Informatie voor de voorschrijver van Xarelto (rivaroxaban)

Vergelijkbare documenten
Patiënteninformatiekaart

Patiënteninformatiekaart

XARELTO (RIVAROXABAN) 2,5 MG - 15 MG - 20 MG FILMOMHULDE TABLETTEN INFORMATIE VOOR DE VOORSCHRIJVER

XARELTO (RIVAROXABAN) 2,5 MG; 10 MG; 15 MG EN 20 MG FILMOMHULDE TABLETTEN INFORMATIE VOOR DE VOORSCHRIJVER

Patiënteninformatiekaart

XARELTO (RIVAROXABAN) 2,5 MG - 15 MG - 20 MG FILMOMHULDE TABLETTEN INFORMATIE VOOR DE VOORSCHRIJVER

Gids voor voorschrijvers

Risico minimalisatie materiaal betreffende Eliquis (apixaban) Gids voor de voorschrijver

WANNEER MOET U MEDISCH

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL VOOR VOORSCHRIJVERS VAN DABIGATRAN ETEXILAAT OM HET RISICO OP BLOEDINGEN TE VERKLEINEN

RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL VOOR VOORSCHRIJVERS VAN DABIGATRAN ETEXILAAT OM HET RISICO OP BLOEDINGEN TE VERKLEINEN

Risico minimalisatie materiaal betreffende Eliquis (apixaban) Gids voor de voorschrijver

Eliquis (apixaban) Gids voor de voorschrijver. 5 mg en 2.5 mg tweemaal daags

AANBEVELINGEN VOOR VOORSCHRIJVERS VAN PRADAXA (dabigatran etexilaat) OM HET RISICO OP BLOEDINGEN TE VERKLEINEN

Starterspakket 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Xarelto 15 mg filmomhulde tabletten Xarelto 20 mg filmomhulde tabletten

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Eliquis (apixaban) Gids voor de voorschrijver. 5 mg en 2.5 mg tweemaal daags. Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Xarelto 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Eliquis (apixaban) Gids voor de voorschrijver. 5 mg en 2.5 mg tweemaal daags

Checklist 1 e aflevering Xarelto

Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring

(BAYER) Farmaceutisch bedrijf

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Checklist 1 e aflevering Pradaxa

DOACs in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen

Behandeling van diepveneuze trombose (DVT) en longembolie (PE) en preventie van recidiverende DVT en PE bij volwassenen.

Educatief materiaal. EFIENT (Prasugrel) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring.

RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE TENOFOVIRDISOPROXIL-BEVATTENDE PRODUCTEN VOOR VOORSCHRIJVERS.

Nieuwe Orale Anticoagulantia (NOACs)

Risico minimalisatie materiaal betreffende tenofovirdisoproxil voor voorschrijvers - Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen

Dr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier

PRADAXA (dabigatran etexilaat) 110 mg en 150 mg capsules

(BOEHRINGER INGELHEIM)

Elke voorgevulde spuit bevat enoxaparine natrium IE anti-xa-activiteit (komt overeen met

Informatiefolder over trombose/longembolie en Eliquis

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

NOAC s. Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog

Perioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG

Belangrijke aandachtspunten

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Antitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde

PRADAXA (dabigatran etexilaat) 110 mg en 150 mg capsules

Checklist 1 e aflevering Pradaxa

Checklist 1 e aflevering Xarelto

(BAYER) Farmaceutisch bedrijf

Boekje over de nieuwe orale anticoagulantia. Wat u moet weten voor het veilig gebruik ervan

Behandeling van diepveneuze trombose (DVT) en longembolie (PE) en preventie van recidiverende DVT en PE bij volwassenen.

