FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN ALGEMENE INSPECTIE VAN DE FEDERALE POLITIE EN VAN DE LOKALE POLITIE



Vergelijkbare documenten
GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7

Klachtenbehandeling Federale Politie

Audit Parket van BERGEN Sectie verkeerszaken Afdelingen BERGEN en DOORNIK

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN ALGEMENE INSPECTIE VAN DE FEDERALE POLITIE EN VAN DE LOKALE POLITIE

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd.

Activiteitenverslag van de federale politieraad : Periode september juni 2005.

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ VAN DE FEDERALE PARTICIPATIE- EN INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ ( FPIM )

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

Voorstellen FAVV Wet houdende diverse bepalingen

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN ALGEMENE INSPECTIE VAN DE FEDERALE POLITIE EN VAN DE LOKALE POLITIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN ALGEMENE INSPECTIE VAN DE FEDERALE POLITIE EN VAN DE LOKALE POLITIE

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie

Publicatie : Inwerkingtreding :

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9

Studiedag «Prestatie-audit in de federale overheid: stand van zaken en vooruitblik» K.U.Leuven-Instituut voor de Overheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

KEY ISSUES - Corporate Governance COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN

Jaarverslag. Over het jaar 2002 SYNTHESE. Triomflaan 174, 1160 Brussel (Metro DELTA) Tel.: Fax:

INHOUDSOPGAVE DIVERSE ADMINISTRATIEVE PROCEDURES

JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk.

Algemene privacyverklaring

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

R A P P O R T Nr

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen

Globaal (categorie A en B) Lid Kredietgevers (categorie B) Niet-lid Totaal

politieambt (CO-A )

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Hierbij vindt u het verslag van de inspectie die plaatsvond in uw centrum op 12/1/2018.

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting

CHARTER VAN HET AUDITCOMITE

Kenmerk PC C:Program Files/TeamWARE/Office Polfeddirarms doc.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Ombudsfunctie. - telefonisch (tijdens de telefonische permanenties van de ombudspersoon of op het antwoordapparaat buiten de permanentie-uren);

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Fritz Toussaintstraat 8 Classificatiegraad PUBLIEK 1050 BRUSSEL Klassering. Tel. : 02/ Bladzijde 5 Fax : 02/

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE FEDERALE WEGPOLITIE

Hierbij vindt u het verslag van de inspectie die plaatsvond in uw centrum op 27/08/2018.

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 18 juli 2017

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via mi.inspect_office@mi-is.be.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 4 mei

Hierbij vindt u het verslag van de inspecties die plaatsvonden in uw centrum op 23 mei 2017.

Functiebeschrijving Kapitein

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

ADVIES Nr 46 / 2002 van 4 november 2002

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Toename van administratieve afhandeling

Versie mei 2015 Sociaal onderzoek WEGWIJS IN. het sociaal onderzoek van het OCMW

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Omschrijving van de zone:

Functiefamilie ET Thematische experten

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Welkom bij de politie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors

Inhoudsopgave. Woord vooraf Inleiding 13

VERSLAG ONDERHANDELINGEN 29 MEI 2013

De boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017

Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw

Procedure voor het melden van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheid door haar personeelsleden

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT ***

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Standpunt VVSG Parkeren: agenten van politie altijd al bevoegd voor vaststellen gedepenaliseerde parkeerovertredingen

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 25 / 2007 van 4 juli 2007

FAQ MOBIELE EQUIPE en ONMIDDELIJKE VERVANGING

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

VERSLAG ONDERHANDELINGEN

Aan de Voorzitter van het OCMW van Kuurne Kortijksestraat Kuurne. Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

ERKENNINGSDOSSIER. Basisbegrippen technopreventie

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

DailyDoc - Intradoc - Helpdesk CDC

Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Federale Politie STATUTAIRE NOTA PUBLIEK Onderwerp Toelage Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het nieuwe CALog-statuut - Richtlijnen

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via

Deel 1 Strategie en beleid. Leiderschap : De weg die we bewandelen

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Transcriptie:

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN ALGEMENE INSPECTIE VAN DE FEDERALE POLITIE EN VAN DE LOKALE POLITIE JAARVERSLAG 2006

Adres: Tromflaan, 174, 1160 Brussel (Metro DELTA). Tel: 32 2 676 46 11 Fax: 32 2 676 46 12 Verantwoordelijke uitgever: Luc CLOSSET, Triomflaan,174, 1160 Brussel; De Algemene inspectie dankt de Directie van de interne relaties en de Vertaaldienst in Brussel en in Eupen van de Federale politie voor de hulp bij het uitgeven van dit verslag.

Inhoudstafel 1. Voorwoord.................................................................. 2 2. Organogram................................................................. 4 3. De dienst inspectie (IGIN)................................................... 5 3.1 Auditopdrachten................................................................ 5 3.2 Inspectieopdrachten............................................................. 18 4. De dienst individuele onderzoeken (IGEO).................................. 27 4.1 Statistieken 2006............................................................... 27 4.2 De premanentie................................................................ 32 4.3 De partners.................................................................... 33 4.4 De werking van de politiediensten................................................. 33 4.5 De database Orackle............................................................ 40 4.6 Vijf jaar individuele onderzoeken.................................................. 40 5 Dienst statuten (IGST)....................................................... 41 5.1 De raad van beroep............................................................. 42 5.2 De paritaire commissie........................................................... 48 5.3 Tuchtrecht..................................................................... 49 5.4 De algemene inspectie en deontologie............................................. 57 5.5 Evaluatie mandaathouders....................................................... 59 5.6 Nationale selectiecommissie voor hogere officieren................................... 63 6 De gedeconcentreerde inspectie............................................ 68 6.1 Gedeconcentreerde post Antwerpen............................................... 69 6.2 Gedeconcentreerde post Gent.................................................... 70 6.3 Gedeconcentreerde post Luik..................................................... 71 6.4 Gedeconcentreerde post Bergen.................................................. 73 7 Personneel et logistiek...................................................... 74 7.1 Personneel..................................................................... 74 7.2 Logistiek....................................................................... 74 8 Diverse activiteiten.......................................................... 75 JAARVERSLAG 2006 AIG 1

