NEN e druk 2011

Vergelijkbare documenten
Installatieverantwoordelijkheid NEN-3140

Bedrijfsvoering van elektrische installaties. Veiligheid in verband met de elektrische gevaren volgens NEN 3140:2011

Instructie aanwijzing NEN 3140

Je merkt dat het werkt. Veilig werken: implementatie en onderhoud van de NEN 3140

Veilige installatie, wat is dat? Veilig werken, hoe doe je dat? RI&E, wat wordt. Aanbevelingen. Mijn stellingen:

Inzage COLOFON Kenteq, Hilversum

Herinstructie NEN 3140

Inzage COLOFON Kenteq, Hilversum

NEN-EN NEN-EN NEN 3140

NEN /400V-installaties. en installaties met andere spanningen van maximaal 1000 V

INHOU D. Hoofdstuk 1 ELEKTROTECHNISCHE RISICO S 1

Inleiding... pagina 1. Presentatie NEN pagina 2. Introductieopleiding NEN- EN en NEN pagina 2

Veilig meten met passende, veilige meetapparatuur

Alle werkzaamheden aan elektrotechnische installaties zijn verboden behalve door hiertoe schriftelijk aangewezen personen (zie hoofdstuk 3).

NEN 3140 Veilige Bedrijfsvoering

Inspectieplan elektrische installaties en -arbeidsmiddelen

E-04 Een netdeel in- en uit bedrijf nemen en veilig stellen versie behorend bij de BEI-BLS

Update NEN 3140: de belangrijkste veranderingen op een rij

NEN 3140 EN-NEN Hoe zit het nu?

Opleidingscatalogus NEN 3140 / NEN 3840 / NEN 1010 / NEN-EN-IEC V15.1

BEDRIJFSVOERING ELEKTRISCHE INSTALLATIE Richtlijn voor toepassen wet- en regelgeving elektrische veiligheid

Veilig werken met elektriciteit. (en meten) Thema 2016

ELEKTRISCHE VEILIGHEID

ARBOCOMMISSIE NEN 3140:2011

De link tussen Arbowet, Arbobesluit en nen 3140

HSE guidelines. Sapril 2017 ELEKTRISCHE GEVAREN

Basisinspectiemodule Elektrische installaties en werkzaamheden

Basis wet- en regelgeving. Quercus Technical Services B.V.

<LOGO GEMEENTE> VOORBEELD Handboek bedrijfsvoering van elektrische installaties NEN 3140+A1:2015. Gemeente VOORBEELD Straatnaam AB Voorbeeld

Whitepaper. NEN 3140 Veilige Bedrijfsvoering. Kennisbanken. Daarmee haalt u dé experts in huis. kennisbanken.nl/nen3140

E-04 Een netdeel in- en uit bedrijf nemen en/of veilig stellen versie behorend bij de BEI-BLS

ELEKTRICITEIT. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Glastuinbouw

Basisinspectiemodule

Certificatieschema VOP-LS VOLDOEND ONDERRICHT PERSOON LAAGSPANNING

NEN kV-installaties. en installaties met andere spanningen van meer dan 1000 V

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

Veiligheid en elektrotechniek

PTC Praktijk Trainings Centrum

BEI BS KEGROB Bedrijfsvoering van Elektrische Installaties Branche Supplement KEGROB

Veilig werken met apparaten en machines

BEI BS KEGROB Bedrijfsvoering van Elektrische Installaties Branche Supplement KEGROB

HSE guidelines. Smei 2015 ELEKTRISCHE GEVAREN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

PTC Praktijk Trainings Centrum

Certificatieschema VOP-HS VOLDOEND ONDERRICHT PERSOON HOOGSPANNING

Artikel 3.5 van het Arbobesluit

1. Bepaald het beleid rondom de veilige bedrijfsvoering van de elektrische installatie en de veiligheid van de elektrische arbeidsmiddelen.

Certificatieschema VOP-HS VOLDOEND ONDERRICHT PERSOON HOOGSPANNING

/ 12 t. NEN 3140 Veiligheidshandboek Rijkswaterstaat. /ze,fç. Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Arbeidsomstandighedenbesluit

EXCELLEREN KUN JE NIET ALLEEN MR. K.E.G.H. (KLAAS) VAN DER KOLK IN SAMENWERKING MET VAN DER HEIDE.

