Het openen van de schedel om een hersentumor, terwijl u wakker bent, te verwijderen

Vergelijkbare documenten
Het openen van de schedel in verband met een ruimte innemend proces

Craniotomie - meningeoom

Het terugplaatsen van een botlap in het hoofd

Het Ommaya-reservoir. Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen.

Externe ventrikel drain

Een Nervus Vagus Stimulator

Een operatie in het brughoekgebied

Endoscopische derde ventriculostomie

Chronisch subduraal hematoom

Craniotomie (openen van de schedel) in verband met een aneurysma na een hersenbloeding

VP-drain / LP-drain Het plaatsen van een inwendige drain in verband met opeenhoping van hersenvocht

Embolisatie van een durale fistel in het hoofd en/of wervelkolom

Bij-coiling van een aneurysma in het hoofd

Cervicale spondylodese Het vastzetten van wervels in de nek

Cervicale spondylodese

Een hersentumor Symptomen Doel van de operatie

Externe lumbale drain

Externe lumbale drain Het inbrengen van een drain in het onderste gedeelte van de rug

Hersenoperatie. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Embolisatie door middel van coils (spiraaltjes)

Cervicale laminectomie Het verwijderen van nekwervelbogen in verband met kanaalstenose (vernauwing van het wervelkanaal)

door middel van coils (spiraaltjes) of Web implantaat (een klein bolletje van fijn mazig draad) bij een aneurysma dat niet gebloed heeft

Informatie over een hersenabces en de behandeling

Operatie bij ulnaris neuropathie

Bij-coiling van een aneurysma in het hoofd

Embolisatie van een aneurysma in het hoofd (na een hersenbloeding)

Embolisatie van een arterioveneuze malformatie in het hoofd

Hersenoperatie (trepanatie)

Embolisatie van een arterioveneuze malformatie in het hoofd

Het verwijderen van een nier

Biopsie bij een ruimte-innemend proces in de hersenen

Voorbereiding op de operatie

Verwijderen van de sternumdraden

Hersenbiopsie. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Borstamputatie. Ablatio

Soms vindt de patholoog, die het weefsel onderzoekt, dat niet al het tumorweefsel is verwijderd. Er volgt dan een tweede operatie.

Patiënteninformatiedossier (PID) PROSTAATKANKER. onderdeel VERWIJDEREN LYMFKLIERWEEFSEL PROSTAATKANKER. Verwijderen lymfklierweefsel

Verwijderen van een deel van de lever

Diepe hersenoperaties bij bewegingsstoornissen: de operatie Thalamotomie en Pallidotomie (lesie)

Patiënteninformatie. Hersenoperatie (craniotomie) Hersenoperatie Hersenoperatie hj.indd 1

H Verwijderen van pennen, schroeven, platen (volwassenen)

Operatie van een aneurysma in de hersenen

VERWIJDERING VAN EEN NIER VIA EEN OPEN OPERATIE

Nekhernia. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Borstamputatie. Borstamputatie. Ablatio

Nekhernia Neurochirurgische behandeling

Littekenbreukoperatie

Littekenbreukoperatie

Hydrocefalus bij volwassenen

Vernauwing van het wervelkanaal

Prostaatoperatie via de buik

Verwijdering hypofysetumor. Van opname tot en met ontslag

Het verwijderen van een testikel

Patiënteninformatie. Trepanatie

Diepe hersenstimulatie bij bewegingsstoornissen: de operatieroute Tremor

Gynaecomastie operatie

Behandeling van hydrocefalus met drain

Vernauwing van het wervelkanaal in de onderrug Neurochirurgische behandeling

Chronisch subduraal hematoom

Binnenkort wordt bij u een tumorprothese geplaatst. Deze folder geeft u informatie over de operatieve behandeling met een tumorprothese.

