STICHTING STC-GROUP ONDERZOEK KWALITEIT EXAMINERING 2009

STICHTING STC-GRUP NDERZEK KWALITEIT EXAMINERING 2009 Utrecht, mei 2010

Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 2 van 37

VASTSTELLING RAPPRT Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de kwaliteit van de examinering dat op 8 september 2009 plaatsvond bij Stichting STC-Group. Het rapport is vastgesteld op 20 mei 2010. Zonder toestemming van de inspectie of de instelling mag dit rapport alleen in zijn volledige vorm vermenigvuldigd worden. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 3 van 37

INHUDSPGAVE SAMENVATTING 7 1 INLEIDING 9 2 KWALITEIT EXAMINERING BIJ Stichting STC-Group 13 3 CNCLUSIES EN VERVLGTEZICHT 29 BIJLAGE 1: EXAMENSTANDAARDEN EN NRMERING 31 Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 5 van 37

SAMENVATTING Voor u ligt een rapport van de Inspectie van het nderwijs (hierna: de inspectie). In dit rapport vindt u de bevindingen van het onderzoek naar de kwaliteit van de examinering bij Stichting STC-Group. Dit onderzoek vond plaats op 8 september 2009. Voor het onderzoek was het Toezichtkader bve 2009 van toepassing. De inspectie concludeert dat de kwaliteit van de examinering van de volgende opleidingen voldoende is: Scheepsbouwkundige (Scheepsbouw), (10638), BL; Baggeraar/machinist (Baggerbedrijf), (10640), BL; Stuurman/schipper, (10651), BBL; Chauffeur goederenvervoer, (10678), BBL; Technisch administratief medewerker, (10687), BL; Baggermeester, (93020), BL; Schipper binnenvaart, (91900), BL; Bootman, (93030), BBL; Logistiek medewerker, (90255), BBL; Matroos (Matroos binnenvaart), (91881), BL; Medewerker havenlogistiek, (93060), BBL; Stuurman/werktuigkundige zeevisvaart SW5, (10645), BL; Stuurman/werktuigkundige zeevisvaart SW-IV, (10649), BL. Bij deze opleidingen waarvan de examenkwaliteit voldoende is zal de inspectie geen vervolgonderzoek doen. Wel kan zij door het trekken van een aselecte steekproef de opleidingen in een volgend onderzoek opnieuw onderzoeken. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 7 van 37

1 INLEIDING Wat is het doel van dit rapport? De Inspectie van het nderwijs houdt toezicht op onderwijs en examinering in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Het doel van dit rapport is inzicht geven in de kwaliteit van de examinering in het mbo. Voor het onderzoek naar de kwaliteit van examinering trekt de inspectie jaarlijks een steekproef van opleidingen. In dit rapport vindt u de bevindingen van het onderzoek naar de kwaliteit van examinering bij Stichting STC-Group. Welke opleidingen heeft de inspectie onderzocht? In de tabellen 1.1 en 1.2 hieronder ziet u een overzicht van de opleidingen die de inspectie in haar onderzoek betrokken heeft. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen eindtermgerichte en competentiegerichte opleidingen. Tabel 1.1. verzicht van de onderzochte eindtermgerichte opleidingen en hun kenmerken. Crebo Naam opleiding Leerweg Deelkwalificatie(s) Exameneenheid bezochte locatie en plaatsnaam 10638 Scheepsbouwkundige (Scheepsbouw) 10640 Baggeraar/machinist (Baggerbedrijf) BL 52226 52228 10651 Stuurman/schipper BBL 52280 52286 52290 52291 10678 Chauffeur goederenvervoer 10687 Technisch administratief medewerker 10645 Stuurman/werktuigkundige zeevisvaart SW5 10649 Stuurman/werktuigkundige zeevisvaart SW-IV Stichting STC Lloydstraat Rotterdam BL 52236 Stichting STC Lloydstraat Rotterdam BBL 52383 56110 56112 56113 BL 52422 52423 52430 52431 BL 52233 52247 52250 52259 BL 52242 52245 52265 52267 Stichting STC Lloydstraat Rotterdam Stichting STC Lloydstraat Rotterdam Stichting STC Lloydstraat Rotterdam Stichting STC Lloydstraat Rotterdam Stichting STC Lloydstraat Rotterdam Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 9 van 37

Tabel 1.2. verzicht van de onderzochte competentiegerichte opleidingen en hun kenmerken. Crebo Naam opleiding Leerweg Exameneenheid bezochte locatie en plaatsnaam 90255 Logistiek medewerker BBL Stichting STC Lloydstraat Rotterdam 91881 Matroos (Matroos binnenvaart) BL Stichting STC Lloydstraat Rotterdam 93020 Baggermeester BL Stichting STC Lloydstraat Rotterdam 93060 Medewerker havenlogistiek BBL Stichting STC Lloydstraat Rotterdam 91900 Schipper binnenvaart BL Stichting STC Lloydstraat Rotterdam 93030 Bootman BBL Stichting STC Lloydstraat Rotterdam De opleiding Bootman zat vorig jaar in de steekproef en is toen onderzocht. Het beroepsgerichte exameninstrumentarium van deze opleiding wordt dit jaar ongewijzigd ingezet. Daarom wordt het oordeel over de uitstroomeisen en de toetstechnische eisen uit het vorige onderzoek overgenomen in dit rapport. Hoe is het onderzoek opgezet? Dit onderzoek is gebaseerd op het Toezichtkader bve 2009 en de hierin opgenomen standaarden en normering voor examinering. Deze zijn vastgesteld in een ministeriële regeling. Het gaat hierbij om zeven standaarden: het vertrouwen van het beroepenveld in de examenkwaliteit, de borging van de deskundigheid van betrokkenen, de inhoudelijke uitstroomeisen en de toetstechnische eisen van het exameninstrumentarium, de deugdelijkheid van de examenprocessen van afname, de beoordeling en diplomering, de borging van de examinering en de wettelijke vereisten. De kwaliteit van de examinering is voldoende als 5 van de 7 standaarden voldoende zijn, waaronder in elk geval de inhoudelijke uitstroomeisen van exameninstrumenten (standaard 3), de toetstechnische kwaliteitseisen (standaard 4), de deugdelijkheid van de examenprocessen van afname, beoordeling en diplomering (standaard 5) en de naleving van wettelijke vereisten (standaard 7). Per standaard dient aan de genoemde criteria te worden voldaan. De standaarden en criteria zijn opgenomen in bijlage 1. De inspectie heeft de zelfbeoordeling van de onderzochte opleidingen gebruikt als uitgangspunt voor haar onderzoek. Daarnaast zijn op locatie gesprekken gevoerd met constructeurs, vaststellers, beoordelaars, vertegenwoordigers uit de examencommissie en het management. De voorlopige bevindingen van het onderzoek naar het exameninstrumentarium zijn besproken. Verder is er relevante documentatie onderzocht en is het exameninstrumentarium van de opleiding uitvoerig bekeken. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 10 van 37