Dr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier

PRADAXA (dabigatran etexilaat) 110 mg en 150 mg capsules

Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van atomoxetine voor zorgverleners

casuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen

(BRISTOL-MYERS SQUIBB BELGIUM)

Checklist 1 e aflevering Eliquis

Risicominimalisatie materiaal betreffende Tenofovirdisoproxil bevattende producten voor voorschrijvers

Checklist 1 e aflevering Eliquis

Risicominimalisatiemateriaal betreffende Valdoxan (agomelatine) voor zorgverleners:

Antitrombotica. Nederlands Vasculair Forum Melvin Lafeber. AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie)

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Pradaxa 110 mg harde capsules 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Risico-minimalisatiemateriaal betreffende Tasigna (nilotinib) voor voorschrijvers en apothekers

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Approved

SAMENVATTING RICHTLIJN NEURAXISBLOKKADE EN ANTISTOLLING

Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden

AANPAK VAN BLOEDINGEN ONDER NIEUWE ANTICOAGULANTIA

artseninformatie Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase GezondheidsZorg met een Ziel

Filmomhulde tablet Gele, ronde tabletten met de inscriptie 893 aan de ene zijde en 2½ aan de andere zijde.

Hemlibra (emicizumab) Subcutane injectie Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Informatiebrochure voor de patiënt/verzorger

Filmomhulde tablet. Gele, ronde filmomhulde tabletten (10,5 mm diameter) met DSC L60 gegraveerd.

Indicatie antistolling. NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Indicaties VKA in NL Wat gebruikten we. Het stollingsmechanisme

NOACs in de dagelijkse praktijk. Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

Datum 8 september 2015 Betreft GVS rapport 15/13 edoxaban (Lixiana ) bij veneuze trombo-embolie

PRADAXA (dabigatran etexilaat) 75 mg en 110 mg capsules

Risico minimalisatie materialen betreffende Inflectra (infliximab) voor de voorschrijvers

Werkafspraak Nieuwe Orale anticoagulantia (NOAC)

Antistolling in de Amsterdamse regio

Pradaxa is een geneesmiddel dat de werkzame stof dabigatran-etexilaat bevat. Het is verkrijgbaar in de vorm van capsules (75 mg, 110 mg en 150 mg).

Antitrombotica en locoregionale anesthesie

Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol)

(1) Risico op acute pancreatitis Er zijn meldingen geweest van acute pancreatitis na de behandeling met carbimazol/thiamazol.

Eén van de meest gevreesde complicaties van een neuraxiaal block is een de ontwikkeling van een spinaal (epiduraal of subarachnoïdaal) hematoom en

Voorlichtingsmateriaal betreffende sebelipase alfa voor de zorgverlener. Belangrijke veiligheidsinformatie

Behandeling van diepveneuze trombose (DVT) en longembolie (PE) en preventie van recidiverende DVT en PE bij volwassenen.

(BOEHRINGER INGELHEIM)

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Praxbind (idarucizumab) productbeschrijving. Het specifieke antidotum voor Pradaxa (dabigatran) 1,2

RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE FLIXABI (INFLIXIMAB) VOOR VOORSCHRIJVERS

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Antistolling in de Amsterdamse regio

Nascholing Antistolling

Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiters

Transcriptie:

Informatie voor de voorschrijver van Xarelto (rivaroxaban)

