Plangebied Zuidendijk 537

Vergelijkbare documenten
6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

Plangebied Kreater, Rotterdam-Overschie

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

Plangebied Nijkerkerweg-Tolboom

Plangebied Koedood 4A in Barendrecht

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg

Plangebied Plantsoensingel Zuid te s-heerenberg

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied De Hullen 4 te Drijber

Plangebied Blokhoeve 7 te Nieuwegein

Plangebied HOV Spooronderdoorgang Santpoort- Driehuis in Santpoort-Noord

RAAP-NOTITIE Plangebied De Botter te Hallum Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Melderstraat 30 te Didam

Plangebied Van de Spiegelstraat 23 en 23a in Den Haag

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp)

Bijlage IV. Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

Plangebied Sportterrein te Lippenhuizen

Plangebied Rosinkweg noord

Plangebied Hengelosestraat/Noordsingel Gemeente Haaksbergen Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Kerkebogerd en Waalseweg in Tull en t Waal

Plangebied Groenzoom Berkel en Rodenrijs

Plangebied Visvijvers te Gendt

Plangebied Kleihoogt 9, Berkel en Rodenrijs

RAAP-NOTITIE Plangebied Kotmanpark-Oost Gemeente Enschede Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied H.W. Iordensweg te Twello

Bijlage 4: Archeologisch vooronderzoek

Plangebied Nieuwelaan-Oost te Limmen

Plangebied Raadhof, Korte Smidsweg 22 in s-gravendeel

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

Plangebied Vliegbasis Twenthe, oostelijk deel

Plangebied Watertoren in Zwijndrecht

Dordrecht Ondergronds 24

Plangebied Eksterweg, IJsselstein

Wegomlegging N355 Zuidhorn- Noordhorn

Plangebied Uddelerveen 66 te Uddel

Plangebied Goudse Hout, Gouda

Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid

Plangebied Arendlaan. Archeologisch. Advi esbureau RAAP-NOTITIE 5406

Plangebied Evertsenstraat 132 te Rijnsburg

Plangebied Lichtenvoordseweg te Groenlo

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Dordrecht Ondergronds / Briefrapport 1. Dordrecht - Meidoornlaan

Plangebied Veilingterrein

Plangebied Fort Vechten, kabels en leidingen bomvrije kazerne

Bureau voor Archeologie Rapport 273

RAAP-NOTITIE 4626 Plangebied De Cloese Gemeente Lochem Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

Dordrecht Ondergronds 29

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Baggerprogramma 2017, deellocaties vijvers Oosterparkwijk in Groningen

Plangebied Oslolaan 2-4 te Urk

Inhoud bijlage bij de toelichting. Stedenbouwkundige opzet Archeologisch vooronderzoek. Historisch bodemonderzoek met bijlagen

Plangebied Belgiëlaan 1a in Hazerswoude-Dorp

Plangebied Dijkhuizerzandweg

Plangebied Windturbines Kabeljauwbeek

Plangebied Griene Dyk te Sneek

Onderzoeksgebied Klaver 5 in Sevenum

Plangebied De Omloop te Almkerk

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied Elst Centraal, deelgebied Bemmelseweg te Elst

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Figuur 1. Resultaten onderzoek geprojecteerd op het Actueel Hoggtebestand Nederland (AHN).

Plangebied aan de Boezem te Gorinchem

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Ballumerweg 23 in Nes

Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied Doornsteeg 7 te Lunteren

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein

Plangebied Zanddijk 18 te Mariënvelde

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen voor het plangebied De Slaag te Maurik, gemeente Buren (Gld)

Plangebied Dorpsstraat 13 te Streefkerk

Verkennend booronderzoek aan de Hoofdstraat 44a, te Leiderdorp. P. van de Geer. Archol. Archol

Plangebied Hemmelhorst

Plangebied Lammermarkt in Leiden

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Plangebied Molenpad te Oosterwolde

Plangebied Dokter Kijlstraweg 2 te Mûnein

Plangebied Purac Biochem, Arkelsedijk 46 te Gorinchem

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 8 DORDRECHT, LEEUWSTRAAT E.O.

Plangebied IJsselbos-west te IJsselstein

Plangebied Tolsestraat te Dodewaard

Plangebied Einsteinweg

Plangebied Zuidwendigeweg te Oosterwolde

Plangebied Lobbendijk 16 in Houten

Plangebied Tolhuispark in Dokkum

Plangebied Kasteellaan 2

Archeologische Quickscan

Plangebied Chopinstraat

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plangebied Natuurspeeltuin de Weijver

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied Rondobrug en Koedijk

RAAP-NOTITIE Plangebied t Vaneker. Gemeente Enschede Archeologisch vooronderzoek: een aanvullend inventariserend veldonderzoek

Verkennend archeologisch booronderzoek voor Koningin Julianalaan 19 te Waalre. Koen Hebinck

Transcriptie:

RAAP-NOTITIE 4568 Plangebied Zuidendijk 537 Gemeente Dordrecht Archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en

Colofon Opdrachtgever: 3BM Architectuur Titel: Plangebied Zuidendijk 535, gemeente Dordrecht; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en Status: eindversie Datum: 23 augustus 2013 Auteur: ir. G.H. de Boer Projectcode: DOZUI Bestandsnaam: NO4568_DOZUI Projectleider: ir. G.H. de Boer Projectmedewerkers: niet van toepassing ARCHIS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 57869 Bewaarplaats documentatie: RAAP West-Nederland Autorisatie: ir. G.H. de Boer Bevoegd gezag: gemeente Dordrecht ISSN: 0925-6369 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. Leeuwenveldseweg 5b 1382 LV Weesp Postbus 5069 1380 GB Weesp telefoon: 0294-491 500 telefax: 0294-491 519 E-mail: raap@raap.nl RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2013 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

Samenvatting In opdracht van 3BM Architectuur heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in augustus 2013 een archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied Zuidendijk 537 in de gemeente Dordrecht. De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen voor nieuwbouw op deze locatie. Het onderzoek is nodig in het kader van een bestemmingsplanwijziging, aangezien naar verwachting eventueel aanwezige archeologische resten bij toekomstige graafwerkzaamheden in het gebied zullen worden verstoord. Een archeologische onderbouwing met betrekking tot de eventuele aanwezigheid van archeologische waarden is derhalve verplicht conform het vigerend gemeentelijk beleid. Het plangebied had voor aanvang van het veldonderzoek een hoge archeologische verwachting voor archeologische vindplaatsen uit de Middeleeuwen. Op basis van de geologische opbouw van het plangebied - de ligging in (op) de restgeul, het ontbreken van oeverzones - en het ontbreken van archeologische resten, kan deze hoge verwachting naar beneden toe worden bijgesteld. Sporen en/of resten van bewoning zijn niet te verwachten in het plangebied. Andere archeologische resten, typisch voor een natte context (dumps, waterstaatkundige werken en structuren e.d.) worden voornamelijk langs de oevers van de Dubbel verwacht. Deze oeverzones bevinden zich buiten het plangebied. Wel is het in theorie mogelijk dat zich in de verlande restgeul (resten van) bijvoorbeeld boten bevinden. Op basis van de onderzoeksresultaten en de voorgenomen bodemingrepen is geconcludeerd dat bij de realisering van de plannen naar alle waarschijnlijkheid geen archeologische resten zullen worden verstoord. Er wordt dan ook geen vervolgstap in het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht. Over dit advies kunt contact op nemen met de bevoegde overheid, in deze mevrouw J. Hoevenberg, archeoloog van de gemeente Dordrecht. RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [3]

Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Administratieve gegevens... 5 1 Inleiding... 6 1.1 Aanleiding...6 1.2 Ligging van het plangebied...6 1.3 Planomschrijving...6 1.4 Doel- en vraagstelling...6 1.5 Kwaliteit...7 2 Bureauonderzoek... 8 2.1 Methode...8 2.2 Geologie en bewoning...8 2.3 Archeologische en historische gegevens...10 2.4 Gespecificeerde archeologische verwachting...11 3 Veldonderzoek... 13 3.1 Methode...13 3.2 Resultaten...13 4 Conclusies en aanbevelingen... 15 4.1 Onderzoeksvragen...15 4.2 Conclusies...16 4.3 Aanbevelingen...16 Literatuur... 17 Gebruikte afkortingen... 19 Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen... 19 Bijlage 1. Boorbeschrijvingen... 26 RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [4]

Administratieve gegevens Projectcode DOZUI ARCHIS onderzoeksmelding 57869 Type onderzoek Opdrachtgever Contactpersoon Onderzoekskader bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) 3BM Architectuur de heer B. van Luttikhuizen bestemmingsplanwijziging Locatie Plangebied Zuidendijk 537 Plaats Gemeente Provincie Dordrecht Dordrecht Zuid-Holland Kadastrale gegevens gemeente Dubbeldam, sectie B, nummer 3089 Oppervlakte 5.000 m² Kaartblad 44A Centrumcoördinaat 107.925/422.000 Bevoegde gezag Contactpersoon gemeente Dordrecht mevr. J. Hoevenberg Onderzoeksperiode augustus 2013 Afbakening onderzoeksgebied ARCHIS-vondstmelding ARCHIS-waarneming Het bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) is beperkt gebleven tot het plangebied. niet van toepassing niet van toepassing RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [5]

1 Inleiding 1.1 Aanleiding In opdracht van 3BM Architectuur heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in augustus 2013 een archeologisch bureauonderzoek (BO) en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, door middel van boringen uitgevoerd in het plangebied Zuidendijk 537 in de gemeente Dordrecht. De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen om op deze locatie nieuwbouw te realiseren waarvoor een bestemmingsplanwijziging nodig is. Op de beleidskaart archeologie van de gemeente Dordrecht staat het gebied aangemerkt als Waarde Archeologie 2 (Hoevenberg, 2012). Het beleid voor deze categorie schrijft voor dat er bij bodemingrepen dieper dan 70 cm -Mv een archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd. Bij onderhavig plan zullen zeer de ingrepen zeer waarschijnlijk reiken dan 70 cm -Mv. 1.2 Ligging van het plangebied Het plangebied ligt direct ten zuiden van de Zuidendijk, buiten de bebouwde kom van Dordrecht (figuur 1). Op recente topografische kaarten 1:25.000 is het plangebied afgebeeld als erf met bebouwing. Volgens de geraadpleegde topografische kaart en het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN; http://www.ahn.nl/) bedraagt de huidige maaiveldhoogte in het plangebied ongeveer 0,2 m -NAP. 1.3 Planomschrijving De huidige opstallen in het plangebied worden gesloopt. Binnen het plangebied zullen vervolgens nieuwe woningen worden gebouwd. De diepte van de voorgenomen (graaf)werkzaamheden is nog onbekend. De ingrepen zullen zeer waarschijnlijk dieper reiken dan 70 cm -Mv. 1.4 Doel- en vraagstelling De doelstelling van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het plangebied aan de hand van bestaande bronnen teneinde een gespecificeerde archeologische verwachting op te stellen. Het doel van het veldonderzoek is het toetsen en aanvullen van deze gespecificeerde verwachting. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen is vervolgens in hoofdstuk 4 een advies gegeven over de omgang met eventueel aanwezige archeologisch relevante geo(morfo)logische eenheden of archeologische resten. RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [6]

Onderzoeksvragen 1. Welke gegevens met betrekking tot archeologische waarden zijn reeds over het onderzoeksgebied bekend? 2. Hoe ziet de geologische/bodemkundige opbouw van het onderzoeksgebied eruit? En specifiek, wat is de diepteligging en conservering van het verdronken (laat-middeleeuwse) landschap? 3. Zijn er aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied? En zo ja, wat is hiervan de aard, locatie, diepteligging en mogelijke datering? 4. Is in het plangebied vervolgonderzoek noodzakelijk en welke methoden kunnen hierbij worden ingezet? 1.5 Kwaliteit Het onderzoek is uitgevoerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.2), beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; www.sikb.nl). Voorafgaand aan het veldonderzoek de opzet ter goedkeuring overlegd aan mevrouw J. Hoevenberg van gemeente Dordrecht. Voor de in deze notitie genoemde archeologische perioden wordt verwezen naar tabel 1. Daarnaast is achter in dit rapport een lijst met gebruikte afkortingen opgenomen. RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [7]

2 Bureauonderzoek 2.1 Methode Tijdens het bureauonderzoek wordt aan de hand van verschillende bronnen informatie verzameld om inzicht te krijgen in de genese van het landschap, de (lokale) opbouw van de bodem en de sporen die de mens in het landschap heeft achtergelaten. Om een beeld te vormen over het voormalige landschap is onder andere gebruik gemaakt van verschillende geologische, geomorfologische en bodemkundige kaarten. Voor informatie omtrent het reliëf in en rondom het plangebied is het Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN) geraadpleegd (http://www.ahn.nl/). Om de bekende archeologische gegevens te inventariseren zijn de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Dordrecht en het Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS II) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed geraadpleegd. Om inzicht te krijgen in de aanwezigheid van eventuele bebouwing en/of bodemverstoringen in het plangebied zijn onder andere historisch kaartmateriaal (www.watwaswaar.nl) en het Bodemloket (www.bodemloket.nl) geraadpleegd. Voor een volledig overzicht van de geraadpleegde bronnen wordt verwezen naar de literatuurlijst achter in dit rapport. 2.2 Geologie en bewoning Geologisch kader Het onderzoeksgebied maakt deel uit van het Eiland van Dordrecht. De ondergrond bestaat uit een afwisseling van klastische sedimenten (zand en klei) en veen. In de diepere ondergrond bevinden zich laat-pleistocene afzettingen, de top ervan ligt op 12 à 14 m -NAP (De Grooth, 1996). De sedimenten bestaan uit fijnzandig materiaal en zijn afgezet door een vlechtend riviersysteem: de voorganger van het huidige Rijn-Maassysteem. Dit vlechtend riviersysteem stroomde door een brede dalvlakte waarin een complex stelsel van ondiepe beddingen liep, die zich splitsten en weer bij elkaar kwamen. De afzettingen worden gerekend tot de Formatie van Kreftenheye (Bosch & Kok, 1994). Als gevolg van de klimaatsverandering die rond 10.000 jaar geleden plaats vond smolten de (land)ijskappen en rees de zeespiegel. Deze klimaatsverandering markeert het begin van een nieuwe geologische periode: het Holoceen. Met de stijging van de zeespiegel kwam ook de grondwaterspiegel hoger te liggen, hetgeen tot gevolg had dat het pleistocene landschap geleidelijk aan verdronk en overgroeid raakte met veen (Basisveen Laag, Formatie van Nieuwkoop). Daarnaast leidde de klimaatsverandering ertoe dat de vlechtende rivieren overgingen in een meanderend systeem. Dit wil zeggen dat het rivierwater zich concentreerde in één hoofdgeul die al slingerend richting de Noordzee stroomde. Ook het karakter van de rivierafzettingen veranderde. In de meanderende (of anastomoserende) rivierbedding werd overwegend zand afgezet, langs de geulen ontwikkelden zich smalle kleiige oeverwallen. In de rivierkomvlakte, tussen ver- RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [8]