1 Voorwoord In 2006 bestond de Algemene Inspectie (AIG) van de Federale en de Lokale politie vijf jaar. Zij publiceert nu haar vijfde jaarverslag. Bij koninklijk besluit van 20 juli 2001 werden de organisatie en de opdrachten van de nieuwe dienst bepaald en geleidelijk werden ook zijn nieuwe centrale diensten en vier gedeconcentreerde posten in plaats gesteld. De Inspectie, die specifiek belast is met de Federale en Lokale politie, rekruteerde haar politieambtenaren en haar ambtenaren van het administratief en logistiek kader op basis van de nieuwe opdrachten die door de wetgevende en uitvoerende macht werden toegekend. De Algemene Inspectie legde meteen al de nadruk op de ontwikkeling van het aspect audit en bemiddeling ter ondersteuning van de politiediensten. Natuurlijk mocht zij haar opdrachten inzake inspectie en behandeling van de juridische en administratieve klachten niet uit het oog verliezen, maar zelfs in casu zonder verbetenheid en vóór alles met het oog op preventie en sensibilisering. Er moest ook een onthaalruimte worden ingericht voor de burgers en politieagenten die bij de Inspectie op bezoek kwamen of waren opgeroepen. In 2002 en 2003 kregen de AIG Brussel en de provinciale posten geleidelijk aan hun eigen lokalen die buiten de politiekazernes zijn gelegen of een afzonderlijke toegang hebben. De tussentijdse evaluatie, de selectie en de deelname aan de tuchtprocedure waren het leeuwendeel van de activiteit van de AIG. In 2004 en 2005 kwam de Inspectie, die meer bekendheid genoot bij het grote publiek en de autoriteiten, op kruissnelheid. In 2005 zette de Inspectie niet alleen de bovengenoemde activiteiten voort, maar voerde zij ook een auto-evaluatie uit, bracht interne verbeteringen aan en bereidde wetgevende en reglementaire wijzigingen voor. Zij nam ook deel aan de aanpassingswerkzaamheden van de politiehervorming. 2006 was het jaar om de balans op te maken van de werking van de dienst en zijn structuren te verstevigen met inachtneming van zijn wettelijke verplichtingen. De veiligheid en het welzijn op het werk, de bescherming van de werknemers tegen geweld en ongewenst gedrag op het werk maken het voorwerp uit van precieze richtlijnen. 2 JAARVERSLAG 2006 AIG

De directie van AIG: Generaalinspekteur Luc CLOSSET (midden) omringd door v.l.n.r. Dominique GOEMANNE, Alain SCHOTTEY, Roger TRILLET, Guido VAN WYMERSCH, François ADAM, Beni VAN GUCHT Ondanks het feit dat de Raad van State de benoeming van de mandatarissen binnen de Federale Politie en de Algemene Inspectie heeft geannuleerd, ging het werk gewoon voort. Zo is de Inspectie in staat om de nieuwe uitdagingen aan te gaan die de politiehervorming die in 2006 een concrete vorm begon aan te nemen - met zich meebrengt, met het oog op de optimalisering van de werking van de geïntegreerde politie. De Inspectie, die weliswaar scherp toezicht houdt, wil in partnership met de geïntegreerde politie hulp verlenen op het vlak van audits, bemiddeling in conflicten tussen personen. Dankzij haar functionele zelfstandigheid kan zij een objectieve rol vervullen vooral wat benoemingen, evaluatie en tucht betreft. Haar aandacht gaat vooral uit naar transparantie aangezien het jaarverslag onbeperkt wordt verspreid met inachtneming van het beroepsgeheim en de persoonlijke levenssfeer. Het is in die zin dat de Algemene Inspectie haar opdracht wil voortzetten terwijl haar aandacht permanent uitgaat naar het verbeteren van de werking van de geïntegreerde politie op twee niveaus ten bate van de burger. JAARVERSLAG 2006 AIG 3

2 Organogram Inspecteur-generaal Luc Closset Privé-secretaris Dominique Goemanne Adjunct-inspecteur-generaal Guido Vanwymersch Adjunct-inspecteur-generaal Roger Trillet Dienst inspectie (IGIN) Dienst individuele onderzoeken (IGEO) Dienst Statuten (IGST) Algemene Dienst (IGGA) François Adam Beni Van Gucht Alain Schottey Gedeconcentreerde Inspectieposten Antwerpen Gent Bergen Luik Michel Rosseneu Roland Huyge Michel Leblanc Eric Adam 4 JAARVERSLAG 2006 AIG

3 De Dienst Inspectie (IGIN) De inspectie wordt weliswaar opgericht bij de WGP (7 december 1998) maar het blijft wachten tot 20 juli 2001 vooraleer het organieke KB verschijnt betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie. In de 2de jaarhelft van 2001 starten de selectieprocedures. De meeste personeelsleden vervoegen de AIG daarom pas in het voorjaar van 2002. Vijf jaar na haar formele oprichting door middel van voormeld KB past het om eveneens terug te blikken op een aantal aspecten van AIG-werking onder de vorm van een beknopt overzicht. 3.1 Auditopdrachten Beknopt overzicht van vijf jaar auditactiviteiten auditactiviteiten in 2006 en vooruitzichten Volgens het octopusakkoord van 23 mei 1998 en de memorie van toelichting op de WGP (7 december 1998) oefent de algemene inspectie op regelmatige tijdstippen een auditfunctie uit van de lokale politie en van de federale politie. Haar eerste zorg moet vooreerst de dienst of het korps dat ze inspecteert zijn en niet de individuele tekortkoming of disfunctie. Om de vereiste theoretische basisexpertise over audit op te bouwen, verzorgt het opleidingsinstituut van de federale overheid (OFO) in april-mei 2002, op vraag van de IG een opleiding inzake interne controle en audit aan een aantal personeelsleden. Daarnaast volgen twee auditoren een vierdaagse opleiding verzorgd door het Institute of Internal Auditors (IIA). De AIG zoekt haar inspiratie in de modellen van COSO (qua interne controle) en van het IIA (inzake interne audit). Beide zijn uitgegroeid tot wereldstandaarden. Ingevolge de Copernicushervorming worden trouwens ook de federale overheidsadministraties (FOD en POD) verondersteld dit model te gebruiken 1. De Vlaamse overheid (Gewest, gemeenten en weldra de OCMW s) heeft gelijkaardige decretale bepalingen. Vanaf september 2002 komen de auditaanvragen eerst uit het Nederlandstalige landsgedeelte - binnen. De (ontwerpversie van) het allereerste auditrapport wordt afgeleverd aan de korpschef-opdrachtgever van de lokale politie Kouter op 14 februari 2003. In de jaren 2003 en 2004 worden tal van nieuwe audits in een hoog tempo opgestart over het volledige grondgebied. Het betreffen zowel audits op aanvraag, als (1) Koninklijk besluit betreffende het Intern controlesysteem binnen de federale overheidsdiensten van 26 mei 2002 en Koninklijk besluit betreffende de Interne Audit binnen de Federale overheidsdiensten, 2 oktober 2002. Deze teksten worden bij beslissing van de federale regering op 30 maart 2007 aangevuld met twee nieuwe koninklijke besluiten in deze materie, één over de auditactiviteiten en één over auditcomités. JAARVERSLAG 2006 AIG 5