Koninklijk Instituut Van Ingenieurs

Inhoud. Inleiding Aandachtspunten voor de toolboxmeeting... 3 Werken onder spanning als het echt niet anders kan... 3

Mogelijk contact met elektriciteit. Balen/Overpelt. Uitvoeren van werkzaamheden aan en in de omgeving van elektrische installaties

Certificatieschema IV-LS en WV-LS INSTALLATIE- / WERKVERANTWOORDELIJKE LAAGSPANNING

Inhoud. Inleiding... 3

Welke competenties zijn belangrijk voor de NEN 3140 installatieverantwoordelijke en werkverantwoordelijke?

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

E Niet-elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren in stations, schakeltuinen of verdeelkasten

HSE guidelines. mei 2015 ELEKTRISCHE GEVAREN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

Opfriscursus NEN 1010

E Niet-elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren in stations, schakeltuinen of verdeelkasten

BIJLAGE 5: proefexamen NEN 3140

Basiscursus NEN Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 1010:2015

Veilig werken aan elektrische installaties

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

E DEF Niet-elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren in stations, schakeltuinen of verdeelkasten

Bedrijfsvoering van elektrische installaties HS. Quercus Technical Services B.V.

Veiligheidsrisico s van elektrotechnische. illegale hennepkwekerijen

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

Arbo is gemeenschappelijke verantwoordelijkheid wg en wn. Effectiviteit van voorlichting. Wim van Alphen PHOV

Perspectief van de verzekeraar

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

HSE guidelines. september 2012 ELEKTRISCHE GEVAREN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

FVV 4.9.: Datum : VOORZORGEN TEGEN ELEKTROKUTIE- EN Revisie : 4 VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz. : 1 van 7

PROVINCIAAL BLAD. Besluit tot vaststelling van het Elektrotechnisch Veiligheids Handboek Provincie Utrecht

Inleiding. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties in voertuigen 18 augustus Vac installaties in voertuigen

Veiligheid bij werken aan elektrische installaties

n.v.t. 2 dagen theorie en 1 dag praktijk CURSUSPRIJS 1.030,- (incl. cursusmateriaal) CERTIFICAATKOSTEN 98,- 98,- 18,- 220,- 56,- 220,-

VEI-Warmte. Veiligheid Elektrische Installaties Warmte

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

Inspectierapport voor bestaande laagspanningsinstallatie 1

ATEX voor beginners ; explosiegevaar in vogelvlucht

NORM NORM NEN 3140+A1 NEN

Certificatieschema IV/WV - HS + LS INSTALLATIE- OF WERKVERANTWOORDELIJKE HOOG- en LAAGSPANNING

NEN3140 inspectie elektrische installatie bedrijfspand EEMCCOIMEX DEMO

FVV 4.9.: Datum : VOORZORGEN TEGEN ELEKTROKUTIEGEVAAR EN TEGEN Revisie : 3 VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz.

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

1. Inleiding... pagina Arbowet... pagina Arbeidsomstandighedenbesluit... pagina Richtlijn Arbeidsmiddelen...

Integrated Management System

Beveiligings- en beschermingsmaatregelen in de nieuwe NEN 1010

Vraag en antwoord BEI-BLS (25 oktober 2017) Vraag en antwoord BEI-BLS pagina 1 van 5

HSE guidelines september 2012 ELEKTRISCHE GEVAREN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

De heer R. Brandsema is Hoofd Elektrotechnische Inspecties bij Van der Heide te Kollum

Transcriptie:

NEN 3140 4 e druk 2011 De praktische invulling van Arbowetgeving voor de elektrotechniek 1

Wettelijke verplichtingen 2

Elektrische veiligheid in Arbowetgeving Arbo-wet Algemene eisen Arbo-besluit Richtlijn Arbeidsplaatsen (hst 3) Arbo-regeling Arbo-catalogi Handhaving via Arbeidsinspectie normen Vermoeden van overeenstemming 3

