Universiteit van Amsterdam Economie en Bedrijfskunde

Vergelijkbare documenten
Universiteit van Amsterdam Economie en Bedrijfskunde

Universiteit van Amsterdam Economie en Bedrijfskunde

Universiteit van Amsterdam Economie en Bedrijfskunde

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Universiteit van Amsterdam

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VOOR DE MASTEROPLEIDINGEN VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN STUDIEJAAR

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

MODEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VOOR DE BACHELOROPLEIDINGEN VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN STUDIEJAAR

MODEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Universiteit van Amsterdam.

MODEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Universiteit van Amsterdam.

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Universiteit van Amsterdam

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VOOR DE MASTEROPLEIDINGEN VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN STUDIEJAAR

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

MODEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Model Onderwijs- en examenregeling

B. Model opleidingsspecifiek deel

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE OPLEIDINGEN

Onderwijs- en examenregeling. BACHELORopleidingen. A. Facultair deel. B. Opleidingsspecifiek deel

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Nederlandstalige versie 1. Academisch jaar

Onderwijs- en Examenregelingen (OER) Bacheloropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VOOR DE BACHELOROPLEIDINGEN VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN STUDIEJAAR

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VOOR DE BACHELOROPLEIDINGEN VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN STUDIEJAAR

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bacheloropleidingen. Faculteit der Bètawetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam. Deel A: Facultair deel

EXAMENREGLEMENT GRADUATE SCHOOL OF HUMANITIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Onderwijs- en examenregeling. MASTERopleiding Bestuurskunde

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de bacheloropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en Spraaktechnologie (Language and Speech Technology)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Bedrijfscommunicatie. studierichtingen: Bedrijfscommunicatie, Cultuur & Organisaties (BCO)

Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding Fiscaal recht. A. Facultair deel. B. Opleidingsspecifiek deel. Studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Kunstgeschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

Onderwijs- en Examenregeling LS&T en MST (Bacheloropleiding)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Deel 1 - Bacheloropleiding

Universiteit van Amsterdam. Onderwijs- en Examenregeling (OER)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

REGELS EN RICHTLIJNEN

ONDERWIJS- EN TENTAMENREGELING (OET) (ex artikel 7.13 WHW) Interfacultair Onderwijs TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Duitslandstudies. studierichtingen:

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Geschiedenis. Studiejaar Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Geesteswetenschappen

Onderwijs- en examenregeling. BACHELOR Sociologie

Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding Fiscaal recht. A. Facultair deel. B. Opleidingsspecifiek deel. Studiejaar

Geen instemming met de OER van ACASA, deel A

Inhoud Artikel A.1.1 Toepasselijkheid regeling... 3 Artikel A.1.2 Begripsbepalingen... 3 Artikel A.2.1 Vooropleiding... 4 Artikel A.2.

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bacheloropleiding Theologie (joint degree) Studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding Ondernemingsrecht. A. Facultair deel. B. Opleidingsspecifiek deel. Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

GMW Onderwijs- en ExamenRegeling. Master-opleiding. voor het studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

MODEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding HBO-Rechten

Rijksuniversiteit Groningen. Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Kunstgeschiedenis

Onderwijs- en Examenregeling MST en LS&T (Bacheloropleiding)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (artikel 7.13 WHW)

Faculteit der Letteren. Onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Geschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Nederlandse Taal en cultuur

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bacheloropleiding Theologie. Studiejaar Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Godgeleerdheid

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Letterkunde en Literatuurwetenschap

Universiteit van Amsterdam. Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Onderwijs- en examenregeling. BACHELOR Politicologie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Communicatie- en Informatiewetenschappen. Studiejaar

Disclaimer: Dit is een vertaling van de Engelse versie. Bij verschillen is de Engelse versie van bindende kracht.

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Media, Kunst, Design en Architectuur. Studiejaar

BACHELOROPLEIDING PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Nederlandse Taal en cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur. Studiejaar

BACHELOROPLEIDING PSYCHOLOGIE

Algemene informatie

Transcriptie:

Universiteit van Amsterdam Economie en Bedrijfskunde Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2017-2018 Bacheloropleidingen Actuariële Wetenschappen Business Administration Econometrie en Operationele Research Economics en Business Economics Economie en Bedrijfskunde Fiscale Economie en Regels en Richtlijnen Examencommissie 2017-2018

Inhoudsopgave Deel A: Facultair deel... 2 1. Algemene bepalingen... 2 Artikel 1.1 Toepasselijkheid regeling... 2 Artikel 1.2 Begripsbepalingen... 2 Artikel 1.3 Taaltoets en beheersing Nederlands... 3 2. Vooropleiding en toelating... 3 Artikel 2.1 Vooropleiding... 3 Artikel 2.2 Equivalente vooropleiding... 3 Artikel 2.3 Colloquium doctum... 3 Artikel 2.4 Weigering of beëindiging inschrijving/iudicium abeundi... 4 3. Inrichting opleiding... 4 Artikel 3.1 Indeling studiejaar... 4 Artikel 3.2 Inrichting opleiding en deelname aan onderwijs... 4 Artikel 3.3 Internationalisering... 5 4. Toetsing en Examinering... 5 Artikel 4.1 Intekening voor tentamens... 5 Artikel 4.2 Vorm van tentaminering... 5 Artikel 4.3 Mondelinge tentamens... 6 Artikel 4.4 Vaststelling en bekendmaking van de uitslag... 6 Artikel 4.5 Tentamenmogelijkheden... 7 Artikel 4.6 Cijfers... 7 Artikel 4.7 Vrijstelling... 7 Artikel 4.8 Geldigheidsduur resultaten... 8 Artikel 4.9 Inzagerecht... 8 Artikel 4.10 Nabespreking... 8 Artikel 4.11 Bachelorexamen... 8 Artikel 4.12 Getuigschrift en verklaring... 9 Artikel 4.13 Fraude en plagiaat... 9 5. Honoursprogramma... 9 Artikel 5.1 Honoursprogramma... 9 6. Studiebegeleiding, studieadvies en studievoortgang... 10 Artikel 6.1 Studievoortgangsadministratie en studiebegeleiding... 10 Artikel 6.2 Studieadvies... 10 Artikel 6.3 Bindend (negatief) studieadvies... 10 Artikel 6.4 Bindend studieadvies bij persoonlijke omstandigheden... 11 Artikel 6.5 Aanpassingen ten behoeve van een student met een functiebeperking... 12 7. Hardheidsclausule... 12 I

