Bijlage 3 bij artikel 3.2, tweede lid, van de Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding Science Education and Communication Schakelprogramma s track Science Education / leraar VHO voor instroom vanuit het HBO 1) Voor de specialisatie informatica wordt verwezen naar: a) Het OER van de masteropleiding Computer Science and Engineering OF b) Het OER van de masteropleiding Business Information Systems OF c) Het OER van de masteropleiding Embedded Systems (3TU). 2) Voor de specialisatie wiskunde wordt verwezen naar: a) Het OER van de masteropleiding Industrial and Applied Mathematics. 3) Voor de specialisatie natuurkunde wordt verwezen naar: a) Het OER van de masteropleiding Applied Physics. 4) Voor de specialisatie scheikunde wordt verwezen naar: a) Het OER van de masteropleiding Chemical Engineering. 5) Voor de specialisatie ontwerpen wordt verwezen naar: a) Het OER van de masteropleiding Industrial Design OF b) Het OER van de masteropleiding Bouwkunde Toelatingseisen voor Econometrie instroom Masterstudenten econometrie kunnen het 1 jarige traject van de 1 e graads lerarenopleiding Wiskunde doorlopen in Eindhoven, mits zij 12 ECTS aan vakdeficiënties hebben opgevuld of opvullen. Het betreft 6ec op in het domein meetkunde, en 6ec in het domein grondslagen van de wiskunde. De concrete invulling in vakken kan in overleg met de student tot stand komen op basis van het actuele aanbod aan de TU/e en bijvoorbeeld roosterwensen van de student. Een mogelijke invulling is: Wiskunde en praktijk in historisch perspectief (2H600): 3 ec Getaltheorie (2WT12): 3 ec Capita Selecta (2WL01, Meetkunde): 2 ec Capita Selecta (2WL02, Meetkunde): 2 ec Capita Selecta (2WL04, Algebra): 2 ec NB1. De toelatings- en examencommissie beoordeelt altijd per student of aan deze minimumeis is voldaan. De commissie kan in individuele gevallen de student adviseren ook om daarboven nog iets aanvullends te doen, bijvoorbeeld de vakken: getaltheorie, algebra of geschiedenis van de wiskunde. NB2. De Ba vakken maken deel uit van het Bachelor College, bovenop de facultaire kwaliteitsbewakingcyclussen toezicht door de examencommissie is sprake van een bewakingscyclus vanuit het Bachelor College
Bijlage 4 zoals bedoeld in artikel 3.2, vierde lid, van de Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding Science Education and Communication Er zijn geen honorstrajecten gedefineerd Bijlage 5 zoals bedoeld in artikel 3.2, vierde lid, van de Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding Science Education and Communication 3TU DOCUMENT BEREIKBAAR VIA INTERNET; AFZONDERLIJK BIJGEVOEGD Zie: Eindtermen 3TU master SEC 2016-2017 Bijlage 6 zoals bedoeld in artikel 3.2, vierde lid, van de Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding Science Education and Communication 3TU DOCUMENT BEREIKBAAR VIA INTERNET; AFZONDERLIJK BIJGEVOEGD Zie: Toelatingsrichtlijn 3TU master SEC 2016-2017 Bijlage 7 zoals bedoeld in artikel 3.2, vierde lid, van de Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding Science Education and Communication Aanvullende bepalingen voor de track Science Education / leraar vho aan TU/e: A. Gang van zaken rondom intake, toelating, inschrijving en studieovereenkomst, B. Aanvullende bepalingen m.b.t. het onderdeel werkplekleren C. Plaats van professionele vaardigheden in de track leraar vho D. Omschrijving van het vakinhoudelijke gedeelte van de opleiding voor de track leraar vho (subject content) E. Aanvullende bepalingen m.b.t. toelating (SEC aan de TU/e) F. Pakketten en certificaten G. Opleidingsvisie H. Taken en taakverdeling studieadviseur en dagelijks begeleider I. Studentenzorg J. Onderwijsexperimenten A. Gang van zaken rondom intake, toelating, inschrijving en studieovereenkomst 1) Voor kandidaten die toelating vragen tot de afstudeerspecialisatie leraar vho in het vak binnen de track Science Education (lerarenopleiding) gelden aanvullende bepalingen: a) met hen wordt door de studieadviseur een geprotocolleerd gesprek gevoerd,