Beleidsregels ingetrokken 4

Arbobesluit art. 3.4: Elektrische installaties 1. Elektrische installaties zijn zodanig ontworpen, ingericht, aangelegd, onderhouden en gekenmerkt, dat een veilig gebruik van elektriciteit zo goed mogelijk is gewaarborgd. Hiertoe zijn de nodige voorzieningen en beschermingsmaatregelen aangebracht. Daarbij is rekening gehouden met bijzondere eisen die kunnen voortkomen uit de wijze van het gebruik, de gebruiksomstandigheden en de te verwachten uitwendige invloeden. 2. In een elektrische installatie zijn doeltreffende maatregelen genomen tegen het gevaar van brand, ontploffing, directe en indirecte aanraking en te dichte nadering. 3. Van iedere elektrische installatie zijn duidelijke, steeds bijgewerkte schema s beschikbaar alsmede alle overige gegevens die nodig zijn voor een veilig gebruik van de elektrische installatie. 4. Etc. 5

Arbobesluit art. 3.5: Elektrotechnische, bedienings- en andere werkzaamheden aan of nabij een elektrische installatie 1. Elektrotechnische werkzaamheden en bedieningswerkzaamheden die gevaren kunnen opleveren, worden door deskundige, voldoend onderrichte en daartoe bevoegde werknemers uitgevoerd. 2. N.v.t. voor deze presentatie 3. Werkzaamheden aan of in de nabijheid van een elektrische installatie worden slechts uitgevoerd, indien de installatie of het gedeelte waaraan of in de nabijheid waarvan wordt gewerkt, spanningsloos is. 4. In aanvulling op het derde lid zijn door de daartoe bevoegde werknemer tevens doeltreffende maatregelen genomen om een gevaarloos verloop van die werkzaamheden te waarborgen. 5. Etc. 6

NEN 3140 4 e druk. De norm voor veilig werken in de laagspanning 7

Aanwijzingsstructuur bedrijfsvoering E-installaties Artikel 3.4 Artikel 3.5 Werkgever Installatie Verantwoordelijke Werkverantwoordelijke Vakbekwaam persoon Elektrotechnische leken Voldoend onderricht persoon 8

Aan te wijzen personen uit de NEN 3140 4e druk Installatieverantwoordelijke (installatie-eigenaar die zorgt draagt voor een veilige installatie) Werkverantwoordelijke (verantwoordelijke die zorgt draagt voor veilig werken) Ploegleider vervallen. Vakbekwaam persoon als plaatsvervangend werkverantwoordelijke onder bepaalde voorwaarden Vakbekwaam persoon (vakman) Voldoend onderricht persoon (geen elektrotechnische deskundigheid) 9

Bijlage F: De IV r en WV r Werkdomein duidelijk bepaald. De installatieverantwoordelijke en werkverantwoordelijke hebben elk een eigen specifiek werkdomein. De installatieverantwoordelijke is niet boven de werkverantwoordelijke gesteld en evenmin is de werkverantwoordelijke boven de installatieverantwoordelijke gesteld. De verantwoordelijkheden zijn op elkaars werkdomeinen afgestemd en mogen elkaar niet overlappen. De verantwoordelijkheid voor installaties kan van de een naar de ander worden overgedragen. 10

Bijlage C: Toezicht Oorspronkelijk geregeld in de Arbo-wetgeving Toezicht op de: Werkveiligheid Installatie Toezicht typen: Ononderbroken (stoppen met werken als de toezichthouder de werkplek verlaat) Regelmatig toezicht (ééns per vier uur of vaker) Verdeling van de ruimtes in risicogroepen: Spanningsloze ruimten (geen toezicht) Installatie in bedrijf en volledig afgeschermd (geen toezicht) Installatie in bedrijf en niet volledig afgeschermd (toezicht op leken en vop rs) 11

Arbowet artikel 8: Voorlichting en onderricht 1. De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico's, alsmede over de maatregelen die erop gericht zijn deze risico's te voorkomen of te beperken. Etc. 2. De werkgever zorgt ervoor dat aan de werknemers doeltreffend en aan hun onderscheiden taken aangepast onderricht wordt verstrekt met betrekking tot de arbeidsomstandigheden. 3. Indien persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking van de werknemers worden gesteld en indien op arbeidsmiddelen of anderszins beveiligingen zijn aangebracht, zorgt de werkgever ervoor dat de werknemers op de hoogte zijn van hun doel en werking en de wijze waarop zij deze dienen te gebruiken. 4. Etc. 12