De risico minimalisatie materialen voor Xarelto zijn beoordeeld door het College ter beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Deze materialen beschrijven aanbevelingen om belangrijke risico s van het geneesmiddel te beperken of the voorkomen. INHOUD PATIËNTENINFORMATIEKAART Deze brochure bevat aanbevelingen voor een goed gebruik van Xarelto (rivaroxaban) om het risico op mogelijke bijwerkingen te verkleinen. DOSERINGSAANBEVELINGEN Dosering bij patiënten met atriumfibrilleren Patiënten met nierinsufficiëntie Duur van de behandeling Vergeten dosis Dosering bij de behandeling van diep veneuze trombose (DVT) en pulmonale embolie (PE), en preventie van recidief DVT en PE bij volwassenen Patiënten met DVT/PE en nierinsufficiëntie Duur van de behandeling Vergeten dosis Preventie van atherotrombotische complicaties bij volwassen patiënten na een acuut coronair syndroom (ACS) met verhoogde cardiale biomarkers Patiënten met nierinsufficiëntie Duur van de behandeling Vergeten dosis ORALE INNAME MET OF ZONDER VOEDSEL PERIOPERATIEVE BEHANDELING SPINALE/EPIDURALE ANESTHESIE OF PUNCTIE OVERSCHAKELEN VAN Vitamine K-antagonisten (VKA) NAAR XARELTO OVERSCHAKELEN VAN XARELTO NAAR VKA OVERSCHAKELEN VAN PARENTERALE ANTISTOLLINGSMIDDELEN NAAR XARELTO OVERSCHAKELEN VAN XARELTO NAAR PARENTERALE ANTISTOLLINGSMIDDELEN PATIËNTENGROEPEN DIE MOGELIJK EEN HOGER RISICO OP EEN BLOEDING LOPEN OVERDOSERING STOLLINGSTEST 7 7 7 9 9 10 11 12 12 12 14 14 2 3

PATIËNTENINFORMATIEKAART Elke patiënt die Xarelto 2,, 1 of 20 mg krijgt voorgeschreven, moet een patiënteninformatiekaart krijgen en uitleg over de mogelijke gevolgen van een behandeling met een antistollingsmiddel. Met name de noodzaak van therapietrouw, de symptomen van een bloeding en wanneer medische hulp noodzakelijk is, moeten met de patiënt worden besproken. De patiënteninformatiekaart biedt artsen en tandartsen informatie over het feit dat de patiënt met een antistollingsmiddel wordt behandeld en vermeldt contactgegevens voor noodgevallen. De patiënt moet worden geïnstrueerd om de patiënteninformatiekaart altijd bij zich te hebben en deze aan alle zorgverleners te laten zien. DOSERINGSAANBEVELINGEN Dosering bij patiënten met atriumfibrilleren De aanbevolen dosering voor de preventie van cerebrovasculair accident (CVA) en systemische embolie bij patiënten met non valvulair atriumfibrilleren is eenmaal daags één tablet van 20 mg. DOSERINGSSCHEMA Langdurige behandeling Xarelto 20 mg 1x daags* INNEMEN MET VOEDSEL *Voor patiënten met matige of ernstige nierinsufficiëntie is de aanbevolen dosering eenmaal daags 1 mg. Patiënten met nierinsufficiëntie: Voor patiënten met matige (creatinineklaring 30-49 ml/min) of ernstige (creatinineklaring 1-29 ml/min) nierinsufficiëntie is de aanbevolen dosering eenmaal daags 1 mg. Xarelto moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 1-29 ml/min). Het gebruik van Xarelto wordt niet aanbevolen bij patiënten met creatinineklaring < 1 ml/min. 4