Inhoudsopgave Artikel 7.1 Hardheidsclausule... 12 8. Overgangs- en slotbepalingen... 12 Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel A... 12 Artikel 8.2 Overgangsbepalingen... 12 Artikel 8.3 Bekendmaking... 13 Artikel 8.4 Inwerkingtreding... 13 Deel B1: opleidingsspecifiek deel BSc Actuariële Wetenschappen... 14 1. Algemene bepalingen... 14 Artikel 1.1 Begripsbepalingen... 14 Artikel 1.2 Gegevens opleiding... 14 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding... 14 Artikel 2.1 Doelstelling opleiding... 14 Artikel 2.2 Eindtermen... 14 3. Nadere toelatingseisen... 16 Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen... 16 Artikel 3.2 Colloquium doctum... 16 Artikel 3.3 Taaleisen... 16 4. Opbouw van het curriculum... 17 Artikel 4.1 Samenstelling opleiding... 17 Artikel 4.2 Academische vorming... 17 Artikel 4.3 Onderwijseenheden... 17 Artikel 4.4 Curriculum... 17 Artikel 4.5 Keuzeruimte, minor, studie in buitenland... 18 Artikel 4.6 Scriptie... 18 Artikel 4.7 Volgordelijkheid onderwijseenheden... 18 Artikel 4.8 Intekenen voor tentamens... 18 Artikel 4.9 Deelname aan onderwijsbijeenkomsten... 18 Artikel 4.10 Maximale vrijstelling... 18 Artikel 4.11 Geldigheidsduur resultaten... 18 Artikel 4.12 Graad... 18 Artikel 4.13 Vakkenlijst... 18 5. Keuzeruimte... 20 Artikel 5.1 Minoren... 20 Artikel 5.2 Keuzevakken... 20 6. Honoursprogramma... 20 Artikel 6.1 Honoursprogramma... 20 7. Studiebegeleiding en studieadvies... 20 Artikel 7.1 Studiebegeleiding... 20 Artikel 7.2 Bindend (negatief) studieadvies... 20 II

Inhoudsopgave 8. Overgangs- en slotbepalingen... 21 Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B... 21 Artikel 8.2 Overgangsbepalingen... 21 Artikel 8.3 Bekendmaking... 21 Artikel 8.4 Inwerkingtreding... 22 Deel B2: opleidingsspecifiek deel Business Administration... 23 1. General provisions... 23 Artikel 1.1 Begripsbepalingen... 23 Artikel 1.2 Gegevens opleiding... 23 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding... 23 Artikel 2.1 Doelstellingen opleiding... 23 Artikel 2.2 Eindtermen... 23 3. Nadere toelatingseisen... 24 Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen... 24 Artikel 3.2 Colloquium doctum... 25 Artikel 3.3 Taaleisen... 25 4. Curriculum... 26 Artikel 4.1 Samenstelling opleiding... 26 Artikel 4.2 Academische vorming... 26 Artikel 4.3 Onderwijseenheden... 26 Article 4.4 Curriculum... 26 Artikel 4.5 Keuzevakken... 27 Artikel 4.6 Scriptie... 27 Artikel 4.7 Volgordelijkheid onderwijseenheden... 27 Artikel 4.8 Intekenen voor tentamens... 27 Artikel 4.9 Deelname aan onderwijsbijeenkomsten... 27 Artikel 4.10 Maximale vrijstelling... 27 Artikel 4.11 Geldigheidsduur resultaten... 27 Artikel 4.12 Graad... 27 Artikel 4.13 Vakkenlijst... 28 Artikel 4.14 Majorprogramma s... 29 5. Keuzeruimte... 30 Artikel 5.1 Minoren... 30 Artikel 5.2 Keuzevakken... 30 6. Honoursprogramma... 30 Artikel 6.1 Honoursprogramma... 30 7. Studiebegeleiding en studieadvies... 30 Artikel 7.1 Studiebegeleiding... 30 Artikel 7.2 Bindend (negatief) studieadvies (BSA)... 30 III

Inhoudsopgave 8. Overgangs- en slotbepalingen... 31 Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B... 31 Artikel 8.2 Overgangsbepalingen... 31 Artikel 8.4 Inwerkingtreding... 31 Deel B3: opleidingsspecifiek deel BSc Econometrie en Operationele Research... 32 1. Algemene bepalingen... 32 Artikel 1.1 Begripsbepalingen... 32 Artikel 1.2 Gegevens opleiding... 32 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding... 32 Artikel 2.1 Doelstelling opleiding... 32 Artikel 2.2 Eindtermen... 33 3. Nadere toelatingseisen... 34 Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen... 34 Artikel 3.2 Colloquium doctum... 34 Artikel 3.3 Taaleisen... 35 4. Opbouw van het curriculum... 35 Artikel 4.1 Samenstelling opleiding... 35 Artikel 4.2 Academische vorming... 35 Artikel 4.3 Onderwijseenheden... 35 Artikel 4.4 Curriculum... 35 Artikel 4.5 Keuzeruimte, minor, studie in buitenland... 37 Artikel 4.6 Scriptie... 37 Artikel 4.7 Volgordelijkheid onderwijseenheden... 37 Artikel 4.8 Intekenen voor tentamens... 37 Artikel 4.9 Deelname aan onderwijsbijeenkomsten... 37 Artikel 4.10 Maximale vrijstelling... 37 Artikel 4.11 Geldigheidsduur resultaten... 37 Artikel 4.12 Graad... 37 Artikel 4.13 Vakkenlijst... 38 5. Keuzeruimte... 39 Artikel 5.1 Minoren... 39 Artikel 5.2 Keuzevakken... 39 6. Honoursprogramma... 40 Artikel 6.1 Honoursprogramma... 40 7. Studiebegeleiding en studieadvies... 40 Artikel 7.1 Studiebegeleiding... 40 Artikel 7.2 Bindend (negatief) studieadvies... 40 8. Overgangs- en slotbepalingen... 40 Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B... 40 IV

Inhoudsopgave Artikel 8.2 Overgangsbepalingen... 40 Artikel 8.3 Bekendmaking... 41 Artikel 8.4 Inwerkingtreding... 41 Deel B4: opleidingsspecifiek deel Economics en Business Economics... 42 1. Algemene bepalingen... 42 Artikel 1.1 Begripsbepalingen... 42 Article 1.2 Gegevens opleiding... 42 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding... 42 Artikel 2.1 Doelstelling opleiding... 42 Artikel 2.2 Eindtermen... 42 3. Nadere toelatingseisen... 44 Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen... 44 Artikel 3.2 Colloquium doctum... 44 Article 3.3 Language requirements... 44 4. Curriculum... 45 Artikel 4.1 Samenstelling opleiding... 45 Artikel 4.2 Academische vorming... 45 Artikel 4.3 Onderwijseenheden... 45 Artikel 4.4 Curriculum... 45 Artikel 4.5 Keuzeruimte, minor, studie in buitenland... 48 Artikel 4.6 Scriptie... 48 Artikel 4.7 Volgordelijkheid onderwijseenheden... 48 Artikel 4.8 Intekenen voor tentamens... 48 Artikel 4.9 Deelname aan onderwijsbijeenkomsten... 48 Artikel 4.10 Maximale vrijstelling... 48 Artikel 4.11 Geldigheidsduur resultaten... 48 Artikel 4.12 Graad... 48 Artikel 4.13 Vakkenlijst... 48 Artikel 4.14 Majorprogramma s... 52 5. Keuzeruimte... 52 Artikel 5.1. Minoren... 52 Artikel 5.2. Keuzevakken... 53 6. Honoursprogramma... 53 Artikel 6.1 Honoursprogramma... 53 7. Academic student counselling and BSA... 53 Artikel 7.1 Studiebegeleiding... 53 8. Overgangs- en slotbepalingen... 53 Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B... 53 Artikel 8.2 Overgangsbepalingen... 53 V

