Jaarverslaggeving 2013 Stichting Curadomi Thuiszorg
Stichting Curadomi Thuiszorg INHOUDSOPGAVE Pagina 5.1 Jaarrekening 2013 5.1.1 Balans per 31 december 2013 5.1.2 Resultatenrekening over 2013 5.1.3 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Pagina 2van 10
Stichting Curadomi Thuiszorg 5.1 JAARREKENING Pagina 3 van 10
Stichting Curadomi Thuiszorg 5.1 JAARREKENING 5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na resultaatbestemming) ACTIVA Ref. 31-dec-13 31-dec-12 Vaste activa Immateriële vaste activa 1 0 0 Materiële vaste activa 2 104.369 158.640 Financiële vaste activa 3 6.010 7.621 Totaal vaste activa 110.379 166.261 Vlottende activa Voorraden 4 0 0 Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / 5 0 0 DBC-zorgproducten Vorderingen uit hoofde van bekostiging 6 0 0 Overige vorderingen 7 7.100.979 4.192.728 Effecten 8 0 0 Liquide middelen 9 250 621.219 Totaal vlottende activa 7.101.229 4.813.947 Totaal activa 7.211.608 4.980.208 Ref. 31-dec-13 31-dec-12 PASSIVA Eigen vermogen 10 Kapitaal 0 0 Bestemmingsreserves 883.985 639.331 Bestemmingsfondsen 0 0 Algemene en overige reserves 0 0 Totaal eigen vermogen 883.985 639.331 Voorzieningen 11 206.593 354.116 Langlopende schulden (nog voor meer 12 0 0 dan een jaar) Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Schulden uit hoofde van bekostiging 6 0 0 Overige kortlopende schulden 13 6.121.030 3.986.761 Totaal passiva 7.211.608 4.980.208 Pagina 4 van 10
Stichting Curadomi Thuiszorg 5.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2013 Ref. 2013 2012 BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties 16 13.048.298 11.324.547 Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC- 17 5.510.668 4.995.290 zorgproducten; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Omzet DBC's / DBC-zorgproducten 18 0 0 Subsidies (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; 19 40.213 39.753 inclusief overige Wmo-prestaties) Overige bedrijfsopbrengsten 20 32.992 7.930 Som der bedrijfsopbrengsten 18.632.171 16.367.520 BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten 21 15.655.109 14.292.818 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 22 86.219 53.932 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 23 0 0 Overige bedrijfskosten 24 2.646.307 2.011.268 Som der bedrijfslasten 18.387.635 16.358.018 BEDRIJFSRESULTAAT 244.536 9.502 Financiële baten en lasten 25 118 572 RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING 244.654 10.074 Buitengewone baten 26 0 0 Buitengewone lasten 26 0 0 Buitengewoon resultaat 0 0 RESULTAAT BOEKJAAR 244.654 10.074 RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: 2013 2012 Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten 244.654 10.074 Bestemmingsreserve WMO 0 0 244.654 10.074 Pagina 5 van 10
Stichting Curadomi Thuiszorg 5.1.3 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.3.1 Algemeen Algemene gegevens en groepsverhoudingen Stichting Lelie zorggroep staat aan het hoofd van een groep genaamd de Lelie zorggroep. De Lelie zorggroep is in 2010 opgericht als bestuursholding van de zorginstellingen Agathos Thuiszorg, Curadomi Stichting voor Thuiszorg, Stichting Protestants Christelijke Zorggroep Rijnmond en Stichting PGB-Comfort. In 2011 is Stichting De Driehoek te Zwolle hieraan toegevoegd. In 2012 zijn de GGZ-activiteiten uit Stichting De Driehoek ondergebracht in een afzonderlijke stichting Cruciaal christelijke GGZ, waarvan Lelie zorggroep ook (enig) bestuurder is. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling Verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling van de enkelvoudige jaarrekening van de Lelie zorggroep komen overeen met de geconsolideerde jaarrekening. Alle baten en lasten van de Lelie zorggroep worden door middel van doorbelasting toegerekend aan de werkmaatschappijen. Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening zijn tevens opgenomen de stichtingen die tot de groep behoren. Dit betreffen: Stichting Protestants Christelijke Zorggroep Rijnmond; Stichting Agathos Thuiszorg; Curadomi, Stichting voor Thuiszorg; Stichting PGB-Comfort; Stichting De Driehoek; Stichting Cruciaal christelijke GGZ. Op grond van artikel 7, lid 4 van Regeling Verslaggeving WTZi zijn de volgende stichtingen buiten de consolidatie gebleven: Stichting Chaverim, Rotterdam; Stichting Vrienden van Pniël, Rotterdam; Stichting Vrienden van Tiendhove, Krimpen aan den IJssel; Stichting Koningshoffundatie, Rotterdam. Verbonden rechtspersonen Er zijn geen rechtspersonen waarmee de Lelie zorggroep samenwerkingsrelaties onderhoudt die vermelding in deze geconsolideerde jaarrekening noodzakelijk maken. Pagina 6 van 10
5.1.3.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Activa en passiva Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief, tenzij hierna anders vermeld. Op inventarisgoederen, installaties en gebouwen wordt afgeschreven vanaf de maand na ingebruikname. Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen. Herbeoordeling afschrijvingstermijnen Tot en met 2008 werden voor de jaarrekening afschrijvingstermijnen van nacalculeerbare activa gebaseerd op de voorgeschreven afschrijvingstermijnen voor de bekostiging, in overeenstemming met de specifiek voor zorginstellingen geldende Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving hoofdstuk 655 (RJ 655). Vanaf 2009 zijn deze specifieke richtlijnen van RJ 655 vervallen en dienen deze materiële vaste activa in de jaarrekening te worden gewaardeerd in overeenstemming met de algemene (niet sector-specifieke) Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Sinds 2009 is sprake van een transitiefase voor de bekostiging van materiële vaste activa die tot en met 31 december 2011 in aanmerking kwamen voor integrale nacalculatie. Dit in beginsel risicoloze bekostigingssysteem is per 1 januari 2012 vervangen door een systeem van prestatiebekostiging. Kapitaallasten worden voortaan bekostigd via een Normatieve HuisvestingsComponent (NHC) in de integrale tarieven, waarbij tot 2018 een overgangsregeling geldt waarin de nacalculatie van kapitaallasten wordt afgebouwd en de vergoeding op basis van NHC wordt opgebouwd. Hierdoor zijn nieuwe risico's voor het vastgoed ontstaan, zoals exploitatierisico's (leegstand, onderbezetting), marktontwikkelingsrisico's en hierdoor het risico van duurzame waardevermindering bij structurele exploitatieverliezen. Ook voor de tot en met boekjaar 2011 nacalculeerbare huurcontracten zijn vergelijkbare risico's ontstaan, waardoor bij structurele verliezen een voorziening voor verlieslatende contracten dient te worden gevormd. Economische gebruiksduur en waardering De Lelie zorggroep is in 2011 gestart met de doordenking van de toekomstige exploitatie van de intramurale locaties. Dit betreft zowel de eigendomspanden als de huurpanden. Per locatie heeft een integrale beoordeling plaatsgevonden van de cliëntendoelgroep, de (huidige en verwachte toekomstige) zorgzwaarte, de demografische ontwikkeling in de wijk en de functionaliteit van het pand. Daarbij is tevens beoordeeld welke functionele aanpassingen in de toekomst nodig zouden zijn. Ook de toekomstige financiële ontwikkelingen (invoering van Normatieve HuisvestingsComponenten (NHC s), afbouw ZZP 1 en 2 voor intramurale zorg e.d.) zijn hierin betrokken. Voor de huurpanden vindt hierover uiteraard ook overleg plaats met de belangrijkste verhuurder, Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam (SOR). Op basis hiervan wordt een keuze gemaakt voor de resterende gebruiksduur (economische levensduur) per pand. De resterende gebruiksduur is voor alle locaties niet korter dan de resterende afschrijvingstermijn per begin 2013. Pagina 7 van 10