met als doel inzicht te verkrijgen in de persoonlijke geschiktheid van de kandidaat om zich te kwalificeren tot leraar vho. Dit leidt tot een op schrift gesteld advies aan de student. Het verslag van dit gesprek en dit advies wordt als bijlage opgenomen in de studieovereenkomst. b) een aanvullende toelatingseis door de toelatingscommissie m.b.t. de mondelinge en schriftelijke beheersing van de Nederlandse taal op een niveau dat het cognitief en sociaal functioneren als docent in een reguliere Nederlandse VO-school mogelijk maakt. c) Indien voorhanden, zal de rapportage van een recent op het docentschap gericht assessment of de summery of competencies op basis van de TU/e broad test of skills worden betrokken in de toelatingsbeoordeling 2) In gevallen dat het door directe toepassing van de in het OER gegeven regelgeving duidelijk is dat een kandidaat tot de opleiding toelaatbaar is, waaronder voor kandidaten vho mede begrepen de onder b) genoemde voorwaarde, kan een bewijs van toelating worden afgegeven bedoeld als in artikel 4 lid 3 van dit OER, hangende de definitieve vaststelling van de inhoud van de studieovereenkomst. 3) Voor het opstellen een aan de examencommissie aanbieden van de studieovereenkomst wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van de ESoE intake tool. B. Aanvullende bepalingen m.b.t. het onderdeel werkplekleren Ten aanzien van werkplekleren gelden bijzondere procedures en richtlijnen: 1) In alle gevallen wordt bij aanvang van het werkplekleren een geschreven overeenkomt opgemaakt tussen school, kandidaat en opleiding waarin de taken en verantwoordelijkheden concreet zijn vastgelegd. 2) Het werkplekleren wordt beoordeeld door de aangewezen examinator (c.q. ECD) op advies van de schoolopleiders SPD (en de OD voor zover deze laatste t.a.v. de student een actieve rol heeft als opleider). De schoolopleiders en de student vullen ieder voor zich of gezamenlijk het beoordelingsformulier in. Dit resultaat wordt samen met het portfolio werkplekleren - besproken door ECD, Student, SPD (en OD voor zover deze laatste t.a.v. de student een actieve rol heeft als opleider), waarna alle partijen het beoordelingsformulier ondertekenen. 3) Het oordeel van de ECD kan afwijken van het advies, maar deze dient zich daarbij te baseren op externe en objectiveerbare informatie zoals een videoopname of lesbezoek. 4) De ECD woont minimaal 1 les van de student bij. 5) Het portfolio bevat minimaal: 1 video-opname waarin de student zelfstandig les geeft van in totaal niet minder dan 40 minuten. 6) Bij werkplekleren kan er sprake zijn van een dubbele beoordeling. a) Enerzijds wordt een cijfer toegekend op basis van de competentiegroei zoals die blijkt uit verrichtingen en het portfolio. Dit is bepalend voor het verkrijgen van studiepunten. b) Anderzijds een beoordeling ten aanzien van de wettelijke vereiste competenties voor een bevoegdheid leraar VHO, voor zover beoordeelbaar in de afzonderlijke context van het werkplekleren.