op initiatief 2. Op 31 december 2006 staat de teller van auditdossiers, afgewerkt dan wel in behandeling 3, op 36. Tijdens de academiejaren 2003-2004 en 2004-2005 wordt telkens een lid van het auditteam door de IG uitgestuurd naar een universiteit voor het behalen van een postgraduaat inzake interne audit. Bedoeling hiervan is de belangrijke auditfunctie zowel theoretisch als praktisch nog sterker te onderbouwen en ze nog meer te laten aansluiten bij de evoluties die het auditgebeuren op internationaal vlak ondergaan. Zo vb. verschijnt in september 2004 een opvolger van het COSO-model 4, met name het geïntegreerde raamwerk voor het risicomanagement van de onderneming 5, dat in geen tijd dé nieuwe standaard op het vlak van beheersen van risico s geworden is. Vanaf het jaar 2005 worden enkele auditoren lid van de internationale beroepsvereniging IIA, waardoor toegang tot interprofessionele fora, professionele en methodologische documentatie en ondersteuning, en auditnetwerking (vb. good practices) gegarandeerd zijn. De auditoren nemen er actief deel aan werkgroepen en rondetafelgesprekken. Daarnaast worden enkele contacten gelegd met auditdiensten van buitenlandse politiediensten. Tegelijk worden de mogelijkheden tot samenwerking met de auditdienst van de federale politie afgetoetst. Dit resulteert o.a. in een gezamenlijke conceptietekst rond de notie interne beheersing voor de geïntegreerde politie. In 2006 dient die als uitgangspunt voor het totstandkomen van een omzendbrief over interne controle ter actualisering van de bestaande omzendbrief uit 1994 (voor de toenmalige gemeentepolitie). Essentieel element in een audit is de aanbeveling. De auditoren streven niet naar een maximalisatie van het aantal ervan, wel naar de pertinentie en het realisme. Tot 31 december 2006 werden er bijna 750 geformuleerd en aanvaard. De uitvoering van het merendeel ervan is inmiddels een feit dan wel volop aan de gang. Slechts zeer uitzonderlijk besliste de bevoegde politieke overheid of politiechef bewust tot de niet-omzetting. De laatste fase - opvolging - van de audit is op dat punt cruciaal, aangezien ze er toe bijdraagt dat de gedetecteerde disfuncties worden weggewerkt aan de hand van een verbeterplan opgesteld door de verantwoordelijke van de geauditeerde dienst. De opvolging door de AIG duurt tot zolang alle aanvaarde aanbevelingen zijn omgezet naar de praktijk, ook al gaat het over vele maanden. Een opvallend feit doorheen de jaren is de hoge mate van tevredenheid van de opdrachtgevers (politieke overheden en politiechefs), een uitzondering niet te na gesproken die in de audit niet de meerwaarde meende te zien die hij beoogde. Om de efficiënte inzet van de auditcapaciteit op te drijven werden al vrij snel interne maatre- (2) (3) (4) (5) Deze laatste categorie op basis van een jaarlijks actieplan goedgekeurd door de beide voogdijministers van de AIG. In één van de vier auditfasen: studie, terrein, verslaggeving, opvolging Committee Of Sponsoring Organizations (of the Treadway Commission) entreprise risk management integrated framework (ERM) 6 JAARVERSLAG 2006 AIG

gelen genomen. Naast een aantal gerichte vakopleidingen, werd ook aan de gedeconcentreerde posten de mogelijkheid geboden om het centrale auditteam in Brussel punctueel of integraal te versterken in functie van de geografische herkomst van de opdrachtgevers. Daarnaast werd de reikwijdte van de initiatief-opdrachten sterk ingeperkt, weliswaar zonder de focus op het risicoaspect te verliezen. Ondanks die maatregelen zorgden de toenemende populariteit van audit, de grote en steeds toenemende werklast van dossiers in behandeling en de beperkte personeelscapaciteit 6 voorbehouden aan auditactiviteiten ervoor dat het ritme voor nieuwe opdrachten einde 2005 begon te vertragen. Vooral de audits op initiatief kwamen in de verdrukking ten voordele van deze op aanvraag. Daarom werd aan de voogdijministers gevraagd om de auditcapaciteit te verhogen. De principebeslissing van de regering hieromtrent viel einde 2005. Zes CALogpersoneelsleden mogen op termijn aangetrokken worden. Twee ervan hebben op 1 oktober 2006 het auditteam vervoegd en zijn momenteel gedurende een jaar in stage. Een derde personeelslid zal op 1 mei 2007 de dienst vervoegen, terwijl nog twee andere vacatures opengesteld worden in de loop van 2007. Politiezone WestKust Kantoor Koksijde (6) Het aantal auditoren schommelde tussen 2002 en 2006 om en bij de zes operationele en CALOGpersoneelsleden in de centrale zetel te Oudergem. JAARVERSLAG 2006 AIG 7

Politiezone Centre Ardenne Kantoor Bastogne De onderstaande tabellen geven een overzicht van de auditopdrachten van september 2002 tot 31 december 2006. In totaal gaat het om 36 audits, en dan nog uitsluitend in zones van lokale politie. Politiezones Uitvoeringsfase 7 van de audit Op aanvraag van de bevoegde overheden, inzake de voornaamste processen van de organisatie Ans St-Nicolas Ath Ardennes brabançonnes Basse-Meuse Beloeil Leuze Beyne Fléron Soumagne Centre Ardenne Dendermonde Dendermonde 8 des Trieux Famenne Ardenne Gaume Kouter La Louvière LAN Mouscron Nivelles Genappe Orneau-Mehaigne Fase D Audit beëindigd Audit beëindigd Fase D Fase D Fase D Fase A Audit beëindigd Fase A Fase D Fase D Fase D Audit beëindigd Fase D Fase D Fase C Fase C Fase A (7) (8) Fase A: voorbereidingsfase, Fase B: terreinfase, Fase C: rapporteringsfase, Fase D: opvolgingsfase Evaluatie-audit vier jaar na de 1ste audit 8 JAARVERSLAG 2006 AIG

Rupel Semois et Lesse Sylle et Dendre Westkust Wetteren Laarne Wichelen Fase D Audit beëindigd Audit beëindigd Fase C Fase D Politiezones Op initiatief, inzake de functionaliteiten onthaal en interventie Ans St-Nicolas* Brugge Demerdal Famenne Ardenne GAOZ Gavers Hermeton et Heure Lanaken Lermes Montgoméry Namur Orne-Thyle Sylle et Dendre Wetteren Laarne Wichelen* Zuiderkempen Op initiatief, over de zonale veiligheidsplannen BRUNO Uitvoeringsfase van de audit Audit beëindigd Fase D Audit beëindigd Audit beëindigd Audit stopgezet Fase D Audit beëindigd Audit beëindigd Fase D Fase D Fase D Fase D Audit beëindigd Fase D Fase D Phase B * draagwijdte van de audit op vraag van de bevoegde overheden uitgebreid Politiezone Nivelles- Gemappes Kantoor Nivelles JAARVERSLAG 2006 AIG 9

Politiezone WestKust Kantoor Nieuwport Aanbevelingen Tijdens de eerste vijf jaar auditwerking werd al een groot aantal aanbevelingen geformuleerd. Zoals hierboven aangegeven, werd en wordt, ook de opvolging ervan verzekerd door de AIG. Hierna volgt een overzicht van het soort aanbevelingen dat zoal geformuleerd werd. Inhoudelijk is er doorheen de jaren trouwens een evolutie aan de gang. Het is duidelijk dat de wijze waarop de korpsen van lokale politie omgaan met hun risico s, zowel qua basisfunctionaliteiten als op operationeel vlak, mee evolueert met het stijgende niveau van maturiteit op organisationeel vlak. Op een totaal van 743 aanbevelingen, worden 300 verschillende onderwerpen aangehaald. De ene helft heeft betrekking op de basisfunctionaliteiten van de lokale politie, terwijl de andere helft eerder ondersteunende en sturende functies viseert (algemene organisatie, personeels- en logistiek beleid, communicatie, ) Zoals enigszins te verwachten was, werden nogal wat aanbevelingen voor meerdere politiezones herhaald. Dit was maximaal negentien keer het geval. Andere aanbevelingen (71) golden dan weer enkel voor één zone. De tabel hieronder geeft een overzicht van de twintig meest geformuleerde aanbevelingen en het aantal zones waar ze werden geformuleerd. 9 (9) Aangezien 15 van de 36 audits als thema enkel de functionaliteiten onthaal en interventie tot voorwerp hadden, zijn de aanbevelingen hieromtrent oververtegenwoordigd in het overzicht. (10) Deze aanbeveling komt vrijwel uitsluitend voor in de periode 2002-2004. 10 JAARVERSLAG 2006 AIG