Bijlage E: Periodieke instructie (informatief) Factor Code Gewicht Resultaat A A1-2 0-10 B B1-3 0-10 C C1-3 0-5 D D1-3 0-10 E E1-2 0-10 F F1-3 0-10 G G1-2 0-5 H H1-3 0-10 Totaal (minimaal 0 en maximaal 70) Voorbeelden De ervaring van de personen: A1 veel gewicht 10 A2 zelden gewicht 0 Hoe vaak worden werkzaamheden uitgevoerd: C1 zelden gewicht 5 C2 regelm. gewicht 0 C3 vaak gewicht 5 13

Bijlage E: Tijd tussen twee opeenvolgende instructies Figuur E.1 14

Opleiding en ervaring Bijlage D. Voordat een persoon kan worden aanwezen worden de volgende criteria voor een VP, IV en WV getoetst. Heeft de aan te wijzen persoon voldoende ervaring met elektro-technische werkzaamheden? Heeft de als IV aan te wijzen persoon voldoende inzicht in de installatie, waarvoor hij zal worden aangewezen? Heeft de als werkverantwoordelijke of als vakbekwaam persoon aan te wijzen persoon voldoende:inzicht in de installatie waaraan moet worden gewerkt en praktische ervaring met die werkzaamheden? Heeft de aan te wijzen persoon voldoende inzicht in mogelijke gevaren die op kunnen treden tijdens werkzaamheden en de in acht te nemen voorzorgsmaatregelen? Heeft de aan te wijzen persoon voldoende vaardigheid om te allen tijde te onderkennen of het veilig is om de werkzaamheden voort te zetten? 15

Arbowet art. 1: Definities en toepassingsgebied In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. werkgever: 1. degene jegens wie een ander krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling gehouden is tot het verrichten van arbeid, behalve indien die ander aan een derde ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van arbeid, welke die derde gewoonlijk doet verrichten; 2. degene aan wie een ander ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van arbeid als bedoeld onder 1.; b. werknemer: de ander, bedoeld onder a. 2. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt mede verstaan onder: a. werkgever: 1. degene die zonder werkgever of werknemer in de zin van het eerste lid te zijn, een ander onder zijn gezag arbeid doet verrichten; 16

Aanwijzingen binnen en buiten de eigen organisatie Eigen personeel: Werkgever wijst aan of gedelegeerd dit naar bijvoorbeeld IV of WV. Ingeleend: Werkgever inlenende partij wijst aan, dit in overleg met uitlenende werkgever. Bestaande aanwijzing of verklaring van eigen werkgever kan mede bepalend zijn. Regiebasis of turnkey: Eigen werkgever wijst aan. Wel overleg met werkgever waar de werkzaamheden plaatsvinden. In sommige gevallen kan dat alsnog leiden tot aanwijzing onder de andere werkgever. Bijvoorbeeld bij hoofd- of onderaanneming of bijzondere gezagverhoudingen in de chemie. 17

NEN 3140: Periodieke inspectie (hst. 5) Periodieke inspectie Arbeidsmiddelen Vaste elektrische installaties Complexe, uitgestrekte Machine? nee ja Inspecteer volgens 5.102 Inspecteer volgens 5.101 18

Richtlijn 2009/104/EG Arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats Artikel 2 Definities In deze richtlijn wordt verstaan onder: a) arbeidsmiddelen : alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, gereedschappen en installaties; b) gebruik van arbeidsmiddelen : elke activiteit met betrekking tot een arbeidsmiddel, zoals ingebruikneming of buitengebruikstelling, aanwending, vervoer, reparatie, ombouwing, onderhoud, verzorging, waaronder met name ook reiniging; 19

Voorbeelden van elektrische installaties Vaste elektrische installatie (NEN 1010) in gebouwen Vaste installaties in de procesindustrie Elektrische installaties in omvangrijke machines, zoals: Betoncentrales; Drukpersen voor kranten en tijdschriften; Productielijnen; Luchtbehandelingsinstallaties; Transportinrichtingen; Bagage-afhandelingsystemen; Slachtlijnen; Etc. Dow Benelux 20

Bijlage I: Inspectietijd voor installaties De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties van elektrische installaties wordt bepaald door: A) De leeftijd van de installatie B) De kwaliteit van de installatie C) De omgevingsomstandigheden D) De personen die de installatie gebruiken E) De mate van toezicht door een installatieverantwoordelijke F) De richtlijnen van de fabrikanten van het elektrisch materieel 21

