JAARVERSLAG Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal. Tel

Vergelijkbare documenten
JAARVERSLAG Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

JAARVERSLAG. Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

JAARVERSLAG. Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

JAARVERSLAG. Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015

Zomerganzentelling Provincie Utrecht

Nieuwsbrief 2 Juli 2015

JAARVERSLAG Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

JAARVERSLAG Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

JAARVERSLAG Faunabeheereenheid Utrecht. Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal. Tel Fax.

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2015 Lopikerwaard e.o.

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2014 Lopikerwaard e.o.

Zomerganzentelling Provincie Utrecht. Canadese gans

Jaarverslag. faunabeheereenheid Utrecht 2016

Faunabeheereenheid Overijssel

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014

Jaarverslag Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal Tel

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

Fauna en wet Natuurbescherming

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant

FBE Nieuws Bijgedragen door Faunabeheereenheid

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland 28 februari 2015

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen

TELINSTRUCTIE VOORJAARSTELLING 6 april 2019

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

Technische vragen over de stand van zaken van het Ganzenakkoord en het ganzenbeleid in Noord-Brabant. 2

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

De telformulieren 1 tot en met 5 kopiëren ten behoeve van de tellers.

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet

Groninger ganzenakkoord Definitief 27 mei 2014

Jaarverslag. Utrecht

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

AANVRAAGFORMULIER HOOFDSTUK 3 SOORTEN FAUNABEHEER

UNIFORME TELINSTRUCTIE VOORJAARSTELLING

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie?

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel

Wildschade. DLV Plant

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN

Utrechtse zomerganzentelling 2011

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Jaarverslag Faunabeheereenheid Noord-Holland

TELINSTRUCTIE REEËN IN UTRECHT. Wie? Wat? Waar? Projectteam Faunatellingen i.s.m. de Utrechtse Wildbeheereenheden

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

Faunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - februari 2016

De nieuwe Wet natuurbescherming in vogelvlucht

FAUNABEHEERPLAN ALGEMENE SOORTEN NOORD-HOLLAND VOOR EEN PLANMATIG EN EFFECTIEF BEHEER

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

Via deze nieuwsbrief informeren de provincie Fryslân en de Faunabeheereenheid u over de stand van zaken rondom het Friese ganzenbeleid.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 21 maart 2016) Nummer 3158

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Beleidsnota Flora- en faunawet Provincie Utrecht Vastgesteld door Provinciale Staten op 29 september 2014

1. Wie speelt welke rol in dat beleid (rijk, provincie, faunabeheereenheid, en mogelijke

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid

Faunabeheerplan Groningen

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

provincie Zeeland M/V* M/V* inschrijfnummer Kamer van Koophandel: plaats van inschrijving: datum van inschrijving: Ga verder met vraag 6.

Documentnummer: Page 1 of 11

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Aanvraagformulier EB-2

zaaknummer datum 27-aug-09 1-jul mei-10 doc. nummer

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsregeling Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant

Bekijk deze nieuwsbrief online

Evaluatie Verordening Vrijstellingen Flora en faunawet September 2005 Provincie Noord Holland, Afdeling WNLO

TELINSTRUCTIE. Rapportages graag uiterlijk zondag 19 mei a.s. aan mevrouw C. Holdinga

TELINSTRUCTIE REEËN IN UTRECHT. Wie? Wat? Waar? Projectteam Faunatellingen i.s.m. de Utrechtse Wildbeheereenheden

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

PROVINCIAAL BLAD. Verordening Wet natuurbescherming Fryslân 2017, wijziging guozzen (kenmerk )

GESCAMD OP 2 3 SEP Gemeente Oostzaan

ZUID 22 SEP2016. provinoe H OLLAND. Lid Gedeputeerde Staten. Aan de leden van Provinciale Staten. memo Wet natuurbescherming. Geachte Statenleden,

Nota beleidsregels faunabeheer Provincie Overijssel

Faunabeheerplan Fryslân Actualisatie en aanvulling 2017

Beleidsnotitie Flora- en faunawet 2009

Nieuwsbrief December 2018

Aanvraagformulier 05 EB-1

Faunabeheerplan Groningen

1nvexo. Interreg Vlaanderen Nederland. minder invasieve planten en dieren. Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 januari 2010) Nummer 2340

Transcriptie:

JAARVERSLAG 2014 Faunabeheereenheid Utrecht Postbus 870 3900 AW Veenendaal Tel. 0318 578 565 info@fbeutrecht.nl www.faunabeheereenheid.nl

JAARVERSLAG 2014 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaargemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Faunabeheereenheid Utrecht.

INHOUDSOPGAVE Voorwoord 1 I. Samen actief zorgen voor een duurzaam Faunabeheer 3 II. Faunabeheer in de praktijk 9 Bijlagen 1. Overzicht ontheffingen 2014: gebruik en resultaat 14 2. Resultaten faunatelling 2009-2014 19 3. Resultaten zomerganzentelling 2014 20 4. Voorjaarstelling Ree 2014 21 5. Faunaschade in de provincie Utrecht 22 6. Provinciale brief: Aanpak problematiek overzomerende ganzen 23

1 VOORWOORD Dit jaarverslag geeft een impressie van de belangrijkste activiteiten en gebeurtenissen van de stichting Faunabeheereenheid Utrecht over 2014. De Faunabeheereenheid Utrecht is een samenwerkingsverband van jachthouders vertegenwoordigd door de terreinbeherende organisaties (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het Utrechts Landschap), de agrariërs (Gewestelijke Land- en Tuinbouworganisatie), de grondeigenaren (Utrechts Particulier Grondbezit) en de jagers (KNJV Gewest Utrecht alsmede de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer). De Faunabeheereenheid heeft een coördinerende rol bij het voorkomen en bestrijden van schade alsmede bij het beheer van beschermde inheemse diersoorten. Een planmatige aanpak moet een goede waarborg bieden voor de instandhouding en beheer van deze populaties. Ook in 2014 zijn er weer veel ontwikkelingen geweest in het faunabeheer. Het in 2012 genomen besluit om het faunabeheer in Nederland verder te decentraliseren van het Rijk naar de provincie, is in 2014 afgerond. Dit betekent dat de provincies thans geheel verantwoordelijk zijn geworden voor de taken van het Faunafonds en de bekostiging daarvan. Het bestuur is blij dat hiermee de verantwoordelijk tussen beschermen enerzijds en betalen voor schade anderzijds in één hand zijn komen te liggen. Er zijn enkele diersoorten die in Utrecht blijvend onze zorg hebben. Op de eerste plaats betreft dit de ganzenpopulatie. Heugelijk feit is evenwel dat in 2014 met alle partners in het Projectteam Ganzen Utrecht (PGU) een gezamenlijk akkoord is bereikt over de aanpak van de overzomerende ganzenproblematiek. De resultaten van de in juli uitgevoerde telling laten een bemoedigend beeld zien dat wijst op een succesvolle aanpak. Dat het goed gaat met de natuur in Utrecht moge ook blijken uit het aantal meldingen van o.a. waargenomen dassen en steenmarters in onze provincie. Helaas gaan deze meldingen vaak ook gepaard met ervaren overlast of schade door deze diersoorten variërend van stukgebeten autokabels en/of-leidingen (steenmarters) of vreet-, graaf- en wroetschade op agrarische percelen (dassen). Sinds medio 2012 maakt de Faunabeheereenheid Utrecht voor wat betreft de doorverlening en terugrapportage over het gebruik van de aan haar verstrekte ontheffingen gebruik van een digitaal Fauna RegistratieSysteem (FRS). In 2014 vonden rapportages voor alle diersoorten en alle ontheffingen inmiddels via FRS plaats. Deze ontwikkeling heeft geleid tot minder administratieve druk bij zowel de beheerders als de FBE. Het inzicht en onderbouwing van het te voeren beheer hebben een verbetering ondergaan. Aandacht behoeft evenwel de verdere verbetering van de gebruiksvriendelijkheid van het systeem. In 2014 is nog volop gewerkt aan de 3e generatie van het Faunabeheerplan welke door Gedeputeerde Staten op 2 september, wederom voor de periode van 5 jaar, is goedgekeurd. Het