schillende stroomgordels in, kwam alleen klei tot bezinking of vormde zich broekveen. De holocene rivierafzettingen worden gerekend tot de Formatie van Echteld. Doordat de rivieren van tijd tot tijd hun beddingen verlegden, kwamen nieuwe stroomgordels tot ontwikkeling. Oudere stroomgordels raakten door jonge komafzettingen of het uitbreidende veen bedekt. Veranderingen van de Nederlandse kust (het sluiten van de kustbarrière) rond 1800 voor Chr. leidde in het rivierengebied tot toenemende vernatting en zorgde op grote schaal voor veengroei (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop). Deze veengroei ging vermoedelijk door tot in de Middeleeuwen. De rivieren die door het middeleeuwse veengebied stroomden (in het bijzonder de Dubbel, het Oude Maasje en de Merwede) hebben een dunne laag (kom)klei afgezet op de het veenpakket. Deze kleilaag vormt de top van het zogenaamde middeleeuwse klei-opveenlandschap. Ontginning en ondergang van de Groote Waard Dit klei-op-veengebied, dat zich uitstrekte vanaf de Merwede tot in het huidige Noord-Brabant stond bekend als de Groote Waard (Van der Ven, 2003). Het deel tussen de Dubbel en het Oude Maasje - waarin het plangebied ligt - betrof de Tiesselenswaard. Aangenomen wordt dat de ontginning van de Groote Waard vanaf de 11e of 12e eeuw ter hand werd genomen (De Bont, 2006; Pons, 1997). Vanaf de randen van de rivieren werd het tussenliggende klei-op-veengebied systematisch verkaveld en in cultuur gebracht. Door het ontginnen van het veen trad na verloop van tijd een maaivelddaling op, waardoor de landbouwgebieden steeds lager kwamen te liggen en te kampen kregen met wateroverlast. De laaggelegen gebieden moesten met behulp van dijken, kades en dammen tegen het opdringende rivier- en zeewater worden beschermd. In het begin van de 15e eeuw ging de Groote Waard ten onder als gevolg van de nasleep van de Sint-Elisabethsvloeden (Cleveringa e.a., 2004; Hendriks e.a., 2004). Pogingen tot dijkherstel werden opgegeven en het gebied werd grotendeels verlaten (figuur 2: 1560). De Groote Waard veranderde in een ondiep zoetwatergetijdengebied, het Bergsche Veld (Van Wijk, 1995). Door aanvoer van zand en klei slibde het Bergsche Veld in de loop van de tijd op tot platen die bij lage waterstanden droogvielen. De groei van vegetatie zorgde ervoor dat extra sediment werd vastgelegd, waardoor de platen ook bij hoogwater niet meer onder water stonden. Met de aanleg van dijken werden de hoogst opgeslibde delen ( opwassen ) geleidelijk aan ingepolderd (vgl. figuur 2: 1592-1673). In dit opslibbende gebied ontstond een groot aantal killen (getijdegeulen). De ligging en oriëntatie van deze geulen vertoont geen enkele relatie meer met onderliggende landschap en de vroegere rivierlopen in de Groote Waard (Oude Maasje, Dubbel). Het pakket zoetwatergetijdeafzettingen dat op het klei-op-veenlandschap werd afgezet, is bekend als het Merwededek. Deze afzettingen worden gekenmerkt door de aanwezigheid van zoetwaterschelpen (o.a. grote diepslak [Bithynia tentaculata] en vijverpluimdrager [Valvata pisci- RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [9]

nalis]). Wel kunnen incidentele plekken met een relatief dunne laag met zout- of brakwaterafzettingen direct op het klei-op-veenlandschap worden aangetroffen. Dit betreft afzettingen die het directe gevolg zijn van de Sint-Elisabethsvloed (of een eerdere stormvloed): de Sint-Elisabethsvloedafzettingen. Deze afzettingen worden doorgaans gekenmerkt door een sterk humeuze kleilaag met (juveniele) brakwaterschelpen (o.a. brakwaterkokkel [Cerastoderma glaucum]). De aanwezigheid van de Sint-Elisabethsvloedafzettingen is vaak een aanwijzing voor aanwezigheid van greppels of andere depressies in het middeleeuwse klei-op-veenlandschap. Bedijking van het Bergsche Veld Vanaf circa 1600 werd een begin gemaakt met het bedijken van de opwassen in het Bergsche Veld. De Alloyzen- of Bovenpolder, waarin het plangebied ligt, werd ingepolderd in 1651-1652, meer dan twee eeuwen na de overstroming. Met deze en volgende inpolderingen had de stad Dordrecht in de loop van de 17e eeuw haar buitengebied weer teruggekregen. Behalve zeer goede landbouwgronden boden de inpolderingen de welgestelden de mogelijkheid om in de zomermaanden de stad te ontvluchten (Van Baarsel, 1995). In de loop van de 18e eeuw ontwikkelden de tijdelijke buitenverblijven zich tot vrijstaande herenhuizen omringd door perfect ontworpen tuinen, doolhoven, menagerieën, parken, grachten en lanen. In de 18e eeuw - de bloeiperiode - vormden de buitenplaatsen hét statussymbool voor de rijke kooplieden en regenten: een uitwijkplaats (uit de stad) waar gasten ontvangen konden worden (Van Baarsel & Van Heiningen, 2004). In de 19e eeuw raakten de meeste buitenplaatsen in verval. De oorspronkelijke boerderijen bleven in de meeste gevallen wel bestaan, de grote landhuizen in de polder maakten daarentegen plaats voor permanent bewoonde villa s net buiten de stad. De meeste van deze villa s zijn echter als gevolg van de stadsuitbreiding en spoorwegaanleg inmiddels verdwenen (Van Baarsel, 1995). 2.3 Archeologische en historische gegevens Archeologische verwachting Op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Dordrecht ligt het plangebied in een zone met relatief ondiepe jongere stroomgordelafzettingen: de Dubbel (De Boer e.a., 2009; figuur 1). Verschillende geologische kaarten (CHS, Berendsen & Stouthamer, 2001; Cohen e.a., 2012) en het AHN verraden de loop van de Dubbel hier. Concretere gegevens komen van een verkennend booronderzoek dat in 2009 is uitgevoerd in het kader van de ontwikkeling van het Belthurepark (circa 100 m oostelijk van het plangebied; De Boer & Van der Laan, 2009). Bij dit onderzoek werd de ligging van een meanderbocht van de Dubbel vastgesteld. Het middeleeuwse landschap was aangetroffen vanaf 1,2 m -Mv en werd afgedekt door het Merwededek. Bekende archeologische resten In ARCHIS staan geen archeologische vindplaatsen geregistreerd uit het plangebied zelf. Uit de directe omgeving (500 m) is slechts één vindplaats bekend (figuur 1: vindplaatsnummer 210). RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [10]