In verband hiermee heeft de Raad van Bestuur besloten om bij het opstellen van de jaarrekening 2013 de verwachte resterende gebruiksduur en de verwachte restwaarde van de vaste activa nog niet te herbeoordelen, maar te waarderen op basis van voortzetting van de tot en met 2012 gehanteerde afschrijvingstermijnen. De verwachting is dat de wijziging in de afschrijvingskosten als gevolg van de herziening van de afschrijvingstermijnen een beperkte invloed op het resultaat zal hebben. Als gevolg van de invoering van de NHC s kunnen mogelijk boekwaardeproblemen ontstaan of kan het blijken dat huurlasten niet terugverdiend kunnen worden binnen de exploitatie. Voor Lelie zorggroep speelt deze problematiek met name ten aanzien van de Rotterdamse intramurale voorzieningen, waarbij dit zich concentreert op de locatie De Burcht. Voor deze locatie is vanuit de bekostigingssystematiek reeds voor 2005 een huurlast ontstaan die niet past binnen de NHCvergoeding. De Lelie zorggroep heeft daarom een beroep gedaan op de compensatieregeling bij de NZa. De betreffende aanvraag is echter afgewezen alsook het aangetekende bezwaar. Inmiddels is in hoger beroep gegaan. Met de SOR is een samenwerkingsovereenkomst getekend waarbij deze laatste zich akkoord heeft verklaard met een verlaging van de huur tot het niveau van de NHC wanneer ook dit beroep wordt afgewezen. Daarnaast speelt het actuele overheidsbeleid ten aanzien van scheiden van wonen en zorg en de afbouw van ZZP 1 tot en met 3 een cruciale rol bij het bepalen van de afbouw van capaciteit van de ene locatie, terwijl bij andere locaties investeringen nodig zijn voor verbetering en verlenging van de gebruiksduur. Opzegging en/of verlenging van bestaande huurovereenkomsten of afboeking van resterende boekwaarden zullen daarbij noodzakelijk kunnen blijken. Het totaal aan onrendabele verplichtingen (afwaardering boekwaarden, verbouwingskosten, afkoop contracten etc.) is voorlopig becijferd op 2,4 miljoen. Hiervoor is een voorziening opgenomen in de jaarrekening 2013. Financiële vaste activa De Lelie zorggroep heeft geen kapitaalbelangen in groepsmaatschappijen en overige kapitaalbelangen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Voorraden Voorraden worden gewaardeerd tegen historische kostprijs of lagere marktwaarde. Vorderingen Vorderingen zijn opgenomen voor de nominale waarde, waar nodig rekening houdend met eventuele oninbaarheid. Onder vorderingen zijn tevens opgenomen de eind 2013 nog te factureren bedragen inzake DBC s voor de GGZ en GRZ, zowel voor afgesloten DBC s als nog onderhanden DBC s. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Pagina 8 van 10
Voorzieningen (algemeen) Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. In de balans is een voorziening opgenomen voor groot onderhoud aan duurzame activa. De voorziening is gebaseerd op een schatting van de kosten van groot onderhoud en instandhoudingsuitgaven op basis van het meerjarenonderhoudsplan (MOP) van de locaties. De jaarlijkse dotatie aan de voorziening is gelijk aan het jaargemiddelde van de totale kosten gedurende de looptijd van het MOP. Wijzigingen in het onderhoudsplan en verschillen tussen geplande en werkelijke uitgaven kunnen leiden tot herziening van de jaarlijkse dotaties c.q. tot eenmalige extra dotaties. De voorziening is nominaal. In de balans is een voorziening opgenomen voor huisvestingsvraagstukken. Het betreft voorzienbare kosten voor de huisvestingsvraagstukken waarvoor Lelie zorggroep zich gesteld ziet. De voorziening bestaat uit 3 onderdelen: kosten met betrekking tot het masterplan huisvesting Rotterdam, kosten met betrekking tot de ontwikkeling van nieuwe woon-zorginitiatieven en kosten in verband met mogelijke boekwaardeproblemen in huur- en eigendomssituaties, zoals hiervoor verwoord. Omwille van het inzicht en de relatie naar de activa-overzichten