Ter afsluiting van het onderzoek is er een gesprek gevoerd met het college van bestuur van de instelling. Hoe is dit rapport opgezet? In hoofdstuk 2 vindt u de beoordeling van de inspectie voor de verschillende opleidingen van Stichting STC-Group. We geven daarbij eerst het algemene beeld (paragraaf 2.1) en lichten dit vervolgens toe (paragraaf 2.2). In hoofdstuk 3 vindt u de conclusies en bespreken we eventueel vervolgtoezicht. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 11 van 37

2 KWALITEIT EXAMINERING BIJ STICHTING STC-GRUP In dit hoofdstuk bespreken we eerst het algemene oordeel van de inspectie over de examinering van de verschillende opleidingen. Vervolgens lichten we dit oordeel toe. 2.1 Algemeen beeld De inspectie heeft de examinering van onderstaande opleidingen op zeven standaarden beoordeeld. Een overzicht van de beoordeling vindt u in onderstaande tabel. Tabel 2.1. verzicht van de beoordeling van de opleidingen van Stichting STC-Group. Vertrouwen beroepenveld Borging deskundigheid Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten Afname, beoordeling, diplomering Borging examinering Naleving wettelijke eisen Nederlands standaard 3 en 4 Moderne vreemde talen st 3 en 4 1 2 3 4 5 6 7 3/4 3/4 Scheepsbouwkundige V V V V V V V - - V (Scheepsbouw), (10638), BL Baggeraar/machinist V V V V V V V - - V (Baggerbedrijf), (10640), BL Stuurman/schipper, V V V V V V V - - V (10651), BBL Chauffeur goederenvervoer, V V V V V V V - - V (10678), BBL Technisch administratief V V V V V V V - - V medewerker, (10687), BL Logistiek medewerker V V V V V V V V (90255), BBL Matroos (Matroos binnenvaart), (91881), BL V V V V V V V V Baggermeester,(93020),BL V V V V V V V - - V Medewerker havenlogistiek, (93060), BBL V V V V V V V V Eindoordeel Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 13 van 37

Stuurman/werktuigkundige V V V V V V V - - V zeevisvaart SW5, (10645), BL Stuurman/werktuigkundige V V V V V V V - - V zeevisvaart SW-IV, (10649), BL Schipper binnenvaart, V V V V V V V V V (91900), BL Bootman, (93030), BBL V V V V V V V - - V = onvoldoende / V = voldoende / - = niet van toepassing De examinering van de opleidingen is van voldoende kwaliteit. Het beroepenveld heeft voldoende vertrouwen in de kwaliteit van de examinering. De deskundigheid van de betrokkenen bij examinering is voldoende. Het exameninstrumentarium voldoet aan de inhoudelijke uitstroomeisen en de toetstechnische eisen. De examencommissie vergewist zich van de deugdelijkheid van de examineringsprocessen en ziet toe op de borging ervan. De onderzochte opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. 2.2 Toelichting bij de beoordeling Hieronder gaan we in op de beoordelingen. Daarbij bespreken we in paragraaf 2.2.1 eerst de kwaliteit van het exameninstrumentarium, en de afname, beoordeling en diplomering (standaarden 3, 4 en 5). In paragraaf 2.2.2 komen vervolgens het vertrouwen van het beroepenveld, de deskundigheid en de borging van de examenkwaliteit aan de orde (standaarden 1,2 en 6). In paragraaf 2.2.3 bespreken we vervolgens de naleving van de wettelijke vereisten (standaard 7). 2.2.1 Beoordeling exameninstrumenten en de afname, beoordeling en diplomering De inspectie beoordeelt het exameninstrumentarium en de afname, beoordeling en diplomering op drie standaarden: de inhoudelijke uitstroomeisen van de exameninstrumenten (standaard 3), de toetstechnische kwaliteit van de exameninstrumenten (standaard 4) en de afname, beoordeling en diplomering (standaard 5). Per opleiding worden standaard 3 en 4 besproken, bij competentiegerichte opleidingen worden hierbij tevens de exameninstrumenten van de taalvaardigheden Nederlands en Moderne Vreemde Talen beoordeeld. Vervolgens volgt de beoordeling van standaard 5 voor alle opleidingen. Tot slot zal de verantwoording rondom Leren, Loopbaan en Burgerschap behandeld worden. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 14 van 37

In tabel 2.2 tot en met 2.5. vindt u de oordelen op de vijf taalvaardigheden voor Nederlands: luisteren, lezen, spreken (productie), gesprekken voeren (interactie) en schrijven. Dit oordeel is opgenomen voor de competentiegerichte opleidingen, die gestart zijn vanaf cohort 2007/2008. In tabel 2.6. tot en met 2.9. vindt u de oordelen op de vijf taalvaardigheden voor Moderne Vreemde Talen: luisteren, lezen, spreken (productie), gesprekken voeren (interactie) en schrijven. Dit oordeel is opgenomen voor alle competentiegerichte opleidingen, die gestart zijn vanaf cohort 2007/2008. Tabel 2.2. verzicht van de beoordeling Nederlands van Logistiek medewerker ordeel Gesprekken voeren, B1 Lezen, B1 Luisteren, B1 Schrijven, A2 Spreken, A2 Eindoordeel Nederlands = onvoldoende / V = voldoende Tabel 2.3. verzicht van de beoordeling Nederlands van Matroos (Matroos binnenvaart) ordeel Gesprekken voeren, B1 Lezen, B1 Luisteren, B1 Schrijven, B1 Spreken, B1 Eindoordeel Nederlands = onvoldoende / V = voldoende Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 15 van 37