c) Daartoe zijn rubrics beschikbaar 7) Om de competentie als leraar VHO aan de hand van een stage of baan voldoende betrouwbaar te kunnen vaststellen (d.w.z. de beoordeling onder 6b) geldt een reeks criteria: a) De student participeert volgens de gemaakte afspraken in het onderwijs en in de schoolorganisatie, b) Een minimum aantal gegeven lessen, c) Een eis met betrekking tot het aantal zelfstandig zonder aanwezigheid van de docent in een doorlopende lessenreeks aan één klas gegeven lessen, d) Een minimaal aantal leerlingen in de groep, e) De leerlingengroep waaraan wordt lesgegeven dient in voldoende mate overeen te stemmen met de leerlingengroep waarop de te verkrijgen lesbevoegdheid betrekking heeft, f) Het curriculum dient in voldoende mate overeen te stemmen met het curriculum behorend bij de te verkrijgen lesbevoegdheid, De concrete uitwerking hiervan is te vinden onder punt 14. De criteria worden bij aanvang van het werkplekleren aan de studenten en scholen kenbaar gemaakt 8) Internationalisering. a) Werkplekleren aan een internationale school of een school met niet- Nederlandstalig onderwijs wordt aangemoedigd; voor een beoordeling van het werkplekleren aan internationale school of een school met niet- Nederlandstalig onderwijs is het bovenstaande van toepassing. 9) Wanneer aan één of meer van de in lid 7 genoemde voorwaarden niet, nog niet, of niet meer is voldaan, is de examinator (ECD) niet verplicht om tot een beoordeling te komen. 10) Bij aanvang van het werkplekleren worden de geplande start en einddatum van het werkplekleren overeengekomen. a) Wanneer van een onderdeel werkplekleren na een periode van 3 maanden na het verstrijken van het met de school en student afgesproken tijdvak nog geen beoordeling heeft kunnen plaats vinden, wordt dit onderdeel werkplekleren met een onvoldoende afgesloten. 11) ESoE kan in overleg met school en student het werkplekleren afbreken als zij van mening is dat voor die student in die context onvoldoende mogelijkheid bestaat om tot effectief leren te komen. Hierna wordt een nieuwe stageplek gezocht. 12) Herkansing van werkplekleren is mogelijk, mits er naar het oordeel van de opleidingsdirectie: a) aantoonbaar sprake is van overmacht of bijzondere omstandigheden waardoor het werkplekleren niet met een positief resultaat kon worden afgesloten, én b) er een redelijke kans is op succes wanneer opnieuw aan het werkplekleren wordt begonnen. 13) Het afsluitende werkplekleren van een opleiding kan NIET worden vrijgesteld. Om de opleiding te kunnen afsluiten dient er altijd een beoordeling plaats te vinden m.b.t. de door de kandidaat getoonde competenties in school. De examencommissie kan besluiten dit te laten plaats vinden los van het volgen van
werkplekleren. De beoordeling berust in zo n geval bij de examencommissie. 14) Aard en omvang van het werkplekleren Gemiddeld mee werkende klas (n>15) Aanpalend vakgebied Schooltype EA2X0 100% 0-100% EA3X1 + EA3X2 >50% <50% Beperkt 2e gr gebied EM2X0 100% 0-100% EME3X1 + EME3X2 >50% <50% boven en/of onderbouw EME34 + EME35 >50% <20% bovenbouw EME36 >50% <20% bovenbouw Studielast uren Totaal aantal uren aan activiteiten op school Min. aantal lesuren geven Min. aantal lesuren dat onderdeel van een coherente reeks met een klas Min. aantal lesuren zelfstandig gepland en uitgevoerd (evt. met feedback SPD) EC EA2X0 P1mi 5 140 84 4 -- 0 0 0% EA3X1 + EA3X2 P2mi 5+5 280 180 70 35 35 16 23% EM2X0 P1ma 5 140 80 4 -- 0 0 0% EME3X1 + EME3X2 P2ma 5+5 280 180 70 35 35 16 23% EME34 + EME35 P3/P4ma 5+2,5 210 160 70 60 70 35 50% EME36 P5ma 5 140 100 30 30 30 15 50% Totaal 2 e -graads 74 35 35 16 22% Totaal 1 e -graads 174 125 135 66 38% 15) Aanvullende Criteria m.b.t. de beoordeelbaarheid van werkplekleren combinatietrajecten: a) binnen combinatietrajecten hebben werkplekleren P1 en werkplekleren P2 betrekking op het 2e graads vakgebied, zowel voor mi als ma variant b) voor de richting ontwerpen geldt dat binnen P3,4,5, 50 uur onderwijsactiviteiten, waarvan 20 uur lesgeven, plaats vindt aan een door stichting Technasium erkende Technasium school c) Overgangsregeling: voor studenten van het cohort sept. 2013 geldt dat in overleg kan worden afgezien van criterium 15b maar dat dan niet het certificaat van stichting Technasium wordt verworven. C. Plaats van professionele vaardigheden in de educatieve track Science Education / leraar vho Voor de educatieve track maakt professionele vaardigheden integraal onderdeel uit van het curriculum. 1) De broad test of skills maakt deel uit van het intake procedure, of wordt uiterlijk één maand na aanvang van de studie door de student gemaakt. 2) In de studieovereenkomst wordt met de studenten overeengekomen dat: Min. aantal zonder SPD in de klas