Duur van de behandeling: Behandeling met Xarelto dient gedurende langere tijd te worden voortgezet, op voorwaarde dat het voordeel van preventie van CVA en systemische embolie opweegt tegen het potentiële risico op een bloeding. Vergeten dosis: Als een dosis niet is ingenomen, moet de patiënt Xarelto onmiddellijk alsnog innemen en de volgende dag doorgaan met eenmaal daags innemen zoals aanbevolen. De dosis mag niet op één dag worden verdubbeld om een overgeslagen dosis in te halen. Dosering bij de behandeling van diep veneuze trombose (DVT) en pulmonale embolie (PE), en preventie van recidief DVT en PE bij volwassenen De dosering voor de initiële behandeling bedraagt tweemaal daags 1 mg gedurende de eerste drie weken. Deze initiële behandeling wordt gevolgd door eenmaal daags 20 mg voor de voortgezette behandelingsperiode. DOSERINGSSCHEMA Duur van de behandeling: De duur van de behandeling dient individueel te worden bepaald na zorgvuldige afweging van de voordelen van de behandeling tegen het risico op een bloeding. Vergeten dosis: Behandelingsperiode van tweemaal daags (tweemaal daags 1 mg tijdens de eerste drie weken): Als een dosis niet is ingenomen, moet de patiënt Xarelto onmiddellijk alsnog innemen om er zeker van te zijn dat 30 mg Xarelto per dag wordt ingenomen. In dit geval mogen twee tabletten van 1 mg tegelijk worden ingenomen. De volgende dag moet doorgegaan worden met de gebruikelijke inname van tweemaal daags 1 mg. Behandelingsperiode van eenmaal daags (na drie weken): Als een dosis niet is ingenomen, moet de patiënt Xarelto onmiddellijk alsnog innemen en de volgende dag doorgaan met het eenmaal daags innemen zoals aanbevolen. De dosis mag niet op één dag worden verdubbeld om een overgeslagen dosis in te halen. Preventie van atherotrombotische complicaties bij volwassen patiënten na een acuut coronair syndroom (ACS) met verhoogde cardiale biomarkers Initiële behandeling Opvolgende behandeling DOSERINGSSCHEMA Xarelto 1 mg 2x daags Xarelto 20 mg 1x daags* Individuele behandelduur* Xarelto 2, mg 2x daags EERSTE 3 WEKEN NA 3 WEKEN INNEMEN MET VOEDSEL *Voor patiënten met DVT/PE en nierinsufficiëntie, zie hieronder Patiënten met DVT/PE en nierinsufficiëntie: Patiënten met matige (creatinineklaring 30-49 ml/min) of ernstige (creatinineklaring 1-29 ml/min) nierinsufficiëntie die behandeld worden voor een acute DVT, acute PE en preventie van recidief DVT en PE dienen de eerste 3 weken te worden behandeld met tweemaal daags 1 mg. Daarna is de aanbevolen dosering 20 mg eenmaal daags. Een verlaging van de dosering van 20 mg eenmaal daags naar 1 mg eenmaal daags dient alleen te worden overwogen als men het risico op bloedingen voor de patiënt hoger inschat dan het risico op recidief DVT en PE. De aanbeveling voor het gebruik van 1 mg is gebaseerd op farmacokinetische modellering en is niet klinisch onderzocht. Xarelto moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 1-29 ml/min). Het gebruik van Xarelto wordt niet aanbevolen bij patiënten met creatinineklaring < 1 ml/min. *Bij iedere patiënt moet de behandeling regelmatig geëvalueerd worden, waarbij het risico van ischemische bijwerkingen tegen de bloedingskans moet worden afgewogen. Verlenging van de behandeling na 12 maanden moet per patiënt bepaald worden, omdat de ervaring met behandelingen tot 24 maanden beperkt is. De aanbevolen dosering van Xarelto bedraagt tweemaal daags 2, mg, zo snel mogelijk te starten na stabilisatie van het ACS-voorval (met inbegrip van revascularisatieprocedures); op zijn vroegst 24 uur na opname in het ziekenhuis en op het moment dat parenterale antistollingstherapie normaal zou worden gestopt. Patiënten dienen naast Xarelto 2, mg ook een dagelijkse dosis van 7-100 mg ASA, of een dagelijkse dosis van 7-100 mg ASA in aanvulling op ofwel een dagelijkse dosis van 7 mg clopidogrel ofwel een standaard dagelijkse dosis ticlopidine, in te nemen. Behandeling in combinatie met andere trombocytenaggregatieremmers zoals prasugrel of ticagrelor, is niet onderzocht en wordt niet aanbevolen. 7