Tabel 2.4. verzicht van de beoordeling Nederlands van Medewerker havenlogistiek ordeel Gesprekken voeren, B1 Lezen, B1 Luisteren, B1 Schrijven, B1 Spreken, B1 Eindoordeel Nederlands = onvoldoende / V = voldoende Tabel 2.5. verzicht van de beoordeling Nederlands van Schipper binnenvaart ordeel Gesprekken voeren, B1 Lezen, B1 Luisteren, B1 Schrijven, B1 Spreken, B1 Eindoordeel Nederlands = onvoldoende / V = voldoende V Tabel 2.6. verzicht van de beoordeling Engels van Logistiek medewerker ordeel Gesprekken voeren, A2 Lezen, A1 Luisteren, A2 Eindoordeel Engels = onvoldoende / V = voldoende Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 16 van 37

Tabel 2.7. verzicht van de beoordeling Engels van Matroos (Matroos binnenvaart) ordeel Gesprekken voeren, A1 Lezen, A1 Luisteren, A1 Schrijven, A1 Spreken, A1 Eindoordeel Engels = onvoldoende / V = voldoende Tabel 2.8. verzicht van de beoordeling Duits van Medewerker havenlogistiek ordeel Gesprekken voeren, A2 Lezen, A1 Luisteren, A2 Schrijven, A1 Spreken, A2 Eindoordeel Duits = onvoldoende / V = voldoende Tabel 2.9. verzicht van de beoordeling Duits van Schipper binnenvaart ordeel Gesprekken voeren, A2 Lezen, A2 Luisteren, B1 Schrijven, A2 Spreken, A2 Eindoordeel Duits = onvoldoende / V = voldoende V V V V V V Toelichting: De vier op talen onderzochte opleidingen zijn opleidingen op niveau 2 en/of 3. In alle opleidingen, met uitzondering van de opleiding Schipper binnenvaart (93020), vindt nog geen kwalificerende toetsing van talen plaats. Bij deze opleidingen zijn er geen of onvoldoende kwalificerende exameninstrumenten beschikbaar en zijn alle onderdelen onvoldoende. De beoordeling van talen telt in 2009 niet mee in het eindoordeel van de opleidingen. De examinering van Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 17 van 37

Duits bij de opleiding Schipper binnenvaart voldoet inhoudelijke aan de uitstroomeisen. Bij de opleidingen Logistiek medewerker, Matroos en Medewerker havenlogistiek voldoet de examinering in de moderne vreemde taal niet aan de inhoudelijke en toetstechnische eisen. De opleiding Baggermeester is een opleiding gebaseerd op een kwalificatiedossier van de eerste generatie. m die reden is geen beoordeling opgenomen in de rapportage. Standaard 3 en standaard 4. Inhoudelijke uitstroomeisen en toetstechnische eisen Toelichting 90255 Logistiek medewerker, 91881 Matroos (Matroos binnenvaart), 93020 Baggermeester, 93060 Medewerker havenlogistiek, 91900 Schipper binnenvaart. Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen en toetstechnische eisen. Alle vereisten uit het kwalificatiedossier zijn onderdeel van het examenprogramma en worden op het juiste niveau getoetst. In het kwalificatiedossier is vermeld dat er voor de kwalificatie Matroos sprake is van een wettelijke beroepsvereiste: het besluit vaartijden en bemanningsterkte binnenvaart van de wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart,hoofdstuk 23 van het Reglement nderzoek schepen op de Rijn. STC toetst de betreffende (externe) eisen. p grond van het STC diploma voor deze opleiding krijgt de gediplomeerde van het ministerie V&W de erkenning. De gehanteerde toetsvorm is juist. De puntentoekenning en - verdeling en de wijze waarop het eindresultaat wordt berekend, doen niets af aan de betrouwbaarheid van de cesuur. De cesuur is duidelijk en ligt op het vereiste niveau. De informatie aan de deelnemer is duidelijk, de deelnemer weet wat hij moet doen om een voldoende te halen. De afnamecondities, de noodzakelijke voorbereidingen, de te gebruiken hulpmiddelen, de context van de opdrachten en de inrichting van de examenlocatie zijn beschreven en bekend bij deelnemer en beoordelaar. Een aandachtspunt bij de opleiding Logistiek medewerker is de informatie voorafgaand aan de proeve van bekwaamheid. Hoewel de deelnemers de afnamecondities in de praktijk- en simulatieruimtes kennen, is het wenselijk om naast de mondelinge instructies aan deelnemers - ook op niveau 2 - een schriftelijke instructie uit te reiken. Het volgende aandachtspunt geldt voor de opleiding Medewerker haven logistiek: hoewel de deelnemers de afnamecondities op hun werkplek kennen is het wenselijk om naast de mondelinge instructies aan deelnemers - ook op niveau 2 - een schriftelijke instructie uit te reiken. ok de omschrijving van de status van het eindgesprek kan duidelijker geformuleerd worden. Toelichting kwalificatie 93030 Bootman: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen en toetstechnische eisen. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 18 van 37