o o o het onderdeel summery of competencies bij aanvang van de opleiding vertrouwelijk ter beschikking wordt gesteld aan de studieadviseur, dat bij ernstige studievertraging gevraagd kan worden om het competentiedeel van deze diagnostische toets opnieuw in te vullen en de nieuwe summery of competencies vertrouwelijk ter beschikking aan de studieadviseur te stellen, de studieadviseur gaat vertrouwelijk met deze informatie om, welke verder niet binnen/buiten de opleiding wordt gedeeld. 3) Het ontwikkelingsplan professionele vaardigheden (Art. 3.5 lid 2, bullet 3) wordt opgenomen in het portfolio dat studenten gedurende hun opleiding opbouwen. De begeleiding van de opbouw van dit portfolio wordt in ieder geval ondersteund binnen het kader van het onderdeel diepteverwerking dat alle studenten van deze track volgen. De studieadviseur zal binnen het kader van dit studieonderdeel hieraan aandacht besteden en de studenten op de mogelijkheid van een persoonlijk begeleidingsgesprek wijzen. 4) Professionele vaardigheden maken als integraal onderdeel van het portfolio, deel uit van het afstuderen (zie ook bijlage 1 sub b), en als gevolg daarvan van de eindbeoordeling. D. Omschrijving van het vakinhoudelijke gedeelte van de opleiding voor de track leraar vho (subject content) Leraar Natuurkunde vho Noodzakelijke track-specifieke onderwijseenheden Vak(ken) uit het masterprogramma van de faculteit Technische 10 natuurkunde, onder goedkeuring van de ESoE examencommissie Externe bedrijfsstage natuurkunde 15 Track-specifieke keuze onderwijseenheden Verbreding in de vakken: scheikunde; astronomie en astrofysica; 5 geschiedenis en filosofie van de exacte wetenschappen; meteorologie; geofysica; biofysica en medische natuurkunde en elektrotechniek Dit kunnen vakken van faculteiten buiten natuurkunde zijn, op zowel master als op bachelor III niveau met als voorwaarde dat de betreffende onderdelen niet is gedaan. Totaal 30 Leraar Wiskunde vho Noodzakelijke track-specifieke onderwijseenheden 2MMC10 Cryptology OF 2MMD10 Optimization 5 2MMN10 Scientific Computing 5 2MMS10 Probability and Stochastic processes 1 OF 5 rsp. 6 Stochastiek (Mastermath, lerarenvak) Meetkunde (Mastermath, lerarenvak) 6 Track-specifieke keuze onderwijseenheden Algebra & getaltheorie (Mastermath, lerarenvak) 6 Geschiedenis (Mastermath, lerarenvak) 6
2WL04 Capita Selecta Achtergronden van de 2 schoolwiskunde /moderne ontwikkelingen in de wiskunde in relatie tot schoolwiskunde 2WT12 Getaltheorie 3 Totaal 30 Leraar Scheikunde vho Noodzakelijke track-specifieke onderwijseenheden 6Z028 Externe bedrijfsstage Chemische Technologie 15 Track-specifieke keuze onderwijseenheden Keuze uit 3 van de 4 verplichte vakken ( core program ) die deel uitmaken van de track Molecular Systems and Materials Chemistry (MSMC). Het betreft de vakken 6MSM10 Physical Organic Chemistry 6MSM20 Inorganic Chemistry and Materials 6MSM31 Polymer and Colloid Sciences 6MSM40 Mechanical and Functional Properties of Materials 15 Totaal 30 Leraar Informatica vho Noodzakelijke track-specifieke onderwijseenheden Keuze van 2 ( core program ) informatica mastervakken. Het betreft de onderstaande vakken of de op dat moment vigerende equivalenten daarvan: 2IMA10 Advanced algorithms 2IMV20 Visualization 2IMP20 Generic language technology 2IMI10 Business process management systems 2IMF30 System validation 2IMS15 Verification of security protocols 2IMN20 Real-time systems 2IMP10 Program verification techniques Indien gegeven: 2IMW15 Web information retrieval and data mining Bedrijfsstage informatica NB: Uitsluitend toegestaan indien niet eerder een bedrijfsstage is gedaan. HBO-gediplomeerden mogen dit onderdeel niet doen, maar doen in de plaats hiervan een extra homologatievak te kiezen uit 2IL50 Data structures of 2ID05 Datamodelleren en databases, afhankelijk van wat ze in het schakelprogramma hebben gedaan plus twee extra vrij te kiezen informatica gerelateerde mastervakken. 10 15 Track-specifieke keuze onderwijseenheden vrij te kiezen mastervak(ken) 5 Totaal 30