Inhoudsopgave Artikel 8.4 Inwerkingtreding... 54 Deel B5: opleidingsspecifiek deel BSc Economie en Bedrijfskunde... 55 1. Algemene bepalingen... 55 Artikel 1.1 Begripsbepalingen... 55 Artikel 1.2 Gegevens opleiding... 55 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding... 55 Artikel 2.1 Doelstelling opleiding... 55 Artikel 2.2 Eindtermen... 56 3. Nadere toelatingseisen... 58 Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen... 58 Artikel 3.2 Colloquium doctum... 59 Artikel 3.3 Taaleisen... 59 4. Opbouw van het curriculum... 59 Artikel 4.1 Samenstelling opleiding... 59 Artikel 4.2 Academische vorming... 59 Artikel 4.3 Onderwijseenheden... 59 Artikel 4.4 Curriculum... 59 Artikel 4.5 Keuzeruimte... 65 Artikel 4.6 Scriptie... 65 Artikel 4.7 Volgordelijkheid onderwijseenheden... 65 Artikel 4.8 Intekenen voor tentamens... 65 Artikel 4.9 Deelname aan onderwijsbijeenkomsten... 65 Artikel 4.10 Maximale vrijstelling... 65 Artikel 4.11 Geldigheidsduur resultaten... 65 Artikel 4.12 Graad... 65 Artikel 4.13 Vakkenlijst... 65 Artikel 4.14 Majorprogramma s... 71 5. Keuzeruimte... 72 Artikel 5.1. Minoren... 72 Artikel 5.2. Keuzevakken... 72 6. Honoursprogramma... 72 Artikel 6.1 Honoursprogramma... 72 7. Studiebegeleiding en studieadvies... 72 Artikel 7.1 Studiebegeleiding... 72 Artikel 7.2 Bindend (negatief) studieadvies... 72 8. Overgangs- en slotbepalingen... 72 Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B... 72 Artikel 8.2 Overgangsbepalingen... 73 Overgangsregeling Jaar 1 Economie & Bedrijfskunde en Fiscale Economie... 74 VI

Inhoudsopgave Artikel 8.4 Inwerkingtreding... 76 Deel B6: opleidingsspecifiek deel BSc Fiscale Economie... 77 1. Algemene bepalingen... 77 Artikel 1.1 Begripsbepalingen... 77 Artikel 1.2 Gegevens opleiding... 77 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding... 77 Artikel 2.1 Doelstelling opleiding... 77 Artikel 2.2 Eindtermen... 77 3. Nadere toelatingseisen... 78 Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen... 78 Artikel 3.2 Colloquium doctum... 78 Artikel 3.3 Taaleis... 78 4. Opbouw van het curriculum... 79 Artikel 4.1 Samenstelling opleiding... 79 Artikel 4.2 Academische vorming... 79 Artikel 4.3 Onderwijseenheden... 79 Artikel 4.5 Keuzeruimte... 80 Artikel 4.6 Scriptie... 80 Artikel 4.7 Volgordelijkheid onderwijseenheden... 80 Artikel 4.8 Intekenen voor tentamens... 80 Artikel 4.9 Deelname aan onderwijsbijeenkomsten... 80 Artikel 4.10 Maximale vrijstelling... 81 Artikel 4.11 Geldigheidsduur resultaten... 81 Artikel 4.12 Graad... 81 Artikel 4.13 Vakkenlijst... 81 5. Keuzeruimte... 82 Artikel 5.1. Minoren... 82 Artikel 5.2. Keuzevakken... 82 6. Honoursprogramma... 82 Artikel 6.1 Honoursprogramma... 82 7. Studiebegeleiding en studieadvies... 82 Artikel 7.1 Studiebegeleiding... 82 Artikel 7.2 Bindend (negatief) studieadvies... 82 8. Overgangs- en slotbepalingen... 83 Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B... 83 Artikel 8.2 Overgangsbepalingen... 83 Overgangsregeling Jaar 1 Economie & Bedrijfskunde en Fiscale Economie... 84 Artikel 8.3 Bekendmaking... 85 Artikel 8.4 Inwerkingtreding... 86 VII

Inhoudsopgave Bijlage I: Regels en richtlijnen examencommissie 2017-2018... 87 Deze Onderwijs- en Examenregeling (OER) is gebaseerd op de model-oer d.d. 6 mei 2015 VIII

Deel A: Facultair deel Deel A: Facultair deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid regeling 1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleidingen (hierna ook te noemen: de opleiding) die worden verzorgd aan de UvA Economie en Bedrijfskunde (hierna ook te noemen: de faculteit). 2. Deze regeling bestaat uit een facultair (A) deel en een opleidingsspecifiek deel (B). Deel A bevat algemene bepalingen en is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleidingen van Economie en Bedrijfskunde. Deel B bevat opleidingsspecifieke bepalingen. Deel A en deel B samen vormen de onderwijs- en examenregeling van de opleiding. 3. Deze regeling kan van overeenkomstige toepassing worden verklaard op de gezamenlijke opleidingen en onderwijseenheden, bedoeld in artikel 7.3c WHW, die mede door de faculteit worden verzorgd. 4. Deze regeling is van toepassing op een ieder die voor de opleiding is ingeschreven, ongeacht het studiejaar waarin de student voor het eerst voor de opleiding werd ingeschreven. 5. Deel B van deze onderwijs- en examenregeling kan voor de desbetreffende opleiding aanvullende algemene bepalingen omvatten. Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. EC (European Credit): een studiepunt met een studielast van 28 uren studie; b. examen: het bachelorexamen van de opleiding; c. fraude en plagiaat: het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt; d. joint degree: een graad die een instelling verleent, samen met een of meer instellingen in binnen- of buitenland, nadat de student een studieprogramma (een opleiding, afstudeerrichting of specifiek programma binnen een opleiding) heeft doorlopen waarvoor de samenwerkende instellingen samen verantwoordelijk zijn; e. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding in de zin van de wet; f. periode: een deel van een semester; g. praktische oefening: het deelnemen aan een practicum of andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde (academische) vaardigheden. Voorbeelden van een praktische oefening: * het schrijven van een scriptie of thesis, * het uitvoeren van een onderzoekopdracht, * het deelnemen aan computerpractica, * het deelnemen aan veldwerk of een excursie, * het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die gericht is op het verwerven van bepaalde vaardigheden of * het doorlopen van een stage; h. programma: het totaal en de samenhang van de onderdelen, de onderwijsvormen, de contacturen, de toets- en tentamenvormen, de voorgeschreven literatuur; i. scriptie: een onderdeel dat bestaat uit literatuuronderzoek en/of een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek, in alle gevallen leidend tot een schriftelijk verslag daarover; j. SIS: het Studenten Informatie Systeem; 2