Aanbeveling (in synthese) Aantal zones Verbeteren van de bewegwijzering naar 19 de politiecommissariaten Verbeteren van de signalisatie van de politiecommissariaten 17 (o.a. nieuw logo) 10 Aanbrengen van technische systemen die een contact met een politiecentrale buiten de 17 openingsuren van de commissariaten toelaten Prioriteiten vastleggen inzake opleiding. Opleidingsplannen opst. 15 Registreren en meten van de onthaalactiviteiten 14 De verwachtingen van de bevolking m.b.t. onthaal, o.a. in verband met openingsuren, bekomen en er rekening mee houden 14 De procedures en processen vastleggen, preciseren en formaliseren (vb. door middel van een reglement van inwendige orde) 14 Infrastructureel: opstellen van een stand van zaken op het vlak 14 van veiligheid en doorvoeren van de nodige aanpassingen. De opleiding/expertise op het gebied van management 14 verzekeren van de officieren/kaderleden Op vlak van algemene organisatie: de opdrachten en verantwoordelijkheden precies beschrijven en verdelen; 11 functieprofielen opstellen Een efficiëntie, ondersteunende controlefunctie in plaats stellen (interne controle, controle op de terreinwerking, - op de normen...) Meetsysteem voor interventie opstellen en exploiteren van de gegeven 9 Kwaliteitsstandaarden vastleggen voor interventie (vb. aanrijtijden) 9 Ontwikkelen van een planmatige aanpak van het logistieke beleid 9 Ontwikkelen van een coherente visie op vlak van wijkwerking 9 De opdrachten van de dienst slachtofferhulp vastleggen, preciseren en formaliseren, evenals de samenwerkings- 8 procedures met andere diensten De strategie op beleidsniveau van de zone ontwikkelen en toepassen 8 Ontwikkelen van het beheer van de documentatie (evaluatie van de toestand, aanpassing, verzekeren van de permanente toegankelijkheid) De communicatie(kanalen) evalueren en zo nodig aanpassen (communicatieplan opstellen) Verbeteren van de coördinatiemechanismen. Samenwerking tussen de verschillende diensten van de zone bevorderen 10 8 7 7 JAARVERSLAG 2006 AIG 11

Politiezone BRUNO de vijf commissariaten Commissariaat 1 G. Rodenbachlaan,15 1030 Schaarbeek Commissariaat 2 Hoedemaekerssquare, 9 1040 Evere Commissariaat 3 Rodenbeeklaan, 66 1030 Schaarbeek Commissariaat 4 Bériotstraat, 2A 1210 Sint-Joost-ten-Node Commissariat 5 Square Victoria Régina,1 1210 Sint-Joost-ten-Node 12 JAARVERSLAG 2006 AIG

Grafische voorstellingen van de verdeling van de aanbevelingen per onderzocht domeinen Verdeling van de 743 aanbevelingen per domein 11 Algemene organisatie (25 %) Functionaliteit organisatie (21 %) Functionaliteit interventie (13 %) Personeelsbeheer (11 %) Communicatie (8 %) Logistiek beleid (7 %) Functionaliteit wijkwerking (5 %) Functionaliteit recherche (5 %) Functionaliteit slachtofferhulp (3 %) Functionaliteit openbare orde (1 %) Functionaliteit verkeer (1 %) Verdeling van de 195 aanbevelingen (195 in totaal) inzake algemene organisatie Procedures, taakverdeling, coördinatie (49 %) Interne controle (19 %) Actieplannen (12 %) Strategie (9 %) Structuur (8 %) Waarden (3 %) Verdeling van de 153 aanbevelingen inzake de functionaliteit onthaal Bewegwijzering/aanwijziging politiepost (24 %) Technische bereikbaarheid buiten openingsuren (18 %) Onthaalprocedure (16 %) Inspelen op verwachtingen bevolking (13 %) Registratie en meetinstrumenten (9 %) Algemene informatie aan de bevolking (5 %) Respect normen inzake openingsuren (4 %) Opleiding van het onthaalpersoneel (3%) Diversen (8 %) (11) Verkeer behoort tot de functionaliteit openbare orde, maar wordt hier apart weergegeven. JAARVERSLAG 2006 AIG 13

Verdeling van de 99 aanbevelingen voor de functionaliteit interventie Algemene organisatie van de functionaliteit (26 %) Meetsysteem voor de interventie, van de aanrijtijden (18 %) Versterken van de controlefunctie (17 %) Opstellen dienstbulletins, briefings,... (15 %) Diversen (24 %) Verdeling van de (83) aanbevelingen over het personeelsbeleid Opleiding Algemeen personeelsbeheer Vertrouwenspersoon, preventieadviseur Motivatie van het personeel Opstellen van de functieprofielen Diversen Verdeling van de (57) aanbevelingen inzake communicatie Communicatiestrategie opstellen (communicatieplan) (61 %) Beheer van de documentatie (25 %) Diversen (14 %) 14 JAARVERSLAG 2006 AIG

Verdeling van de (49) aanbevelingen over het logistieke en financiële beleid Planmatige aanpak logistiek beleid (41 %) Investeringen/opvolging op vlak van veiligheid (37 %) Inventariseren van materieel (8 %) Verduidelijking verdelingsregels materiële middelen (6 %) Diversen (8 %) Verdeling van de (35) aanbevelingen aangaande de functionaliteit wijkwerking Meten en controleren activiteiten wijkagenten, zonodig aanpassen (32 %) Preciseren van de taken, procedures en manier van werken van de wijkagent (29%) Verbeteren van de leiding van de dienst wijkwerking (14 %) Opleiding van wijkagenten (11%) Opvolgen van de problematiek nietpolitionele administratieve taken (11 %) Diversen (3 %) Verdeling van de (34) aanbevelingen inzake de functionaliteit lokale opsporing en lokaal onderzoek Communicatie en exploitatie van de informatie (32 %) Opvolging en controle activiteiten lokale recherche (18 %) Verzekeren proactieve recherche (12 %) Verbeteren vzn de procedures verdeling dossiers/kantschriften (9 %) Diversen (29 %) JAARVERSLAG 2006 AIG 15