2 plan dat door het bestuur van het Faunafonds in haar vergadering van 2 juli als vernieuwend en goed doorwrocht werd bevonden biedt de basis voor ontheffingsaanvragen door de FBE voor planmatig en gecoördineerd beheer in Utrecht voor de periode 2014-2019. Een planmatig en gecoördineerd faunabeheer is evenwel alleen mogelijk indien dit beheer op draagvlak steunt. Derhalve investeert de Faunabeheereenheid in ruime mate in overleg en samenwerking. Naast het reguliere overleg met o.a. de verantwoordelijke gedeputeerde, is er 4 keer per jaar met het voltallige bestuur overleg met de ambtelijke afdelingen van de provincie die bij het faunabeheer betrokken zijn en vindt minimaal 2 keer per jaar overleg plaats met alle Utrechtse WBE s. Tijdens het verslagjaar is, vanwege het bereiken van de maximale zittingsduur, afscheid genomen van drie bestuursleden, te weten: Henk Davelaar (LTO), Wally van der Klift (TBO s) en Teus Bor (UPG). Een bijzonder woord van dank aan hun jarenlange enthousiaste bijdrage aan de werkzaamheden van de Faunabeheereenheid en daarmee de wijze waarop het faunabeheer in de provincie Utrecht vorm en inhoud heeft gekregen is hier uitdrukkelijk op zijn plaats! De indruk bij het bestuur bestaat dat er in Utrecht op een correcte en vooral maatschappelijk verantwoorde wijze faunabeheer plaats vindt. Ook in 2015 zullen wij ons tot het uiterste inspannen om met alle betrokken partijen wederom tot een juiste uitvoering te komen. Samenstelling bestuur per 1 januari 2014: J.J.M. Bunnik (voorzitter) T.J. Bor (vice-voorzitter) W.A.P. van der Klift (secretaris) H. Davelaar (penningmeester) L.P.M.J. Canjels (commissaris ontheffingen) J. Nuissl (adj. secretaris) A. Smallegange (projectmedewerker/coördinator beleidsintensivering ganzen) Ik wens u veel leesplezier toe. Namens het bestuur van de Faunabeheereenheid Utrecht, J.J.M. Bunnik voorzitter

3 I. Samen actief zorgen voor een duurzaam Faunabeheer Algemeen De Faunabeheereenheid Utrecht heeft conform de Flora- en faunawet een coördinerende rol bij schadebestrijding en beheer van in het wild levende dieren. Een planmatige aanpak moet een goede waarborg bieden voor de instandhouding van populaties van beschermde diersoorten. Daartoe beschikt zij over het Faunabeheerplan 2014-2019, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. De Faunabeheereenheid en het door haar opgestelde Faunabeheerplan komen voort uit regelgeving van de Flora- en faunawet die per 1 april 2002 in werking is getreden. Het primaire uitgangspunt van deze wet is de zorgplicht voor alle van nature in Nederland voorkomende soorten. De wet biedt de mogelijkheid in te grijpen in de stand van diersoorten indien het wenselijk is schade aan erkende belangen te voorkomen of te bestrijden. In het Faunabeheerplan geeft de Faunabeheereenheid aan voor welke soorten in haar werkgebied de Faunabeheereenheid duurzaam beheer en schadepreventie noodzakelijk acht en welke uitzonderingen op het beschermingsregime van de betreffende soorten nodig zijn om schade te voorkomen en te bestrijden. Het Faunabeheerplan dient als basis voor ontheffingsaanvragen ex artikel 68 van de wet. Conform artikel 69 van de wet dient een Faunabeheereenheid jaarlijks verslag uit te brengen aan gedeputeerde staten van de wijze waarop zij van ontheffingen gebruik heeft gemaakt en van de uitvoering van het Faunabeheerplan. Onderhavig verslag geeft hier nadere uitwerking aan. Landelijk beleid De uitvoering van het faunabeheer wordt sterk beïnvloed door veranderingen in wet- en regelgeving. Inspelen op deze dynamiek vereist een adequate samenwerking en afstemming tussen de landelijke overheid, de provinciale overheid en de uitvoerders in de praktijk. In het verslagjaar 2014 zijn geen wijzigingen in de wet noch in de uitvoeringsregelingen van de wet doorgevoerd die voor het functioneren van de Faunabeheereenheid van belang zijn geweest. Wel is 2014 een bijzonder jaar geweest vanwege het feit dat de decentralisatie van bevoegdheden op het gebied van natuur en natuurbeheer van het Rijk naar de provincies zijn afgerond waardoor o.a. de provincies thans geheel verantwoordelijk zijn geworden voor de bekostiging van de taken van het Faunafonds. Dat betekent dat het Ministerie van Economische Zaken niet langer financieel bijdraagt in de kosten van het Faunafonds. De provincies hebben in 2014 een belangrijke stempel gedrukt op de uitvoering van de Faunafondstaken. Zo zijn de beleidsregels op verzoek van de provincies wederom gewijzigd en is per 1 oktober 2014 het behandelbedrag van 300,- ingevoerd. Aanvragers van een tegemoetkoming in de schade moeten, alvorens hun verzoek in behandeling wordt genomen, eerst dit bedrag aan het Faunafonds overmaken. Voorts is op verzoek van de provincies het plafond voor de tegemoetkomingen in de schade die ganzen van april tot oktober aan grasland veroorzaken gesteld op 2 miljoen per jaar en wordt de tegemoetkoming voor de schade die beschermde inheemse