Leraar vho Combinatie O&O (incl. NLT) Ratio en criteria: In afstemming met de achtergrond van de kandidaat met als doel in het profiel maximaal aan te sluiten bij de domeinen in het examenprogramma s NLT (http://betavak-nlt.nl/landelijk/schoolexamen/) en voor O&O de beschrijving van de bèta werelden (http://www.betawerelden.nl/ ). E.e.a. onder goedkeuring van de examencommissie. Noodzakelijke track-specifieke onderwijseenheden Minimaal in totaal 10 sp gespreid over de vakgebieden: Natuurkunde vak (b.v. astrofysica) Scheikunde (b.v. foundations, analysis contexts of technological sciences) Wiskunde (b.v. meetkunde) Min.10 Track-specifieke keuze onderwijseenheden Verbreding uit bèta / technische programma s onder goedkeuring Max. 20 van de examencommissie Totaal 30 E. Aanvullende bepalingen m.b.t. toelating Schakel- en homologatie programma s Natuurkunde 1) Daar waar het programma Natk4All een voor de student adequaat en efficiënt onderwijsaanbod levert wordt de studenten met klem aangeraden hiervan gebruik te maken, en zal dit dienovereenkomstig in de studieovereenkomst worden opgenomen. Het totaal aantal bij Natk4all gevolgde vakken mag echter niet groter zijn dan 3. 2) Bij een toelatingseis c.q. homologatie-eis m.b.t. een door de faculteit Applied Physics van de TU/e verzorgd vak is in overleg met de faculteit Applied Physics het volgende vastgesteld: Indien een student voor zo n vak bij beoordeling door de faculteit een 5 heeft behaald, kan deze een herkansing aanvragen bij de examencommissie van ESoE. Deze stelt daartoe een examinator aan, welke toetst of de kandidaat over voldoende vakkennis beschikt om als academische eerstegraads docent te kunnen starten en of aan de opgelegde toelatingseis is voldaan. Schakel- en homologatie programma s Wiskunde 3) Daar waar het programma Mastermath een voor de student adequaat en efficiënt onderwijsaanbod levert wordt de studenten met klem aangeraden hiervan gebruik te maken, en zal dit dienovereenkomstig in de studieovereenkomst worden opgenomen. F. Pakketten en certificaten 1) Studenten kunnen hun opleiding onderbreken of er voor kiezen niet alle vier de pakketten te volgen, bijvoorbeeld in het kader van hun keuzeruimte binnen een ander master. 2) Analoog aan het bepaalde in artikel 5.1. lid 1 t/m 5 kunnen de pakketten worden afgesloten met een certificaat wanneer na onderzoek door de examencommissie aan de per certificaat geformuleerde eisen is voldaan. a) Deze certificaateisen refereren aan de wettelijk aan het leraarschap
verbonden competenties die dienen te blijken uit met name het zelfstandig functioneren als docent. 3) Waarde van de certificaten: a) Het certificaat waarmee de bachelor varianten van pakket 1+2 bij succesvol doorlopen wordt afgesloten komt overeen met een verklaring van bekwaamheid betreffende wettelijk vereiste competenties voor de educatieve minor, voor zover binnen de pakketten aan de orde gesteld en toetsbaar, b) Het certificaat waarmee de varianten van pakket 3+4 bij succesvol doorlopen wordt afgesloten komt overeen met een verklaring van bekwaamheid betreffende wettelijk vereiste competenties voor de docent vho, voor zover binnen de pakketten aan de orde gesteld en toetsbaar, c) De geldigheidsduur van de certificaten is in principe onbeperkt. G. Opleidingsvisie ESoE werkt samen met haar SEC partners aan het opstellen van een opleidingsvisie. Coherentie van de studieonderdelen met deze visie is onderwerp van de onderwijsevaluaties door de opleidingscommissie De overeenstemming tussen het de beoordelingstandaarden van de individuele studieonderdelen met de in de visie verwoorde uitstroomprofiel is onderwerp van de evaluatie door de examencommissie. Hierin is ook de onderlinge verhouding tussen de diverse deelcompetenties betrokken. H. Taken en taakverdeling studieadviseur en dagelijks begeleider Dagelijks begeleider Het werk van de dagelijks begeleider focust op het faciliteren van het leerproces, in het bijzonder in relatie tot de opgedane school-ervaringen en