Verdeling van de (25) aanbevelingen inzake slachtofferbejegening Formaliseren/actualiseren procedures en modaliteiten van inplaatsstelling (67 %) Verzekeren van betere bereikbaarheid (19 %) Verzekeren van de verspreiding, toegankelijkheid en actualisering van de sociale kaart (14 %) De (9) aanbevelingen met betrekking tot openbare orde gaan voornamelijk over de voorbereiding of noodzakelijke actualisering van de rampenplannen. De (4) aanbevelingen over verkeer betreffen het verzekeren van een efficiënte algemene organisatie van de functionaliteit in de zone, en een adequatere opvolging van de objectieven voorzien in de actieplannen. Trends, uitdagingen en evoluties voor de toekomst Algemeen geldende principes van goed bestuur (public governance) met o.a. interne beheersing en audit, zijn sinds een paar jaar aan een gestage opmars bezig in de meest diverse domeinen van de publieke sector. Vooral nu nagenoeg alle zichzelf respecterende privé-ondernemingen op permanente basis aan coherent risicomanagement doen, verschuift de aandacht naar het publieke domein. Eerder vroeg dan laat zullen de componenten van de geïntegreerde politie in de beweging opgenomen worden die streeft naar meer transparantie over en vertrouwen in de wijze van functioneren. Een verdere toename van de auditaanvragen, zowel algemeen als in specifieke domeinen (vb. financieel), lijkt onafwendbaar en kan enkel toegejuicht worden. Hierdoor zal meteen ook de problematiek van de beheersing van de opvolging van het grote aantal aanbevelingen nog veel sterker gesteld worden. De AIG zal zich op die tendens moeten voorbereiden wil ze ook op die punten haar bijdrage kunnen leveren in de optimalisering van de werking van de politie. Haar onafhankelijkheid en objectiviteit ten overstaan van de geïntegreerde politie zijn daarbij de sterkste troeven. Zowel op het vlak van competentieontwikkeling als naar beschikbare capaciteit zullen inspanningen moeten geleverd worden. De interne-auditfunctie laat enerzijds zekerheid verschaffende en anderzijds adviesverstrekkende activiteiten toe. In de praktijk stellen we vast dat de opdrachtgevers zelden uitsluitend zekerheid wensen, maar daarnaast een groot luik advies wensen, dikwijls onder de vorm van pasklare antwoorden en oplossingen. De auditactiviteit laat echter niet toe pasklare, direct operationeel bruikbare oplossingen te geven. De concrete invulling komt toe aan het management dat net daartoe in plaats wordt gesteld. Audit stelt een diagnose en geeft de richting aan waarin naar oplossingen kan gezocht worden. 16 JAARVERSLAG 2006 AIG

Nog te vaak tracht men via audit allerhande probleemsituaties op te lossen, waarvoor nochtans geëigende kanalen (zouden moeten) bestaan, maar die om een of andere reden geen voldoening bieden. Vb. disfunctioneren van een politieverantwoordelijke, lacunes in wettelijke of reglementaire bepalingen, gebrek aan morele moed om een probleem aan te pakken, misdrijven of tuchtinbreuken begaan door politiepersoneel, problemen met de KUL-norm, interpersoonlijke problemen tussen medewerkers Anderzijds maakt een adviesfunctie deel uit van de auditfunctie, voor zover ze de uitoefening van de zekerheidverschaffende activiteiten niet hypothekeert, in het heden en voor de toekomst (vb. niet tegelijk rechter en partij zijn). De AIG zal hoe dan ook de adviesfunctie verder dienen te ontwikkelen, zonder aan voornoemd principe te verzaken. Tegelijk zal ze het begrip audit verder moeten verduidelijken ten overstaan van haar potentiële opdrachtgevers. Het scheppen van een wettelijk kader zou die taak voor de AIG een stuk vergemakkelijken. Wat ook het specifieke werkingskader en bevoegdheden van een politiedienst zijn, overal ter wereld kampt de politie met gelijkaardige problemen. Die stelling gaat eveneens op voor de controlediensten. Maar ook privé- en publieke organisaties uit andere sectoren zoeken naar oplossingen voor vraagstukken die voor de politie kunnen dienstig zijn en andersom. De AIG zal daarom haar externe contacten verder moeten uitbreiden om via netwerking en uitwisseling van good practices haar ondersteunende rol met nog meer autoriteit te kunnen spelen. Actieplan 2007 Inzake de initiatiefopdrachten voor het jaar 2007 heeft de AIG aan haar voogdijministers voorgesteld om het thema van 2006 te behouden. Aldus zal naast het uitvoeren van auditactiviteiten op bevel of op verzoek, nagegaan worden hoe de omzetting van prioriteiten uit de zonale veiligheidsplannen naar concrete actieplannen aangepakt wordt. Op basis van de resultaten in een voldoende groot aantal zones zullen dan de nodige conclusies getrokken worden. LTWP Nivelles JAARVERSLAG 2006 AIG 17

3.2 Inspectieopdrachten Beknopt overzicht van vijf jaar inspectieopdrachten activiteiten in 2006 en toekomstperspectieven De voorbije vijf jaar hebben wij tal van inspectieopdrachten en grootschalige administratieve onderzoeken gevoerd, zowel op eigen initiatief - jaarlijkse algemene actieplannen -, op bevel van de voogdijministers of op verzoek van de bevoegde autoriteiten. Sommige activiteiten liepen slechts over een korte periode, zoals bijvoorbeeld de administratieve onderzoeken in verschillende politiezones naar aanleiding van specifieke problemen, onderzoek naar de meerkost van de politiehervorming, controle van de aanrekening van de dienstprestaties, controle op het gebruik van dienstvoertuigen Andere opdrachten namen meerdere jaren in beslag. Vb. onderzoeken naar de veiligheid van de wapens, werkingsanalyse van de laboratoria van technische en wetenschappelijke politie, seining van ontsnapping van gedetineerden Een derde groep zijn opdrachten van permanente aard (geworden): vb. controle op de repatriëringen (meestal vanuit Zaventem), beheer van de gehypothekeerde capaciteit, Navolgend worden slechts enkele inspectieopdrachten van nabij bekeken en de belangrijkste vaststellingen en conclusies ervan besproken. Inspectie van de wapens, voertuigen, radio s en ander gevoelig materieel In 2003 en 2004 werd een grootschalige evaluatie gehouden van de maatregelen die door de lokale en federale politie genomen worden om volgende feiten te voorkomen: - het binnendringen in een politiegebouw; - diefstal (huisdiefstal inbegrepen) en/of verlies van dienstwapens en wapens die gerechtelijk in beslag zijn genomen of neergelegd; - diefstal en/of beschadiging van voertuigen; - diefstal en/of verlies van draagbare radio s; - diefstal en/of verlies van kogelwerende vesten, interventie-armbanden en sommige andere uitrustingsstukken. Hiervoor werden 120 bezoeken afgelegd in de commissariaten van de lokale politie en 30 in de gebouwen van de federale politie. Na een volledige en zorgvuldige analyse van de vergaarde gegevens werden de vaststellingen en nuttige aanbevelingen in een verslag gegoten dat naar de bevoegde ministers werd verstuurd. In dit verslag werd gewag gemaakt van een te groot aantal aanslepende zwakke punten. Onder meer volgende conclusies werden getrokken: > Op materieel vlak zou zo snel mogelijk aan de volgende vereisten moeten worden voldaan: - Installeren van een alarmsysteem in alle gebouwen die niet permanent bezet zijn. - Verstevigen van de sloten, vensters of deuren in verschillende complexen. 18 JAARVERSLAG 2006 AIG