Deze kwalificatie zat vorig jaar in de steekproef en is toen met een voldoende beoordeeld; dit jaar is het exameninstrumentarium ongewijzigd ingezet. In tabel 2.10. tot en met 2.16 vindt u de oordelen op deelkwalificatie-niveau over de kwaliteit van het exameninstrumentarium van de eindtermgerichte opleidingen. Standaard 3 en standaard 4. Inhoudelijke uitstroomeisen en toetstechnische eisen Tabel 2.10. verzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Scheepsbouwkundige (Scheepsbouw). Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten 3 4 52226 Toezichthouden/Leidinggeven in scheepsbouw V V 52228 Werkvoorbereiden scheepsbouw V V = onvoldoende / V = voldoende Toelichting deelkwalificatie 52226 Toezichthouden/Leidinggeven in scheepsbouw en deelkwalificatie 52228 Werkvoorbereiden scheepsbouw Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen. De eindtermen worden op het juiste niveau getoetst in de eerste drie jaar van de opleiding. De gehanteerde toetsvorm is juist. Het vierde jaar is een BPVjaar. Hierin worden geen eindtermen meer getoetst. De deelkwalificaties worden vanaf 1 augustus 2009 niet meer geexamineerd. De cesuur is duidelijk en ligt op het vereiste niveau. De puntentoekenning en -verdeling en de wijze waarop het eindresultaat wordt berekend, doen niets af aan de betrouwbaarheid van de cesuur. Het exameninstrumentarium voldoet aan de toetstechnische kwaliteitseisen. De informatie aan de deelnemer is duidelijk, de deelnemer weet wat hij moet doen om een voldoende te halen. De afnamecondities, de noodzakelijke voorbereidingen, de te gebruiken hulpmiddelen, de beoordeling van de opdrachten en de inrichting van de examenlocatie zijn beschreven en bekend bij deelnemer en beoordelaar. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 19 van 37

Tabel 2.11. verzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Baggeraar/machinist (Baggerbedrijf). Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten 3 4 52236 Baggerkunde I,II,III,IV V V = onvoldoende / V = voldoende Toelichting deelkwalificatie 52236 Baggerkunde I,II,III,IV Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen. De eindtermen worden op het juiste niveau getoetst in de eerste drie jaar van de opleiding. De gehanteerde toetsvorm is juist. Het vierde jaar is een BPVjaar. Hierin worden geen eindtermen meer getoetst. De deelkwalificaties worden vanaf 1 augustus 2009 niet meer geexamineerd. De cesuur is duidelijk en ligt op het vereiste niveau. De puntentoekenning en -verdeling en de wijze waarop het eindresultaat wordt berekend, doen niets af aan de betrouwbaarheid van de cesuur. Het exameninstrumentarium voldoet aan de toetstechnische kwaliteitseisen. De informatie aan de deelnemer is duidelijk, de deelnemer weet wat hij moet doen om een voldoende te halen. De afnamecondities, de noodzakelijke voorbereidingen, de te gebruiken hulpmiddelen, de beoordelingvan de opdrachten en de inrichting van de examenlocatie zijn beschreven en bekend bij deelnemer en beoordelaar. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 20 van 37

Tabel 2.12. verzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Stuurman/schipper. Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten 3 4 52280 Communicatieve vorming binnenvaart 2 V V 52286 Nautische technieken 2 V V 52290 Basisvaardigheden binnenvaart V V 52291 Communicatieve vorming binnenvaart 1 V V = onvoldoende / V = voldoende Toelichting deelkwalificaties 52280 Communicatieve vorming binnenvaart 2, 52286 Nautische technieken 2, 52290 Basisvaardigheden binnenvaart, 52291 Communicatieve vorming binnenvaart 1: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen. De vereisten uit het eindtermendocument zijn onderdeel van het examenprogramma. Bijna alle eindtermen worden op het juiste niveau getoetst. De gehanteerde toetsvorm is juist. De cesuur is duidelijk en ligt op het vereiste niveau. De puntentoekenning en -verdeling en de wijze waarop het eindresultaat wordt berekend, doen niets af aan de betrouwbaarheid van de cesuur. Het exameninstrumentarium voldoet aan de toetstechnische kwaliteitseisen. De informatie aan de deelnemer is duidelijk, de deelnemer weet wat hij moet doen om een voldoende te halen. De afnamecondities, de noodzakelijke voorbereidingen, de te gebruiken hulpmiddelen, de context van de opdrachten en de inrichting van de examenlocatie zijn beschreven en bekend bij deelnemer en beoordelaar. Aandachtspunt in de deelkwalificaties Nautische technieken 2 en Basisvaardigheden binnenvaart is de informatie die de deelnemer krijgt over de BPV-toets. Deze is erg summier. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 21 van 37

Tabel 2.13. verzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Chauffeur goederenvervoer. Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten 3 4 52383 Beroepshouding en communicatie v/d chauffeur V V goederenvervoer 56110 Voertuigtechniek en -onderhoud V V 56112 Rijbewijs B praktijk V V 56113 Rijbewijs C praktijk V V = onvoldoende / V = voldoende Toelichting deelkwalificaties 52383 Beroepshouding en communicatie v/d chauffeur goederenvervoer, 56110 Voertuigtechniek en onderhoud, 56112 Rijbewijs B praktijk, 56113 Rijbewijs C praktijk: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen. De deelkwalificaties Beroepshouding en communicatie v/d chauffeur goederenvervoer en Voertuigtechniek en -onderhoud zijn vorig jaar met voldoende beoordeeld en ongewijzigd ingezet. De deelkwalificaties Voertuigtechniek en -onderhoud, Rijbewijs B - praktijk en Rijbewijs C - praktijk zijn wetteljke beroepsvereisten en worden volledig ingekocht bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het exameninstrumentarium voldoet aan de toetstechnische kwaliteitseisen. De deelkwalificaties Beroepshouding en communicatie v/d chauffeur goederenvervoer en Voertuigtechniek en -onderhoud zijn vorig jaar met voldoende beoordeeld en ongewijzigd ingezet. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 22 van 37