De spataderoperatie en de nazorg

Verwijderen van de zaadbal

Borstsparende operatie

H Het verwijderen van uw borst (Borstamputatie)

Operatie van een aneurysma in de hersenen Clipping

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie. Laparoscopische operatie

Verwijderen van een testikel

Informatie rond een operatie aan de rug

H Borstsparende operatie

Inleiding. Een penoplicatie. Pré-operatieve screening

Verwijderen van de lymfeklieren in het kleine bekken

Biopsie Orthopedie Radboud universitair medisch centrum

H Het verwijderen van uw borst (Borstamputatie)

Prostaatoperatie via de buik

Inleiding Deze folder is bedoeld om u uit te leggen wat een borstsparende operatie is en waar u bij de gehele behandeling rekening mee moet houden. U

Een orthopedische operatie bij volwassenen

Prostaatoperatie (TURP)

Patiënteninformatie. Stereotaxie

Het verwijderen van een hypofysetumor via de neus

Vernauwing van het wervelkanaal in de nek Neurochirurgische behandeling

Operatie aan de halsslagader Carotisdesobstructie

PATIËNTEN INFORMATIE. Dogear correctie. Polikliniek Plastische Chirurgie

Borstsparende operatie bij borstkanker (lumpectomie)

Operatie van een afwijking in de borst

Inleiding. Een navelbreuk

Diepe hersenstimulatie bij bewegingsstoornissen: Tremor

Een operatie bij uitzaaiingen in de wervelkolom

H Okselklierdissectie

De prostaatoperatie (TURP)

Lage rughernia Neurochirurgische behandeling

Gedeeltelijke verwijdering van een nier

VERNAUWING VAN HET WERVELKANAAL IN DE ONDERRUG NEUROCHIRURGISCHE BEHANDELING

Urologie Het verwijderen van een tumor uit de blaas

Liesbreukoperatie. bij volwassenen

Verwijderen van de lymfeklieren van de prostaat Pelviene lymfeklierdissectie

Diepe hersenstimulatie bij bewegingsstoornissen: de operatieroute M. Parkinson

H Okselklierdissectie

Schildwachtklieronderzoek en -verwijdering bij borstkanker

Borstsparende operatie bij borstkanker (lumpectomie)

Transcriptie:

Wakkere Craniotomie Het openen van de schedel om een hersentumor, terwijl u wakker bent, te verwijderen Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Hersentumoren 1 De behandeling 2 Belangrijk voor opname 3 De operatieroute 3 Het herstel 5 Het ontslag 6 Uitslag weefselonderzoek en nabehandeling 7 Mogelijke problemen 7 Wanneer moet u contact met de verpleegafdeling Neurochirurgie opnemen? 8 Adviezen voor thuis 8 Tot slot 9 Belangrijke telefoonnummers 9 Binnenkort wordt u in het ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis), locatie ETZ Elisabeth opgenomen voor een wakkere craniotomie in verband met een hersentumor. In deze brochure leest u informatie over deze operatie en ontvangt u een aantal richtlijnen en adviezen die kunnen bijdragen aan een sneller herstel. Hersentumoren Binnen de schedel kunnen tumoren ontstaan. Er zijn geen duidelijke erfelijke- of omgevingsfactoren bekend die het ontstaan van een hersentumor beïnvloeden. Er zijn twee hoofdgroepen hersentumoren: Niet uitgaande van het hersenweefsel meningeomen (uitgaande van het hersenvlies), metastasen (uitzaaiingen van tumoren elders in het lichaam), hypofysetumoren (een tumor of gezwel in de hypofyse). Uitgaande van het hersenweefsel Het hersenweefsel is opgebouwd uit hersencellen (neuronen) en bindweefsel (glia). Hersentumoren ontstaan meestal vanuit het bindweefsel, de glia, en worden daarom wel gliomen genoemd. In deze brochure wordt ingegaan op tumoren die uitgaan van het hersenweefsel zelf. De mate van kwaadaardigheid van een hersentumor wordt beoordeeld door de patholoog en wordt uitgedrukt in graden I, II, II of IV. Waarbij graad I en II relatief langzaam groeien en graad III en IV snel groeien en dus meer kwaadaardig zijn.