- Inrichten van de infrastructuren (soms voor weinig kosten) die niet toelaten een visuele controle uit te oefenen op het binnenkomen van voetgangers en voertuigen vanuit het onthaallokaal. - Installeren van individuele brandkoffers om de individuele wapens in op te bergen. - Installeren van een alarmsysteem op alle voertuigen, voornamelijk deze van de lokale politie. De inzittenden van deze voertuigen laten die tijdens de dienstuitvoering het vaakst achter op openbare plaatsen. - Installeren van rekken voor de collectieve wapens in alle interventie- en patrouillevoertuigen. - In afwachting dat er Astrid-radio s worden aangekocht die zijn uitgerust met een blokkeersysteem van op afstand: markeren van alle draagbare radio s. - Markeren van alle kogelwerende vesten. - Daar waar een tekort zich laat voelen: aankopen van kasten om de uniformen van alle personeelsleden in op te bergen. - Opruimen van de wapenstocks in bepaalde politiezones en in de dienst logistieke steun. > Bovendien zouden organisatorische maatregelen een reeks slechte gewoonten voor altijd de kop moeten indrukken: Alle verantwoordelijken moeten schriftelijke, duidelijke, precieze en strikte richtlijnen opstellen over de bescherming van de politiegebouwen en al het gevoelige materieel dat zich er bevindt. Deze richtlijnen moeten onder meer voorzien in: - een strenge controle van alle personen die toegang hebben tot de politiecomplexen; - een beheerssysteem van de toegangsmiddelen tot deze complexen alsook tot de beveiligde ruimten in deze complexen; - de aanstelling van een beheerder en het bijhouden van een inventaris voor alle gevoelig materieel; - de ophalings- en teruggaveprocedure voor bepaald materieel; - de definitie van ieders verantwoordelijkheden en plichten in verband met hun veiligheid; - een beperking van de praktijk om een wapen, een voertuig of een radio mee naar huis te nemen; - voor het personeel dat een week of langer ziek of afwezig is: de verplichting om het wapen in te leveren; - de modaliteiten van een regelmatige controle op de toepassing van deze bepalingen en de reacties indien deze niet worden nageleefd. Kosteloze veranderingen (verplaatsen van brandkoffers die van buitenaf zichtbaar zijn, enz.). Bijzonder geval van het gerechtelijke arrondissement Bergen In de periode dat voornoemt onderzoek liep, vroeg de procureur des Konings van Bergen aan de AIG om het beheer van de dienstwapens in de zes zones van de lokale politie die het arrondissement Bergen telt, te controleren. In minder dan één jaar tijd werden er inderdaad in drie van deze zones diefstallen van dienstwapens vastgesteld. De dienst IGIN heeft bijgevolg zijn inspecties uitgebreid tot alle posten van de zes zones JAARVERSLAG 2006 AIG 19

van dit arrondissement. De problemen die er werden vastgesteld verschillen niet van de elders gedane vaststellingen. De AIG kent tot op heden niet het gevolg dat aan beide verslagen werd gegeven. Beheer van de gehypothekeerde capaciteit (Hycap) Overeenkomstig Pt. 5.3 van de ministeriële richtlijn MFO-2 heeft de AIG sedert 2003 al negen verslagen gericht aan de minister van Binnenlandse Zaken over het gebruik van de gehypothekeerde capaciteit en de manier waarop de richtlijn wordt toegepast. De vaststellingen en de beschouwingen uit deze verslagen hebben vaak argumenten en ideeën geleverd voor de discussies van de werkgroep Hycap. Deze werkgroep, voorgezeten door het SAT Binnenlandse Zaken, heeft als opdracht de toepassing van de MFO-2 te evalueren en aan de minister de nodige aanpassingen voor te stellen. En of die er waren! Denken we maar aan het principe van de concentrische inzet van de beschikbare middelen en de inplaatsstelling van het interventiekorps. Deze nieuwigheden hebben er samen met andere maatregelen - zoals de versoepeling van de regels van het Mammoet-KB inzake de organisatie van de arbeidstijd, de strijd tegen het absenteïsme, de oprichting van het interventiekorps - toe geleid dat het aantal weigeringen om de gevraagde Hycap-versterkingen te leveren, aanzienlijk daalde. In 2003 was er nog sprake van 405 weigeringen, terwijl dat aantal tot 44 gedaald was in 2005. In het jaar 2006 bezocht de AIG een aantal zones en Dirco s om de problematiek van de Hycap-versterkingen meer in detail te gaan bekijken. Uit onderstaande tabel blijkt overigens dat het aantal evenementen met HYCAPversterking stabiel blijft doorheen de voorbije jaren Jaar Aantal HYCAP Aantal voetbalwedstrijden versterkingen (in % t.o.v. het totaal) 2003 1 128 44% 2004 1 070 54 % 2005 992 66 % 2006 1 048 68 % In 2006, absorbeerden de 708 voetbalwedstrijden met HYCAPversterking slechts 42% van de totaal geleverde capaciteit. De verklaring hiervoor is dat het meestal om een beperkte inzet gaat, zelfs vaak alleen met spotters ( in één geval op vier). Onderstaande tabel toont het aantal keren dat de Dirco s als tussenpersoon voor DAO de politiezones om HYCAP vroegen en de geregistreerde weigeringen tot leveren van de gevraagde effectieven. 20 JAARVERSLAG 2006 AIG

Jaar Aantal vragen Aantal weigeringen 2003 7127 405 2004 4401 89 2005 3680 47 2006 3822 88 12 Net als de vorige jaren, is ook in 2006 de inzet van personeel voor lokale opdrachten de meest voorkomende reden die wordt opgegeven om HYCAP-versterking te weigeren. Andere aangehaalde redenen zijn: personeelstekort en ziekteverloven. Voor 2006 blijkt het personeelstekort in bepaalde zones (hoofdzakelijk de zones van Waals-Brabant) een niet onbelangrijke rol te hebben gespeeld. Navolgende tabel geeft de evolutie weer van het aantal FTE dat op jaarbasis over het gehele Belgische grondgebied werd ingezet voor HYCAPprestaties. De 179 FTE voor het jaar 2006 maken daarbij slechts 36,3% van de totaal beschikbare prestatielijnen uit. Dit komt neer op een jaarinzet van 0,65% van de globale capaciteit van de lokale politie. 13 (27 500 politieagenten). Jaar Aantal FTE op jaarbasis 2003 364 2004 222 2005 188 2006 179 Tot slot werden in 2006, 87 voorstellen ingediend om de HYCAP of AROSOL te vervangen door de resterende capaciteit van de DAR of door het interventiekorps. In 2005 waren dat er maar 24. Controle van de repatriëringsopdrachten In 1996 belastte de Minister van Binnenlandse Zaken, de Algemene Inspectie van de Rijkswacht met de opdracht tot opvolging van uitwijzingen via repatriëring van illegaal in het Rijk verblijvende personen. De AIG heeft die opdracht voortgezet. Zo werden de controles op de inschepingsprocedures verdergezet. Van discreet toezicht op lijnvluchten werd afgezien voornamelijk omwille van het feit dat de algemene procedures inzake veiligheid die na de evenementen van 11 september 2001 in New York werden opgelegd, dit fel bemoeilijken. Vanaf het tweede semester van 2002 kreeg de AIG er een toezichtstaak bij: de controle op een nieuwe repatriëringsmethode die door de regering werd opgelegd, namelijk via beveiligde vluchten. In samenspraak met het Kabinet van Binnenlandse Zaken werden (12) waarvan 67 alleen al in juli en augustus (13) de lokale politiekorpsens samen beschikken over ongeveer 27.500 personeelsleden JAARVERSLAG 2006 AIG 21