richt zich concreet op: advies t.a.v. (keuze)vakken en vakkenpakket etc. advies t.a.v. de studieplanning het vinden van oplossingen voor concreet aangedragen les-situaties en dilemma s uit de onderwijspraktijk of de stagesituatie stimuleren van studievoortgang en motivatie signaleren en bij de studieadviseur melden van ernstige of structurele studievertraging, en het adviseren over mogelijke oplossingen Studieadviseur (mentor) Het werk van de Studieadviseur begeleider focust op het welbevinden van de student en diens ontwikkeling binnen en buiten de opleiding richt zich concreet op: in beeld brengen van het welbevinden en studievoortgang van de studentenpopulatie als geheel het administreren en bespreken van de broad test of skills bij problemen t.a.v. het welbevinden en/of ernstige danwel structurele studievertraging, entameren en voeren van een studievoortgangsgesprek. Hierbij kan de persoonlijke geschiktheid van de student voor het beroep van leraar aan de orde worden gesteld ingrijpen en/of doorverwijzen bij ernstige problemen m.b.t. studievoortgang, persoonlijke ontwikkeling of het welbevinden van de student (zie ook punt I) I. Studentenzorg 1) Studenten die - naar het oordeel van de studieadviseur op basis van
bewijsdocumenten bijzondere aandacht verdienen bij hun begeleiding, kunnen door de studieadviseur worden aangemerkt als plus-student. 2) Aanleiding tot het aanmerken als plus-student kunnen in ieder geval zijn: de uitkomst van de broad test of skills, een ander assessment, rapportage vanuit de school, observatie van ten minste 2 opleiders, en een mededeling van de student. 3) Indien er sprake is van aanmerkelijke studievertraging, is art. 6.2 lid 3 van toepassing 4) De studieadviseurs stelt in overleg met een deskundige, en met instemming van de opleidingsdirecteur vast welke bijzondere aandacht/ begeleiding/ maatregelen t.a.v. een plus-student in de opleiding gepast is. 5) Bericht over deze bijzondere aandacht/ begeleiding/ maatregelen wordt na instemming van de student - onder de opleiders verspreid, en is bindend. Dit (uiteraard) zonder de privacy van de student te schaden. J. Onderwijsexperimenten Educatieve module De wettelijke educatieve module (conform de brief educatieve module na het behalen van het bachelor getuigschrift van OCW aan de universiteiten dd. 2 juni 2016) krijgt als volgt vorm: 1) ESoE staat het studenten van een TU/e masteropleiding toe om deel te nemen aan de pakketten P1 en P2, welke met instemming van de betreffende examencommissie in het masterprogramma kunnen worden opgenomen. 2) Op voorwaarde dat hiertoe de wettelijk mogelijkheden zijn gecreëerd, en aan deze voorwaarden wordt voldaan, zal het succesvol afronden van beide pakketten leiden tot de in bovengenoemde brief genoemde 2 e -graads lesbevoegdheid. OMO-onderwijsexperiment intern opleiden 1) De bepalingen van dit OER zijn van toepassing op dit experimentele traject, m.u.v. slechts die welke de studieonderdelen betreffen. In het bijzonder: Beoordeling en diplomering vallen onder de ESoE examencommissie. 2) De studieonderdelen van het experimentele programma worden betrokken in de onderwijsevaluaties van ESoE, tenzij in een evaluatie naar het oordeel van ESoE al voldoende is voorzien. 3) Deelname van een student aan dit experiment is vrijwillig, ter beoordeling van de student. 4) Deelname is slechts mogelijk voor studenten die zijn toegelaten en aan de TU/e zijn ingeschreven als student van het track leraar vho van de master SEC, en met toestemming van de opleidingsdirecteur. 5) Tenminste op één moment uiterlijk 3 maanden na de start van de experimentele opleiding door de student, wordt aan deze de keus geboden zijn/haar deelname aan het experiment te staken, en alsnog te gaan deelnemen aan de reguliere opleiding. 6) Deelnemers aan het experimentele traject kunnen een met redenen omkleed verzoek indienen bij de opleidingsdirecteur ESoE om hun deelname te
staken en terug te stromen naar de reguliere opleiding. Bij het al dan niet verlenen van toestemming is het belang van de student leidend. 7) Wanneer een deelnemer terugstroomt naar de reguliere opleiding, zullen op basis van de opgedane competenties vrijstellingen worden verleend - zo mogelijk zodanig dat geen studievertraging resulteert.