Patiënten met nierinsufficiëntie: De dosering hoeft niet te worden aangepast voor patiënten met matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 30-49 ml/min). Xarelto dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinine klaring 1-29 ml/min) en wordt niet aanbevolen bij patiënten met creatinineklaring < 1 ml/min. Duur van de behandeling: Bij iedere patiënt moet de behandeling regelmatig geëvalueerd worden, waarbij het risico van ischemische bijwerkingen tegen de bloedingskans moet worden afgewogen. Verlenging van de behandeling na 12 maanden moet per patiënt bepaald worden, omdat de ervaring met behandelingen tot 24 maanden beperkt is. Vergeten dosis: Als een dosis niet is ingenomen, moet de patiënt op het volgende geplande tijdstip doorgaan met het innemen van de reguliere Xarelto 2, mg dosis zoals aanbevolen. De dosis mag niet op één dag worden verdubbeld om een overgeslagen dosis in te halen. ORALE INNAME MET OF ZONDER VOEDSEL Xarelto tabletten van 2, mg kunnen met of zonder voedsel worden ingenomen. Xarelto tabletten van 1 mg en 20 mg moeten met voedsel worden ingenomen. De inname van deze doses tegelijkertijd met voedsel ondersteunt de vereiste absorptie van het geneesmiddel en garandeert daardoor een hoge orale biologische beschikbaarheid. Let op: Xarelto is ook verkrijgbaar in een dosis van 10 mg voor de preventie van veneuze trombo-embolie (VTE) bij volwassen patiënten die electief een heup- of knievervangende operatie ondergaan. Deze dosering kan met of zonder voedsel worden ingenomen, net zoals de 2, mg dosering. PERIOPERATIEVE BEHANDELING Als een invasieve ingreep of chirurgische interventie nodig is, dient Xarelto 1/20 mg minimaal 24 uur vóór de interventie te worden gestopt dient Xarelto 2, mg minimaal 12 uur vóór de interventie te worden gestopt indien dit mogelijk is en op basis van het klinische oordeel van de arts. Als de ingreep niet kan worden uitgesteld, dient het verhoogde risico van bloeding te worden afgewogen tegen de urgentie van de interventie. Xarelto dient zo snel mogelijk na de invasieve ingreep of chirurgische interventie weer te worden gestart, op voorwaarde dat de klinische toestand dit toestaat en adequate hemostase is bereikt. SPINALE/EPIDURALE ANESTHESIE OF PUNCTIE Wanneer neuraxiale anesthesie (spinale/epidurale anesthesie) of een spinale/epidurale punctie wordt uitgevoerd, lopen patiënten die behandeld worden met antitrombotische middelen ter preventie van trombo-embolische complicaties risico op het ontwikkelen van een epiduraal of spinaal hematoom dat kan leiden tot langdurige of permanente verlamming. Het risico hierop kan verhoogd zijn door postoperatief gebruik van epidurale verblijfskatheters of gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die de hemostase beïnvloeden. Het risico kan ook verhoogd zijn door een traumatische of herhaaldelijke epidurale of spinale puncties. Patiënten moeten regelmatig worden gecontroleerd op klachten en symptomen van neurologische stoornissen (bv. gevoelloosheid of verzwakking van de benen, darm- of blaasdisfunctie). Als neurologische aantasting wordt opgemerkt, is een dringende diagnose en behandeling nodig. Voorafgaand aan neuraxiale interventie moet de arts de potentiële baten en de risico s afwegen bij patiënten die behandeld worden met antistollingsmiddelen of behandeld gaan worden met antistollingsmiddelen voor tromboprofylaxe. Voor indicatie-specifieke aanbevelingen verwijzen wij u naar de SmPC van Xarelto. Voor patiënten die niet in staat zijn om de hele tabletten door te slikken, mag de Xarelto tablet vlak vóór gebruik worden vermalen en gemengd met water of appelmoes, en oraal worden toegediend. Na de toediening van de vermalen Xarelto 1 mg of 20 mg filmomhulde tabletten dient de dosis onmiddellijk te worden gevolgd door voedsel. De vermalen Xarelto tablet mag ook via een maagsonde worden toegediend, nadat is vastgesteld dat de sonde correct in de maag is geplaatst. De vermalen tablet dient in een kleine hoeveelheid water via een maagsonde te worden toegediend, waarna deze met water dient te worden gespoeld. Na de toediening van de vermalen Xarelto 1 mg of 20 mg filmomhulde tabletten dient de dosis onmiddellijk te worden gevolgd door sondevoeding. 9