Deel A: Facultair deel k. studiegids: de gids van de opleiding die een nadere uitwerking van de opleidingsspecifieke bepalingen en overige opleidingsspecifieke informatie bevat. De studiegids is elektronisch beschikbaar via studiegids.uva.nl; l. studielast: de studielast van de onderwijseenheid waarop een tentamen betrekking heeft, uitgedrukt in studiepunten = EC. De studielast van 1 jaar (1680 uur) is 60 studiepunten/ec; m. studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende kalenderjaar; n. tentamen: onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student betreffende een onderdeel. De beoordeling wordt uitgedrukt in een eindcijfer. Een tentamen kan in gedeeltes worden afgenomen met behulp van één of meer deeltentamens; o. universiteit: de Universiteit van Amsterdam; p. wet: de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW); De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3 Taaltoets en beheersing Nederlands Dit artikel uit de model OER is niet van toepassing. 2. Vooropleiding en toelating Artikel 2.1 Vooropleiding 1. Een persoon wordt tot de opleiding toegelaten indien deze in het bezit is van een vwo-diploma bedoeld in artikel 7.24 van de wet, dan wel indien deze op grond van de wet hiervan is vrijgesteld, ingevolge artikel 7.28 van de wet. 2. Bezitters van een buitenlands diploma voldoen aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal nadat één van de examens vermeld in Artikel 3.3 van deel B met goed gevolg is afgelegd, dan wel door het verkrijgen van een vrijstelling voor het afleggen van dit examen. 3. Aan de eis inzake beheersing van de instructietaal Engels is voldaan na het met goed gevolg afleggen van één van de examens, vermeld in Artikel 3.3 van deel B, op het daar vermelde niveau. Studenten die op basis van lid 1 van dit artikel worden toegelaten tot de opleiding zijn vrijgesteld van de eis inzake beheersing van de instructietaal Engels. 4. Aan de eis inzake voldoende kennis van wiskunde dient te worden voldaan. De vereiste kennis en de wijze waarop dit kan worden aangetoond staat vermeld in Artikel 3.1. van deel B. Artikel 2.2 Equivalente vooropleiding 1. Een bezitter van een diploma, met de nationaliteit van een staat die geen verdragspartij is bij het Verdrag van Lissabon (Trb. 2002, 137), legt het diploma voor aan het College van Bestuur (via het Admissions & Exchange Office). Deze stelt aan de hand van het diploma en eventuele aanvullende bewijsstukken vast of de bezitter aan de eisen voor de toelating tot de opleiding voldoet. 2. De bezitter van een diploma dat niet is afgegeven in Nederland, wordt niet ingeschreven alvorens deze heeft aangetoond over een voldoende beheersing van de instructietaal te beschikken om het onderwijs te kunnen volgen. Artikel 2.3 Colloquium doctum 1. Personen van 21 jaar en ouder die niet voldoen aan de vooropleidingseisen, vermeld in artikel 2.1 of 2.2, kunnen het College van Bestuur verzoeken een colloquium doctum af te leggen, als bedoeld in artikel 7.29 van de wet. 2. In deel B artikel 3.2 zijn de eisen vermeld die bij een toelatingsonderzoek worden gesteld. 3

Deel A: Facultair deel Artikel 2.4 Weigering of beëindiging inschrijving/iudicium abeundi 1. Op grond van het bepaalde in artikel 7.42a van de wet kan de decaan of de examencommissie in uitzonderlijke gevallen het College van Bestuur verzoeken de inschrijving van een student voor een opleiding te beëindigen dan wel te weigeren, als die student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. 2. Indien jegens een student vermoedens van ongeschiktheid bestaan zoals omschreven in het eerste lid, stelt de examencommissie of de decaan een onderzoek in, waarvan de student onverwijld op de hoogte wordt gesteld. De examencommissie of de decaan brengt geen advies uit dan na zorgvuldige afweging van de betrokken belangen en nadat de betrokken student in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. 3. Inrichting opleiding Artikel 3.1 Indeling studiejaar 1. De opleiding wordt verzorgd in een jaarindeling met twee semesters. 2. Elk semester bestaat uit drie blokken van achtereenvolgens acht, acht en vier weken. Artikel 3.2 Inrichting opleiding en deelname aan onderwijs 1. De opleiding omvat de onderwijseenheden die in deel B van de onderwijs- en examenregeling zijn opgenomen. 2. De opleiding heeft een omvang van 180 EC. 3. Een onderwijseenheid die wordt aangeboden door EB omvat 6 EC of een veelvoud hiervan. 4. Dit lid uit de model OER is niet van toepassing. 5. Van elke opleiding maakt academische vorming deel uit. 6. Keuzevakken kunnen alleen binnen het studieprogramma worden opgenomen als aan de volgende eisen is voldaan: - de student voldoet aan de gestelde ingangseisen van het betreffende vak; - de student staat bij een opleiding van EB ingeschreven, in de periode dat het vak wordt behaald; - het vak heeft minimaal het niveau van een tweedejaars bachelorvak. Het is toegestaan om van deze eis af te wijken met een maximum van 12 EC. In dat geval moet het vak minimaal het niveau hebben van een eerstejaars bachelorvak; - het vak heeft geen substantiële overlap met andere vakken binnen het bachelorprogramma van de student; - de student heeft vooraf toestemming aan de examencommissie gevraagd, indien het een vak buiten de UvA betreft. Bij sommige opleidingen en studierichtingen kent de keuzeruimte restricties. Deze restricties zijn expliciet aangegeven in de studiegids. Een minor kan alleen binnen het studieprogramma worden opgenomen als aan de volgende eisen is voldaan: - de faculteit of het instituut van de UvA die de minor aanbiedt, heeft de deelname aan de minor goedgekeurd en de student heeft alle onderdelen van de minor behaald, of - de student kan een minorcertificaat overleggen (wanneer het een minor aan een andere Nederlandse universiteit betreft). Voorts geldt dat: - onderwijseenheden die een verplicht onderdeel vormen van het studieprogramma niet kunnen worden opgenomen in een minorprogramma. - de student minoren kan volgen die worden aangeboden door de Universiteit van Amsterdam. Deze minoren staan vermeld in de studiegids, zie studiegids.uva.nl. - Economie en Bedrijfskunde via haar partneruniversiteiten de mogelijkheid biedt tot het volgen van een semester aan een buitenlandse universiteit, onder voorbehoud van capaciteitsbeperkingen en ingangseisen bij de partneruniversiteit. Meer informatie is te vinden op studyabroad.uva.nl/exchange/economics-and-business. 4

