordigers van aan de visserij en de aquacultuur gelieerde sectoren, regionale en nationale overheden, milieuorganisaties en consumenten. HERVORMING VAN HET GVB VAN 2013 De hervorming van 2002 voldeed niet aan de verwachtingen voor de korte termijn aangezien bepaalde bestanden verder verslechterden. Tegelijkertijd kwam hierdoor een aantal problemen aan het licht die tot dan toe onopgemerkt waren gebleven, zoals teruggooi. In 2009 gaf de Commissie het startschot voor een openbare raadpleging om het GVB zodanig te hervormen dat hierin de nieuwe leidende beginselen werden opgenomen voor de visserijsector van de EU in de 21ste eeuw. Na een lang debat in de Raad en voor het eerst ook in het Europees Parlement, werd op 1 mei 2013 overeenstemming bereikt over een nieuw GVB met drie kernpijlers: het nieuwe GVB (Verordening (EU) nr. 1380/2013); Eurofeiten - 2017 3

de gemeenschappelijke ordening van de markt in de sector visserij- en aquacultuurproducten (Verordening (EU) nr. 1379/2013); het nieuwe Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) (Verordening (EU) nr. 508/2014). Het nieuwe GVB moet erop toezien dat de activiteiten van de visserij- en de aquacultuursectoren op de lange termijn ecologisch duurzaam zijn en worden beheerd op een manier die in overeenstemming is met de doelstellingen om economische, sociale en werkgelegenheidsvoordelen te bewerkstelligen. De belangrijkste punten zijn: Meerjarig ecosysteemgericht beheer. Hierdoor zal de rol die de meerjarige plannen in de vorige hervorming kregen, groter worden, maar zal het zwaartepunt komen te liggen op een meer ecosysteemgerichte benadering met plannen voor meerdere soorten en visserijbedrijven in het regionale kader van de Europese geografische gebieden. Maximale duurzame opbrengst. Rekening houdend met de internationale compromissen, zoals de top van Johannesburg in 2002 over duurzame ontwikkeling, wordt in het nieuwe GVB de maximaal duurzame opbrengst als belangrijkste doel gesteld voor alle visserijbedrijven. De visserijsterfte moet zo mogelijk vóór 2015 maar uiterlijk vóór 2020 het niveau van de maximaal duurzame opbrengst hebben bereikt. Teruggooiverbod. Met de nieuwe hervorming zal er een eind komen aan een van de meest onaanvaardbare praktijken in de visserijsector van de EU. Het teruggooien van gereguleerde soorten zal geleidelijk verboden worden, in combinatie met begeleidende maatregelen voor de uitvoering van het verbod. Uiterlijk in 2019 zullen alle visserijbedrijven in de EU het nieuwe teruggooibeleid uitvoeren. Wat betreft de vlootcapaciteit verplicht het nieuwe GVB de lidstaten hun visserijcapaciteit op basis van nationale plannen aan te passen zodat die in evenwicht is met hun visserijmogelijkheden. Kleinschalige visserijbedrijven vormen een zeer speciaal onderdeel van het nieuwe GVB. Voor de zone van twaalf zeemijl waarin vissen verboden is voor de traditionele vloten geldt een verlenging tot 2022 en er moeten aanbevelingen worden gedaan aan de lidstaten om meer quota aan die sector toe te wijzen vanwege hun geringe milieu-impact en de hoge werkgelegenheid. In het kader van de externe betrekkingen van de EU worden de regels vastgelegd voor de activiteiten van de EU-vloot in derde landen en internationale wateren, die in overeenstemming moeten zijn met de beginselen van het EU-beleid. Regelingen voor visserij in die wateren worden uitgewerkt via partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij en deelname van de EU aan de regionale organisaties voor visserijbeheer. Duurzame aquacultuur. Het doel van de duurzame aquacultuur is enerzijds het aanbod voor de Europese vismarkt te vergroten en anderzijds de groei in kuststreken en plattelandsgebieden een impuls te geven. Dit zal worden bewerkstelligd met nationale plannen waarmee administratieve obstakels worden weggenomen en ecologische, sociale en economische normen voor de aquacultuursector worden gehandhaafd. Er komen nieuwe verplichtingen voor de lidstaten om de rol van de wetenschap in het toekomstige GVB te versterken, door meer gegevens te verzamelen en informatie te delen over bestanden, vloten en de impact van visserijactiviteiten. Gedecentraliseerd bestuur. De besluitvormingsprocedure wordt dichter bij de visgronden gebracht. De EU-wetgevers moeten het algemene kader bepalen terwijl de lidstaten de uitvoeringsmaatregelen ontwikkelen en op regionaal niveau met elkaar samenwerken. Eurofeiten - 2017 4

De bestaande reeks technische maatregelen in Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad vormt een complex en heterogeen stelsel van bepalingen dat zal worden herzien om het nieuwe GVB uit te rusten met een nieuw kader voor dergelijke maatregelen. De gemeenschappelijke ordening van de markt in visserij- en aquacultuurproducten maakt deel uit van het hervormingspakket. Het doel daarvan is om het concurrentievermogen van de Europese visserijsector te vergroten en de transparantie van de markten te verbeteren door de huidige verordening te moderniseren en te vereenvoudigen. De producentenorganisaties zullen een cruciale rol spelen in de toekomst van de EU-markten, vooral bij het collectief beheer, de monitoring en de controle. Er komen ook nieuwe handelsnormen voor etikettering, kwaliteit en traceerbaarheid waarmee consumenten meer informatie krijgen over de duurzaamheid van hun keuze als ze visserijproducten kopen. Het nieuwe Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij zal dienen als financieel instrument om bij te dragen aan de uitvoering van het GVB en de gemeenschappelijke ordening van de markt in visserij- en aquacultuurproducten. ROL VAN HET EUROPEES PARLEMENT A. Bevoegdheden Wetgeving inzake visserij: krachtens het Verdrag van Lissabon geldt de medebeslissingsprocedure (de gewone wetgevingsprocedure); EU-lidmaatschap van internationale visserijverdragen en de sluiting van overeenkomsten met derde landen (medebeslissing met de Raad). B. Rol Uit hoofde van het Verdrag van Lissabon heeft het Europees Parlement meer bevoegdheden in de wetgevingsprocedure gekregen. Het Parlement kan bijdragen aan de invulling van het gemeenschappelijk visserijbeleid en toezicht uitoefenen op de regels die de activiteiten van de Europese visserij- en aquacultuursector bepalen. Carmen-Paz Martí 06/2017 Eurofeiten - 2017 5