OVERSCHAKELEN VAN Vitamine K-antagonisten (VKA) NAAR XARELTO Bij patiënten die worden behandeld voor de preventie van CVA en systemische embolie dient de VKA-behandeling te worden stopgezet en de behandeling met Xarelto te worden gestart wanneer de INR-waarde 3,0 is. Bij patiënten die worden behandeld voor DVT, PE en de preventie van recidief DVT en PE dient de VKA-behandeling te worden stopgezet en de behandeling met Xarelto te worden gestart wanneer de INR-waarde 2, is. OVERSCHAKELEN VAN XARELTO NAAR VKA Het is belangrijk dat een voldoende stolling wordt gegarandeerd en het risico op een bloeding tot een minimum wordt beperkt bij het overschakelen van therapie. Bij patiënten die overschakelen van Xarelto naar VKA, dient de VKA gelijktijdig te worden gegeven totdat de INR 2,0 is. Gedurende de eerste twee dagen van de overschakelingsperiode dient de standaard aanvangsdosis VKA te worden gebruikt, daarna dient de dosis VKA op geleide van de gemeten INR-waarden te worden aangepast. OVERSCHAKELEN VAN VKA NAAR XARELTO OVERSCHAKELEN VAN XARELTO NAAR VKA VKA stopzetten VKA XARELTO* Standaarddosis VKA Dosis VKA aangepast aan INR INR-test (duur in overeenstemming met individuele daling van plasmaspiegels van VKA) PREVENTIE VAN CVA EN SYSTEMISCHE EMBOLIE: Xarelto starten zodra INR 3,0 DVT, PE EN PREVENTIE VAN RECIDIEF DVT EN PE: Xarelto starten zodra INR 2, Xarelto * INR-test vóór toediening van Xarelto Xarelto kan worden stopgezet zodra INR 2,0 DAGEN DAGEN *Zie doseringsaanbevelingen voor de vereiste dagelijkse dosis. *Zie doseringsaanbevelingen voor de vereiste dagelijkse dosis. INR adapted dose INR-meting is niet geschikt voor het meten van de anticoagulerende werking van Xarelto en mag daarom hiervoor niet worden toegepast. Een behandeling met alleen Xarelto vereist geen routinematige bewaking van de stolling. INR-meting is niet geschikt om de anticoagulerende werking van Xarelto te meten. Zolang patiënten zowel Xarelto als VKA krijgen, moet de INR-waarde niet eerder dan 24 uur na de voorgaande dosis, maar vóór de volgende dosis Xarelto worden bepaald. Wanneer is gestopt met Xarelto, kan de INR-waarde minimaal 24 uur na de laatste dosis betrouwbaar de VKA dosering weergeven. 10 11