Deel A: Facultair deel - het volgen van een minor nooit reden zal zijn voor het aanpassen van het verplichte deel van het studieprogramma, het bieden van extra tentamenkansen of het geven van ontheffingen voor aanwezigheids- of opdrachtsverplichtingen, ook niet als deze minor is goedgekeurd door de examencommissie. - mocht een student de minor niet afronden, de student weer over dient te stappen op het reguliere programma. - studenten die een minor hebben gekozen van minder dan 30 EC en studenten die minder dan 30 EC hebben behaald in het buitenland, deze keuzeruimte moeten aanvullen tot 30 EC. Zij doen dit door één (of meerdere) vakken te volgen die voldoen aan de eisen die worden gesteld aan keuzevakken (zie bovenaan lid 6 van dit artikel). 7. Studenten dienen zich voor elke onderwijseenheid vooraf aan te melden. Intekening voor deelname aan een onderwijseenheid kan slechts plaatsvinden in daartoe aangewezen periodes. De periodes en de te volgen procedure worden voor 1 juni vastgesteld door de decaan en gepubliceerd op student.uva.nl/ecb/az > vak en tentamenaanmelding. In artikel 1.2 van ieder deel B staat aangegeven of de opleiding ruimte biedt voor flexstudenten en het maximum aantal studenten dat kan worden toegelaten. 8. Studenten kunnen zich voor maximaal 42 EC per semester inschrijven voor onderwijs. Dit maximum geldt per bachelorprogramma waarvoor de student staat ingeschreven. 9. Aan deelname aan onderwijseenheden kunnen voorwaarden worden gesteld met betrekking tot: - eerder behaalde onderwijseenheden. Deze voorwaarden staan vermeld in het overzicht van onderwijseenheden in artikel 4.13 deel B. Deelname aan het onderwijs en tentamens is alleen mogelijk indien de student voldoet aan de ingangseisen van het vak. Of de student voldoet aan de ingangseis wordt uiterlijk gecontroleerd in de derde en vierde collegeweek van het betreffende vak nadat de cijfers zijn geregistreerd van de vakken die van invloed zijn op de ingangseis. - de aanwezigheid bij (werk)colleges. Deze voorwaarden staan vermeld in de vakbeschrijving van de studiegids. Studenten die niet willen of kunnen deelnemen aan een onderwijseenheid waar zij voor ingeschreven staan, dienen zich af te melden via SIS in de daartoe aangewezen periodes. De periodes en de te volgen procedure worden voor 1 juni vastgesteld door de decaan en gepubliceerd op student.uva.nl/ecb/az > vak en tentamenaanmelding. Studenten die een vakaanmelding hebben, maar niet deelnemen aan het vak ontvangen een NA ( niet aanwezig ) registratie voor het betreffende vak. 10. Regels met betrekking tot toelating tot onderwijseenheden met beperkte capaciteit kunnen worden opgenomen in deel B. 11. Studenten die ingeschreven staan bij een masteropleiding kunnen niet deelnemen aan tentamens en examens in bacheloropleidingen. Als uitzondering hierop geldt dat studenten van de faculteit der Rechtsgeleerdheid waarvoor het vak Corporate Governance (6012B0266) verplicht onderdeel uitmaakt van hun masterprogramma zich wel voor dit bachelorvak kunnen aanmelden. Artikel 3.3 Internationalisering In de bacheloropleiding wordt aandacht besteed aan internationalisering. In deel B wordt gespecificeerd hoe de opleiding hier invulling aan geeft. 4. Toetsing en Examinering Artikel 4.1 Intekening voor tentamens Studenten zijn aangemeld voor tentamens middels de aanmelding voor de onderwijseenheid (zie artikel 3.2 lid 7); dit geldt ook voor eventuele deeltentamens en hertentamens. Artikel 4.2 Vorm van tentaminering 1. De wijze waarop en de vorm waarin een onderwijseenheid wordt afgesloten, worden vermeld in de studiegids. 2. Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan in de studiegids is bepaald, wordt afgenomen. Nadere regels hieromtrent zijn, indien van toepassing, opgenomen in de Regels en Richtlijnen van de examencommissie (bijlage I). 5

Deel A: Facultair deel 3. Voor een onderwijseenheid die niet meer wordt verzorgd, wordt in deel B een overgangsregeling opgenomen. 4. De tentaminering van een onderwijseenheid dient voor ten minste 60% te bestaan uit een individueel te beoordelen prestatie van de student. Voor beoordeelde onderdelen van een onderwijseenheid, waaronder deeltentamens, opdrachten, en het eindtentamen, kan een minimum worden gesteld om het vak met succes te kunnen voltooien. Voor elk vak geldt dat het minimum dat voor het eindtentamen behaald moet worden altijd minstens een 5,0 (en maximaal een 5.5) is, vóór toepassing van enige afronding (raadpleeg de studiegids voor het minimum per vak). Indien de tentaminering van een vak uitsluitend bestaat uit centraal afgenomen tentamens, dan dient een minimum van 5,0 voor het eindtentamen te worden behaald. 5. Een bonus mag maximaal 0,5 punt bevatten en zal alleen worden toegekend als het eindcijfer zonder bonus minimaal een 5,50 of hoger is. 6. De gang van zaken bij toetsing en de richtlijnen en aanwijzingen om de uitslag van tentamens en examens te beoordelen en vast te stellen, staan beschreven in de Regels en Richtlijnen van de examencommissie ex artikel 7.1, lid 4 van de WHW. 7. Studenten die deelnemen aan een door de directeur van het College of Economics and Business goedgekeurde studiereis hebben recht op alternatieve mogelijkheden om te voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen gedurende de tijd van de goedgekeurde studiereis. Dit geldt niet voor deeltentamens, eindtentamens of hertentamens. 8. Voor studieonderdelen met een schriftelijk tentamen heeft de student recht op een representatief voorbeeldtentamen met uitwerkingen. Dit voorbeeldtentamen dient representatief te zijn wat betreft lengte, soort vragen en inhoud. Artikel 4.3 Mondelinge tentamens 1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getentamineerd, tenzij in deel B voor de desbetreffende onderwijseenheid anders is bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een toets is openbaar, tenzij de examencommissie of de examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald. Een student kan een gemotiveerd verzoek indienen bij de examencommissie om af te wijken van het openbare karakter van de zitting. De examencommissie weegt het belang van de student tegen het belang van de openbare zitting af. 3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen is een tweede examinator aanwezig. 4. Van een mondeling tentamen wordt door de examinator een verslag gemaakt, waarin de vragen kort samengevat zijn opgenomen. In plaats van een schriftelijk verslag voldoet ook een geluidsopname. De student mag het schriftelijke verslag op aanvraag inzien. Artikel 4.4 Vaststelling en bekendmaking van de uitslag 1. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen of scriptie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijftien werkdagen vast. Voor centraal afgenomen deeltentamens geldt een nakijktermijn van tien werkdagen. De examinator verschaft de onderwijsadministratie van de opleiding de eindcijfers en de onderwijsadministratie draagt direct hierna zorg voor registratie van de resultaten binnen drie werkdagen na aanlevering van de cijfers door de examinator. De onderwijsadministratie draagt tevens zorg voor onverwijlde bekendmaking van de beoordeling aan de student, met in achtneming van de geldende normen van vertrouwelijkheid. 2. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en maakt deze bekend aan de student. De vierde volzin van het eerste lid is van toepassing. 3. Ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie vooraf op welke wijze en binnen welke termijn de student in kennis wordt gesteld van de uitslag. 4. Bij de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzage- en nabesprekingsrecht als bedoeld in de artikelen 4.9 en 4.10. 5. Een student kan beroep aantekenen tegen de wijze waarop de uitslag tot stand is gekomen bij het college van beroep voor de examens binnen een termijn van zes weken na bekendmaking van de uitslag. Ook kan een verzoek tot herbeoordeling worden ingediend bij de examinator. Een verzoek tot herbeoordeling schort de termijn voor het indienen van een beroepschrift niet op. 6