4 diersoorten aan fruitgewassen toebrengen over een periode van drie jaren afgebouwd naar nihil. Deze wijzigingsvoorstellen van de provincies waren voor het bestuur van het Faunafonds aanleiding hun bestuurszetel per 31 december 2014 ter beschikking te stellen. Een andere ontwikkeling betreft de wens van het kabinet om de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet, en de Boswet samen te voegen tot één wet: de Wet natuurbescherming. Het doel van dit wetsvoorstel is om een betere verbinding tussen natuur en economie te bereiken. Naar verwachting zal de nieuwe wet nadere eisen stellen aan de wijze waarop het faunabeheer plaatsvindt. Een taakverzwaring voor de werkzaamheden van de FBE is voorzien. Provinciaal beleid Provinciale Staten hebben haar nieuwe beleid met betrekking tot de Flora- en faunawet vastgelegd in een Beleidsnota Flora- en faunawet, vastgesteld op 29 september jl. De nota beschrijft de wettelijke achtergronden en de relaties met het provinciale soortenbeleid en geeft de provinciale beleidsregels voortvloeiend uit de taken en bevoegdheden uit de wet. Met de provincie is gedurende de voorbereiding van dit document goede afstemming geweest teneinde te bewerkstelligen dat provinciaal beleid en het nieuwe Faunabeheerplan naadloos op elkaar aansluiten. In opdracht van Schiphol en de provincie Noord-Holland is een Ganzenbeheerplan Schiphol opgesteld met dito uitvoeringskader. Provincie Utrecht en de Faunabeheereenheid geven hier samen met de collega s van Zuid-Holland uitvoering aan o.m. door tot het vangen van ruiende ganzen binnen de 20 km-zone van Schiphol. Realisatie nieuw Faunabeheerplan Na een zorgvuldige evaluatie van het Faunabeheer over de periode 2009 2014 is in 2013 gestart met het, in eigen beheer, opstellen van het nieuwe Faunabeheerplan. Bij de totstandkoming van het nieuwe plan heeft het bestuur extra geïnvesteerd in het creëren van draagvlak o.m. door een groot aantal partners structureel te betrekken bij de totstandkoming van het plan o.m. door het instellen van een initiatief-, klankbord-, en stuurgroep. Vanwege de centrale ligging van de provincie Utrecht in Nederland en het feit dat diersoorten zich per definitie niet aan administratieve grenzen houden heeft de Faunabeheereenheid zich ten tijde van het opstellen van het faunabeheerplan hard ingespannen om samen met de aangrenzende collega FBE s en provincies een afgestemd en waar mogelijk uniform beheer voor diersoorten te ontwikkelen met het oog op een effectievere schadebestrijding. Helaas is dit Utrechtse initiatief in de praktijk gestrand vanwege praktische en organisatorische belemmeringen. Desalniettemin blijft het bestuur zich inzetten voor een grensoverstijgende aanpak aangezien dit naar haar mening leidt tot een betere en effectievere schadebestrijding. Vogelgriep Op 16 november 2014 is bij een pluimveebedrijf in Hekendorp (gemeente Oudewater) de hoog pathogene variant van het vogelgriepvirus vastgesteld. Daarna volgden nog 3 bedrijven in resp. Ter

5 Aar, Zoeterwoude (Zuid-Holland) en Kamperveen (Overijssel). Als gevolg van deze uitbraak heeft het Ministerie Economische Zaken jacht, beheer en schadebestrijding verboden. Uiteindelijk zijn op 19 december alle verboden door het Ministerie in Utrecht ingetrokken. Om gebruikers van ontheffingen zo goed mogelijk van de laatste informatie te voorzien heeft de FBE diverse Nieuwsbrieven verzonden. De Faunabeheereenheid merkt evenwel op dat de communicatievoorziening tussen het Ministerie van EZ en de FBE (in casu de provincie Utrecht) voor verbetering vatbaar is. Zij heeft er bij het Ministerie derhalve op aangedrongen om de Faunabeheereenheden standaard in haar communicatieprotocollen op te nemen bij crisissituaties daar waar zij maatregelen treft die gevolgen hebben voor de uitvoering van het faunabeheer. Onderzoek aanrijdingen met reeën Op verzoek van de Faunabeheereenheid heeft de heer Peter Bongen in het kader van zijn afstudeerscriptie aan Van Hall Larenstein een onderzoek uitgevoerd naar aanrijdingen met reeën. Specifiek heeft hij in zijn onderzoek gekeken naar een viertal zgn. hotspotlocaties. Voor deze vier locaties met een significant groter aantal aanrijdingen met reeën heeft de heer Bongen een advies geschreven op welke wijze door middel van gericht beheer het aantal aanrijdingen kan worden teruggebracht. Het advies van de heer Bongen sluit aan op het in 2011 uitgevoerde onderzoek door Rik Schoon, getiteld: Pas op overstekend wild! Aanrijdingen met reeën in Utrecht. Op basis van deze informatie heeft de Faunabeheereenheid Utrecht i.s.m. de provincie een onderzoeksvoorstel opgesteld en ingediend bij het Faunafonds voor een meerjarig beheerexperiment 1. Ganzenbeheer 2014 stond in het teken van het verder uitwerken, implementeren en realiseren van het in december 2012 gesloten Ganzenakkoord. Dat Ganzenakkoord werd gesloten tussen de provincies en de zogeheten G7. De landelijke uitwerking vond plaats in taakgroepen. Ondanks een grote inzet van de betrokken organisaties is het akkoord in december 2013 gesneuveld aangezien de betrokken landelijke organisaties niet tot overeenstemming konden komen met betrekking tot de winterrust voor trekganzen. Op provinciaal niveau hebben de bestuurlijke vertegenwoordigers in het Projectteam Ganzen Utrecht (PGU) evenwel medio 2014 een evenwichtig akkoord weten te bereiken uitgaande van het principe: optimaal beheer in de zomer en bescherming in de winter. Als gevolg van landelijke ontwikkelingen heeft de Vogelbescherming gedurende het verslagjaar evenwel gemeend het overleg aan de bestuurstafel te moeten beëindigen waardoor ook de Utrechtse vertegenwoordiger van deze organisatie in het PGU kwam te vervallen. Om de in het PGU overeengekomen reductiedoelstelling te bereiken is ingezet op het zo optimaal mogelijk faciliteren van het beheer. Dit heeft geresulteerd in een afgewogen set ontheffingsvoorwaarden, legselreductie en de vangst van ganzen in de rui. Additioneel is een operationeel ganzenbeheerteam opgericht dat onder regie van de Faunabeheereenheid ingezet kan worden in gebieden of situaties 1 Inmiddels is dit onderzoeksvoorstel gehonoreerd en zal het onderdeel gaan uitgaan maken van een breder interprovinciaal onderzoek.