De gradering zegt niets over de ontwikkeling van een tumor bij een individuele patiënt. Dat betekent dat een tumor met een hogere graad soms toch minder snel terug komt dan je op grond van het microscopisch beeld zou verwachten. Laaggradige tumoren veranderen op termijn vrijwel altijd in een hogere gradering, zodat op dat moment voor een ander beleid kan worden gekozen. Soms kunnen goedaardige hersentumoren door de plaats in de hersenen toch moeilijk te behandelen zijn en veel klachten geven. Een hersentumor zaait vrijwel nooit uit naar een andere plaats in het lichaam. De kans dat een hersentumor na behandeling weer aangroeit is wel groot. Aantasting van het hersenweefsel leidt tot uitval van lichamelijke functies. Symptomen of verschijnselen Wanneer de tumor groeit in een neurologisch stil gebied, dit wil zeggen in een deel van de hersenen waar uitval van functie minder snel opvalt, kan deze enige tijd onopgemerkt groeien. Vrijwel alle patiënten met een hersentumor hebben in meer of mindere mate last van vage klachten, zoals vermoeidheid, problemen met concentreren of het geheugen. De verschijnselen van een hersentumor hangen enerzijds samen met de groei van de tumor waardoor verhoging van de druk in het hoofd ontstaat, anderzijds met de plaats waar de tumor groeit. Een verschijnsel van drukverhoging kan hoofdpijn zijn, vooral bij activiteiten die de druk laten toenemen (bukken, niezen, persen) en kan gepaard gaan met misselijkheid en braken. Behalve uit verhoging van de druk bestaan de verschijnselen vaak uit psychische veranderingen, zoals trager worden of juist minder geremd zijn. Bij groei in een deel van de hersenen waar bijvoorbeeld de bewegingen gelegen zijn, kunnen verlammingsverschijnselen optreden, die zich dan aan de andere lichaamshelft uiten, of spraakstoornissen. Tenslotte kunnen ook nog epileptische toevallen het gevolg zijn van een hersentumor. Bij de meeste patiënten met een laaggradig glioom is dit het eerste symptoom. De behandeling Wat is een craniotomie? Een craniotomie is het openen van de schedel via een luikje om bijvoorbeeld een hersentumor te verwijderen. De operatie wordt verricht door een neurochirurg en duurt enkele uren. Wat is een wakkere craniotomie? Dit is een craniotomie die verricht wordt terwijl u wakker bent. De plaats van de operatie is lokaal verdoofd. Wanneer zich een tumor in de hersenen ter hoogte van belangrijke zones bevindt, zoals het motorisch centrum (die arm-, been- en aangezichtbewegingen uitvoeren) en het spraakcentrum (die begrip en taal uitvoeren) is het nodig de plaats van deze kritische zones precies te bepalen onder wakkere omstandigheden. Dit gebeurt door met een zwak elektrisch stroompje delen van de hersenen te prikkelen (stimuleren). Tijdens de wakkere operatie zult u opdrachten moeten uitvoeren met uw gezicht, armen, handen, vingers en benen om de neurochirurg van informatie te voorzien. Soms moet u ook verschillende spraakoefeningen doen. De kans op neurologische schade wordt met deze operatietechniek zo klein mogelijk gehouden en er wordt zoveel mogelijk van de hersentumor verwijderd. De neurochirurg, anesthesioloog en neuropsycholoog zullen u uitvoerig over de operatie inlichten voordat u opgenomen wordt in het ziekenhuis. De neuropsycholoog Bij een wakkere hersenoperatie is over het algemeen een neuropsycholoog betrokken. Een