deze vluchten daarom ook systematisch door de AIG gecontroleerd en dat ofwel enkel bij de inscheping ofwel ook tijdens de vlucht. Tussen 15 oktober en 31 december 2002 werden alle negen beveiligde vluchten door de AIG gecontroleerd. Begin 2003 bevestigde en preciseerde de Minister van Binnenlandse Zaken de opdracht daterend van 1996 om regelmatig controles uit te voeren over het verloop van de repatriëringsvluchten. Hieronder geven we voor elke type van controle (controle op de beveiligde vluchten controle op de inschepingsprocedure discrete controle tijdens de vlucht) een overzicht van het aantal opdrachten uitgevoerd door de AIG, evenals van de voornaamste reacties naar aanleiding van die controles: a.van 15 oktober 2002 tot einde 2006 werden 86 beveiligde vluchten gevolgd door de leden van de AIG. Deze opvolging gebeurde als volgt: - 78 tijdens de volledige procedure: uithaling inscheping vlucht overgave aan de lokale autoriteiten; - 8 enkel tijdens de overbrenging en inscheping. Dit gaf aanleiding tot 86 individuele verslagen, waarin in het bijzonder werd gerapporteerd over de houding van de leden van de politiediensten die de opdrachten uitvoerden, over het eventuele gebruik van geweld en de toegepaste interventietechnieken alsook over de omstandigheden van de interventies. Ook werden, indien nodig de gepaste aanbevelingen gedaan ten einde de kwaliteit van deze opdrachten te verbeteren en de veiligheid en integriteit van alle partijen beter te verzekeren. Het geheel aan vaststellingen en conclusies was o.m. van nut voor de Commissie Vermeersch II, belast met de evaluatie inzake de verwijdering. Leden van de AIG zetelden in deze commissie. Het eindverslag werd in de parlementaire commissie Binnenlandse Zaken voorgesteld op 02 februari 2004. b.onze diensten oefenden sinds de oprichting van de AIG tot einde 2006 toezicht uit op 149 inschepingsprocedures. Daaronder worden verstaan: de uithaling uit de doorgangscel in Zaventem en de inscheping op het vliegtuig tot het moment dat de deuren gesloten worden (en het AIG- personeel niet langer meer aan boord mag blijven). Voor elke controle werd een specifiek verslag opgesteld teneinde de bevoegde overheden een overzicht te geven van onze vaststellingen en bevindingen m.b.t. de gecontroleerde opdracht. Tevens werd er één proces-verbaal opgesteld naar aanleiding van vaststellingen van geweldplegingen door een politieambtenaar. Zoals blijkt uit onderstaande tabel maakt het aantal verwijderingen onder escorte van leden van de federale politie maar een kleine fractie uit van het jaarlijkse aantal verwijderingsprocedures vanop Zaventem. Bovendien controleert de AIG maar gemiddeld 1 verwijdering onder escorte op 25 14. (14) is een benadering, bij gebrek aan cijfers voor 2002 en 2003. 22 JAARVERSLAG 2006 AIG

Jaar Aantal verwijderings- Aantal escortes door procedures 15 LPA/BRUNAT 16 2002 11 492 geen cijfers beschikbaar 2003 12 631 geen cijfers beschikbaar 2004 12 810 787 2005 11 576 971 2006 11 219 817 De AIG richtte haar steekproefcontroles naar de verwijderingsmomenten waarvoor a priori, of op basis van ervaringen uit het verleden, indicaties bestonden dat de risico s op problemen het grootst waren. (Vb. reeds eerdere onsuccesvolle pogingen tot verwijdering, moeder met haar kinderen, bestemming naar een risicoland ) c.gelet op wat hiervoor aangehaald werd, zijn maar vier discrete controles uitgevoerd. De uitwijzing werd gevolgd totdat gerepatrieerde aan de overheden van het land van bestemming werd overgeleverd. Twee controles vonden plaats in 2005 (één vlucht naar Casablanca en één naar Lissabon) en twee in 2006 (één naar Wenen en één naar Peking). Meer bepaald in het jaar 2006: - werd er een toezicht uitgeoefend op 23 beveiligde vluchten, waarvan 21 vanaf de uithaling, de inscheping, de vlucht tot en met de overgave van de te repatriëren personen aan de lokale autoriteiten; - voerde de AIG 24 controles uit op inschepingsprocedures voor lijnvluchten; - en volgde ze de 2 lijnvluchten waarvan sprake hierboven (Wenen en Peking) van bij de inscheping tot de overgave aan de lokale autoriteiten. - Nog in 2006 voerde de AIG een uitgebreid en arbeidsintensief administratief onderzoek naar mogelijke wanpraktijken en/of disfuncties bij repatriëringsopdrachten vanuit Zaventem door leden van LPA/BRUNAT. Een verminderd aantal controles van de inscheping op de lijnvluchten in 2006 is daar o.a een gevolg van. - Het verslag van het onderzoek werd voorgesteld aan de heer Minister van Binnenlandse Zaken op 11 december 2006. Bij deze gelegenheid werd overeengekomen dat de AIG in 2007 bijkomende taken zal uitvoeren. Evaluatie van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten Conform het protocol nr. 125/4 van 3 juni 2004 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, verzocht de minister van Binnenlandse Zaken op 23-02-2005 de AIG een reeks concrete vragen over het statuut te onderzoeken. In totaal werden 120 vragen die in 21 thema s werden onderverdeeld, behandeld. (15) (16) cijfers via DGA/DAC/LPA idem JAARVERSLAG 2006 AIG 23

Om deze taak binnen de vastgestelde termijn (6 maanden) tot een goed einde te brengen, ging de AIG als volgt tewerk: > onderzoek van de vragen met verzoek aan DGP om preciseringen (vb. inzake het bepalen van sommige referentieperiodes); > opstellen en versturen van diverse vragenlijsten naar verschillende groepen van geadresseerden: voor de lokale politie: al naargelang het thema aan alle zones of aan een staal van 30 zones; voor de federale politie: al naargelang het thema aan alle directies, diensten en eenheden of aan een beperkt staal ervan; de erkende scholen; de vakbonden; bepaalde FOD s. > organisatie van individuele ontmoetingen tussen de AIG en de volgende gesprekspartners: de DGP en zijn directeurs, en een vertegenwoordiger van de VSOA (enige vakbond die op de uitnodiging inging); > verwerking van de verstrekte antwoorden en bekomen informatie > opstellen van de antwoorden op de vragen. Heel wat verantwoordelijken hebben een constructieve bijdrage geleverd aan deze evaluatie. Jammer genoeg moest de AIG soms meermaals aandringen om antwoorden te bekomen en bleken er nogal wat onbruikbaar. Ondanks de moeilijkheden en de problemen die eruit voortvloeiden, heeft de AIG eind augustus 2005 een werkstuk afgeleverd dat ruimschoots beantwoordde aan de verwachtingen van de evaluatiecommissie. Toepassing van de seiningsprocedures bij ontsnappingen van gedetineerden Meerdere opzienbarende ontsnappingen van gevangenen deden vragen rijzen over de snelheid en de kwaliteit van de voorgeschreven seiningen 17 op dat vlak. Daarom werd in 2004, 2005 en 2006 een inspectie uitgevoerd om de werking van de seiningsketen bij een ontsnapping van gevangenen te controleren. Voor 2004 werden zes gevallen van ontsnapping onderzocht. Met uitzondering van één zone die puik werk leverde, werden elders meerdere anomalieën vastgesteld die leidden tot een gebrekkige communicatie en een onvoldoende doeltreffendheid bij de opsporingsinspanning. Samengevat ging het om: - een gebrek aan procedures of richtlijnen in geval van ontsnapping; - een gebrek aan kennis van en naleving van de bestaande procedures of richtlijnen; - een gebrek aan stiptheid en omkadering van het terreinwerk en het opstelwerk; - enkele technische communicatieproblemen. In 2005 werden drie gevallen onderzocht. Daarnaast werd tevens de seining bekeken bij het niet-terugkeren uit penitentiair verlof (1 geval) of uitgaanspermissie (1 geval). (17) Ministeriële richtlijn MFO-3 24 JAARVERSLAG 2006 AIG