6 waar regulier beheer niet, niet tijdig of niet adequaat mogelijk is 2. Aanvullend heeft de gedeputeerde landelijk gebied aan alle (semi-) overheden in de provincie een dringende brief gestuurd met het verzoek tot medewerking aan het ingezette provinciale ganzenbeleid (zie bijl. 6). Door deze maatregelen en met behulp van de inzet van de aan het PGU deelnemende maatschappelijke organisaties is de beoogde reductiedoelstelling in 2014 bereikt. Pilot gecoördineerde aanpak kraaienschade in fruit Vanwege veelvuldige en terugkerende overlast en schade van kraaien in commercieel geëxploiteerde boomgaarden in de Kromme Rijn heeft de FBE samen met LTO een aantal gebiedssessies belegd die geleid hebben tot concrete afspraken tussen de betreffende WBE, verantwoordelijke jachthouders en fruittelers over een structurele aanpak van de problematiek. Uit de gevoerde gesprekken is gebleken dat een intensievere afstemming en informatie-uitwisseling tussen fruittelers en jachthouders voorwaardelijk is voor een adequate schadebestrijding. Alleen als men goed van elkaars activiteiten op de hoogte is en men elkaar daarbij vanuit de eigen expertise informeert kan optimaal gebruik worden gemaakt van de wederzijdse inzet en kennis om fruitschade effectief terug te dringen. De eerste resultaten laten een bemoedigend beeld zien. Digitale meld- en rapportagestructuur Het spreekt voor zich dat een zorgvuldig faunabeheer slechts kan plaatsvinden indien de Faunabeheereenheid de beschikking heeft over adequate gegevens. Beheer is dan ook een cyclisch proces tussen beleid en planvorming enerzijds en uitvoering en evaluatie anderzijds. Om de verschillende gegevensstromen die gepaard gaan met het gebruik van ontheffingen beter aan elkaar te koppelen zijn de met alle partijen (w.o. gebruikers, wbe s, fbe, provincie, faunafonds) in gang gezette verbeteringen van gegevensverzameling met betrekking tot schadebestrijding, populatiebeheer, preventie en monitoring verder voortgezet en is de licentie met NatuurNetwerk in de vorm van deelname aan het digitale FaunaRegistratieSysteem (FRS) gecontinueerd. Hierbij dient evenwel te worden opgemerkt dat het bestuur kritisch is ten aanzien van de door NatuurNetwerk voorgestelde nieuwe FRS bestuurs- en participatie structuur alsmede over het feit dat de commerciële belangen van de aanbieder van het systeem niet per definitie parallel lopen aan de belangen van de Faunabeheereenheid en/of haar gebruikers. Nadrukkelijk zal de FBE deze punten in toekomstige onderhandelingen met de aanbieder naar voren brengen evenals de urgentie om in te zetten op de verdere versterking van de gebruiksvriendelijkheid van het systeem. Deelnemersberaad Samenwerking tussen partijen en individuen is essentieel bij het vormgeven van een duurzaam en gecoördineerd faunabeheer. Om de samenwerking te bekrachtigen en het uitwisselen van voor het faunabeheer relevante informatie tussen Wildbeheereenheden en de Faunabeheereenheid te bespoedigen zijn zogenaamde deelnemersovereenkomsten opgesteld. Twee keer per jaar vindt er 2 In 2014 is dit team nog niet tot inzet gekomen.

7 structureel overleg plaats in de vorm van een deelnemersberaad. In 2014 is een aanvang genomen met de verbreding van dit overleg door toevoeging van de LTO portefeuillehouders faunazaken. Belangrijke bespreekpunten waren: het beheer van zomerganzen en dito schadeproblematiek, het nieuw op te stellen Faunabeheerplan, zwanendriften en het beheer van reeën. Planmatig en gecoördineerd beheer Indien beheeringrepen noodzakelijk en/of wenselijk zijn, dienen deze ingrepen waar mogelijk planmatig en gecoördineerd te worden uitgevoerd. De Faunabeheereenheid heeft in haar Faunabeheerplan en de op basis van dit plan te verlenen ontheffingen ruime mogelijkheden aan Wildbeheereenheden geboden om deze taak te vervullen. Het bestuur concludeert dat het aangaan van deelnemersovereenkomsten met betrokken Wildbeheereenheden en het instellen van een deelnemersberaad de onderlinge afstemming heeft vergroot. De mate waarin gecoördineerd en anticiperend beheer plaatsvindt, verdient vanwege de vaak complexe materie evenwel verdere versterking. De Faunabeheereenheid heeft hier o.m. toe bijgedragen door voor alle schadeveroorzakende diersoorten ruimtelijke analyses uit te voeren op basis van de bij het Faunafonds gemelde schades en uitgevoerd beheer. De op deze wijze samengestelde schadekaarten zal de FBE benutten bij het in overleg met gebiedspartijen maken van afspraken aangaande een gecoördineerde schadebestrijding. Faunatelling De Faunabeheereenheid heeft in samenwerking met haar partners in 2014, 3 faunatellingen georganiseerd, te weten: de voorjaarstelling, de reeëntelling en de zomerganzentelling. Voorjaarstelling Op zaterdag 5 april heeft voor de achtste maal onder auspiciën van de Faunabeheereenheid Utrecht een provincie dekkende faunatelling plaatsgevonden. Uitvoering van deze grootschalige faunatelling vond plaats door Wildbeheereenheden in samenwerking met de terreinbeherende organisaties (UL, SBB en NM), de KNJV, het Utrechts Particulier Grondbezit en LTO Noord. De realisatie van deze telling is mede mogelijk gemaakt door de actieve inzet en bijdrage van de provincie. Aan de provincie dekkende faunatelling hebben in totaal 13 WBE s deelgenomen met samen circa 700 actieve tellers. In bijlage 2 treft u het resultaat van de Faunatelling, gesommeerd per diersoort, aan. Reeëntelling Door middel van een voorjaarstelling (eind maart/begin april) waarbij achtereenvolgens gedurende een avond-ochtend-avond wordt geteld wordt een beeld verkregen van het minimaal aantal aanwezige reeën in de provincie Utrecht. Deze telling vond dit jaar plaats op: vrijdagavond 4, zaterdagochtend 5 en zaterdagavond 5 april. Het hiermee verkregen resultaat geeft de ondergrens