Bijlage I: Installaties (normatief) Factor Codes Gewichten Resultaat A A1-4 0-10 B B1-5 0-15 C C1-3 0-20 D D1-4 0-10 E E1-2 0-10 Totaal (minimaal 0 en maximaal 65) Voorbeeld: De leeftijd van de installaties is: A1 jonger dan 10 jaar Gewicht: 0 A2 ouder dan 10 jaar Gewicht: 5 A3 ouder dan 20 jaar Gewicht: 8 A4 ouder dan 30 jaar Gewicht: 10 22

Bijlage I: Inspectietermijn installaties Figuur I.1 23

Voorbeelden van elektrische arbeidsmiddelen Elektrische gereedschappen; Elektrische machines; Handlampen en andere verplaatsbare lampen; Stroomverbruikende toestellen, zoals: koelkasten, koffiezetters, laboratoriumapparatuur, pc's, printers en stofzuigers; Verplaatsbare leidingen; Verplaatsbare elektrische meetinstrumenten; Persoonlijke beschermingsmiddelen; Handgereedschappen voor het onder spanning werken; Verplaatsbare schakel- en verdeelinrichtingen; Medische elektrische toestellen. 24

Bijlage K: Arbeidsmiddelen (normatief) Factor Code Gewicht Resultaat A A1 10 A2 0 B B1 0 B2 10 C C1 0 C2 10 C3 15 D D1 0 D2 10 D3 15 Totaal (minimaal 0 en maximaal 50) Voorbeeld: Het arbeidsmiddel wordt: A1 regelmatig of vaak gebruikt Gewicht: 10 A2 zelden gebruikt(minder dan 5 maal per jaar) Gewicht: 0 25

Bijlage K: Inspectietermijn arbeidsmiddelen Figuur K.1 26

Steekproef bijlage J of ISO 2859-1) Code Omvang Partij Steekproef - grootte Aantal defecten dat leidt tot van tot Goedkeur Afkeur A 2 8 2 0 1 B 9 15 3 0 1 C 16 25 5 0 1 D 26 50 8 0 1 E 51 90 13 0 1 F 91 150 20 0 1 G 151 280 32 1 2 H 281 500 50 1 2 J 501 1200 80 2 3 K 1201 3200 125 3 4 L 3201 10000 200 5 6 M 10001 35000 315 7 8 27

Procedures NEN 3140 4 e druk hst.6 Werkprocedures - Spanningsloos werken - (In de nabijheid = vervallen) - Werken op veilige afstand - Onderspanning werken - Onder risicoverhogende omstandigheden Onderhoudsprocedures 28

Werken op veilige afstand Bescherming door voldoende afstand (50 cm), afscherming of isolerend omhulsel indien nodig met toezicht voldoende bescherming tegen mechanische belasting risico s bij het aanbrengen van afschermingen bewegingen en gereedschap kunnen zorgen voor extra risico s personeel instrueren (gevarenzone) werkplek duidelijk markeren bijvoorbeeld met schriklint 29

Gevarenzone in lucht en gebruikmakend van isolatie ongeïsoleerd actief deel D L D L Minimale afstand D L in cm gevarenzone isolerend beveiligingsmiddel Bij meten 5 Bij bedienen 10 Bij werkzaamheden 50 30

Procedure voor spanningsloos werken 1. volledig scheiden: uitschakelen en scheiden; 2. beveiligen tegen wederinschakelen; 3. controleren of de installatie spanningsloos is; 4. zorgen voor aarding en kortsluiting*; 5. zorgen voor afscherming ten opzichte van naastgelegen actieve delen; * Stap 4 komt in de laagspanning nauwelijks voor. Alleen wanneer terugvoeding mogelijk is. 31

Controle spanningsloosheid Eerst duspol testen. Dan tussen actieve delen onderling. Dan alle fasen en nul naar aarde. Na meting duspol opnieuw testen na spanningsloosheid. 32

Onder spanning werken (verboden) 1. de persoon in kwestie moet daarvoor specifiek zijn opgeleid; 2. de persoon is geïsoleerd opgesteld en draagt afdoende persoonlijke beschermingsmiddelen geen sieraden of andere voorwerpen wanneer dit gevaarlijk kan; 3. de werkplek moet stabiel zijn en de persoon moet beide handen vrij hebben; 4. afhankelijk van de voorgeschakelde beveiliging moeten er extra maatregelen genomen worden met betrekking tot het kortsluitvermogen 5. het risico voor brand en explosie is uitgesloten. Dus niet in een Atex zone of bij gemakkelijk ontbrandbare materialen 6. het verplaatsen van vast aangesloten materieel kan in werken onder spanning inhouden. Dit ter beoordeling van de werkverantwoordelijke 33