Het betreft middeleeuws aardwerk en enkele metaalvondsten die in 1994 ter hoogte van de Zuidendijk/Abeelstraat zijn gedaan door T. Groeneveld. Buitenplaatsen In het plangebied zelf liggen geen buitens/buitenplaatsen (figuur 1), direct ten noorden - aan de noordzijde van de Zuidendijk - ligt de Middenhoeve. Deze is waarschijnlijk voor 1673 is gesticht en nog steeds in gebruik. In het zuiden van de Alloyzenpolder, tegen de Zeedijk, ligt de buitenplaats Groot Raij. Deze buitenplaats is vermoedelijk kort na de inpoldering van de Alloyzenpolder in 1652 gesticht en was eigendom van de familie van Meeuwen. Groot Raij bestond uit twee omgrachte eilanden, op het noordelijke eiland stond het huis met een bijgebouw en op het zuidelijke eiland was een siertuin aangelegd. Na verschillende dijkdoorbraken is de buitenplaats vermoedelijk rond 1717 verlaten. Door de familie van Meeuwen is enkele honderden meters ten oosten van het voormalige huis Groot Raij de tegenwoordig nog aanwezige Alloyzenhoeve gebouwd (Schiferli, 2004). Het exacte bouwjaar van deze hoeve is onbekend, maar aangenomen kan worden dat de bouw vlak na het verloren gaan van het Huis Groot Raij is gestart. Landgebruik Vanaf de inpoldering, halverwege de 17e eeuw, tot in de 20e eeuw is het plangebied in gebruik geweest als agrarisch gebied. Op de kadastrale minuut uit 1826 (gemeente Dubbeldam, sectie B, de Kop ) staat het perceel vermeld als eigendom van Willem de Jong, koopman te Dordrecht en wordt het gebruikt als bouwland (figuur 2: 1830). Ook op de chromotopografische kaarten (eind 19e/begin 20e eeuw) is het perceel nog onbebouwd en in gebruik als bouwland (figuur 2: 1900). De boerderij aan de Zuidendijk 537 is in 1925 gebouwd door de familie In t Veld, ouders van de huidige eigenaar. Pas op de topografische kaart uit 1950 verschijnt de bebouwing ook op kaart. 2.4 Gespecificeerde archeologische verwachting Verwachte bodemopbouw De bodemopbouw in het plangebied is globaal bekend, zal van boven naar beneden naar verwachting bestaan uit: - het Merwededek (1 à 2 m dik), inclusief een recentelijk verstoorde laag/bouwvoor; - een pakket (rest)geulafzettingen van de Dubbel (enkele meters dik). Ook is het mogelijk dat het plangebied niet geheel op de Dubbel ligt, maar in de oeverzone. In dat geval bestaat de bodemopbouw vermoedelijk uit: - het Merwededek (1 à 2 m dik), inclusief een recentelijk verstoorde laag/bouwvoor; - een dunne laag (circa 20 cm) oever- of komklei van de Dubbel; - een veenpakket (0,5 à 1 m dik); - oudere kom- en oeverafzettingen. RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [11]

Gespecificeerde archeologische verwachting Juist vanwege de mogelijke aanwezigheid van de oeverzone van de Dubbel geldt voor het plangebied een (middel)hoge verwachting voor vindplaatsen uit de Romeinse tijd en/of Late Middeleeuwen (tot begin 15e eeuw). Deze resten bevinden zich waarschijnlijk rond 1 à 2 m -Mv (maar plaatselijk mogelijk al vanaf 70 cm -Mv) in de top van het klei-op-veenlandschap, dan wel in de top van de oever-/komafzettingen van de Dubbel. De kans op het aantreffen hiervan is ondermeer afhankelijk van de mate waarin het Romeinse en middeleeuwse landschap na de Sint- Elisabethsvloed is te lijden heeft gehad van erosie. Het kan gaan om losse boerderijen en huisplaatsen (al dan niet op kunstmatige ophogingen), maar (zeker) ook om sporen die verband houden met landgebruik en waterhuishouding (dijken/kades, greppels e.d.). Dergelijke vindplaatsen worden op het Eiland van Dordrecht zelden gekenmerkt door aanwezigheid van duidelijk herkenbare vondstlagen en/of dichte vondstspreidingen (bijv. aardewerk of bot). De aanwezigheid van de vindplaatsen is met een (extensief) booronderzoek dan ook zeer moeilijk aantoonbaar. De verwachting voor aanwezigheid van oudere (dan Romeinse) resten op dieper gelegen (oever)afzettingen is laag. Ook ten aanzien van bewoningssporen (anders dan sporen van het agrarisch landgebruik) daterend van ná 1650 heeft het plangebied een lage verwachting. RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [12]

3 Veldonderzoek 3.1 Methode Het inventariserend veldonderzoek (IVO) bestond uit een verkennend booronderzoek. Het doel van het veldonderzoek door middel van boringen is om de tijdens het bureauonderzoek opgestelde archeologische verwachting te toetsen en waar nodig aan te passen. Omdat het plangebied grotendeels verhard was, uit stallen of paardenbakken bestond, zijn zeven boringen direct om het plangebied geplaatst (figuur 3). Er is geboord tot maximaal 6 m -Mv met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm en een gutsboor met een diameter van 3 cm. De boringen zijn lithologisch beschreven conform NEN 5104 (Nederlands Normalisatie-instituut, 1989) en vastgelegd in het boorbeschrijvingssysteem van RAAP (Deborah 2; zie bijlage 1). Alle boringen zijn ingemeten met behulp van een RTK-GPS (x-, y- en z-waarden). Het opgeboorde materiaal is in het veld door middel van verbrokkeling en versnijding gecontroleerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren (zoals houtskool, aardewerk, metaal, bot, verbrande leem en fosfaatvlekken). Er zijn geen monsters genomen. De gehanteerde methode wordt geschikt geacht voor het in kaart brengen van de geologische opbouw van het gebied en het bepalen van de diepteligging van het potentieel archeologisch niveau ter hoogte van het plangebied. De gehanteerde methode is niet geschikt om op structurele wijze de archeologische resten zelf in kaart te brengen (Tol e.a., 2004). 3.2 Resultaten Geologie & bodemopbouw De uitgevoerde boringen zijn geologisch geïnterpreteerd (figuur 4). De opbouw van de ondergrond van het gebied is tamelijk eenduidig, van boven naar beneden zijn de volgende afzettingen aangetroffen: - verrommelde laag; - Merwededek; - (rest)geulafzettingen; - komafzettingen. Verrommelde laag Vanaf het maaiveld tot maximaal 125 cm is een verrommeld pakket aangetroffen, overwegend bestaand uit uiterst siltige, zwak humeuze klei, al dan niet met zand- en kleibrokken. Boring 7 bleek geheel verstoord; op 80 cm -Mv werd gestuit op ondoordringbaar puin/beton. RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [13]