8 aan van het aantal werkelijk aanwezige reeën in de provincie Utrecht. De verkregen waardes dienen als trend om te zien of een populatie in aantal stijgt, gelijk blijft of afneemt. Met een minimaal aantal van 2.094 getelde exemplaren lijkt er sprake te zijn van een lichte daling van de populatie hetgeen overeenkomt met het door de Faunabeheereenheid ingezette beheer gericht op het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers. In bijlage 4 treft u het resultaat van de Reeëntelling, gesommeerd per Wildbeheereenheid, aan. Zomerganzentelling Op zaterdag 19 juli zijn in een groot gedeelte van de provincie Utrecht de aantallen jaarrond verblijvende ganzen geteld. De toename van schade en overlast van deze jaarrond verblijvende ganzen maken het noodzakelijk om een goed beeld te hebben van de aantallen en de verspreiding van deze ganzen in Utrecht en aangrenzende provincies. Om die reden heeft de FBE Utrecht samen met andere partners het initiatief genomen om gezamenlijk en uniform deze ganzen te gaan monitoren. De zomerganzentelling is in 2014 door alle betrokken provincies uitgevoerd. Het organiseren en daadwerkelijk tellen kost veel tijd en energie van betrokken organisaties en tellers. Ondanks ferme inspanningen van landbouwers en faunabeheerders in het verleden, neemt de overlast van de zomerganzen nog altijd toe. Weer tellen en geen extra beheermaatregelen om de overlast terug te dringen leidde dan ook tot ongenoegen bij de uitvoerders van ontheffingen. Daarnaast achtten zij zich door de ontheffingsvoorwaarden sterk beperkt in hun streven om ganzenschade effectief terug te dringen, laat staan te voorkomen. In het kader van het Projectteam Ganzen Utrecht worden afspraken gemaakt over een gemeenschappelijke aanpak van deze problematiek. De resultaten van de zomerganzentelling treft u aan in bijlage 3.

9 II. Faunabeheer in de praktijk Faunabeheer In stand houden van onze inheemse wilde diersoorten en gelijktijdig de schade die zij kunnen veroorzaken voorkomen of beperken. Dat is duurzaam faunabeheer! Dit kunnen we alleen bereiken door goed samen te werken. Faunabeheereenheid Utrecht helpt grondgebruikers, jacht(akte)houders en andere betrokkenen bij het nemen van de juiste maatregelen. Het Faunabeheerplan 2014-2019 biedt hiervoor de basis. Het Faunabeheerplan is gericht op het duurzaam beheer van diersoorten in het werkgebied van de Faunabeheereenheid. Het betreft diersoorten waarvan verwacht wordt dat zij in de toekomst schade kunnen veroorzaken aan erkende belangen. Duurzaam beheer betekent in dit verband een planmatig beheer voor de lange termijn, waarbij schade voorkomen of teruggebracht wordt naar een aanvaardbaar niveau en waarbij de populatieomvang van de betrokken soort niet in gevaar komt. Beheer en schadebestrijding Wij wonen in een klein en dichtbevolkt land. De mens heeft steeds meer ruimte nodig om te wonen en te werken. Dit gaat vaak ten koste van ons groene landschap: hét leefgebied van het grootste deel van de in ons land levende wilde dieren. Deze verandering maakt dat sommige soorten in hun voortbestaan worden bedreigd. Voor andere soorten geldt dat niet. Hiermee gaat het zelfs zo goed dat zij voor grote overlast kunnen zorgen. Niet alleen schade voor boeren, maar ook aan andere bedrijven en particulieren. Ook kunnen zij een bedreiging vormen voor andere - zeldzame - dieren en planten. Menselijk ingrijpen kan dan noodzakelijk zijn. Uitgangspunt daarbij is dat in principe altijd eerst preventieve middelen dienen te worden ingezet ter verjaging alvorens op basis van ontheffingen afschot kan plaatsvinden. Hoewel het doden van dieren ter voorkoming van belangrijke schade in alle gevallen wordt ingegeven door rationele overwegingen, gaat het doden van dieren altijd gepaard met emotie. Degenen die verantwoordelijk zijn voor de concrete uitvoering ervaren emotie. Maar natuurlijk ook omstanders die, al dan niet gewenst, worden geconfronteerd met deze beheermaatregelen. Respect voor elkaars gevoelens en weet hebben van elkaars belangen is van uitermate groot belang. Alléén op deze wijze kan een constructieve dialoog worden gevoerd. Alternatieve beheervormen De Faunabeheereenheid Utrecht hecht bijzonder veel waarde aan een duurzaam en maatschappelijk verantwoord faunabeheer. Zij is voortdurend op zoek naar alternatieve beheervormen of beheervormen die zo min mogelijk verstoring opleveren voor het gebied en de aldaar aanwezige fauna. Legselreductie vormt een waardevolle aanvulling op het beschikbare beheerinstrumentarium. Het reduceren van ganzen en/of knobbelzwaanlegsels kan, mits consequent uitgevoerd en bij herhaling ingezet, een effectieve methode zijn om lokaal in combinatie met het beschikbare beheerinstrumentarium de betreffende populatie te verminderen.

10 Met ondersteuning van LTO Noord en de TBO s heeft de FBE in verschillende regio s actieve grondgebruikers en agrarische natuurverenigingen bereid gevonden om gecoördineerd uitvoering te geven aan dit middel. Overzomerende ganzen Ganzenbeheerteam Vanwege de noodzakelijk geachte grote reductieopgave met betrekking tot overzomerende grauwe ganzen is in aanvulling op het reguliere beheersinstrumentarium een operationeel inzetbaar ganzenbeheerteam opgericht dat onder regie van de Faunabeheereenheid ingezet kan worden in gebieden of situaties waar regulier beheer niet, niet tijdig of niet adequaat mogelijk is. Om dit beheer te faciliteren beschikt het team over een provinciale aanwijzing art. 67 Ff-wet die het mogelijk maakt om desnoods zonder toestemming van de (grond)eigenaar het gewenste beheer ten uitvoer te brengen. Vanwege bestuurlijke perikelen bleef de inzet van het team in 2014 beperkt. Door het opstellen van een uitvoeringsprotocol kon deze weerstand worden overbrugt waardoor op 14 oktober de coördinator van dit team een terreinbezoek kon brengen aan de Nedereindse plas om te bezien of inzet van het ganzenbeheerteam aldaar een praktische bijdrage zou kunnen leveren aan de aldaar waargenomen grote concentraties ganzen. Helaas bleek dat op het moment van het terreinbezoek deze concentraties niet meer aanwezig waren. Overige verzoeken met betrekking tot de inzet van het ganzenbeheerteam bleven in 2014 uit. Voortgang ganzenbeheer In 2014 is een goede start gemaakt met het ganzenbeheer door afschot van koppelvormende ganzen, legselreductie en populatiebeheer. De mogelijkheid om additionele middelen (w.o. lokmiddelen) in te zetten bij het beheer heeft zondermeer bijgedragen aan het behaalde resultaat. Daarnaast zijn er goede resultaten geboekt met behulp van vangacties tijdens de rui. Het totale beheer in 2014 heeft een resultaat opgeleverd van 23.457 grauwe ganzen, zijnde: 7.474 exemplaren meer als in 2013. De beoogde reductie van 23.000 exemplaren is daarmee bereikt. Onderstaande tabel geeft het overzicht van het afschot en de vangacties voor 2013 en 2014 weer: Grauwe Boeren Canadese Kol Brand Nijl Totaal Totaal reductie aantal ganzen 2013 incl. vangacties 15.983 80 288 145 775 781 18.052 Totaal reductie aantal ganzen 2014 incl. vangacties 23.457 334 851 196 2.877 1.382 29.097 Verschil 2014 tov 2013 7.474 254 563 51 2.102 601 11.045