op grond van de Regeling Verslaggeving WTZi is deze voorziening gerubriceerd onder de voorzieningen. De voorziening is nominaal en heeft een karakter van korte tot middellange termijn. In de balans is een voorziening opgenomen ten behoeve van de verplichting tot loondoorbetaling aan arbeidsongeschikte medewerkers genaamd voorziening arbeidsongeschiktheid. Deze voorziening wordt opgebouwd voor werknemers die gedurende langere tijd arbeidsongeschikt zijn en voor wie de prognose van re-integratie ongunstig is dan wel voor arbeidsongeschikte werknemers waarvan vaststaat dat zij niet meer aan het arbeidsproces zullen kunnen deelnemen en de Lelie zorggroep de verplichting heeft tot het doorbetalen van het loon. De hoogte van deze voorziening is bepaald op 100% van de salariskosten (inclusief sociale kosten) in het eerste ziektejaar en op 70% in het tweede ziektejaar, met als wegingsfactor de mate waarin reïntegratie niet meer mogelijk is. De voorziening is nominaal. Voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige jubilea (gratificaties volgens de CAO) is een voorziening gevormd, genaamd voorziening personeel, op basis van de contante waarde van die verplichtingen, rekening houdend met het personeelsverloop, de gemiddelde looptijd van de arbeidsovereenkomsten en de nog op te bouwen dienstjaren. De voorziening voor GGZ en bedrijfsontwikkeling is gevormd voor kosten die de Lelie zorggroep moet maken voor het opzetten van de extramurale geestelijke gezondheidszorg (bekostigd uit de Zorgverzekeringswet) en de te maken kosten voor het herstructureren van de begeleidings-activiteiten, in het kader van de "Transitie Decentralisatie Begeleiding van AWBZ naar WMO". Het betreft innovatieve bedrijfsontwikkelingen rondom de functies begeleiding en behandeling (AWBZ, 1e en 2e lijns GGZ). Pagina 9 van 10
Schulden Schulden worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde). 5.1.3.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. Het budget aanvaardbare kosten wordt bepaald op basis van de berekening hiervan in de nacalculatieformulieren van de NZa. Voor posten waarvan het onzeker is of deze gehonoreerd zullen worden door het zorgkantoor of de NZa, vindt een correctie plaats ten laste van het resultaat over het betreffende boekjaar. De herrekening van het budget aanvaardbare kosten over een boekjaar vindt plaats in het jaar van de vaststelling van de nacalculatie door de NZa. Eventuele voor- en/of nadelige afrekeningsverschillen worden in dat boekjaar verwerkt. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Andere baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Pensioenen De Lelie zorggroep heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Lelie zorggroep. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. De Lelie zorggroep betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo maart 2013 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 105%. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van tenminste 105% te hebben. Het pensioenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. De Lelie zorggroep heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De Lelie zorggroep heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. 5.1.3.4 Grondslagen van segmentering In de jaarrekening wordt overeenkomstig de richtlijn zorginstellingen een segmentatie van de resultatenrekening gemaakt in de volgende segmenten: intramurale zorg, extramurale zorg, geestelijke gezondheidszorg en kerkelijk maatschappelijk werk. Bij de verdeling van de resultatenrekening per bedrijfssegment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De verdeling van de overige kosten over de te onderscheiden zorgsoorten geschiedt in hoofdlijnen op basis van de omzet in het betreffende segment. 5.1.3.5 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. Pagina 10 van 10