Ook nu werd vastgesteld dat de informatiedoorstroming ernstig verstoord verliep en dat de voorgeschreven gevolgen niet steeds werden gegeven: - Betrokken diensten en eenheden worden na de feiten niet onmiddellijk ingelicht teneinde bepaalde controles of opsporingen uit te voeren; - Problemen met de documenten (seiningen, adviezen, PV, enz.): onduidelijk, onvolledig, te laat opgesteld of verstuurd, niet gericht aan alle betrokken geadresseerden, niet aangekomen bij de geadresseerden wegens technische problemen (vb. slechte faxverbindingen). - Geen reactie van sommige geadresseerden. Gelet op het algemene en ernstige karakter van deze tekortkomingen werden drie verslagen verstuurd naar de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken. In een eerste concrete reactie heeft DGS via een Infonieuws een aantal bepalingen van de MFO-3 herhaald. In 2006 vergeleek de AIG de voor 2005 ingevoerde gegevens over ontsnappingen 18 in het SIDIS-systeem (databank met gedetineerden) van de FOD Justitie met deze van de ANG. Alweer werden grote hiaten vastgesteld: - Feiten die noch het voorwerp uitmaken van een PV noch van een dringende seining. - Feiten die het voorwerp uitmaken van een PV maar niet van een dringende seining. - Onaanvaardbare termijnen tussen de vaststellingen van de feiten door de strafinstelling en de bekendmaking ervan aan de lokale politie, of tussen de bekendmaking en de vatting in de ANG. Een vierde verslag met deze vaststellingen werd verstuurd naar de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Naar aanleiding van dit verslag suggereerde de minister van Binnenlandse Zaken aan de CG om een overleg te beleggen tussen de federale politie, de vaste commissie van de lokale politie, de AIG, de FOD Justitie en het SAT Binnenlandse zaken. Overbrenging van gevangenen Door een onderzoek in 2006 van de AIG kwamen een aantal algemene problemen aan de oppervlakte bij de toepassing van de MFO-1. Aanleiding voor dat onderzoek was de vraag van de minister van Justitie die een klacht van het parket-generaal van Bergen over een punctueel feit had ontvangen. De gedane vaststellingen zijn met name: - De vaak late overmaking van de lijst van uit te halen personen die de parketten en griffiers van de onderzoeksgerechten aan de politiediensten moeten voorleggen. - De te verregaande interpretatie door sommige onderzoeksrechters en politiediensten van Art. 23 van de wet op het politieambt: zij beschouwen de verschijning met het oog op de eindondervraging voor de onderzoeksrechter niet als een onderzoeksdaad maar als een verschijning voor een magistraat. Op die manier wordt de verschijning geïnterpreteerd als een uithaling. Volgens pt. 3.1.3. van de MFO-1 wordt de politie- (18) Opnieuw met inbegrip van de personen die zich hebben onttrokken aan het elektronische toezicht en die niet terugkeren uit penitentiair verlof of van uitgaanspermissie JAARVERSLAG 2006 AIG 25

zone die op haar grondgebied een justitiepaleis heeft, daardoor opgezadeld met een onterechte extra werklast. - Het beleid van sommige onderzoeksrechters om leden van eenzelfde criminele bende in verschillende gevangenissen te doen opsluiten, waardoor meer politieagenten nodig zijn voor de overbrengingen met het oog op hun verschijning. - Het niet-voeden van de ANG met informatie over de graad van gevaarlijkheid van gedetineerden. - Het verlies aan efficiëntie dat voortvloeit uit de regel waarbij een gedetineerde bij aankomst in het justitiepaleis wordt toevertrouwd aan de politie die zorgt voor de ordehandhaving in dit paleis. Kwaliteitscontrole van de processen-verbaal In het kader van haar algemeen actieplan is de AIG in 2006 gestart met een onderzoek naar de kwaliteit van de controlefunctie op de processen-verbaal, en dit zowel bij de lokale als de federale politie. Eerst en vooral werden alle procureurs des Konings geraadpleegd over hun ervaringen met het huidige kwaliteitsniveau van de processen-verbaal. Vervolgens werden twee vragenlijsten opgesteld die als basis dienden om gegevens in te winnen op het terrein. De eerste vragenlijst richtte zich tot de korpschefs of de eenheids- of dienstverantwoordelijken. Een tweede lijst was bestemd voor de controleurs van de processen-verbaal. Uiteindelijk zal een representatief staal van 62 lokale politiekorpsen en 23 federale politie-eenheden of -diensten zich aan een bezoek van leden van de AIG mogen verwachten. Alle zonechefs en de commissaris-generaal van de federale politie werden hiervan op de hoogte gebracht. De resultaten van dit omvangrijke werk worden verwacht tegen de zomer van 2007. Algemeen actieplan 2007 Inzake de initiatiefopdrachten voor het jaar 2007 heeft de AIG aan haar voogdijministers voorgesteld om inspecties uit te voeren rond volgende drie thema s: - de uniformdracht door de leden van het operationele kader (federale en lokale politie): inventaris en oorzaken van de bestaande problemen; - de manier waarop de lokale politie de zwakke punten van de nieuwkomers in de zone aanpakt; - de preventie en detectie van mogelijke misbruiken tijdens het takelen van voertuigen. Wij nemen ons voor om de situatie te onderzoeken in de lokale politie en bij de verkeerspolitie van de federale politie. 26 JAARVERSLAG 2006 AIG

4 De dienst individuele onderzoeken (IGEO) In 2006 werd een stijging van het aantal inkomende dossiers vastgesteld. Er werden 102 dossiers meer geregistreerd dan in het jaar 2005. Het percentage geopende administratieve dossiers liep terug van 46 % in 2005 tot 36 % in 2006 en het aantal geopende gerechtelijke dossiers steeg van 54 % naar 63%. 4.1 Statistieken 2006 Het aantal geopende dossiers In 2006 werden 962 nieuwe dossiers geregistreerd. Samen met de overdracht van de nog niet afgesloten dossiers van de voorgaande jaren bedroeg de werklast voor het jaar 2006 in totaal 1030 dossiers. In dat jaar werkten er 19 onderzoekers op het terrein en waren er ten burele 2 onderzoekers met ondersteunende taken. In elk van de vier gedeconcentreerde diensten te Antwerpen, Gent, Luik, en Bergen is er tevens één onderzoeker voorzien. Jaar Geopende dossiers Afgesloten dossiers Dossiers in behandeling 2006 2002 487 487-2003 660 641 19 2004 793 775 18 2005 860 829 31 2006 962-962 Aantal behandelde dossiers in 2006 1030 Aard van de klachten en aangiften Administratieve klachten (36 %) Gerechtelijke klachten (63 %) Tucht (1 %) JAARVERSLAG 2006 AIG 27