neuropsycholoog houdt zich onder andere bezig met de relatie tussen denkfuncties (bijvoorbeeld taal) en de hersenen. Omdat deze functies erg belangrijk zijn, worden zij door de neuropsycholoog goed in de gaten gehouden, zowel voor, tijdens, als na de operatie. Voor de operatie krijgt u een intakegesprek bij de afdeling Medische Psychologie. Tijdens dit gesprek maakt u kennis met de neuropsycholoog die u verder begeleidt. Ook wordt een aantal testen afgenomen, bijvoorbeeld op het gebied van taal en geheugen. Tijdens de operatie zal de neuropsycholoog aanwezig zijn om testen met u te doen tijdens de stimulatie van de hersenen. Afhankelijk van welk deel van uw hersenen wordt geopereerd, kunnen dit verschillende soorten opdrachten zijn, bijvoorbeeld het bewegen van uw vingers of het benoemen van plaatjes. De neuropsycholoog zal over het algemeen aanwezig blijven tot u weer in slaap wordt gebracht aan het einde van de operatie. In de week na de operatie zal de neuropsycholoog nog een keer bij u langskomen om te kijken hoe het gaat en of u behoefte hebt aan verdere psychologische begeleiding. Ook bij het nazorgtraject is de neuropsycholoog betrokken. De anesthesioloog De anesthesioloog die bij uw operatie aanwezig is, bespreekt met u voor de operatie uitgebreid de procedure tijdens de operatie. Hij/zij zal u uitleggen hoe de operatie in zijn werk gaat op gebied van narcose en verdoving en de begeleiding tijdens de operatie. De anesthesioloog legt dit uit met een gesprek, met informatiemateriaal en video-opnames. Voor dit gesprek ontvangt u van de anesthesioloog een uitnodiging, deze afspraak is daardoor mogelijk niet gekoppeld aan andere afspraken en staat los van het bezoek aan de preoperatieve screening op de polikliniek Anesthesiologie. Hier hebt u ook nog een gesprek met een verpleegkundig specialist of physician assistant met als voornaamste doel uw gezondheidstoestand beoordelen. Waar nodig wordt aanvullend onderzoek gedaan en eventueel wordt u verwezen naar andere specialisten. Belangrijk voor opname Met de inname van sommige medicatie moet voor de operatie stoppen. Dit geldt met name voor antistollingsmedicatie (bloed-verdunners). Gebruikt u bijvoorbeeld Ascal, acetylsalicylzuur cardio, Marcoumar, acenocoumarol, Plavix of Aspirine dan moet u met de inname, in overleg met uw behandelend arts, minstens 1 week vóór de opname mee stoppen. Bent u niet zeker of u antistollingsmedicatie gebruikt, neem dan altijd contact op met uw huisarts of met uw behandelend arts. De operatieroute De opnamedag Voor een wakkere craniotomie, wordt u zeven tot negen dagen in het ziekenhuis opgenomen. U wordt opgenomen op etage D; kamer 1 t/m/ 16 of kamer 32 t/m 47 (zie ook de brochure Wegwijs op etage D, Neurochirurgie). Hier wordt u ontvangen door een verpleegkundige. Op het verpleegkundig spreekuur Neurochirurgie bent u geïnformeerd over de opname. Er is bloed bij u afgenomen en afhankelijk van uw leeftijd en gezondheid is er ook een ECG (elektrocardiogram) gemaakt. Dit is een opname van de hartslag om een indruk te krijgen van het ritme van het hart. In het opnamegesprek worden eventuele aanvullende onderzoeken besproken. Ook hebt u een afspraak gehad met de anesthesioloog. Hij/zij heeft u uitgebreid geïnformeerd over de gang van zaken rondom de narcose en het wakkere gedeelte van de operatie. In de loop van de dag komt de zaalarts of physician assistent bij u langs. Deze dag wordt gestart met tabletten dexamethason. Deze tabletten voorkomen dat na de operatie te veel zwelling in de hersenen ontstaat. Ook krijgt u maagwandbeschermers om irritatie van de