Deel A: Facultair deel 6. Uitslagen van schriftelijke deeltentamens dienen binnen de gestelde termijnen onder lid 1 bekend gemaakt te worden via Blackboard of anderszins waarbij studenten uitsluitend worden aangeduid met hun studentnummer. Artikel 4.5 Tentamenmogelijkheden 1. Tot het afleggen van eindtentamens van vakken binnen een opleiding wordt twee maal per studiejaar de gelegenheid gegeven. 2. Lid 1 is niet van toepassing op een stage of scriptie. In de desbetreffende stagehandleiding of afstudeerregeling zijn de hertentamenmogelijkheden vermeld, waarbij geldt dat er geen hertentamenmogelijkheid is als de stage of scriptie met een voldoende is beoordeeld. 3. In geval van een hertententamen of tweede tentamen voor hetzelfde vak geldt de laatste beoordeling. 4. Het hertentamen vindt niet plaats binnen 10 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van het eerste tentamen behorende bij het vak. 5. Indien een student binnen een academisch jaar twee keer aan hetzelfde vak deelneemt vervallen bij een tweede deelname alle deelresultaten van de eerste deelname. 6. In uitzondering op lid 1 wordt voor een deeltentamen geen aparte mogelijkheid tot herkansing aangeboden. 7. Bij hertentamens tellen de resultaten van deeltentamens niet mee en wordt de gehele stof geëxamineerd. Een uitzondering hierop kan worden gemaakt voor de resultaten van deeltentamens die bestaan uit praktische oefeningen, zoals schriftelijke werkstukken. Deze resultaten mogen worden meegewogen in het resultaat voor de herkansing op voorwaarde dat de student nog steeds een redelijke kans wordt geboden om het vak met de herkansing te behalen. In alle gevallen dient de wijze van beoordeling en weging in de studiegids duidelijk te worden vermeld. Artikel 4.6 Cijfers 1. Eindcijfers worden gegeven op een schaal van 1 tot en met 10. Alléén hele of halve cijfers, met uitzondering van het cijfer 5,5, mogen worden toegekend. Deze bepaling geldt niet voor cijfers van deeltentamens. Cijfers van deeltentamens en eindtentamens worden niet afgerond. 2. De eindbeoordeling van een onderdeel is voldoende bij een 6,0 of hoger. 3. De eindbeoordeling van een onderdeel wordt altijd afgerond op het dichtstbijzijnde halve cijfer. Cijfers van (en inclusief) 4,75 tot (exclusief) 5,5 worden afgerond op 5. Cijfers van (en inclusief) 5,5 tot (exclusief) 6,25 worden afgerond op 6. 4. Als het cijfer voor de eindtoets lager is dan een 5,0 dan wordt het eindcijfer het gewogen gemiddelde met een maximum van een 5,0.Voor een aantal vakken geldt een hoger minimum voor het cijfer van de eindtoets dan een 5,0. Dit is aangegeven bij de beschrijving van de toetsing in de vakbeschrijving van het vak. 5. Indien het judicium voor een onderdeel niet in een cijfer wordt uitgedrukt, dan is het judicium ofwel aan alle verplichtingen voldaan (AVV) ofwel niet aan verplichtingen voldaan (NAV). 6. Studenten die niet deelnemen aan een tentamen waarvoor zij staan ingeschreven, krijgen het resultaat NA: niet aanwezig. Artikel 4.7 Vrijstelling 1. De examencommissie kan op schriftelijk verzoek van een student vrijstelling verlenen voor het afleggen van een of meer examenonderdelen, indien de student een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire opleiding heeft voltooid. Aanvullende regels omtrent vrijstellingen zijn te vinden in de Regels en Richtlijnen van de examencommissie in bijlage I van dit document. De regels in de Regels en Richtlijnen vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de examencommissie. 2. In uitzondering op het in lid 1 gestelde geldt dat voor de studieonderdelen van het eerste studiejaar van de opleiding geen vrijstelling wordt verleend. Voor studenten die reeds staan ingeschreven voor een bacheloropleiding aan Economie en Bedrijfskunde en willen overstappen naar een andere bacheloropleiding aan de faculteit, kan de examencommissie een uitzondering maken. Deze studenten kunnen op basis van vakken die zij hebben behaald tijdens hun eerste bacheloropleiding, in aanmerking komen voor vrijstelling van studieonderdelen van het eerste studiejaar. 7

Deel A: Facultair deel 3. De bachelorscriptie is van de vrijstellingsmogelijkheid uitgezonderd; ook verplichte vakken uit het curriculum, wanneer het vervangende vak is gevolgd tijdens de reguliere inschrijving aan Economie en Bedrijfskunde, zijn van deze vrijstellingsmogelijkheid uitgezonderd. 4. Voor het voldoen aan de eisen van het bachelorexamen mag voor maximaal 60 studiepunten aan vrijstellingen zijn opgenomen in het studieprogramma van de opleiding van 180 studiepunten. 5. Studenten met een universitair bachelor- of masterdiploma van buiten EB, kunnen worden vrijgesteld van de minorruimte of van de vrije keuzeruimte in het studieprogramma van de bacheloropleiding, ongeacht de grootte hiervan. 6. Studenten die meerdere opleidingen volgen aan EB waarvan de verplichte vakken exact overeenkomen, kunnen hiervoor vrijstelling aanvragen. Wanneer bij het combineren van twee bachelor opleidingen voor meer dan 60 EC aan verplichte vakken exact overeenkomen, wordt geen vrijstelling verleend voor vakken binnen de vrije keuze/minorruimte. Artikel 4.8 Geldigheidsduur resultaten 1. Behaalde bachelorvakken hebben een gegarandeerde geldigheidsduur van 6 jaar. De examencommissie zal de geldigheidsduur van behaalde vakken verlengen wanneer de vakken inhoudelijk niet gewijzigd zijn en nog onderdeel uitmaken van het curriculum. 2. In uitzondering op het in lid 1 gestelde geldt een geldigheidsduur van drie jaar voor met goed gevolg afgelegde tentamens van onderwijseenheden uit het eerste jaar die behaald zijn vóór 1 september 2012 tenzij de vakken onderdeel uitmaken van een afgeronde propedeuse. 3. In uitzondering op lid 1 en 2 is het resultaat van een deeltentamen geldig tot en met de eerste eindtentamenmogelijkheid die wordt aangeboden voor de onderwijseenheid. Indien een deeltentamen een praktische oefening is, kan worden bepaald dat deze geldig is tot en met het hertentamen die wordt aangeboden voor de onderwijseenheid. Artikel 4.9 Inzagerecht 1. Binnen vijfentwintig werkdagen na de datum waarop een schriftelijk tentamen heeft plaatsgevonden, krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk, de daarin gestelde vragen en opdrachten, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 2. De examinator kan bepalen dat de in het eerste lid bedoelde inzage of kennisneming geschiedt op een bepaalde plaats en een bepaald tijdstip. De in de vorige volzin bedoelde plaats en tijd worden bij het tentamen bekendgemaakt, of via de blackboardpagina van het vak en/of op de website van de faculteit. Bij bekendmaking van het tijdstip na het tentamen dienen er minimaal 10 werkdagen tussen bekendmaking en inzagetijdstip te zitten. 3. Indien de student vanwege persoonlijke omstandigheden of deelname aan onderwijs verhinderd was op de in het tweede lid bedoelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een alternatieve mogelijkheid geboden. 4. Indien een student voornemens is beroep aan te tekenen tegen de wijze waarop zijn werk is beoordeeld, kan hem op zijn verzoek een kopie van zijn beoordeelde werk worden verstrekt. 5. Bij de inzage genoemd onder lid 1 wordt ook inzage verleend in eventuele deeltentamens. Voorts zal de mogelijkheid worden geboden voor tussentijdse (collectieve) feedback op deeltentamens vóórdat het eindtentamen van het betreffende vak plaatsvindt. Artikel 4.10 Nabespreking 1. Indien een collectieve nabespreking is georganiseerd, vindt individuele nabespreking alleen plaats indien de student bij de collectieve bespreking aanwezig is geweest of wanneer hij door persoonlijke omstandigheden of deelname aan onderwijs niet bij de collectieve bespreking aanwezig kon zijn. 2. De student die voldoet aan het vereiste in lid 1, kan aan de desbetreffende examinator om een individuele nabespreking verzoeken. De nabespreking geschiedt op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. Artikel 4.11 Bachelorexamen 1. De examencommissie stelt de uitslag en de datum van afstuderen vast, indien zij heeft vastgesteld dat de student de tot de opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg heeft afgelegd en de student geen verzoek tot uitstel heeft gedaan. 8

