Het inrichtingenbegrip in Vlaanderen Naam: Steven Betz Functie:Adviseur milieu & ruimtelijke ordening Datum: 22 april 2016
Juridische kader BELGIË 8 augustus 1980 : Bijzondere wet tot hervorming van de instellingen Het beheer van het leefmilieu in België werd een taak van gewesten: Vlaamse Gewest Waalse Gewest Brusselse Hoofdstedelijke Gewest VLAANDEREN 28 juni 1985 : Milieuvergunningendecreet
Juridische kader 6 februari 1991: Uitvoeringsbesluit houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (= VLAREM I) Definities en procedurele bepalingen Bijlage I = lijst met inrichtingen en activiteiten die als hinderlijk zijn ingedeeld (hinderlijk karakter is onweerlegbaar) 1 juni 1995: Uitvoeringsbesluit houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (= VLAREM II) algemene voorwaarden en sectorale voorwaarden voor ingedeelde inrichtingen algemene voorwaarden voor niet-ingedeelde inrichtingen milieukwaliteitsnormen 16 mei 2014: Uitvoeringsbesluit houdende bijkomende algemene en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBV-installaties (= VLAREM III)
Juridische kader 25 april 2014 : Decreet betreffende de omgevingsvergunning = proceduredecreet (sectorale regelgeving (DABM VCRO) blijft van toepassing) Integratie bouw- en milieuvergunning Schrapping van vervaltermijn in milieutechnisch deel van de vergunning 27 november 2016 : Uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning (inwerkingtreding op 23 februari 2017)
Omgevingsvergunning Vlaanderen: 6 februari 1991: Uitvoeringsbesluit houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (= VLAREM I) Definities, indelingslijsten en procedurele bepalingen Bijlage I bevat de lijst met inrichtingen en activiteiten die als hinderlijk zijn ingedeeld (hinderlijk karakter is onweerlegbaar) 1 juni 1995: Uitvoeringsbesluit houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (= VLAREM II) algemene voorwaarden en sectorale voorwaarden voor ingedeelde inrichtingen algemene voorwaarden voor niet-ingedeelde inrichtingen milieukwaliteitsnormen 16 mei 2014: Uitvoeringsbesluit houdende bijkomende algemene en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBV-installaties (= VLAREM III)
Inrichtingen Niemand mag een inrichting opgenomen in de indelingslijst uitbaten zonder over een milieuvergunning of aktename te beschikken. Artikel 1, 4 Vlarem I: Definitie "inrichtingen = fabrieken, werkplaatsen, opslagplaatsen (= inrichtingen in de gewone zin van het woord) machines, installaties, toestellen, en handelingen, (worden in een inrichting gebruikt of gesteld. die op de indelingslijst voorkomen.
Drie klassen van inrichtingen Inrichtingen worden in drie klassen ingedeeld Klasse 1: meest hinderlijke activiteit : vergunningsplicht Klasse 2: minder hinderlijke activiteit : vergunningsplicht Klasse 3: minst hinderlijke activiteit : meldingsplicht. Spelen een rol bij de indeling in een klasse: grootte van de opslag, vermogen van de machines het gebruik van gevaarlijke producten of grondstoffen.
Indelingslijst
Milieutechnische eenheid Artikel 1.1.2 VLAREM II: Milieutechnische eenheid: verschillende ingedeelde inrichtingen, met inbegrip van hun exploitatieterrein en de overige onroerende goederen waarmee zij verbonden zijn, die als een geheel moeten worden beschouwd met het oog op het beoordelen van het nadeel dat zij kunnen berokkenen aan mens of milieu. Een gegeven dat kan wijzen op de aanwezigheid van een milieutechnische eenheid is de onderlinge geografische, materiële of operationele samenhang van inrichtingen, die gepaard gaat met een relatieve afscheiding van het geheel van deze inrichtingen ten opzichte van andere inrichtingen. Het feit dat verschillende inrichtingen een verschillend eigendomsstatuut hebben, belet niet dat zij een milieutechnische eenheid kunnen vormen
Ingedeelde inrichting of activiteit Nieuwe definitie via omgevingsvergunningendecreet Ingedeelde inrichting of activiteit. één inrichting of activiteit en de aanhorigheden ervan op een bepaalde locatie of, in voorkomend geval, verschillende inrichtingen of activiteiten en de aanhorigheden ervan op een bepaalde locatie die voor hun exploitatie als een samenhangend technisch geheel moeten worden beschouwd. Het feit dat verschillende inrichtingen en activiteiten een verschillend eigendomsstatuut hebben, belet niet dat ze door hun onderlinge technische samenhang als één ingedeelde inrichting of activiteit kunnen worden beschouwd.
Huidige bevoegdheidsverdeling Deputatie Klasse 1 projecten Gemeente Klasse 2 en 3 projecten
Bevoegde overheid bij omgevingsvergunning Vlaamse Regering LIJST : Vlaamse Projecten (zie beslissing VR 13-02-2015) Deputatie Klasse 1 projecten die niet voorkomen op de gesloten lijsten LIJST : provinciale projecten (zie beslissing VR 13-02-2015) Gemeente Klasse 2 en 3 projecten die niet voorkomen op de gesloten lijsten LIJST: gemeentelijke projecten (lijst voorlopig niet vastgesteld)
opzichzelfstaand project Normaal blijft dezelfde overheid bevoegd voor veranderingen aan project. Maar uitzondering via nieuwe rechtsfiguur opzichzelfstaand project = Deel van het project dat na de beoogde verandering betrekking heeft op : ofwel een ingedeelde inrichting of activiteit waarvan de exploitatie geen samenhangend technisch geheel vormt met deze van een andere ingedeelde inrichting of activiteit van het project, ofwel een deel van het project dat bouwtechnisch of/en functioneel kan worden afgesplitst MvT. : De toepassing van deze bepaling mag niet leiden tot het kunstmatig opsplitsen van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. DAAROM bepaling opgenomen dat geen afbreuk mag worden gedaan aan de begripsbepaling van ingedeelde inrichting