Merwededek Deze afzettingen bestaan bovenin uit lichtbruingrijze, uiterst siltige tot zandige, kalkrijke klei met zoetwaterschelpen (voornamelijk Grote Diepslak en Vijverpluimdrager). Naar beneden toe (rond 1 m -Mv) gaan de afzettingen geleidelijk over in grijs, kalkrijk, zeer fijn zand met zoetwaterschelpen en veel dunne humus- en kleilagen. Vanaf circa 2 m -NAP gaat het gelaagde zandpakket over in een compacter zandpakket met enkele dunne laagjes/brokjes detritus. Rond 2,7 m -NAP bevindt zich in het Merwededek een circa 10 cm dikke, bruingrijze, humeuze en heterogene laag (figuur 4). De laag bevat klei- en veenbrokjes, zoet- en brakwaterschelpen (brakwaterkokkels) en puinfragmentjes (zie onder Archeologie), maar is niet in alle boringen aanwezig/herkend. Naar beneden toe (vanaf circa 2,6 m -NAP) gaat deze heterogene laag over in een pakket lichtbruingrijze, uiterst siltige klei met zeer veel dunne humus- en zandlagen (35 tot 70 cm dik). Overeenkomstig eerder onderzoek is dit pakket geïnterpreteerd als de basis van het Merwededek. (Rest)geulafzettingen van de Dubbel Tussen 2,8 en 4,1 m -Mv gaat de (licht)bruingrijze kleilaag abrupt over in een pakket kalkrijke, zwarte, sterk humeuze, uiterst siltige klei met veel dunne humus- en zandlaagjes. Naar beneden komen soms dunne veenlagen voor. Deze sterk humeuze afzettingen zijn geïnterpreteerd als de verlandingsafzettingen van de Dubbel (restgeul). De basis van dit sterk humeuze pakket is niet altijd binnen 5 m -Mv bereikt. In de boringen 1, 4 en 6 zijn de onderliggende afzettingen aangeboord, deze bestaan uiterst siltige, zwak humeuze, (bruin)grijze klei met veel dunne humus- en zandlaagjes. In enkele boringen zijn in deze laag fragmenten van stroommossels (Unionidae) en graafsporen van deze soort aangetroffen. In boring 4 komen vanaf 4,1 m -Mv (4,4 m -NAP) dikkere zandlagen voor met daarin veel hout- en plantenresten: de bodem van de voormalige geul. Komafzettingen In boring 4 gaan de geulafzettingen op 4,85 m -Mv (5,2 m -NAP) naar beneden toe scherp (erosief) over in bruingrijze, matig humeuze klei met plantenresten. Het betreft de komklei waarin de Dubbel zich heeft ingesneden. Archeologie Tijdens het booronderzoek zijn in boringen 1, 4 en 6 puinfragmentjes aangetroffen. Deze bevonden zich op een diepte van 2 à 2,5 m -Mv in een dunne (circa 10 cm dikke), heterogene ( rommelige ) en humeuze laag in het Merwededek (figuur 4). Behalve zoetwaterschelpen bevatte deze laag ook brakwaterschelpen. De laag is geïnterpreteerd als een laag met verspoelde (laatmiddeleeuwse) resten en vormt geen aanwijzing voor een (intacte) archeologische vindplaats op deze locatie. RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [14]

4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Onderzoeksvragen Op basis van de uitkomsten van het onderzoek konden de vooraf verwoorde onderzoeksvragen worden beantwoord (zie 1.4): 1. Welke gegevens met betrekking tot archeologische waarden zijn reeds over het onderzoeksgebied bekend? Uit het plangebied zelf waren voor aanvang van het veldwerk geen archeologische waarden bekend. Uit de directe omgeving van het plangebied (500 m) was slechts één vindplaats bekend: de vondsten van middeleeuws aardwerk en enkele metalen objecten die in 1994 ter hoogte van de Zuidendijk/Abeelstraat zijn gedaan door T. Groeneveld. Verder liggen in de omgeving twee buitenplaatsen die dateren van na de inpoldering van het Bergsche Veld. 2. Hoe ziet de geologische/bodemkundige opbouw van het onderzoeksgebied eruit? En specifiek, wat is de diepteligging en conservering van het verdronken (laat-middeleeuwse) landschap? De ondergrond van het plangebied bestaat uit Merwededek op (rest)geulafzettingen van de Dubbel. In boring 4 is op een diepte van 4,85 m -Mv (5,16 m -NAP) de onderliggende komklei aangeboord waarin de Dubbel zich heeft ingesneden. De bovenzijde van de Dubbelafzettingen (de bovenzijde van het landschap van vóór 1421) is aangetroffen vanaf 2,8 m -Mv (3 m -NAP: boring 6). De bovenzijde van de Dubbelafzettingen lijkt intact, maar aangezien het om verlandingsafzettingen gaat, is dit minder van belang dan wanneer het oeverafzettingen van de Dubbel zou betreffen. Landschappelijk gezien ligt het gehele plangebied in (op) de Dubbel, de oevers bevinden zich buiten het plangebied. Dit past in het beeld van de omliggende onderzoeken (De Boer & Stevens, 2009; De Boer & Van der Laan, 2009; Dorst, 2009). Wel lijkt de Dubbel een scherpere meander te maken dan eerder was verwacht (vgl. De Boer & Van der Laan, 2009; figuur 5). 3. Zijn er aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied? En zo ja, wat is hiervan de aard, locatie, diepteligging en mogelijke datering? Nee, er zijn geen aanwijzingen voor aanwezigheid van (laat-middeleeuwse) of andere vindplaatsen in het plangebied. 4. Is in het plangebied vervolgonderzoek noodzakelijk en welke methoden kunnen hierbij worden ingezet? Zie 4.2 en 4.3. RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [15]