Tabel 2.14. verzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Technisch administratief medewerker. Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten 3 4 52422 Maatschappelijk culturele vorming II V V 52423 pslag en distributie II V V 52430 Personeel en organisatie II TAM V V 52431 Communicatie II TAM V V = onvoldoende / V = voldoende Toelichting deelkwalificaties 52422 Maatschappelijk culturele vorming II, 52423 pslag en distributie II, 52430 Personeel en organisatie II TAM, 52431 Communicatie II TAM: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen. De vereisten uit het eindtermendocument worden voldoende getoetst in het examenprogramma. De eindtermen worden op het juiste niveau getoetst. De gehanteerde toetsvorm is juist. De cesuur is duidelijk en ligt op het vereiste niveau. De puntentoekenning enverdeling en de wijze waarop het eindresultaat wordt berekend, doen niets af aan de betrouwbaarheid van de cesuur. Het exameninstrumentarium voldoet aan de toetstechnische kwaliteitseisen. De informatie aan de deelnemer is duidelijk, de deelnemer weet wat hij moet doen om een voldoende te halen. De afnamecondities, de noodzakelijke voorbereidingen, de te gebruiken hulpmiddelen, de beoordeling van de opdrachten en de inrichting van de examenlocatie zijn beschreven en bekend bij deelnemer en beoordelaar. Aandachtspunt bij deelkwalificatie Communicatie II TAM is het duidelijk formuleren van de rollen van de BPVbegeleider en de docent bij de eindbeoordeling. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 23 van 37

Tabel 2.15. verzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Stuurman/werktuigkundige zeevisvaart SW5. Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten 3 4 52233 Scheepswerktuigkunde-II V V 52247 Gezondheidsleer-II V V 52250 Zeemanschap-IIV V V 52259 Scheepswerktuigkunde IVv/Vv-zeemanschap-IIIv V V = onvoldoende / V = voldoende Toelichting deelkwalificatie 52233 Scheepswerktuigkunde-II, 52247 Gezondheidsleer-II, 52250 Zeemanschap-IIV, 52259 Scheepswerktuigkunde IVv/Vv-zeemanschap-IIIv: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen. ndanks het feit dat STC niet de originele eindtermen uit het goedgekeurde eindtermendocument van 1996 gebruikt, is in nader onderzoek met VTL (Vakopleiding, transport en logistiek) en IVW (inspectie voor verkeer en waterstaat) aangetoond dat de eindtermen voldoende worden gedekt. De beoogde kennis en vaardigheden uit de wettelijk vastgestelde documenten zijn gelijkwaardig aan het interne en vernieuwde eindtermendocument van 2003 welke STC gebruikt bij haar examinering. p grond van de deelkwalificatie 52247 Gezondheidsleer-II geeft het Ministerie van V.&W het certificaat Scheeepsgezondheidszorg beperkt uit. De gehanteerde toetsvorm is juist. De cesuur is duidelijk en ligt op het vereiste niveau. De puntentoekenning en -verdeling en de wijze waarop het eindresultaat wordt berekend, doen niets af aan de betrouwbaarheid van de cesuur. Aandachtspunt bij de deelkwalificatie Scheepswerktuigkunde IVv/Vvzeemanschap-IIIv is de totstandkoming van de eindbeoordeling van de deelkwalificatie, met name de relatie van de zwaarte van elke toets met de zwaarte van het onderdeel in het opleidingsprogramma. De deelkwalificatie Zeemanschap-IIV zat vorig jaar in de steekproef en is toen met een voldoende beoordeeld. Dit jaar is het materiaal ongewijzigd ingezet. Het exameninstrumentarium voldoet aan de toetstechnische kwaliteitseisen. De informatie aan de deelnemer is duidelijk, de deelnemer weet wat hij moet doen om een voldoende te halen. De afnamecondities, de noodzakelijke Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 24 van 37

voorbereidingen, de te gebruiken hulpmiddelen, de beoordeling van de opdrachten en de inrichting van de examenlocatie zijn beschreven en bekend bij deelnemer en beoordelaar. Tabel 2.16. verzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Stuurman/werktuigkundige zeevisvaart SW-IV. Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten 3 4 52242 Navigatie-V V V 52245 BVA-IIIZ V V 52265 Scheepswerktuigkunde-VI-V,VII-V,VIII-V V V 52267 Zeemanschap-IV-V V V = onvoldoende / V = voldoende Toelichting deelkwalificaties 52242 Navigatie-V, 52245 BVA-IIIZ, 52265 Scheepswerktuigkunde-VI-V,VII-V,VIII-V, 52267 Zeemanschap-IV-V: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen. Dit resulteert in een voldoende dekking. ndanks het feit dat STC niet de originele eindtermen uit het goedgekeurde eindtermendocument van 1996 gebruikt, is in nader onderzoek met VTL(Vakopleiding, transport en logistiek) en IVW (inspectie voor verkeer en waterstaat) aangetoond dat de eindtermen voldoende worden gedekt. De beoogde kennis en vaardigheden uit de wettelijk vastgestelde documenten zijn gelijkwaardig aan het interne en vernieuwde eindtermendocument van 2003 welke STC gebruikt bij haar examinering. De gehanteerde toetsvorm is juist. De cesuur is duidelijk en ligt op het vereiste niveau. De puntentoekenning en -verdeling en de wijze waarop het eindresultaat wordt berekend, doen niets af aan de betrouwbaarheid van de cesuur. Aandachtspunt bij deelkwalificatie Zeemanschap-IV-V is een heldere beschrijving van de totstandkoming van het eindcijfer van de deelkwalificatie. Het exameninstrumentarium voldoet aan de toetstechnische kwaliteitseisen. De informatie aan de deelnemer is duidelijk, de deelnemer weet wat hij moet doen om een voldoende te halen. De afnamecondities, de noodzakelijke voorbereidingen, de te gebruiken hulpmiddelen, de context van de opdrachten en de inrichting van de examenlocatie zijn beschreven en bekend bij Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 25 van 37