maagwand, die door de dexamethason veroorzaakt kan worden, te voorkomen. Ter voorbereiding op de operatie worden uw haren gewassen met een speciale desinfecterende shampoo. Hierna krijgt u markers op uw hoofd geplakt die voor het MRI-onderzoek bestemd zijn (zie ook de folder MRI-onderzoek). Dit onderzoek is bedoeld om de exacte plaats van de afwijking in het hoofd te bepalen en dient dus als een soort navigatiesysteem. Het onderzoek vindt plaats op de afdeling Radiologie. Voordat u naar deze afdeling gaat, wordt er door de verpleegkundige een infuusnaaldje in een bloedvat van uw arm gebracht. Via dit naaldje wordt bloed afgenomen voor onderzoek en wordt, op afdeling Radiologie, contrastvloeistof ingespoten voor het MRI-onderzoek. Naast deze MRI krijgt u ook een functionele MRI. Een functionele MRI is gebaseerd op de hierboven genoemde MRI-techniek, maar heeft als doel bepaalde functionele gebieden zichtbaar te maken. Het principe van dit onderzoek is dat tijdens het scannen door de patiënt bepaalde opdrachten worden uitgevoerd (bijvoorbeeld het uit het hoofd oplezen van bepaalde woordjes die hij/zij op een projectieschermpje te lezen krijgt, of het heen en weer bewegen van een duim of een wijsvinger). Op deze manier worden bepaalde delen van de hersenen die overeenkomen met de functie die wordt gestimuleerd, actiever gemaakt. Deze verhoogde activiteit leidt tot een verhoogde doorbloeding in die delen van de hersenen. Die verhoogde doorbloeding wordt weer door de scan gelezen en uiteindelijk door de computer vertaald in een plaatje waarop dat hersengebied oplicht. Op deze manier kan worden bepaald of een hersentumor in- of nabij- een gebied ligt dat van groot belang is voor belangrijke functies, zoals spraak, taalbegrip, bewegen (schrijven!), gevoel enzovoorts. Door gebruik te maken van de informatie die de functionele MRI heeft opgeleverd, kunnen deze risicogebieden tijdens operatie worden vermeden. Als u wilt, mag u deze dag (na afspraak) op de afdeling Intensive Care (IC) gaan kijken. Daar wordt u namelijk de eerste nacht na de operatie verpleegd. Meer informatie over deze afdeling vindt u in de brochure Algemene informatie Intensive Care. s Avonds kunt u een slaaptablet krijgen voor een goede nachtrust. Het patiënten informatie dossier (PID) Op de dag van opname krijgt u een patiënten informatie dossier (PID). Dit dossier is bedoeld als ondersteuning en naslagwerk. Het bevat informatie om u zo goed mogelijk voor te bereiden op uw operatie en op de zorg na de operatie. Tijdens uw opname wordt het dossier aangevuld. Het dossier is uw persoonlijk eigendom. Nuchter zijn voor de operatie Voor de operatie moet u vanaf een bepaalde tijd nuchter zijn. De richtlijnen hiervoor vindt u in de brochure Een ingreep onder anesthesie. Deze hebt u gekregen bij uw polikliniekbezoek of bij het pre-operatief spreekuur. U moet u houden aan deze richtlijnen. De operatiedag Korte tijd voordat u naar de operatiekamer gaat, wordt u gevraagd een operatiehemd aan te trekken. Vervolgens geeft een verpleegkundige u twee injecties in uw been. Deze medicijnen geven u een slaperig gevoel en hebben een pijnstillende werking. Om trombose (bloedstolsels) te voorkomen, geeft de verpleegkundige u een injectie bij de navel. Na de operatie krijgt u deze injectie elke dag. U wordt naar de operatiekamer gebracht. U krijgt een infuus en vervolgens wordt u voorbereid op de operatie. Als u een roesje hebt gekregen, wordt een klein gedeelte van uw hoofdhaar weggeschoren en krijgt u een blaaskatheter.