11 Aanvullend op het afschot heeft nestreductie plaatsgevonden. In totaal zijn 9.043 behandelde grauwe ganzeneieren gerapporteerd. Dit zijn er 881 minder dan het voorgaande jaar. Zie voor meer informatie onderstaande tabel. Onderstaande tabel geeft de resultaten van de nestreductie in 2013 en 2014 weer: Grauwe Boeren Canadese Kol Brand Nijl Totaal Nestreductie 2013 9.924 104 594 44 542 198 11.406 Nestreductie 2014 9.043 149 451 235 411 241 10.530 Verschil 2014 tov 2013-881 45-143 191-131 43-876 De zomerganzentelling in 2014 bracht significant lagere aantallen in beeld dan in 2013, er werden in totaal 12.006 ganzen minder geteld dan in 2013. Numeriek het grootste aantal in deze vermindering betrof de soort grauwe gans. In 2014 werden er 8.806 grauwe ganzen minder geteld. Ook was er sprake van een vermindering van 2.735 brandganzen hetgeen een significante afname indiceert van het aantal overzomerende brandganzen in Utrecht t.o.v. de waargenomen aantallen in 2013 van deze soort. Zie voor meer informatie onderstaand overzicht. Grauwe Boeren Canadese Kol Brand Nijl Totaal Zomerganzen telling 2013 36.745 657 2.394 599 7.385 3.648 51.428 Zomerganzen telling 2014 27.939 520 1.933 458 4.650 3.922 39.422 Verschil 2014 t.o.v. 2013-8.806-137 -461-141 -2.735 274-12.006 Vooralsnog lijkt, uitgaande van de cijfers van de zomerganzentelling, het beheer succesvol te zijn geweest. Voor het eerst sinds lange tijd is er sprake van een afname van het aantal overzomerende ganzen in de provincie Utrecht. Of deze neergaande trend kan worden vastgehouden zal moeten moet blijken uit de telling van 2015. Evenwel kan worden geconstateerd dat de door grauwe ganzen veroorzaakte schade t.o.v. 2013 licht is gedaald met ca. 10.000,- (getaxeerde schade: 2013-351.000,- t.o.v. 2014-340.000,-) Inzet en gebruik van ontheffingen Ontheffingen kunnen door de provincie aan de Faunabeheereenheid worden verleend op basis van een door de provincie goedgekeurd Faunabeheerplan indien bepaalde maatschappelijke belangen in het geding zijn. De belangrijkste zijn: het voorkomen van belangrijke schade aan de landbouw, schade aan flora en fauna, het belang van de openbare veiligheid of de volksgezondheid en de veiligheid van het vliegverkeer. Voor een gecoördineerde en gestructureerde wijze van uitvoering van ontheffingen werkt de Faunabeheereenheid Utrecht nauw samen met Wildbeheereenheden.

12 Deze lokale samenwerkingsverbanden van jacht(akte)houders spelen voorts een belangrijke rol bij o.a. het doorschrijven van ontheffingen aan individuele gebruikers, de coördinatie van gezamenlijke beheersmaatregelen en de rapportage. Zij vormen op lokaal niveau een belangrijke oog en oor functie voor de Faunabeheereenheid. Bij de Faunabeheereenheid zijn 15 wildbeheereenheden aangesloten, waarvan 11 geheel binnen de provincie Utrecht zijn gelegen en 6 slechts ten dele. Nagenoeg alle jachthouders (ca. 800) zijn aangemeld via het digitale registratiesysteem FRS. Dit is een goede indicatie van het aantal uitvoerders dat zich in Utrecht daadwerkelijk bezig houdt met schadebestrijding en faunabeheer. De uitvoerders ontvangen via FRS op digitale wijze hun machtigingen en rapporteren over het gebruik ervan. Het werken met FRS draagt bij aan een gestructureerde en uniforme rapportage over het gebruik van de ontheffingen. Het digitaal werken neemt de FBE en de WBE-secretarissen veel werk uit handen. In 2014 zijn circa 4.500 machtigingen verstrekt, primair via de (digitale) route FBE => WBE => jachthouder. Als voorheen hebben de WBE s in 2014 weer een belangrijke rol gespeeld in de uitvoering. In bijlage I treft u een overzicht van de in 2014 ingezette ontheffingen en het daarmee gerealiseerde resultaat.

13 BIJLAGEN 1. Overzicht ontheffingen 2014 - Gebruik en Resultaat 2. Resultaten faunatelling 2010 2014 3. Resultaten zomerganzentelling 2014 4. Voorjaarstelling Ree 2014 5. Faunaschade in de provincie Utrecht 6. Provinciale brief: Aanpak problematiek overzomerende ganzen

14 Bijlage 1 Overzicht ontheffingen 2014 3 - Gebruik en Resultaat Onth. nr.: 2009INT242317 Diersoort: Vos m.b.v. kunstlicht i.v.m. Fauna Periode: 1 januari t/m 30 september 2014 WBE's : Eem, Noorderpark, Vecht en Veenstreek, Tussen Vecht en Oude Rijn, Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Kromme Rijn, Lopikerwaard en Vijfheerenlanden Resultaat: 90 expl. Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-5429 / 810B8C27 Diersoort: Vos m.b.v. kunstlicht i.v.m. Weidevogels Periode: 1 oktober t/m 31 december 2014 WBE's : Eem, Noorderpark, Vecht en Veenstreek, Tussen Vecht en Oude Rijn, Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Kromme Rijn, Lopikerwaard en Vijfheerenlanden Resultaat: 16 expl. Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-3018 / 81000064 Diersoort: Vos m.b.v. kunstlicht Sandenburg i.v.m. Fauna Periode: 17 juni t/m 31 december 2014 WBE's : Kromme Rijn Resultaat: 4 expl. Onth. nr.: 2009INT249847 / 80F4DC11 Diersoort: Vos m.b.v. kunstlicht eendenkooi IJsselstein Periode: 1 januari t/m 30 september 2014 WBE's : Lopikerwaard Resultaat: 0 expl. Onth. nr.: 2009INT242312 / 2009INT247783 Diersoort: Vos bij freilandbedrijven m.b.v. kunstlicht Periode: 1 januari t/m 30 september 2014 WBE's : De Schaffelaar, Kromme Rijn en de Vallei Resultaat: 47 expl. Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-5428 / 8108894F Diersoort: Vos freiland 2014-2019 m.b.v. kunstlicht Periode: 1 oktober t/m 31 december 2014 WBE's : De Schaffelaar, Kromme Rijn en de Vallei Resultaat: 6 expl. Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-1066 / 80F2E387 Diersoort: Koppelvormende grauwe gans afschot Periode: 1 februari tot en met 31 maart 2014 WBE's: Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Vecht en Veenstreek, Lage Vuursche, Noorderpark, Kromme Rijn, Vallei, Tussen Vecht en Oude Rijn, Eem, Lopikerwaard, Vijfheerenlanden. Resultaat: 2.472 expl. 3 Voor zover ontheffingen 'over het jaar heenlopen' is de einddatum van de ontheffing bepalend voor opname in dit jaarverslag.