deelnemer en beoordelaar. Aandachtspunt is de omschrijving van de afnamecondities van de simulatie. Standaard 5. Afname, beoordeling en diplomering De onderzochte opleidingen voldoen aan de eisen van deze standaard. De afname, de beoordeling en diplomering verlopen deugdelijk. De examencommissie maakt voor zichzelf inzichtelijk of het examenproces naar wens verloopt, en analyseert wat mogelijke oorzaken zijn als dit niet het geval is. Procedures, taken en verantwoordelijkheden van betrokkenen zijn beschreven. Deze zijn bekend bij deelnemers, beroepenveld en beoordelaars. Een aandachtspunt betreft de regeling voor toelating tot examens. De omschrijving van de adviezen hierin van de (sub)examencommissie kan scherper. Er wordt geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen bindend en dringend advies. Van belang is om eenduidig (in de verschillende documenten rond examinering) te beschrijven of en hoe er in de BPV geëxamineerd wordt. Ten slotte mogen er geen extra voorwaarden gesteld worden aan de toelating tot de examinering. Leren, Loopbaan en Burgerschap Stichting STC-Group heeft in een verantwoordingsdocument vastgelegd hoe zij de examinering voor de zeven kerntaken van het brondocument leren, loopbaan en burgerschap heeft ingericht. 2.2.2 Beoordeling vertrouwen beroepenveld, deskundigheid en borging kwaliteit. De inspectie beoordeelt de examinering ook op de volgende drie standaarden: het vertrouwen van het beroepenveld in de examinering (standaard 1), de borging van de deskundigheid (standaard 2) en de borging van de examinering (standaard 6). Standaard 1. Het vertrouwen van het beroepenveld in de examenkwaliteit De onderzochte opleidingen voldoen aan de eisen van deze standaard. Het beroepenveld heeft vertrouwen in de examinering van de opleiding en in de (potentiële) werknemers die door de opleiding gediplomeerd zijn. Dit vertrouwen is gebaseerd op een goede werkrelatie met het beroepenveld. Het beroepenveld is ruim vertegenwoordigd in de Raad van advies van de STCgroep en in de (sectorale) bedrijfstakcommissies. Vertegenwoordigers van het beroepenveld hebben zitting in vaststellingscommissies en zijn betrokken bij de verbetering en innovaties van examens. Standaard 2. De deskundigheid van betrokkenen De onderzochte opleidingen voldoen aan de eisen van deze standaard. De betrokkenen bij examinering, zowel in de instelling als in de leerbedrijven, bezitten een voldoende mate van deskundigheid voor de door hen te verrichten taken. Hun deskundigheid is gebaseerd op scholing en ervaring. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 26 van 37

STC zorgt voor nieuw en zittend personeel voor scholing. Externe deskundigen worden daarvoor ingeschakeld. Aandachtspunt is de deskundigheid van de externe beoordelaars. Het is onduidelijk of zij voldoende bekend zijn met de eindtermen en de werkprocessen die in de BPV beoordeeld worden. STC zelf beschouwt dit ook als een verbeterpunt. Een oplossing is gezocht in het verschuiven van het examineren van vaardigheden van BPV bedrijven naar de eigen praktijklokalen en simulatieruimtes, die beter zijn geoutilleerd en ingericht. Standaard 6. Borging van de examinering De onderzochte opleidingen voldoen aan de eisen van deze standaard. De STC- Group vergewist zich met gepaste frequentie en grondigheid van de integrale kwaliteit van de examinering. Externe deskundigen worden betrokken bij de uitvoering van interne audits. Jaarlijks worden meerdere onderzoeken onder belanghebbenden gehouden over aspecten van examinering. Waar lacunes geconstateerd zijn, worden verbeteracties op touw gezet. Verantwoording daarover wordt afgelegd in het jaarverslag examinering. 2.3 Beoordeling naleving wettelijke vereisten Standaard 7. Naleving van de wettelijke vereisten rondom examinering De onderzochte opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten betreffende: informatie over het examen (in ER of ander document) (art.7.4.8 en art. 7.4.9 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); de examencommissie (waar onder art. 7.4.5 en art. 7.4.8, vijfde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs); de commissie van beroep examens (art. 7.5.1 en art. 7.5.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); de openbare verantwoording (art 1.3.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs). Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 27 van 37

3 CNCLUSIES EN VERVLGTEZICHT De inspectie concludeert dat de kwaliteit van de examinering van de onderzochte opleidingen voldoende is. Het gaat hierbij om de volgende opleidingen: Scheepsbouwkundige (Scheepsbouw), (10638), BL; Baggeraar/machinist (Baggerbedrijf), (10640), BL; Stuurman/schipper, (10651), BBL; Chauffeur goederenvervoer, (10678), BBL; Technisch administratief medewerker, (10687), BL; Baggermeester, (93020), BL; Schipper binnenvaart, (91900), BL; Bootman, (93030), BBL; Logistiek medewerker, (90255), BBL; Matroos (Matroos binnenvaart), (91881), BL; Medewerker havenlogistiek, (93060), BBL; Stuurman/werktuigkundige zeevisvaart SW5, (10645), BL; Stuurman/werktuigkundige zeevisvaart SW-IV, (10649), BL. Bij deze opleidingen waarvan de examenkwaliteit voldoende is zal de inspectie geen vervolgonderzoek doen. Wel kan zij door het trekken van een aselecte steekproef de opleidingen in een volgend onderzoek opnieuw onderzoeken. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 29 van 37

BIJLAGE 1: EXAMENSTANDAARDEN EN NRMERING DE STANDAARDEN nderstaand worden 7 standaarden voor de examenkwaliteit gegeven. Bij elk van deze standaarden is een portret gevoegd. Deze portretten zijn zodanig opgebouwd dat wordt aangegeven wanneer toereikend aan een standaard wordt voldaan. Indien een standaard meer criteria omvat, wordt bij elk afzonderlijk criterium een portret gevoegd. Standaard 1: Het beroepenveld heeft vertrouwen in de examenkwaliteit Criterium: Vertrouwen beroepenveld examinering Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. Het representatieve beroepenveld heeft voldoende vertrouwen in de kwaliteit van de examinering. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van de voldoende mate van vertrouwen van het beroepenveld in de kwaliteit van de examinering. Zij treft zo nodig maatregelen om het vertrouwen van het beroepenveld in de kwaliteit van de examinering te verbeteren en ziet toe op de effectiviteit daarvan. Het vertrouwen kan onder andere worden opgemaakt uit een representatief onderzoek, uit ervaringsgegevens die voortkomen uit de betrokkenheid van het beroepenveld bij de constructie en/of afname van de examens, of uit de gebleken tevredenheid van het beroepenveld over de kwaliteit van de net gediplomeerde nieuwe werknemer. Standaard 2: De deskundigheid van betrokkenen is geborgd Criterium: Borging deskundigheid Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van de deskundigheid van de betrokkenen bij examinering, bijvoorbeeld aan de hand van gegevens uit de constructie en vaststelling van exameninstrumenten, de beoordeling en afname van examens en deelnemerevaluaties. Zij ziet erop toe dat betrokkenen, zowel binnenschools als buitenschools, voldoen aan de door haar vastgestelde vereisten inzake de gewenste deskundigheid voor examinering. Zij maakt voor zichzelf inzichtelijk in welke mate de betrokkenen aan de deskundigheidscriteria voldoen, treft zo nodig verbetermaatregelen en ziet toe op de effectiviteit daarvan. Er zijn wel elementen in de deskundigheid die verbeterd kunnen worden, maar er vallen als gevolg hiervan geen grote gaten in de examinering. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 31 van 37