4.2 Conclusies Op basis van de onderzoeksresultaten en de voorgenomen bodemingrepen ( 1.3) kan worden geconcludeerd dat bij de realisering van de plannen naar alle waarschijnlijkheid geen archeologische resten zullen worden verstoord. Het plangebied had voor aanvang van het veldonderzoek een hoge archeologische verwachting voor archeologische vindplaatsen uit de Middeleeuwen (zie 2.3). Op basis van de geologische opbouw van het plangebied - de ligging in (op) de restgeul, het ontbreken van oeverzones - en het ontbreken van archeologische resten, kan deze hoge verwachting naar beneden toe worden bijgesteld. Sporen en/of resten van bewoning zijn niet te verwachten in het plangebied. Andere archeologische resten, typisch voor een natte context (dumps, waterstaatkundige werken en structuren e.d.) worden voornamelijk langs de oevers van de Dubbel verwacht. Deze oeverzones bevinden zich buiten het plangebied. Wel is het in theorie mogelijk dat zich in de verlande restgeul (resten van) bijvoorbeeld boten bevinden. 4.3 Aanbevelingen Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen in het plangebied géén vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS). Over dit advies kunt contact op nemen met de bevoegde overheid, in deze mevrouw J. Hoevenberg, archeoloog van de gemeente Dordrecht. Indien u dat wenst, kunnen wij u in dit overleg assisteren. RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [16]

Literatuur Baarsel, M. van & E. van Heijningen, 2004. Dordrecht van buitenhuizen en lusthoven naar stadsparken. Eilandverkenningen 2. De Bengel/Stadsarchief Dordrecht. Baarsel, M. van, 1995. Buitenplaatsen op het Eiland van Dordrecht. In: W. van Wijk. (red.), Dordt in de kaart gekeken, 111-140. Uitgeverij Waanders, Zwolle. Berendsen, H.J.A. & E. Stouthamer, 2001. Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse Delta, The Netherlands. Van Gorcum, Assen. Boer, G.H. de & E. van der Laan, 2009. Het Belthurepark, gemeente Dordrecht; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en. RAAP-rapport 1857. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp. Boer, G.H. de & F. Stevens, 2009. Plangebied De Zuidpolder, gemeente Dordrecht; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (mechanisch booronderzoek). RAAP-rapport 1693. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp. Boer, G.H. de & I.R.P.M. Briels, 2006. Plangebied Stevensweg-West (terrein de Jong), gemeente Dordrecht; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek. RAAP-rapport 1449. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam. Boer, G.H., M. Rietkerk, J.A. Schenk & B. Jansen, 2009. Stad en slib. Het archeologisch potentieel van het Eiland van Dordrecht in kaart gebracht; een archeologische verwachtingskaart van de gemeente Dordrecht. RAAP-rapport 1672. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam. Bont, Chr. de, 2006. Onder de Biesbosch. Historisch-geografische en naamkundige bouwstenen voor een reconstructie van het in 1421 verdronken middeleeuwse cultuurlandschap van de Groote Waard. Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis 12 (2): 47-65. Bosch, J.H.A. & H. Kok, 1994. Toelichtingen bij de geologische kaart van Nederland 1:50.000, blad Gorinchem West (38 W). Rijks Geologische Dienst, Haarlem. Cleveringa, P., J.P.C.A. Hendriks, L. van Beurden, H.J.T. Weerts, D.G. Smeerdijk, T. Meijer, H. de Wolf & D. Paalman, 2004. So grot overvlot der watere. Een bijdrage aan het moderne multidisciplinaire onderzoek naar de St. Elisabethsvloeden en de periode die daaraan vooraf ging. Holland, Historisch Tijdschrift 3: 162-180. Cohen, K.M., E. Stouthamer, H.J. Pierik, A.H. Geurts, 2012. Digitaal Basisbestand Paleogeografie van de Rijn-Maas Delta. Dept. Fysische Geografie. Universiteit van Utrecht. (digitale dataset). Dorst, M.C., 2009. Dordrecht, nieuwbouw scholen Dubbeldam; een bureauonderzoek en een verkennend, inventariserend veldonderzoek door middel van boringen. Dordrecht Ondergronds Briefrapport 19. Gemeente Dordrecht, afdeling Ruimtelijke realisatie/archeologie. Grooth, Th.A.M. de, 1996. Geologische inventarisatie van het Eiland van Dordrecht. RGDrapport BP 1.110.016. Rijks Geologische Dienst, Haarlem. RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [17]

Hendriks, J.P.C.A., P. Cleveringa, L. van Beurden, H.J.T. Weerts, T. Meijer, D.G. van Smeerdijk & D.B.S. Paalman, 2004. "Dar vordrunken 16 schone kerspele". Introductie op het moderne interdisciplinaire onderzoek naar de Sint-Elisabethsvloeden, 1421-1424. Westerheem 53: 94-111. Hoevenberg, J., 2012. Dordrecht Ondergronds: Van archeologische verwachting naar beleid archeologie. Beleidsnota en beleidskaart archeologie Dordrecht. Sector Stadsontwikkeling/Ruimtelijke Realisatie, Gemeente Dordrecht. Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft. Pons, L.J., 1997. Dordrecht en de grenzen van Swindrehtwert. Historisch-Geografisch Tijdschrift 15(3): 99-109. Schiferli, R., 2004. Onderzoeksgebied Groot Raij, gemeente Dordrecht: een inventariserend archeologisch onderzoek. RAAP-rapport 998. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam. Tol, A.J., J.W.H.P. Verhagen, A. Borsboom & M. Verbruggen, 2004. Prospectief boren; een studie naar de betrouwbaarheid en toepasbaarheid van booronderzoek in de prospectiearcheologie. RAAP-rapport 1000. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam. Ven, G.P. van de (red.), 2003. Leefbaar Laagland. Geschiedenis van de waterbeheersing en landaanwinning in Nederland. Matrijs, Utrecht. Wijk, W. van, 1995. Dordrecht in de kaart gekeken. Waanders, Zwolle. RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [18]

Gebruikte afkortingen AHN AMK ARCHIS CHS KNA -Mv NAP SIKB Actueel Hoogtebestand Nederland Archeologische MonumentenKaart ARCHeologisch Informatie Systeem Cultuurhistorische HoofdStructuur Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie beneden maaiveld Normaal Amsterdams Peil Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen Figuur 1. Ligging van het plangebied (gearceerd) met ARCHIS- en amateurwaarnemingen (rood) en AMK-terreinen (blauw) op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Dordrecht; inzet: ligging in Nederland. Figuur 2. Ligging van het plangebied (ster/rode lijn) op verschillende kaarten (let op schalen zijn verschillend): 1560 (Pieter Sluyter) in het water; 1592 (Symon en Cornelis Jansz Inderveld) onbedijkte schorren/gorzen; 1611 (S. Jansz en D. Schellincx) onbedijkt, hoger gelegen schorren; 1635 (maker onbekend) onder aan de nieuwe Zuidendijk; 1673 (Van Nispen) in de net bedijkte Alloyzenpolder; 1826 (kadastrale minuut) tegenover de Middenhoeve; ca. 1900 (chromotopografische kaart) nog onbebouwd; huidig - luchtfoto (Microsoft Bing 2011 Microsoft Corporation). Figuur 3. Resultaten booronderzoek. Figuur 4. Geologisch boorprofiel. Figuur 5. Loop van de Dubbel op basis van huidige onderzoeken. Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal. Bijlage 1. Boorbeschrijvingen. RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013 [19]