15 Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-2527 / 80F89A88 Diersoort: Overzomerende grauwe gans 2014 Periode: 1 april tot en met 31 oktober 2014 WBE's: Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Vecht en Veenstreek, Lage Vuursche, Noorderpark, Kromme Rijn, Vallei, Tussen Vecht en Oude Rijn, Eem, Lopikerwaard en Vijfheerenlanden. Resultaat: 16.305 expl. Onth. nr.: 2009INT237897 Diersoort: Overzomerende grauwe gans, kolgans en brandgans - legselreductie Periode: 1 januari t/m 30 september 2014 WBE's: Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Vecht en Veenstreek, Lage Vuursche, Noorderpark, Kromme Rijn, Vallei, Tussen Vecht en Oude Rijn, Eem en Lopikerwaard Resultaat: 8.867 eieren grauwe gans, 233 eieren kolgans, 409 eieren brandgans, 451 eieren Canadese gans, 241 eieren Nijlgans en 149 eieren verwilderde boerengans Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-1529 / 80F97583 Diersoort: Grauwe gans Schiphol (vangacties) Periode: 15 mei tot 1 augustus 2014 WBE's: Vecht en Veenstreek, Tussen Vecht en Oude Rijn, Amstelland Resultaat: 2.002 expl. Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-2529/ 80FD0818 Diersoort: Grauwe gans, boerengans en brandgans ruiperiode (vangacties) Periode: 15 mei tot 31 oktober 2014 WBE's: Vecht en Veenstreek, Tussen Vecht en Oude Rijn, Amstelland Resultaat: 2.666 expl. grauwe gans, 45 expl. boerengans, 1578 expl. brandgans Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-1529 / 80F97583 Diersoort: Grauwe gans afschot jaarrond Vecht en Veenstreek t.b.v. Schiphol Periode: 28 oktober t/m 31 december 2014 WBE's: Vecht en Veenstreek Resultaat: 46 expl. Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-3594 / 810002CD Diersoort: Grauwe gans e.a. ganzensoorten eendenkooi IJsselstein 2014 Periode: 17 juni tot en met 31 oktober 2014 WBE's: Lopikerwaard Resultaat: 103 expl. grauwe gans, 228 expl. brandgans, 206 expl. canadese gans en 23 expl. nijlgans. Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-2531 / 80F972C0 Diersoort: brandgans zomer 2014 Periode: 15 mei t/m 31 oktober 2014 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s Resultaat: 870 expl. brandgans. Onth. nr.: 80BDBCEE / 80F4DC11 Diersoort: brandgans WBE s de Eem, Kromme Rijn en Lopikerwaard Periode: 1 april t/m 30 september 2014 WBE's: WBE s de Eem, Kromme Rijn en Lopikerwaard Resultaat: 320 expl. brandgans. Onth. nr.: 2009INT239984 / 80F4DC11

16 Diersoort: kolgans zomer periode Periode: 1-4-2014 tot 1-10-2014 WBE's: Heel FBE Utrecht, alle WBE s. Resultaat: 169 expl. Onth. nr.: 2009INT245893/ 80F4DC11 Diersoort: Wilde eend in gelegerd graan Periode: 1 juli t/m 15 augustus 2014 WBE's: Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Vecht en Veenstreek, Lage Vuursche, Noorderpark, Kromme Rijn, Vallei, Tussen Vecht en Oude Rijn, Eem, Lopikerwaard en Vijfheerenlanden. Resultaat: 168 expl. Onth. nr.: 2009INT236933 / 80F4DC11 Diersoort: meerkoet Periode: 1 september 2013 t/m 1 april 2014 WBE's: Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Vecht en Veenstreek, Lage Vuursche, Noorderpark, Kromme Rijn, Vallei, Tussen Vecht en Oude Rijn, Eem, Lopikerwaard en Vijfheerenlanden. Resultaat: 1.376 expl. Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-3101 / 810066A2 Diersoort: Gaai in fruitteelt Periode: 10 juli t/m 31 oktober 2014 WBE's: Kromme Rijn Resultaat: 35 expl. Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-3349 / 80FCS57A Diersoort: Spreeuw in fruitteelt Periode: 15 mei t/m 31 mei 2014 WBE's: Kromme Rijn Resultaat: 23 expl. Onth. nr.: 190104PROVBLAD80 (provinciale vrijstelling) Diersoort: Spreeuw Periode: 1 juni t/m 31 oktober 2014 WBE's: Kromme Rijn Resultaat: 4.060 expl. Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-3101 / 80FE3BDB Diersoort: Ekster in fruitteelt Periode: 10 juli t/m 31 oktober 2014 WBE's: Kromme Rijn Resultaat: 9 expl. Onth. nr.: 8085220F / 80F4DC11 Diersoort: Zwarte Kraai en Kauw m.b.v. vangkooien t.b.v. de fruitteelt Periode: 15 mei t/m 30 september 2014 WBE's: Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Vecht en Veenstreek, Lage Vuursche, Noorderpark, Kromme Rijn, Vallei, Tussen Vecht en Oude Rijn, Eem, Lopikerwaard en Vijfheerenlanden. Resultaat: 43 expl. (zwarte kraai 19 expl., kauw 24 expl.) Onth. nr.: Diersoorten: 190104PROVBLAD8 (provinciale vrijstelling) overwinterende grauwe gans, kolgans en smient