De operatie Terwijl u onder een roesje in slaap wordt gehouden, begint de neurochirurg aan de operatie. De geplande opening in de schedel wordt plaatselijk verdoofd. De neurochirurg opent via de hoofdhuid en onderhuids weefsel de schedel. De hoofdhuid en het onderhuids weefsel vormen samen een huidlapje dat omgeklapt wordt. In het schedelbot maakt de chirurg een luikje. Via dit luikje wordt geopereerd en komt de neurochirurg in de hersenen waar geen gevoelszenuwen zitten. De anesthesioloog laat u nu rustig wakker worden. Tijdens het wakkere gedeelte van de operatie zal de neuropsycholoog aan u vragen om te praten en uw armen en benen te bewegen, tevens zal de neurochirurg met een soort pincet zwakke stroomstootjes toedienen. Hiermee kan de grens vastgesteld worden tussen functioneel hersenweefsel en de stille gebieden (plaatsen die geschikt zijn om te verwijderen). Als er zoveel mogelijk tumorweefsel verwijderd is als mogelijk, wordt u weer in slaap gebracht en vervolgt de arts het laatste gedeelte van de operatie. Tijdens de operatie hebt u geen pijn, hersenweefsel is gevoelloos. De anesthesioloog staat voor u en houdt u gedurende de hele operatie goed in de gaten. Na de operatie Na de operatie wordt u wakker in de uitslaapkamer. Om uw hoofd zit een verband en vanuit de wond is eventueel een wonddrain aangebracht. Uit deze drain komt het wondvocht. Als u weer voldoende wakker bent en uw toestand het toelaat, gaat u met toestemming van de anesthesioloog naar de afdeling Intensive Care (IC). Op deze afdeling worden uw vitale functies, zoals ademhaling, hartritme, bloeddruk en bewustzijn goed bewaakt. De verpleegkundigen voeren regelmatig controles uit, ook gedurende de avond en nacht. De neurochirurg komt bij u langs en informeert u en uw familie over hoe de operatie verlopen is. Pijn Na de operatie voelt u pijn bij het litteken. U krijgt hiervoor pijnstillende medicijnen toegediend (zie de folder Pijnmeting). De wond van de operatie kan enkele dagen tot weken gevoelig blijven. Bij sommige mensen duurt dit langer. Het herstel De eerste dag na de operatie Deze dag verlaat u de IC en komt u terug op de verpleegafdeling. De eventuele wonddrain wordt verwijderd en om de twee uur zijn er controles van uw polsslag, bloeddruk, bewustzijn en pupilreacties. U mag rechtop in bed zitten. Als dat goed gaat, mag u onder begeleiding van de verpleegkundige voor het eerst uit bed. Afhankelijk van uw conditie wordt de blaaskatheter verwijderd. Als u deze dag voldoende drinkt, wordt ook het infuus verwijdert. U mag weer eten. De verpleegkundige plant een zorggesprek met u in voor over twee dagen. De tweede dag Om de vier uur worden de verschillende controles gedaan. Uw wond wordt gecontroleerd en verzorgd. U mag uzelf op de rand van het bed verzorgen of eventueel aan de wastafel in de badkamer. Het uit bed komen (mobiliseren) mag uitgebreid worden. Het is wel van belang dat u het rustig aan doet. De derde dag Vanaf de derde dag mag u meer gaan rondlopen. De controles vinden nu drie keer per dag plaats. U mag douchen en uw haren mag u vanaf vandaag wassen met een milde shampoo. Vooraf wordt de wond door de verpleegkundige gecontroleerd. De wondcontrole vindt tijdens uw verblijf dagelijks plaats.

Vandaag wordt bij u twee keer uw bloedsuiker (bloedglucose) geprikt. Dit wordt gedaan door een prikje in uw vinger. De controle van uw bloedsuiker is nodig omdat het gebruik van dexamethason tabletten de bloedglucose kan ontregelen. In de loop van de dag hebt u een zorggesprek. Uw partner of een andere vertrouwenspersoon mag hierbij aanwezig zijn. In het zorggesprek wordt besproken of er veranderingen in de zorg nodig zijn. Verder wordt er vooruit gekeken naar uw ontslag uit het ziekenhuis en welke zaken hiervoor geregeld moeten worden. U krijgt een afspraak voor een ontslaggesprek. Deze wordt gepland voor dag zes. Gaat het herstel voorspoedig en u voelt u goed dan mag u in overleg met de behandelend arts ook eerder met ontslag en wordt het ontslaggesprek eerder gepland. De vierde dag Vandaag vinden de controles twee keer per dag plaats. U mag uzelf verzorgen en het mobiliseren verder uitbreiden. De vijfde dag Op de vijfde dag worden de laatste controles gedaan. De dexamethason tabletten worden, in overleg met de behandelend arts, vanaf vandaag afgebouwd. Bent u voor deze operatie overgeplaatst vanuit een ander ziekenhuis en gaat het herstel langer duren, dan gaat u vandaag weer terug naar uw eigen ziekenhuis. Deze overplaatsing vindt pas plaats als de behandelend arts hier toestemming voor gegeven heeft. De zesde dag Aangezien u de zevende dag na de operatie met ontslag mag, vindt vandaag het ontslaggesprek plaats. Tijdens het ontslaggesprek wordt u voorbereid op het naderende ontslag. Uiteraard is het mogelijk om hierbij uw partner of ander vertrouwenspersoon uit te nodigen. In dit gesprek komen een aantal vaste punten naar voren. Voor ons is het ook belangrijk hoe u de ziekenhuisopname en het verblijf op de afdeling ervaren hebt. De zevende dag Bent u weer goed ter been en in staat uzelf te verzorgen dan mag u vandaag met ontslag (± 10.00 uur in de ochtend). Niet oplosbare hechtingen worden, als de neurochirurg hier toestemming voor geeft, voor het ontslag verwijderd. Als de hechtingen langer moeten blijven zitten, krijgt u een afspraak mee voor het verwijderen van de hechtingen. Het ontslag Voordat u naar huis gaat, krijgt u een aantal ontslagpapieren mee, waaronder een ontslagbrief voor de huisarts. (De inhoud hiervan is met u besproken tijdens het ontslaggesprek). Er worden nog een aantal afspraken met u gemaakt. Als de uitslag van het weefselonderzoek en de verdere nabehandeling nog niet met u is besproken, wordt er een afspraak gemaakt met de neurochirurg. Deze afspraak vindt dan binnen twee weken na het ontslag plaats. Er wordt een telefonische afspraak gemaakt (datum ongeveer zes weken na het ontslag). De neurochirurg belt u dan op de afgesproken datum en tijd. Er wordt een controle afspraak gemaakt met de neurochirurg (datum ongeveer tien weken na ontslag). U krijgt een afspraak voor het nazorggesprek. Deze wordt, als het mogelijk is, op dezelfde datum gezet als de controle afspraak. Het nazorggesprek vindt plaats op het verpleegkundig spreekuur. Als u nog hechtingen hebt, krijgt u een afspraak mee voor het verwijderen van de hechtingen.