Deel A: Facultair deel 2. Een getuigschrift kan slechts worden uitgereikt, nadat het College van Bestuur heeft verklaard dat de student aan alle procedurele vereisten heeft voldaan, waaronder de betaling van het collegegeld. 3. Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd en aan de overige door de wet gestelde eisen heeft voldaan, wordt de graad Bachelor of Science, afgekort tot BSc, verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift aangetekend. De examencommissie kan een judicium toekennen. Indien de student blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid, kan de examencommissie besluiten dat dit op het getuigschrift wordt vermeld met de kwalificatie cum laude; de criteria hiervoor zijn opgenomen in de Regels en Richtlijnen van de examencommissie (bijlage I). Artikel 4.12 Getuigschrift en verklaring 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Het model van het getuigschrift is vastgesteld door het College van Bestuur. Aan het getuigschrift voegt de examencommissie een diplomasupplement toe dat inzicht verschaft in de aard en de inhoud van de afgeronde opleiding. Het diplomasupplement is gesteld in het Nederlands of in het Engels en voldoet aan het Europese format. 2. Degene die minstens één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het eerste lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door de desbetreffende examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd, met daarbij vermeld welke onderwijseenheden dit betrof, het aantal EC dat daarmee is verkregen en wanneer de tentamens zijn behaald. Artikel 4.13 Fraude en plagiaat 1. Het bepaalde in de UvA Fraude- en plagiaatregeling studenten is onverkort van toepassing. 2. Bij de detectie van plagiaat in teksten kan gebruik worden gemaakt van elektronische detectieprogramma s. Met het aanleveren van de tekst geeft de student impliciet toestemming tot het opnemen van de tekst in de database van het betreffende detectieprogramma. 5. Honoursprogramma Artikel 5.1 Honoursprogramma 1. Een student die aan de ingangseisen zoals vermeld in lid 3 van dit artikel voldoet kan deelnemen aan het honoursprogramma. De student volgt dit programma naast het reguliere programma van de bacheloropleiding. 2. Het honoursprogramma omvat 30 EC en bestaat uit: - Het eerste-jaars Honoursvak The Why Axis. - Minimaal 18 EC aan interdisciplinaire vakken. Interdisciplinaire vakken zijn vakken aangeboden door het Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS) van de UvA of Amsterdam University College (AUC), of aangeboden in het kader van het Honoursprogramma van de VU. Interdisciplinaire honoursvakken van andere faculteiten of universiteiten vereisen goedkeuring van de examencommissie op advies van de honourscoördinator van EB. - De overige 6 EC in het Honoursprogramma kunnen worden behaald in zowel een interdisciplinair vak als een disciplinair vak. Een disciplinair vak is een tweede-jaars of derde-jaars bachelorvak aangeboden door UvA Economie en Bedrijfskunde of een andere economische faculteit in binnen- of buitenland. Een disciplinair vak mag qua inhoud niet overlappen met een vak in het reguliere BScprogramma van de student. De keuzemogelijkheden worden via de studiegids bekend gemaakt. 3. Studenten kunnen starten met het honoursprogramma aan het begin van het tweede semester van het eerste studiejaar, of aan het begin van het tweede studiejaar. Om te mogen starten aan het begin van het tweede semester van het eerste studiejaar dient de student alle studiepunten van het eerste semester behaald te hebben en een gewogen gemiddelde van onafgerond een 7,50 of hoger behaald te hebben. Om te mogen starten aan het begin van het tweede studiejaar dient de student alle studiepunten van het eerste jaar behaald te hebben en een gewogen gemiddelde van onafgerond een 7,50 of hoger behaald te hebben. 9

Deel A: Facultair deel 4. Het aantal deelnemers, de selectieprocedure en de selectiecriteria voor het honoursprogramma worden jaarlijks aan het begin van het studiejaar, na advies van de examencommissie, door de decaan vastgesteld en bekendgemaakt. 5. Ter voorkoming van onbillijkheid van overwegende aard kan de examencommissie afwijken van de in het derde en vierde lid bedoelde selectiecriteria of de in het zesde en zevende lid bedoelde voortgangscriteria. 6. De student die binnen de nominale studieduur zowel aan de eisen van het reguliere bachelorprogramma heeft voldaan als ten minste onafgerond een 7,50 gemiddeld (gewogen) heeft behaald over alle onderdelen van de bacheloropleiding en bovendien aan de eisen van het honoursprogramma heeft voldaan, ontvangt een bachelorgetuigschrift met een verklaring, waaruit blijkt dat hij het honoursprogramma met succes heeft afgerond. 7. Om deel te mogen blijven nemen aan het honoursprogramma dient een student de nominale studieverplichtingen af te ronden zoals vermeld in deel B, met een gemiddeld cijfer van minimaal 7,50 na afloop van het tweede academisch jaar. 6. Studiebegeleiding, studieadvies en studievoortgang Artikel 6.1 Studievoortgangsadministratie en studiebegeleiding 1. De decaan van de faculteit is verantwoordelijk voor een goede registratie van de studieresultaten van de studenten in SIS. Iedere student heeft na de registratie van de beoordeling van een examenonderdeel via SIS inzage in de uitslag van dat onderdeel en beschikt via SIS tevens over een overzicht van de behaalde resultaten. 2. Ingeschreven studenten kunnen aanspraak maken op studiebegeleiding. De studiebegeleiding (bijvoorbeeld werkcolleges, scriptiebegeleiding, practica etc.) bij deze opleiding vindt plaats binnen de onderwijseenheden en wordt beschreven in de studiegids. In aanvulling hierop kunnen studenten contact zoeken met de studieadviseurs zoals beschreven op student.uva.nl/ecb/az > studieadviseurs. Artikel 6.2 Studieadvies 1. Zo spoedig mogelijk na afloop van de herkansingstentamens van het eerste blok van het eerste jaar van inschrijving, doch in ieder geval voor 1 februari, ontvangt de student een schriftelijk studieadvies over de voortzetting van zijn opleiding. 2. De studenten die een negatief advies als bedoeld in lid 1 krijgen, worden uitgenodigd voor een gesprek met de studieadviseur met als doel het bespreken van de studiemethode, een heroverweging van de studiekeuze, bespreken van mogelijke bijzondere persoonlijke omstandigheden en een eventuele verwijzing. 3. De decaan brengt aan iedere student van een voltijdse bacheloropleiding uiterlijk aan het eind van diens eerste studiejaar van inschrijving advies uit over de voortzetting van de studie. Het studieadvies wordt namens de decaan uitgebracht door de examencommissie. 4. Indien aan het studieadvies een afwijzing wordt verbonden ( negatief studieadvies ) zijn de bepalingen uit artikel 6.3 van toepassing. Artikel 6.3 Bindend (negatief) studieadvies 1. Aan het studieadvies dat aan het eind van het studiejaar wordt uitgebracht, wordt een afwijzing met een bindend karakter verbonden, indien de student niet de norm heeft behaald voor een positief advies. Een negatief advies blijft achterwege, als de student aantoont (op de manier die staat beschreven in artikel 6.4 lid 2) niet aan de norm te hebben voldaan als gevolg van persoonlijke omstandigheden, zoals genoemd in artikel 6.4. De norm is omschreven in artikel 7.2 deel B. 2. Studiepunten van verworven vrijstellingen tellen niet mee ten bate van het voldoen aan de eisen van de norm als bedoeld in lid 1. 3. Zo spoedig mogelijk na afloop van de herkansingstentamens van het tweede semester van het eerste jaar van inschrijving, wordt aan de student die niet aan de norm heeft voldaan, schriftelijk medegedeeld dat de decaan voornemens is hem een negatief bindend studieadvies te geven. Dezelfde procedure geldt in het volgende jaar van inschrijving als de student op grond van persoonlijke 10