Standaard 3: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen Criterium 1: Dekkingsgraad Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De exameninstrumenten dekken de kwalificatievereisten die zijn aangegeven in het eindtermendocument of het kwalificatiedossier zodanig af dat recht wordt gedaan aan het integrale kwalificatieprofiel. Van een toereikende dekking is alleen sprake indien de examinering uitgaat van een toetsvorm die past bij het beheersingsniveau van de vereisten. Uitgangspunt voor de beoordeling van dekkingsgraad is dat alle vereisten uit het kwalificatiedossier onderdeel zijn van het examenprogramma. Er wordt over het geheel van het examen genomen geëxamineerd op het vereiste kwalificatieniveau. Eindtermgerichte opleiding Minimaal 75% van de eindtermen van de deelkwalificatie is geëxamineerd met examens die qua inhoud en qua toetsvorm passen bij de eindtermen van de deelkwalificatie. Daarnaast is 100% van de eventuele, relevante wettelijke beroepsvereisten opgenomen in de examinering. Competentiegerichte opleiding 1e generatie kwalificatiedossier Alle kerntaken en de bijbehorende relevante competenties (optellend tot minimaal 75% van de competenties) zijn geëxamineerd met examens die qua inhoud en qua toetsvorm passen bij die kerntaken en competenties. Daarnaast is 100% van de eventuele, relevante wettelijke beroepsvereisten opgenomen in de examinering. Competentiegerichte opleiding 2e generatie kwalificatiedossier Minimaal 75% van de werkprocessen per kerntaak is geëxamineerd met examens die qua inhoud en qua toetsvorm passen bij de werkprocessen. Daarnaast is 100% van de eventuele, relevante wettelijke beroepsvereisten opgenomen in de examinering. Criterium 2: Cesuur Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. Eindtermgerichte opleiding - De cesuur van ieder exameninstrument ligt op een niveau waarop de deelnemer gemiddeld voldoet aan de vereisten die in de examinering zijn verwerkt. Dit niveau kan zijn aangegeven als 'voldoende' als ondergrens. - Er is sprake van een evenwichtige, niet oneigenlijke puntentoekenning die recht doet aan het belang van de eindtermen. - Er is bij een deelkwalificatie sprake van een weging van de opdrachten/toetsen onderling die geen afbreuk doet aan de gehanteerde cesuur. - De cesuur voor de zak/slaagbeslissing ten aanzien van het diploma is dat Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 32 van 37

alle deelkwalificaties die verplicht zijn voor het behalen van het diploma, met gunstig gevolg moeten zijn afgelegd. Competentiegerichte opleiding gericht op 1e generatie kwalificatiedossier - De cesuur van ieder exameninstrument ligt op een niveau waarop de deelnemer gemiddeld voldoet aan de vereisten die in de examinering zijn verwerkt. Dit niveau kan zijn aangegeven als 'voldoende' als ondergrens. - Er is sprake van een evenwichtige, niet oneigenlijke puntentoekenning die recht doet aan het belang van de competenties en kerntaken. - Er is sprake van een weging van de opdrachten/toetsen onderling die geen afbreuk doet aan de bovengenoemde cesuur. Competentiegerichte opleiding gericht op 2e generatie kwalificatiedossier - De cesuur van ieder exameninstrument ligt op een niveau waarop de deelnemer gemiddeld voldoet aan de vereisten die in de examinering zijn verwerkt. Dit niveau kan zijn aangegeven als 'voldoende' als ondergrens. - Er is sprake van een evenwichtige, niet oneigenlijke puntentoekenning die recht doet aan het belang van de werkprocessen. - Er is sprake van een weging van de opdrachten/toetsen onderling die geen afbreuk doet aan de gehanteerde cesuur. Standaard 4: Het exameninstrumentarium voldoet aan de toetstechnische eisen Criterium 1: Informatie deelnemer Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De exameninstrumenten bevatten voldoende informatie op grond waarvan de deelnemer weet wat er in het examen van hem verwacht wordt en welke punten hij waarmee kan behalen. De deelnemer weet wanneer hij wat moet doen om een voldoende te behalen. Dit betekent dat de beschrijving van een opdracht en/of gewenst resultaat, de beoordelingscriteria, de wijze van beoordeling en de cesuurbepaling bekend zijn voor de deelnemer. Criterium 2: Afnamecondities Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De exameninstrumenten bevatten voldoende informatie op grond waarvan voor de deelnemer en de beoordelaar duidelijk is onder welke omstandigheden een examen moet worden afgenomen. De te treffen voorbereidingen, de toegestane hulpmiddelen, de omschrijving van de context/setting van de examenopdracht en de inrichting van de examenlocatie zijn bekend voor de deelnemer en de beoordelaar. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 33 van 37

