Inspectierapport Doomijn KDV Mr. Harm Smeengestraat (KDV) Mr. Harm Smeengestraat 56a 7963BZ RUINEN Registratienummer 177476631 Toezichthouder: GGD Drenthe In opdracht van gemeente: De Wolden Datum inspectie: 20-03-2015 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 08-04-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Veiligheid en gezondheid... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kinderdagverblijf Mr Harm Smeengestraat is gevestigd in het pand met de basisschool, peuterspeelzaal en BSO. Op korte termijn komt de bibliotheek ook in het pand. Het kinderdagverblijf heeft twee stamgroepen. Op het moment van inspectie was er één groep open. De inspectie is prettig verlopen, de beroepskracht neemt uitgebreid de tijd om de toezichthouder te woord te staan maar heeft continu de groep in de gaten, ze is enthousiast naar de kinderen. Doomijn KDV Mr Harm Smeengestraat voldoet aan de eisen uit de Wet Kinderopvang. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Inleiding: Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Pedagogische praktijk Het kinderdagverblijf heeft twee groepsruimtes die grenzen aan de grote speelhal. Tijdens de observatie kwamen de kinderen net terug van het dreumesuurtje: met een medewerker van de bibliotheek worden er boekjes gelezen en activiteiten gedaan aan de hand van een thema. Dit keer was het op locatie, de peuterspeelzaal werd hiervoor gebruikt. Eenmaal terug op de groep gaan de kinderen spelen, met z'n allen spelen ze in de huishoek. Wanneer een kind speelgoed van een ander af wil pakken gaan ze er allebei aan trekken, de beroepskracht vraagt of ze lief zijn voor elkaar. Het ene kind laat los en pakt een ander stuk speelgoed. De beroepskracht gaat ook in de huishoek zitten en speelt met de kinderen mee. Tijdens het spelen stelt ze vragen: wat voor fruit is dit, welke kleur? Ook herhaalt ze de regels op een rustige maar duidelijke manier en legt ook uit waarom iets niet mag: ga maar zitten op een stoel, niet staan want dat is gevaarlijk, je kan vallen. Na 3 keer herhalen wordt ze wat strenger: het kind reageert dat ze speelt dat ze jarig is en dat je dan wel op een stoel mag staan. Daar moet de beroepskracht wel om lachen maar blijft erbij dat ze niet op de stoel mogen staan. Een aantal kinderen gaan verkleden, ze stimuleert de kinderen om zelf de kleren aan of uit te trekken. Wanneer een kind voor haar komt staan en afwacht, stelt ze de vraag "wil je dat ik je help?". Een kind wil een puzzel maken: ze staat bij de kast en probeert een puzzel te pakken, de beroepskracht benoemt dit en vervolgens herhaalt ze de regel: "puzzelen aan de grote tafel he?" Er komen steeds meer kinderen bij die ook een puzzel gaan maken. De toezichthouder concludeert uit bovenstaande bevindingen dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de vier pedagogische basisdoelen. Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties Pedagogisch beleidsplan 4 van 10
Personeel en groepen Inleiding Binnen dit domein zijn zowel de beroepskrachten als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio (BKR) en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, plaatsingslijsten en presentielijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt Verklaring omtrent het gedrag De gecontroleerde VOG's voldoen aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De gecontroleerde diploma's voldoen aan de voorwaarden. Opvang in groepen Het kinderdagverblijf heeft twee stamgroepen. Op rustige dagen worden de groepen samengevoegd. Ook wordt er samen gespeeld in de speelhal. Er wordt voldaan aan de voorwaarden. Beroepskracht-kindratio De roosters en presentielijsten van week 11 en 12 zijn steekproefgewijs gecontroleerd. Er wordt voldaan aan de beroepskrachtkindratio. Gebruikte bronnen: Interview anderen Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 5 van 10
Veiligheid en gezondheid Inleiding: Binnen dit domein is gekeken naar de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (RIE) Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie is uitgevoerd in maart 2015 en voldoet aan de voorwaarden. Gebruikte bronnen: Risico-inventarisatie veiligheid (26-3-2015) Risico-inventarisatie gezondheid (26-03-2015) 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Doomijn KDV Mr. Harm Smeengestraat Aantal kindplaatsen : 24 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : St. Doomijn Kinderopvang Noord Adres houder : Postbus 1064 Postcode en plaats : 8001BB ZWOLLE Website : www.doomijn.nl KvK nummer : 59356154 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Drenthe Adres : Postbus 144 Postcode en plaats : 9400AC ASSEN Telefoonnummer : 0592-306300 Onderzoek uitgevoerd door : M. Booij Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : De Wolden Adres : Postbus 20 Postcode en plaats : 7920AA ZUIDWOLDE DR Planning Datum inspectie : 20-03-2015 Opstellen concept inspectierapport : 01-04-2015 Zienswijze houder : 02-04-2015 Vaststelling inspectierapport : 08-04-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 09-04-2015 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 09-04-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 09-04-2015 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Ik ga akkoord met de inhoud van het inspectierapport Met vriendelijke groet, Sandra Pit Manager Kinderopvang en Peuterspeelzalen 10 van 10