107 108 109 423 423 210 422 422 421 421 107 Figuur 1. Ligging van het plangebied (gearceerd) met ARCHIS- en amateurwaarnemingen (rood) en AMK-terreinen (blauw) op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Dordrecht; inzet: ligging in Nederland. 108 109

Figuur 2. Ligging van het plangebied (ster/rode lijn) op verschillende kaarten (let op schalen zijn verschillend): 1560 (Pieter Sluyter) in het water; 1592 (Symon en Cornelis Jansz Inderveld) onbedijkte schorren/gorzen; 1611 (S. Jansz en D. Schellincx) onbedijkt, hoger gelegen schorren; 1635 (maker onbekend) onder aan de nieuwe Zuidendijk; 1673 (Van Nispen) in de net bedijkte Alloyzenpolder; 1826 (kadastrale minuut) tegenover de Middenhoeve; ca. 1900 (chromotopografische kaart) nog onbebouwd; huidig - luchtfoto (Microsoft Bing 2011 Microsoft Corporation). 2013 GdB/Dozui_histkrtn_A3

107900 108000 422100 legenda Merwededek op geulafzettingen Dubbel 422100 boring gestuit/verstoord 6 boornummer 345 basis Merwededk (cm -Mv) grens plangebied boorraai 422000 422000 Microsoft Bing 2011 Microsoft Corporation 0 107900 25 50 m 1:1.500 2013 108000 GdB/Dozui_fig_resond Figuur 3. Resultaten booronderzoek.

0,0 6 1 2 3 4-0,5-1,0 Hoogte t.o.v. NAP in meters -1,5-2,0-2,5-3,0-3,5-4,0-4,5-5,0-5,5-6,0-6,5 0 25 50 75 100 Afstand tot nulpunt in meters GdB/Dozui_profiel legenda geologische eenheden Merwedek: zandige getijdenafzettingen met zoetwaterschelpen verspoelde humeuze laag met puinfragmentjes Merwededek: kleiige gelaagde afzettingen overig 263 boornummer boring komafzettingen Dubbel (antropogene?) verlandingsafzettingen Dubbel natuurlijke geulafzettingen Dubbel Figuur 4. Geologisch boorprofiel. verstoord pakket (bouwvoor) 2013

Geologische perioden Archeologische perioden Tijdvak Chronozone Datering Tijdperk Datering Holoceen Laat Subatlanticum Vroeg Subatlanticum Subboreaal Atlanticum Boreaal Preboreaal Weichselien Pleniglaciaal Laat Glaciaal Laat Midden Late Dryas Allerød Vroege Dryas Bølling Vroegste Dryas Denekamp Hengelo - 1150 na Chr. - 0-450 voor Chr. - 3700-7300 - 8700-9700 - 11.050-11.500-12.000-12.500-13.500-30.500-60.000 Prehistorie Nieuwste tijd (=Nieuwe tijd C) Nieuwe tijd Middeleeuwen Romeinse tijd IJzertijd Bronstijd Neolithicum (Nieuwe Steentijd) Mesolithicum (Midden Steentijd) B A Laat Vol Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Jong B Jong A Ottoons Karolingisch Merovingisch laat Merovingisch vroeg - 1795-1650 - 1500-1250 - 1050-900 - 725-525 - 450-270 - 70 na Chr. - 15 voor Chr. - 250-500 - 800-1100 - 1800-2000 - 2850-4200 - 4900/5300-6450 - 8640-9700 - 12.500-16.000-35.000 Pleistoceen Vroeg Vroeg Glaciaal Moershoofd Odderade Brørup - 71.000 Paleolithicum (Oude Steentijd) Midden Eemien Saalien II Oostermeer Saalien I Belvedère/Holsteinien Glaciaal x Holsteinien Elsterien - 114.000-126.000-236.000-241.000-322.000-336.000-384.000-416.000 Oud - 250.000 463.000 tabel1_standaard_geobioarcheo_raap_2010 Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal. RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013

Bijlage 1. Boorbeschrijvingen RAAP-notitie 4568 / eindversie, 23 augustus 2013

boring: DOZUI-1 beschrijver: GDB, datum: 17-8-2013, X: 107.882,30, Y: 421.971,88, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 44A, hoogte: -0,22, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Dordrecht, plaatsnaam: Dordrecht, opdrachtgever: 3BM Architecten, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,22 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 35 cm -Mv / 0,57 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, donkergrijs, humusvlekken Bodemkundig: interpretatie: verploegd 55 cm -Mv / 0,77 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, enkele zandlagen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 90 cm -Mv / 1,12 m -NAP Lithologie: klei, sterk zandig, lichtgrijs, schelp compleet zoet water Bodemkundig: veel Fe-vlekken 105 cm -Mv / 1,27 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, grijs, enkele humus- en kleilagen, zeer fijn, schelp compleet zoet water 200 cm -Mv / 2,22 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, schelp compleet zoet water, spoor plantenresten 230 cm -Mv / 2,52 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, veel dunne detrituslagen, zeer fijn, schelp compleet zoet water 255 cm -Mv / 2,77 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, kalkrijk Archeologie: enkel fragment bouwpuin 265 cm -Mv / 2,87 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, grijs, veel dunne humus- en kleilagen, zeer fijn, schelpfragment marien wadplaat, kalkrijk 285 cm -Mv / 3,07 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruin, veel dunne humus- en zandlagen, slap, schelpfragment marien wadplaat, kalkrijk 345 cm -Mv / 3,67 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, sterk humeus, donkergrijszwart, enkele zandlagen, slap, kalkrijk, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) 415 cm -Mv / 4,37 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, sterk humeus, donkergrijszwart, enkele veenlagen, slap, kalkrijk, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) 450 cm -Mv / 4,72 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, donkergrijs, enkele humus- en kleilagen, slap, kalkrijk, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) Opmerking: met graafsporen (bioturbatie) 505 cm -Mv / 5,27 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, bruingrijs, veel dunne zandlagen, matig slap, spoor plantenresten, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 590 cm -Mv / 6,12 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig grof, interpretatie: beddingafzettingen Einde boring op 600 cm -Mv / 6,22 m -NAP 1

boring: DOZUI-2 beschrijver: GDB, datum: 17-8-2013, X: 107.908,99, Y: 421.971,95, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 44A, hoogte: -0,19, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Dordrecht, plaatsnaam: Dordrecht, opdrachtgever: 3BM Architecten, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,19 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs Bodemkundig: interpretatie: verploegd Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 60 cm -Mv / 0,79 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtbruingrijs, enkele zandlagen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 90 cm -Mv / 1,09 m -NAP Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, veel dunne kleilagen, zeer fijn, schelp compleet zoet water Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 130 cm -Mv / 1,49 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, veel dunne kleilagen, zeer fijn, schelp compleet zoet water, spoor plantenresten 180 cm -Mv / 1,99 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, compact (alleen zand en veen), zeer fijn, schelpengruis zoet water, spoor plantenresten 235 cm -Mv / 2,54 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, spoor plantenresten 270 cm -Mv / 2,89 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, zwak humeus, bruingrijs, veel dunne detritus- en kleilagen, zeer fijn, schelp compleet zoet water, kalkrijk Opmerking: met enkele fragmenten brakwaterkokkels 345 cm -Mv / 3,64 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, bruingrijs, veel dunne humus- en zandlagen, matig slap, kalkrijk 405 cm -Mv / 4,24 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, sterk humeus, donkergrijszwart, enkele humus- en zandlagen, slap, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) 450 cm -Mv / 4,69 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, sterk humeus, donkergrijszwart, enkele humus- en kleilagen, slap, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) Einde boring op 500 cm -Mv / 5,19 m -NAP 2