Criterium 3: Beoordelingsvoorschrift Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De exameninstrumenten zijn voorzien van een beoordelingsvoorschrift waaruit de beoordelaar duidelijk kan opmaken op grond waarvan een antwoord of prestatie van een deelnemer met een bepaalde (deel)score moet worden gewaardeerd. Er is beschreven hoe een zo objectief mogelijke beoordeling tot stand komt. Dit betekent dat het exameninstrumentarium de volgende zaken bevat: - een inhoudelijk correct antwoordmodel of een beoordelingsschema (met beoordelingscriteria). - een scoringsvoorschrift dat beschrijft welke antwoorden goed, gedeeltelijk goed en welke als fout moeten worden beschouwd, inclusief daarbij behorende waardering (punten). - een beschrijving van hoe eventuele deelwaarderingen leiden tot een eindwaardering. - een beoordelaarsinstructie met algemene richtlijnen over de wijze waarop de prestaties van deelnemers beoordeeld moeten worden. Standaard 5: De examenprocessen van afname, beoordeling en diplomering zijn deugdelijk Criterium 1: De afname Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De afname verloopt deugdelijk. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van het verloop van de afname van examens, bijvoorbeeld aan de hand van processen verbaal en/of deelnemerevaluaties. De examencommissie maakt voor zichzelf inzichtelijk of het examenproces naar wens verloopt, en analyseert wat mogelijke oorzaken zijn als processen niet naar wens verlopen. Criterium 2: De beoordeling Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De beoordeling verloopt deugdelijk. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van de beoordeling van examens, bijvoorbeeld aan de hand van resultatenanalyses, deelnemerevealuaties en gegevens uit (steekproefsgewijze) dubbele beoordelingen, op grond waarvan zij voor zichzelf inzichtelijk maakt of de beoordeling naar wens verloopt. ok houdt zij bij wanneer zij beoordelingsresultaten aanpast en tot welke verbeteracties deze correcties leiden of hebben geleid. De examencommissie analyseert wat mogelijke oorzaken zijn als de beoordelingen niet naar wens verlopen. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 34 van 37

Criterium 3: Diplomering en/of certificering Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. Diploma's en certificaten worden op deugdelijke gronden afgegeven. De examencommissie vergewist zich daarvan. De examencommissie kan zich desgevraagd verantwoorden over haar besluiten in deze. Standaard 6: De examenkwaliteit is voldoende geborgd Criterium: Kwaliteitsborging Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van de integrale kwaliteit van de examinering. Zij doet dit met medewerking van onafhankelijke deskundigen. De examencommissie legt van de uitkomsten van deze beoordeling verantwoording af aan belanghebbenden, treft zo nodig verbetermaatregelen en ziet toe op de effectiviteit daarvan. Standaard 7: De instelling voldoet aan de wettelijke vereisten rondom examinering Criterium: Naleving wettelijke vereisten Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten betreffende: informatie over het examen (in ER of ander document) (art.7.4.8 en art. 7.4.9 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); de examencommissie (waar onder art. 7.4.5 en art. 7.4.8, vijfde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs); de commissie van beroep examens (art. 7.5.1 en art. 7.5.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); de openbare verantwoording (art 1.3.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs). Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 35 van 37

NRMERING De kwaliteit van de examinering is voldoende wanneer vijf van de zeven standaarden voldoende zijn, waaronder in elk geval 3, 4, 5 en 7. Deze normering geldt voor zowel eindtermgerichte als competentiegerichte opleidingen. De normering vindt direct op het niveau van de standaard plaats. Per standaard wordt een oordeel uitgesproken op een tweepuntschaal (onvoldoende-voldoende) met een duidelijke grens tussen onvoldoende en voldoende. Per standaard is een beschrijving gemaakt van het oordeel 'voldoende': de zogenoemde portretten (zie de bijlage). De examenkwaliteit van een opleiding voldoet in voldoende mate aan de betreffende standaard als de examenkwaliteit overeenkomt met het bijbehorende portret of portretten in geval van meer criteria. Per standaard dient aan alle bijbehorende criteria te worden voldaan. In het geval de examenkwaliteit niet overeenkomt met het portret dan wel de portretten of indien onbekend is of de examenkwaliteit overeenkomt met het portret dan wel de portretten (het kan niet worden aangetoond), voldoet het examen in onvoldoende mate aan de standaard. Deze portretten vormen het referentiekader voor de beoordeling. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 36 van 37

TEZICHT P EN NRMERING VAN NEDERLANDS EN MDERNE VREEMDE TALEN Voor het onderzoek naar de kwaliteit van examinering van Nederlands en moderne vreemde talen volgt de inspectie in 2009 de aanpak en normering zoals hieronder beschreven. De inspectie heeft hierbij de brief van de staatssecretaris van CW van 22 december 2008 (met kenmerk BVE/2008/88699) als leidraad genomen. Toezicht op Nederlands en moderne vreemde talen De inspectie houdt toezicht op de kwaliteit van examinering voor Nederlands en moderne vreemde talen op basis van het Toezichtkader bve 2009, het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap 2007 (inclusief het addendum Nederlands in het kader van burgerschap 2007) en de beheersingsniveaus (CEF) zoals vastgelegd in de kwalificatiedossiers. Indien de eisen voor Nederlands vanuit het addendum of het brondocument verschillen van de eisen uit het kwalificatiedossier, geldt het hoogste niveau. Voor Nederlands en de moderne vreemde talen is het toezicht van toepassing indien de deelnemers gestart zijn vanaf het studiejaar 2007 op basis van zowel de eerste- als de tweede generatie kwalificatiedossiers en wanneer diplomering voor die dossiers plaatsvindt vóór 1 oktober 2009. Normering voor de talen Er worden vijf taalvaardigheden onderscheiden: luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Deze taalvaardigheden worden door de inspectie getoetst aan de hand van de standaarden 3 (uitstroomeisen) en 4 (toetstechnische eisen). Er is sprake van een voldoende oordeel voor Nederlands en/of moderne vreemde talen, indien drie of meer taalvaardigheden voldoende zijn. Er is derhalve sprake van een onvoldoende oordeel voor Nederlands en/of moderne vreemde talen indien drie of meer vaardigheden onvoldoende zijn. Invloed van het oordeel voor de talen op het oordeel over de hele opleiding Het oordeel voor talen wordt in 2009 nog niet doorgetrokken naar de hele opleiding. Een onvoldoende voor uitsluitend talen (Nederlands en/of Moderne Vreemde Talen) leidt derhalve niet tot een onvoldoende voor de hele opleiding. Rapportage kwaliteit examinering Stichting STC-Group 2009 p. 37 van 37