Deel A: Facultair deel omstandigheden (zie artikel 6.4) zijn opleiding mag voortzetten en dan niet alle verplichtingen van het eerste studiejaar met succes heeft afgerond. 4. In de in het vorige lid genoemde mededeling wordt de student er tevens op gewezen dat hij in de gelegenheid wordt gesteld te worden gehoord door de examencommissie en op welke wijze hij zich voor de hoorzitting kan aanmelden. 5. Zo spoedig mogelijk na afloop van de hoorzitting wordt, na advies van de examencommissie, door de decaan bepaald aan welke studenten een negatief bindend studieadvies zal worden gegeven. De uitvoering van het bindend studieadvies is door de decaan gedelegeerd aan de examencommissie. 6. Tegen een besluit inzake een negatief bindend studieadvies kan binnen zes weken na de dag waarop het besluit is bekendgemaakt, beroep worden ingesteld bij het college van beroep voor de examens van de instelling. 7. Een negatief bindend studieadvies heeft tot gevolg dat de betrokken student zich gedurende de daarop volgende drie studiejaren niet kan inschrijven voor de bacheloropleidingen die worden vermeld in artikel 7.2 van deel B. 8. Aan de student die een verzoek tot uitschrijving vóór 1 februari van het eerste jaar van inschrijving doet, wordt geen studieadvies als bedoeld in lid 3 uitgebracht. 9. Aan een student die dispensatie van het bindend studieadvies krijgt, zal bij een herinschrijving in een volgend studiejaar het studieadvies als bedoeld in lid 3 van Artikel 6.3 worden uitgebracht. Daarbij wordt het totale aantal behaalde studiepunten aan eerstejaars vakken in het eerste jaar van inschrijving buiten beschouwing gelaten. Een student die 12 studiepunten of meer aan eerstejaars vakken in het eerste jaar van inschrijving heeft behaald, dient in een volgend studiejaar alle resterende eerstejaars bachelorvakken te halen om een positief studieadvies te krijgen. Artikel 6.4 Bindend studieadvies bij persoonlijke omstandigheden 1. De decaan verbindt geen afwijzing aan het studieadvies, indien er sprake is van persoonlijke omstandigheden en de betrokken student als gevolg hiervan in redelijkheid niet geacht kan worden te hebben voldaan aan de norm bedoeld in Artikel 6.3 lid 1. 2. Indien een omstandigheid, als bedoeld in het vierde lid, zich voordoet, maakt de student daarvan zo spoedig mogelijk melding bij de studieadviseur tijdens een persoonlijk gesprek onder opgave van: a. de periode waarin de omstandigheid zich voordoet of voordeed; b. een omschrijving van de omstandigheid en de ernst ervan; c. de mate waarin hij niet aan het onderwijs of een tentamen kan deelnemen of heeft kunnen deelnemen. De student draagt zorg voor het aanleveren van bewijsstukken om zijn melding te onderbouwen en bespreekt deze met de studieadviseur. 3. De studieadviseur stelt na ontvangst van de melding een schriftelijk en gemotiveerd advies op of sprake is van persoonlijke omstandigheden als bedoeld in het vierde lid. 4. Als persoonlijke omstandigheden in de zin van dit artikel worden uitsluitend aangemerkt: a. ziekte van de student; b. lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van de student; c. zwangerschap van de student; d. bijzondere familieomstandigheden; e. het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of opleidingscommissie van de universiteit; f. het lidmaatschap van een visitatiecommissie bedoeld in hoofdstuk 5a van de WHW; g. het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie die door de minister is aangewezen in het kader van de Regeling administratieve bepalingen landelijke afstudeersteun hoger onderwijs; h. in individuele gevallen omschreven activiteiten in het belang van de universiteit, zulks, met inachtneming van de richtlijnen van het College van Bestuur, ter bepaling van de decaan. i. topsport door betrokkene: de student heeft de officiële UvA-topsportstatus van de studentdecanen gekregen en kan aantonen dat zijn sportschema tot studievertraging heeft geleid. 11

Deel A: Facultair deel Artikel 6.5 Aanpassingen ten behoeve van een student met een functiebeperking 1. Een student met een functiebeperking kan op verzoek in aanmerking komen voor aanpassingen in het onderwijs, de practica en tentamens. Deze aanpassingen worden zoveel mogelijk op hun individuele functiebeperking afgestemd, maar mogen de kwaliteit of moeilijkheidsgraad van een vak of een tentamen niet wijzigen. In alle gevallen zal de student moeten voldoen aan de eindtermen van de opleiding. 2. Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt vergezeld van een aanbeveling van een studentendecaan. De aanbeveling is mede gebaseerd op een recente verklaring van een arts of psycholoog. 3. Op verzoeken over aanpassingen van onderwijsorganisatie en -logistiek, beslist de decaan of namens deze de onderwijsdirecteur dan wel opleidingsdirecteur. Op verzoeken voor aanpassingen die de tentaminering betreffen beslist de examencommissie. 4. Indien positief op een in het eerste lid bedoelde verzoek is beslist, maakt de student een afspraak met de studieadviseur om te bespreken hoe de voorzieningen worden vormgegeven. 5. Een verzoek tot aanpassing wordt geweigerd indien toekenning ervan een buitenproportioneel beslag legt op de organisatie of de middelen van de faculteit of universiteit. 6. Indien de beperking aanleiding geeft tot verlenging van de tijd waarbinnen het tentamen dient te worden afgelegd, verstrekt de studentendecaan een verklaring, waaruit het recht op die verlenging blijkt. Indien een beperking aanleiding is tot het treffen van andere voorzieningen, verstrekt de studentendecaan een verklaring inzake deze voorziening. 7. De verklaring, zoals bedoeld in het zesde lid is ten hoogste geldig voor de lengte van de studieduur. Op aanbeveling van een studentendecaan kan de geldigheidsduur worden verlengd. 7. Hardheidsclausule Artikel 7.1 Hardheidsclausule In gevallen waarin de onderwijs- en examenregeling niet voorziet, en in gevallen waarin sprake is van onevenredige benadeling of onbillijkheid van overwegende aard, beslist de decaan waaronder de opleiding valt, tenzij het de bevoegdheid van de examencommissie betreft. 8. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel A 1. Een wijziging van deel A van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie(s). Het advies wordt in afschrift verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan. 2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van het bevoegde medezeggenschapsorgaan op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g en v, alsmede het vierde lid WHW betreffen. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. Artikel 8.2 Overgangsbepalingen 1. Voor de student die op de datum van de inwerkingtreding van deze regeling één of meer examenonderdelen met goed gevolg heeft afgelegd, maar het examen nog niet geheel met goed gevolg heeft afgelegd en die in zijn belangen geschaad wordt door deze regeling die afwijken van bepalingen in oudere regelingen, wordt door de examencommissie een overgangsregeling vastgesteld, met inachtneming van hetgeen aangaande examens en examenonderdelen in de wet bepaald is. 2. Opleidingsspecifieke overgangsregelingen zijn vermeld in deel B, artikel 8 in hoofdstuk 1 tot en met 6. 12