boring: DOZUI-3 beschrijver: GDB, datum: 17-8-2013, X: 107.935,25, Y: 421.972,88, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 44A, hoogte: -0,30, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Dordrecht, plaatsnaam: Dordrecht, opdrachtgever: 3BM Architecten, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,30 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs Bodemkundig: interpretatie: verploegd 55 cm -Mv / 0,85 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, enkele dikke zandlagen, schelp compleet zoet water Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 80 cm -Mv / 1,10 m -NAP Lithologie: klei, sterk zandig, lichtbruingrijs, enkele dikke zandlagen, schelp compleet zoet water Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 105 cm -Mv / 1,35 m -NAP Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, veel dunne kleilagen, zeer fijn, schelp compleet zoet water 170 cm -Mv / 2,00 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, enkele detrituslagen, compact (alleen zand en veen), zeer fijn 235 cm -Mv / 2,65 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, bruingrijs, veel dunne detritus- en kleilagen, zeer fijn, schelp compleet zoet water Opmerking: met enkele brakwaterkokkels 285 cm -Mv / 3,15 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, veel dunne humus- en zandlagen 345 cm -Mv / 3,75 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, sterk humeus, donkergrijszwart, veel dunne humus- en zandlagen, kalkrijk, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) 380 cm -Mv / 4,10 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, veel dunne humus- en zandlagen, kalkrijk, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) 440 cm -Mv / 4,70 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, sterk humeus, donkergrijszwart, enkele humuslagen, schelp compleet marien wadplaat, kalkrijk, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) Einde boring op 500 cm -Mv / 5,30 m -NAP 3

boring: DOZUI-4 beschrijver: GDB, datum: 17-8-2013, X: 107.953,35, Y: 421.986,35, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 44A, hoogte: -0,31, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Dordrecht, plaatsnaam: Dordrecht, opdrachtgever: 3BM Architecten, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,31 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, zand- en kleibrokken Bodemkundig: interpretatie: verploegd 125 cm -Mv / 1,56 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, zeer fijn, schelp compleet zoet water 155 cm -Mv / 1,86 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, enkele detritus- en kleilagen, zeer fijn, schelp compleet zoet water 210 cm -Mv / 2,41 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, matig humeus, grijs, veen- en kleibrokken, zeer fijn, schelp compleet marien wadplaat Archeologie: enkel fragment bouwpuin Opmerking: rommelig 220 cm -Mv / 2,51 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruingrijs, veel dunne humus- en kleilagen, zeer fijn 250 cm -Mv / 2,81 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtbruingrijs, veel dunne humus- en zandlagen, matig slap 310 cm -Mv / 3,41 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, sterk humeus, donkergrijszwart, enkele humus- en zandlagen, slap, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) 350 cm -Mv / 3,81 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, sterk humeus, donkergrijszwart, enkele veenlagen, slap, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) 412 cm -Mv / 4,43 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, donkergrijs, matig fijn, schelpengruis, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 420 cm -Mv / 4,51 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, matig humeus, donkergrijs, enkele humuslagen, slap, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 430 cm -Mv / 4,61 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, matig fijn, schelpengruis, veel hout, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Opmerking: heterogeen 450 cm -Mv / 4,81 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig grof, schelpengruis zoet water, weinig plantenresten, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 485 cm -Mv / 5,16 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, matig humeus, bruingrijs, spoor plantenresten, interpretatie: komafzettingen Einde boring op 500 cm -Mv / 5,31 m -NAP 4

boring: DOZUI-5 beschrijver: GDB, datum: 17-8-2013, X: 107.953,30, Y: 422.026,19, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 44A, hoogte: -0,55, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Dordrecht, plaatsnaam: Dordrecht, opdrachtgever: 3BM Architecten, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,55 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, bruingrijs Bodemkundig: interpretatie: verploegd 30 cm -Mv / 0,85 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, enkele zandlagen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 80 cm -Mv / 1,35 m -NAP Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, enkele kleilagen, zeer fijn Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 120 cm -Mv / 1,75 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, enkele kleilagen, zeer fijn, schelp compleet zoet water 215 cm -Mv / 2,70 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruingrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, schelp compleet zoet water Opmerking: met enkele brakwaterkokkels 310 cm -Mv / 3,65 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, bruingrijs, veel dunne humus- en zandlagen 385 cm -Mv / 4,40 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, sterk humeus, donkergrijszwart, enkele humus- en zandlagen, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) Einde boring op 500 cm -Mv / 5,55 m -NAP 5

boring: DOZUI-6 beschrijver: GDB, datum: 17-8-2013, X: 107.855,87, Y: 421.975,48, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 44A, hoogte: -0,18, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Dordrecht, plaatsnaam: Dordrecht, opdrachtgever: 3BM Architecten, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,18 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkergrijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 50 cm -Mv / 0,68 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, veel dunne kleilagen, zeer fijn, schelpfragment zoet water 170 cm -Mv / 1,88 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, schelpengruis zoet water 220 cm -Mv / 2,38 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, bruingrijs, veel dunne humus- en kleilagen, zeer fijn, schelp compleet zoet water Opmerking: met enkele brakwaterkokkels 235 cm -Mv / 2,53 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, veel dunne humus- en kleilagen, zeer fijn, schelp compleet zoet water Archeologie: enkel fragment bouwpuin Opmerking: met enkele fragmenten brakwaterkokkels 245 cm -Mv / 2,63 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, bruingrijs, veel dunne humus- en zandlagen 280 cm -Mv / 2,98 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, sterk humeus, donkergrijszwart, enkele humus- en zandlagen, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) 365 cm -Mv / 3,83 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, enkele humus- en zandlagen, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Einde boring op 400 cm -Mv / 4,18 m -NAP boring: DOZUI-7 beschrijver: GDB, datum: 17-8-2013, X: 107.869,48, Y: 422.017,53, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 44A, hoogte: -0,20, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: verhard, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Dordrecht, plaatsnaam: Dordrecht, opdrachtgever: 3BM Architecten, uitvoerder: RAAP West, opmerking: ondoordringbaar puin (beton/buis) 0 cm -Mv / 0,20 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, donkerbruingrijs Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald) 45 cm -Mv / 0,65 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, humusvlekken, interpretatie: verstoord Einde boring op 80 cm -Mv / 1,00 m -NAP 6