Bijlage G: Gebruik beschermings- en hulpmiddelen Beschermings- of hulpmiddel Rubber mat;isolerende werkschoenen of werklaarzen; Elektrische isolerende kleding. Isolerende handschoenen Gelaatscherm voor E-werkzaamheden Voorbeelden van gebruikssituaties Bij onder spanning werken Bij onder spanning werken Activiteiten binnen de gevarenzone zoals bij meten, (<5 cm), bij bediening (<10 cm) en bij werkzaamheden (<50 cm). Bij werkzaamheden aan of in de nabijheid van spanningsvoerende delen beveiligd met een smeltpatroon >100 A of een automaat > 25A. Idem als boven bij metingen indien het risico op kortsluiting bestaat. Wanneer het hoofd dichter bij dan 50 cm van spanningsvoerende blanke delen kan komen 34

Vlamboog bestendige kleding Arc Flash klasse 4 werkkleding Lederen en rubberen handschoenen Arc Flash klasse 2 helm + gelaatscherm 35

Bijlage H: Uitvoeren van metingen Het risico bij het uitvoeren van de meting, koppelen aan de te gebruiken: PBM s Meetapparatuur Omstandigheden m.b.t. het kortsluitvermogen en aanraakgevaar Aanraakgevaar Laag (IP2X) Hoog (IP0X) In de gevarenzone Beperkt Smeltpatroon 25 A Automaat 16 A Risico verwaarloosbaar Geen bijzondere maatregelen Isolerende handschoenen Kortsluitvermogen Hoog Smeltpatroon > 25 A Automaat > 16 A Meetinstrument die geen sluiting kan veroorzaken Isolerende handschoenen Meetinstrument die geen sluiting kan veroorzaken 36

Werkzaamheden bij risico verhogende omstandigheden 37

Bijlage N: Werkzaamheden in risicoverhogende omstandigheden (normatief) Waar vocht, warmte of stof de veiligheid kan beïnvloeden Toepassingsgebied: Open lucht Bouwplaatsen en sloopterreinen Haventerreinen en jachthavens Campings Vochtige ruimten Vijvers en zwembaden Niet voor werkzaamheden in nauwe geleidende ruimten In de hand gehouden arbeidsmiddelen altijd klasse II Alle arbeidsmiddelen achter een 30 ma aardlek 38

Bijlage M: Verplaatsbare aggregaten (inf.) Voorkeur voor aarding Anders IU- of IM-stelsel Aardleks (30 ma persoonsbeveiliging) Maximaal één klasse I toestel of meerdere klasse II toestelllen Maximaal 30 meter Vanaf 3 kw isolatiebewaking daar onder ter beoordeling van de WV Gebruik klasse 1 verlengsnoeren bij toepassing van IU- of IM-stelsel Test wekelijks isolatiebewaking en aardleks 39

Bijlage O: Accuruimten (inf.) Oude bijlage uit de 2 e druk in ere hersteld Beperking werkzaamheden zelfs voor VOP s boven de 120 VDC Basis risico s: Explosief gasmengsel Bijtende zuren Maken van sluiting met vlamboog Maken en verbreken van (laad)stromen Schokgevaar (accu kan niet uit) Basis maatregelen: Voldoende ventilatie Wachttijd voor uitdampen Water, soda en azijnzuur en af- en uitspoel voorzieningen 40

NEN 3140 4 e druk 2011 De praktische invulling van Arbowetgeving voor de elektrotechniek Auteur: Pouw Jongbloed NEC 623 WG NEN3140/3840 41

Met dank voor uw aandacht. Denk aan uw eigen veiligheid en natuurlijk die van anderen. NEN Cursussen Heeft u vragen? Kom dan langs bij onze stand. Hal 8. A.090 Op www.nen.nl/nen3140 vindt u een overzicht van alle NEN producten en diensten, zoals normen, cursussen, bedrijfstrainingen, praktijkgidsen en online tools 42