Als u bepaalde medicijnen moet blijven gebruiken, krijgt u hiervoor een recept. Ook worden er nog een aantal zorginstructies aan u gegeven. Uitslag weefselonderzoek en nabehandeling Tijdens de operatie is weefsel weggenomen. Zoals eerder aangegeven, bespreekt de behandelend arts de uitslag van het weefselonderzoek met u. Vaak kan dit gesprek al tijdens uw verblijf in het ziekenhuis plaatsvinden. Mocht dit niet het geval zijn, dan wordt er op korte termijn een afspraak met u gemaakt op de polikliniek. Als de uitslag van het weefselonderzoek bekend is, wordt ook besproken of u een nabehandeling moet ondergaan. Mogelijke problemen Bij elke operatieve ingreep bestaat een risico op mogelijke problemen. Meestal hangen deze problemen samen met de plaats en de grootte van de afwijking in het hoofd. Mogelijke andere oorzaken voor problemen heeft uw behandelend arts met u besproken. Als u hierover nog vragen hebt, kunt u deze altijd aan uw behandelend arts stellen. Wondinfectie Een wondinfectie uit zich door roodheid, zwelling, kloppende pijn en het warm aanvoelen van de operatiewond. Enige roodheid en zwelling zijn echter gewoon omdat ze de tekenen zijn van de weefselreactie op de operatie. Ondanks dat er uiterste zorg wordt besteed aan het voorkomen van infecties gedurende de operatie (tijdens de operatie krijgt u antibiotica toegediend) zijn infecties niet altijd te voorkomen. Vooral bij langdurige of gecompliceerde operaties en bij mensen met een verlaagde weerstand kunnen infecties van de wond voorkomen. Uiteraard worden de nodige maatregelen genomen als er toch een infectie ontstaat. Loslatende wondranden Als de wondranden een klein beetje loslaten, kan dit geen kwaad en groeit het gewoon weer dicht. Loslatende wondranden kunnen echter duiden op een beginnende infectie. Als de wondranden over méér dan 1 cm loslaten, moet u op het verpleegkundig spreekuur Neurochirurgie de wond laten nakijken. Lekkage van hersenvocht (liquor) Veel neurochirurgische operaties vinden plaats binnen de hersenvochtruimte. Door het zorgvuldig sluiten van het hersenvlies en de wond, wordt lekkage van hersenvocht voorkomen. Hersenvochtlekkage is echter niet te vermijden als delen van hersenvliezen die de hersenvochtruimte omsluiten moeten worden verwijderd of als delen van het schedelbot ontbreken. Voor de effectieve behandeling van hersenvochtlekkage moet soms het vocht via een slangetje in de rug (lumbale drain) worden afgevoerd terwijl de patiënt bedrust moet houden. Functie-uitval Uitval van functies na een operatie, zoals verlamming is veelal het gevolg van oedeem (zwelling) van het hersenweefsel. De functie herstelt zich weer wanneer het oedeem na enige dagen verdwenen is. Een enkele keer is de functie-uitval het gevolg van een verslechterde doorbloeding. Dan kan het herstel veel langer duren of onvolledig zijn.