OVERSCHAKELEN VAN PARENTERALE ANTISTOLLINGSMIDDELEN NAAR XARELTO Patiënten bij wie een parenteraal geneesmiddel, zoals intraveneuze niet-gefractioneerde heparine, continu wordt toegediend: start met Xarelto op het moment van stopzetting. Patiënten die een parenteraal geneesmiddel, zoals LMWH, met een vast doseringsschema toegediend krijgen: stop het parenterale geneesmiddel en start met Xarelto 0 tot 2 uur vóór het tijdstip van de volgende geplande toediening van het parenterale geneesmiddel. OVERSCHAKELEN VAN XARELTO NAAR PARENTERALE ANTISTOLLINGSMIDDELEN De eerste dosis van het parenterale antistollingsmiddel moet op hetzelfde moment toegediend worden als de volgende dosis Xarelto normaal zou worden ingenomen. PATIËNTENGROEPEN DIE MOGELIJK EEN HOGER RISICO OP EEN BLOEDING LOPEN Zoals bij alle anticoagulantia kan Xarelto het risico op bloedingen verhogen. Daarom is Xarelto gecontra-indiceerd bij patiënten: met een actieve klinisch significante bloeding met letsel of een aandoening met een verhoogd risico op een ernstige bloeding zoals huidige of recente zweervorming in het maagdarmkanaal, aanwezigheid van maligne neoplasmata met een hoog bloedingsrisico, recent hersen- of spinaalletsel, recente hersenoperatie of een spinale of oftalmologische operatie, recente intracraniale bloeding, bekende of vermoede slokdarmvarices, arterioveneuze malformaties, vasculair aneurysma of ernstige instraspinale of intracerebrale vaatafwijkingen die gelijktijdig worden behandeld met andere antistollingsmiddelen zoals nietgefractioneerde heparine (UFH), laagmoleculairgewichtheparines (enoxaparine, dalteparine enz.), heparine derivaten (fondaparinux enz.), orale antistollingsmiddelen (warfarine, dabigatran etexilaat, apixaban enz.) tenzij in het specifieke geval dat er van antistollingsmiddel wordt gewisseld of als UFH wordt gegeven in een dosering die nodig is om een centrale veneuze of arteriële katheter open te houden met ACS die eerder een cerebrovasculair accident (CVA) of transient ischaemic attack (TIA) hebben gehad met een leveraandoening die gepaard gaat met coagulopathie en een klinisch relevant bloedingsrisico, waaronder cirrotische patiënten met Child-Pugh B en C. Patiënten met nierinsufficiëntie: Zie doseringsaanbevelingen voor patiënten met een matige (creatinineklaring 30-49 ml/min) of ernstige (creatinineklaring 1-29 ml/min) nierinsufficiëntie en bij patiënten met nierinsufficiëntie die gelijktijdig worden behandeld met geneesmiddelen die de plasmaconcentraties van rivaroxaban verhogen. Gebruik van Xarelto wordt niet aanbevolen bij patiënten met creatinineklaring < 1 ml/min. Patiënten die gelijktijdig andere geneesmiddelen krijgen Systemische azol-antimycotica (zoals ketoconazol, itraconazol, voriconazol en posaconazol) of hiv-proteaseremmers (bijv. ritonavir): gebruik van Xarelto wordt niet aanbevolen Zorgvuldigheid is vereist als patiënten gelijktijdig worden behandeld met geneesmiddelen die de hemostase beïnvloeden, zoals niet-steroïde ontstekingsremmers (NSAID s), acetylsalicylzuur en plaatjesaggregatieremmers Na een acuut coronair syndroom mogen patiënten die worden behandeld met Xarelto en ASA of met Xarelto en ASA plus clopidogrel/ticlopidine alleen gelijktijdig worden behandeld met NSAID s als de voordelen opwegen tegen het risico op bloedingen. Patiënten met andere risicofactoren voor bloedingen Zoals bij andere antitrombotica, wordt Xarelto niet aanbevolen bij patiënten met een verhoogd risico op bloedingen, zoals bij: aangeboren en verworven bloedingsstoornissen ernstige arteriële hypertensie die niet onder controle is andere gastro-intestinale ziekten zonder actieve ulceratie die potentieel kunnen leiden tot bloedingscomplicaties (bijv. inflammatoire darmziekten, oesofagitis, gastritis en gastro-oesofageale refluxziekte) vasculaire retinopathie bronchiëctasie of een voorgeschiedenis van pulmonale bloeding. Xarelto dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij ACS-patiënten: > 7 jaar indien gelijktijdig gegeven met alleen ASA of met ASA plus clopidogrel of ticlopidine met een laag lichaamsgewicht (< 0 kg) indien gelijktijdig gegeven met alleen ASA of met ASA plus clopidogrel of ticlopidine. Xarelto is gecontra-indiceerd bij zwangerschap en borstvoeding. Vrouwen die zwanger kunnen worden dienen zwangerschap te voorkomen tijdens de behandeling met Xarelto. Verscheidene subgroepen van patiënten hebben een verhoogd risico op bloedingen en moeten nauwgezet worden gecontroleerd op klachten en symptomen van complicaties veroorzaakt door bloedingen. Een beslissing over de behandeling van deze patiënten dient gemaakt te worden na zorgvuldige afweging van de voordelen van de behandeling tegen het risico op een bloeding. BPH2017/001 12 13