17 Periode: 1 oktober 2013 t/m 31 maart 2014 WBE's: Amstelland, De Eem, De Vallei, Gooi- en Vechtstreek, Kromme Rijn, Lopikerwaard, Noorderpark, Tussen Vecht en Oude Rijn, Vecht en Veenstreek, Vijfheerenlanden Resultaat: 13.969 expl. (grauwe gans: 6.304, kolgans 4.415, smient 3.250) Onth. nr.: 2009INT239310 / 80F4DC11 Diersoort: knobbelzwaan afschot Periode: 1 december 2013 t/m 30 april 2014 WBE's: Vecht en Veenstreek, Gooi- en Vechtstreek, Noorderpark, Tussen Vecht en Oude Rijn, Lopikerwaard, De Eem, Kromme Rijn, Amstelland Resultaat: 360 expl. Onth. nr.: 2009INT239310-1 / 80F4DC11 Diersoort: knobbelzwaan legselreductie Periode: 1 maart t/m 31 mei 2014 WBE's: Vecht en Veenstreek, Gooi- en Vechtstreek, Noorderpark, Tussen Vecht en Oude Rijn, Lopikerwaard, De Eem, Kromme Rijn, Amstelland Resultaat: 409 eieren. Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-3436 / 80FE376F Diersoort: knobbelzwaan 2014 Periode: 10 juni t/m 31 augustus 2014 WBE's: Vecht en Veenstreek, Gooi- en Vechtstreek, Noorderpark, Tussen Vecht en Oude Rijn, Lopikerwaard, De Eem, Kromme Rijn, Amstelland Resultaat: 8 expl. Onth. nr.: 2007int208031 (provinciale vrijstelling) Diersoorten: verwilderde boerengans, verwilderde kat, verwilderde duif, nijlgans en rosse stekelstaart Periode: 1 januari 2014 t/m 31 december 2014 WBE's: Amstelland, De Eem, De Vallei, Driebruggen, Gooi- en Vechtstreek, Kromme Rijn, Lopikerwaard, Noorderpark, Tussen Vecht en Oude Rijn, Vecht en Veenstreek, Vijfheerenlanden Resultaat: 1.215 expl. 4 (boerengans: 134, verwilderde kat 35, verwilderde duif 255, nijlgans 791) Onth. nr.: 2009INT239647 / 80F4DC11 Diersoort: ree Periode: 1 april 2013 tot en met 31 augustus 2013: reebokken 1 december 2013 tot en met 31 maart 2014: reegeiten en reekalveren WBE's: De Vallei, De Schaffelaar, Kromme Rijn, Vijfheerenlanden, Lage Vuursche, De Eem, Noorderpark Resultaat: 436 expl. (bok: 212, geit: 112, kalf: 112) Onth. nr.: 80D6FE52 / 80F4DC11 Diersoort: Damhert minimale stand Periode: 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014: WBE's: Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Vecht en Veenstreek, Lage Vuursche, Noorderpark, Kromme Rijn, Vallei, Tussen Vecht en Oude Rijn, Eem, Lopikerwaard en Vijfheerenlanden Resultaat: 12 expl. Onth. nr.: Z-FF-ONT-2014-5389 / 810AFD49 4 Let op: de provinciale vrijstelling ziet niet toe op een verplichte rapportage. Rekening moet worden gehouden met het feit dat de opgegeven aantallen een onderschatting zijn van het werkelijke afschot.

18 Diersoort: Damhert 2014-19 Periode: 1 oktober 2014 tot en met 31 december 2014: WBE's: Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Vecht en Veenstreek, Lage Vuursche, Noorderpark, Kromme Rijn, Vallei, Tussen Vecht en Oude Rijn, Eem, Lopikerwaard en Vijfheerenlanden Resultaat: 2 expl. Onth. nr.: 80AC6ED8 Diersoort: Wild zwijn Periode: 1 januari 2014 tot en met 28 oktober 2014: WBE's: Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Vecht en Veenstreek, Lage Vuursche, Noorderpark, Kromme Rijn, Vallei, Tussen Vecht en Oude Rijn, Eem, Lopikerwaard en Vijfheerenlanden Resultaat: 0 expl. Onth. nr.: 80AC6ED8 Diersoort: Wild zwijn Periode: 28 oktober t/m 31 december 2014: WBE's: Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Vecht en Veenstreek, Lage Vuursche, Noorderpark, Kromme Rijn, Vallei, Tussen Vecht en Oude Rijn, Eem, Lopikerwaard en Vijfheerenlanden Resultaat: 0 expl.

19 Bijlage 2 Resultaten Faunatelling 2010 2014 Soort 2014 2013 2012 2011 2010 Overz. Kn.-zwanen 3.414 3.868 4.312 4.057 5.335 Grauwe gans 18.846 24.116 19.747 15.318 15.594 Kolgans 692 21.933 1.268 1.138 742 Verw. boerengans 827 892 1.430 1.407 1.838 Nijlgans 3.437 3.605 4.006 4.236 4.379 Canadese Gans 1.782 2.721 1.990 1.963 1.902 Brandgans 14.005 30.109 10.929 6.624 3.136 Indische gans 193 222 121 261 193 Meerkoet 9.222 14.079 10.785 11.607 12.270 Blauwe reiger 1.445 1.331 1.410 1.539 1.616 Aalscholver 806 1.216 1.105 1.207 1.209 Roek 437 479 732 568 917 Zwarte kraai 6.526 7.058 7.730 8.290 7.803 Kauw 6.343 7.785 7.550 7.040 6.911 Ekster 2.185 2.588 2.638 2.466 2.552 Haas 5.648 5.969 5.247 5.950 6.293 Konijn 1.856 1.835 1.398 2.182 2.276 Fazant 758 751 957 910 1.298 Houtduif 6.074 8.371 8.110 7.681 8.772 Holenduif 1.653 1.546 1.601 1e telling in 2012 Verw. Postduif 1.221 voorgaande jaren 'uit 1.667 2.088 ervaring aanwezig' Wilde eend 15.238 20.543 16.506 15.729 17.855 Patrijs 244 342 509 530 555 Verw. Kat 613 524 510 1e telling in 2012 Vossenburcht 252 267 242 233 189 Damhert 82 108 53 41 26

grauwe gans kolgans brandgans canadagans indische gans nijlgans boerengans totaal gans 20 Bijlage 3 Resultaten zomerganzentelling 2014 Amstelland 941 0 0 2 0 19 0 962 Noorderpark 3393 0 195 163 0 204 62 4017 Gooi en Vechtstreek 725 0 0 49 0 6 0 780 Vecht en Veenstreek 5020 73 1 46 150 0 96 5386 Vijfheerenlanden 1329 154 860 92 20 164 42 2661 Kromme Rijn 3850 191 2955 236 142 2164 124 9662 Lopikerwaard 3770 0 33 442 118 231 32 4626 Driebruggen miv 2014 deelgebied 6 van WBE Lopikerwaard Tussen Vecht en Oude Rijn 3228 0 21 25 48 884 10 4216 Eem 4297 40 567 782 0 161 123 5970 Lage Vuursche 0 0 18 27 0 8 29 82 Vallei 534 0 0 0 0 21 2 557 Schaffelaar 367 0 0 69 0 60 0 496 IJmeer en Vechtstreek 485 0 0 0 0 0 0 485 TOTAAL 2014 27939 458 4650 1933 478 3922 520 39900

21 Bijlage 4 Voorjaarstelling Ree, 2014 WBE Bok Geit Bokkalf Geitkalf Onbekend Totaal Lage Vuursche 79 120 28 40 39 306 De Eem 8 16 6 16 1 47 De Vallei 9 6 1 1 5 22 De Schaffelaar 162 245 78 94 68 647 Noorderpark 38 61 18 27 19 163 Kromme Rijn 227 291 78 115 78 789 Lopikerwaard 3 3 - - 3 11 Vijfheerenlanden 18 33 19 14 25 109 TOTAAL UTRECHT 544 775 228 307 238 2094

22 Bijlage 5

23 Bijlage 6

24