Nabloeding Nabloedingen in het operatiegebied dragen, evenals hersenoedeem, het risico dat ze een beknelling (inklemming) van vitale hersengebieden kunnen geven. Hoewel aan het einde van de operatie de uiterste zorg wordt besteed aan de bloedstelping kunnen de eerste dag na de operatie nabloedingen optreden. Dit wordt veroorzaakt doordat de bloedstolling verstoord wordt of doordat er sterke schommelingen van de bloeddruk waren. Veelal is het nodig om via een nieuwe operatie de bloeduitstorting te verwijderen en de nabloeding te stoppen. Epilepsie Sommige patiënten krijgen na een hersenoperatie epileptische aanvallen (het optreden van stuipen of toevallen met schokken van armen en benen). Dit komt doordat in het hersenweefsel epileptische activiteit ontstaat. Als dit het geval is, krijgt u hiervoor medicijnen. Patiënten die al voor de operatie epilepsie hebben gehad, houden hier na de operatie ook kans op. Wanneer moet u contact met de verpleegafdeling Neurochirurgie opnemen? Als u één van de volgende symptomen merkt, moet u contact opnemen met de verpleegafdeling Neurochirurgie: abnormale zwelling van de wond; opengesprongen wond; pus uit de wond; hoge koorts; lekkage van hersenvocht via de neus (verliezen van helder vocht via de neus als men niet verkouden is); lekkage van helder vocht door de wond; toenemende sufheid. U kunt van maandag t/m vrijdag (van 08.45 uur tot 09.15 uur) bellen voor een afspraak op het telefonisch spreekuur, telefoonnummer; (013) 539 80 32. U wordt dan tussen 09.30 uur en 10.00 uur teruggebeld door een verpleegkundige. U kunt ook e-mailen naar: nazorg@etz.nl. De ontvangen e-mails worden van maandag t/m vrijdag door verpleegkundigen bekeken en zo spoedig mogelijk beantwoord. Bij acute problemen of klachten: binnen kantooruren telefonisch contact opnemen met de polikliniek via (013)539 80 32: buiten kantooruren contact opnemen met uw huisarts of huisartsenpost. Adviezen voor thuis Activiteit en rust U mag vrij bewegen, maar het is raadzaam uw conditie gedurende de eerste zes weken weer langzaam op te bouwen. U mag echter niet bukken met het hoofd voorover en in ieder geval ook niet zelf autorijden. Het verrichten van werkzaamheden De eerste zes weken is het niet verstandig zware (huishoudelijke) werkzaamheden te verrichten. Uw behandelend arts zal met u bespreken wanneer u weer kunt werken en welke sporten u mag beoefenen.

Wondverzorging Vanaf de derde dag na de operatie mag u uw haren weer wassen met een milde shampoo. U moet voorzichtig zijn met de tere hoofdhuid. Het is beter uw hoofd niet bloot te stellen aan fel zonlicht of extreme kou. U kunt dan last krijgen van hoofdpijn. Rijgeschiktheid Een aandoening/operatie aan de hersenen kan gevolgen hebben voor de rijbevoegdheid. Informatie hierover kunt u terugvinden op www.cbr.nl en zoek regeling eisen geschiktheid 2000. Tot slot Als u na het lezen van deze brochure nog vragen hebt, kunt u deze stellen aan uw behandelend arts of aan de verpleegkundigen. Voor meer informatie kunt u ook terecht op; www.ncct-nl.com Patiëntenvereniging www.cerebraal.nl Belangrijke telefoonnummers ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis) (013) 221 00 00 Locatie ETZ Elisabeth Route 42 Neurocentrum Polikliniek Neurochirurgie: (013) 539 80 32 Etage D, kamer 1 t/m 16: (013) 539 22 42 Etage D, kamer 32 t/m 47: (013) 539 22 43 E-mailadres: polinrc@etz.nl Vragen over uw operatiedatum? Vragen over uw Gamma-Knife behandeling? Overige vragen? okplanningnrc@etz.nl gammaknife@etz.nl secretariaatnrc@etz.nl Neurochirurgie, 41.767 05-15 terug naar de inhoudsopgave Copyright ETZ Afdeling Communicatie Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.