OVERDOSERING Vanwege gelimiteerde absorptie wordt een plafond-effect zonder verdere stijging van de gemiddelde plasmaconcentratie verwacht bij supratherapeutische doses van 0 mg Xarelto of meer. Gebruik van actieve kool om de absorptie te verminderen kan in geval van overdosering worden overwogen. Als bij een patiënt die Xarelto krijgt een bloedingscomplicatie optreedt, dient de volgende inname van Xarelto te worden uitgesteld of de behandeling te worden gestaakt, naargelang wat passend wordt geacht. De individuele behandeling van bloedingen kan uit het volgende bestaan: Symptomatische behandeling, bijvoorbeeld mechanische compressie, chirurgische interventie, vervanging van lichaamsvloeistoffen Hemodynamische ondersteuning; bloedproducten of componenttransfusie Voor een levensbedreigende bloeding die niet onder controle gebracht kan worden door boven genoemde maatregelen, dient toediening van een specifiek procoagulansreverterend middel te worden overwogen, zoals protrombinecomplex-concentraat (PCC), geactiveerd protrombine complex-concentraat (APCC) of recombinant-factor VIIa (rfviia). Er is echter momenteel zeer weinig klinische ervaring met het gebruik van deze producten bij personen die Xarelto krijgen. Vanwege de hoge binding aan plasma-eiwitten is Xarelto naar verwachting niet dialyseerbaar. STOLLINGSTEST Xarelto vereist geen routinematige controle van de stolling. Echter, het meten van de Xarelto concentratie kan in uitzonderlijke gevallen zinvol zijn, als informatie over de Xarelto blootstelling kan bijdragen in het nemen van klinische beslissingen, bijv. bij overdosering en spoedoperatie. Gekalibreerde kwantitatieve anti-fxa-bepalingen voor Xarelto (rivaroxaban), waarmee de concentratie rivaroxaban kan worden gemeten, zijn nu commercieel beschikbaar. Indien klinisch aangewezen, kan de hemostasestatus ook worden beoordeeld met PT met Neoplastine, zoals vermeld in de samenvatting van de productkenmerken (SmPC). De volgende stollingstests zijn verlengd: protrombinetijd (PT), APTT (activated partial thromboplastin time) en berekende INR (International Normalized Ratio). Aangezien de INR-test is ontwikkeld voor het beoordelen van de effecten van VKA s op de PT, is deze niet geschikt voor het meten van de werking van Xarelto. Beslissingen met betrekking tot dosering of behandeling mogen niet worden gebaseerd op resultaten van INR, behalve wanneer wordt overgeschakeld van Xarelto naar VKA, zoals hierboven beschreven. Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veilig heids informatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. In Nederland kunt u vermoede bijwerkingen melden bij het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb. U kunt daarvoor gebruik maken van het meldingsformulier dat u op internet kunt vinden (www.lareb.nl). Bijwerkingen kunnen ook altijd gemeld worden bij de houder van de handelsvergunning van het product. Dit kan via de knop Contact op www.bayer.nl. De risico minimalisatie materialen van Xarelto zijn ook beschikbaar op www.pharma.bayer.nl 14 1

L.NL.MA.10.201.044