BELEIDSREGELS INZAKE DE UITVOERING VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE VERORDENING OP DE ADVOCATUUR

Vergelijkbare documenten
BELEIDSREGELS INZAKE DE UITVOERING VAN DE STAGEVERORDENING 2012

BELEIDSREGELS INZAKE DE UITVOERING VAN DE STAGEVERORDENING 2012

BELEIDSREGEL 2018 INZAKE ARTIKEL 9b VAN DE ADVOCATENWET EN DE UITVOERING VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE VERORDENING OP DE ADVOCATUUR (Voda)

BELEIDSREGEL STAGIAIRES, GOEDKEURING STAGE EN PATROON ORDE VAN ADVOCATEN OOST-BRABANT

BELEIDSREGEL 2018 INZAKE ARTIKEL 9b VAN DE ADVOCATENWET EN DE UITVOERING VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE VERORDENING OP DE ADVOCATUUR (Voda)

Beleidsregel stage en patronaat Paragraaf 1. Goedkeuring stage en patroon (artikel 3.5 Voda)

Beleidsregels inzake verzoek tot goedkeuring stage en patroon in de zin van artikel 3.5 VodA in het geval van een stagiaire ondernemer

Besluit van de algemene raad van 1 december 2014 tot vaststelling van de richtlijn arbeidsvoorwaarden stagiaires (inclusief salarissen)

Samengesteld op: 1 december 2014

ECLI:NL:RVS:2014:3998

RAAD VAN TOEZICHT VAN DE ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT ZWOLLE-LELYSTAD STAGEREGLEMENT

Richtlijn arbeidsvoorwaarden stagiaires (inclusief salarissen)

STAGE- EN OPLEIDINGSREGLEMENT

Richtlijn arbeidsvoorwaarden stagiaires (inclusief salarissen)

e. De Patroon: De advocaat onder wiens toezicht en leiding de stagiaire zijn opleiding volgt.

RAAD VAN TOEZICHT VAN DE ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT HAARLEM STAGEREGLEMENT 2010

Per 1 augustus 2013: Richtlijn arbeidsvoorwaarden stagiaires (inclusief salarissen) Richtlijn arbeidsvoorwaarden stagiaires (inclusief salarissen)

De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten;

RAAD VAN TOEZICHT VAN DE ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT LEEUWARDEN

Stagereglement Arrondissement Alkmaar 2007

Dit verslag betreft de periode van..tot. in loondienst/voor eigen rekening en risico (stagiaireondernemer)/cohen-advocaat*

ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT MIDDEN-NEDERLAND STAGEVERSLAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het college van afgevaardigden van de Nederlandse orde van advocaten,

STAGEREGLEMENT 2014 IN HET ARRONDISSEMENT MIDDEN-NEDERLAND

ECLI:NL:RVS:2013:2430

Stageverordening 2005 (1)

De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten;

RAAD VAN TOEZICHT VAN DE ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT ASSEN STAGEREGLEMENT 2011

Privacy Statement - Advocaten

ORDE VAN ADVOCATEN STAGEVERSLAG Staqiaires vanaf 1 maart 2013

STAGEREGLEMENT Definities. Artikel 1

FAQ Verordening op de vakbekwaamheid

STAGEREGLEMENT Definities. Artikel 1

RAAD VAN TOEZICHT DER ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT BREDA S T A G E R E G L E M E N T

Samengesteld op: 1 december 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het college van afgevaardigden van de Nederlandse orde van advocaten;

Privacy Statement - Advocaten

Samengesteld op: 4 juli 2014

Privacy Statement - Advocaten

BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING VAN DE RAAD VAN DE ORDE IN HET ARRONDISSEMENT GELDERLAND

Verordening op de advocatuur

REGELING VAKBEKWAAMHEID BMM-ERKEND GEMACHTIGDE (hierna: Regeling )

ECLI:NL:TADRARL:2015:164 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling erkenning opleidingsinstellingen. De Algemene Raad,

STAGEREGLEMENT 2010 Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

Zijn er tussentijds wijzigingen aangebracht in de oorspronkelijk aangegane arbeidsovereenkomst?

Considerans Stagereglementen behorend bij Stagereglement 2010

De deken van de orde in het arrondissement Amsterdam;

RAAD VAN TOEZICHT DER ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT BREDA STAGEREGLEMENT

ORDE VAN ADVOCATEN STAGEVERSLAG Stagiaires vanaf 1 maart 2013

STAGEREGLEMENT I. DEFINITIES Art. 1 In dit reglement wordt verstaan onder:

Verordening op de advocatuur Geldend van t/m heden

STAGEREGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT S-HERTOGENBOSCH. 1 juli 2011

Vereniging van Letselschade Advocaten "LSA" HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Bij zijn verzoek tot inschrijving op de lijst van de stagiairs maakt de kandidaat-stagiair aan het secretariaat van de Orde volgende documenten over:

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds gelet op artikel 12, derde en vierde lid, van de Advocatenwet;

Artikel 33 en 34 van de Regeling op de advocatuur worden als volgt gewijzigd.

Conceptverordening op de advocatuur

14-83 ECLI:NL:TADRARL:2014:271 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: 14-83

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Specialisten vereniging migratierecht advocaten SVMA

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Conceptverordening op de advocatuur

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds gelet op artikelen 2.27, 2.35, 5.12 en 6.22 van de Verordening op de advocatuur;

STAGEVERSLAG. 1 e stageverslag/ 2 e stageverslag/ eindverslag/ volledig/ in deeltijd, te weten..uren per week

N. (Nienke) Daniels Senior adviseur, VBS Helpdesk. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

KLOKKENLUIDERSREGELING. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het St. Michaël College

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Na artikel 4.3 Professionele kennis en kunde worden de volgende artikelen ingevoegd:

BOOR Klokkenluidersregeling

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds gelet op artikelen 6.19 en 6.22 van de Verordening op de advocatuur;

Klokkenluider regeling

Goedgekeurd door de medezeggenschapsraad: [datum] Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Gemeentelijk Gymnasium Hilversum: [datum]

L ECLI:NL:TADRSHE:2015:144 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: L

OPRICHTING STICHTING Stichting Beheer Derdengelden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere voorschriften inzake de continuïteit van de beroepsuitoefening door de openbaar accountant

Regeling melden vermoeden van een misstand in de sector VO

STAGEVERSLAG ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT s-hertogenbosch

ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT HAARLEM

Regeling melden van vermoeden van een misstand. (klokkenluidersregeling)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

werkveld datum Instemming/advies GMR Goedkeuring RvT Vastgesteld CvB Organisatie n.v.t Klokkenluidersregeling CvB

Algemene Voorwaarden

Pagina. Besluit «openbaar» 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure

Regeling melden van vermoeden van een misstand ( klokkenluidersregeling )

ALGEMENE VOORWAARDEN 1 - M

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

ieder heel uur dat hij academisch of postacademisch onderwijs heeft gevolgd dat de praktijkuitoefening of de praktijkvoering ten goede komt, indien:

begunstigingstermijn: de termijn als bedoeld in artikel 5:32a, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Algemene Subsidieregeling 2008

Verordening Wet inburgering gemeente Wierden 2013

Meldingsregeling vermoeden van een misstand

gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Regeling melden (vermoeden van een) misstand of schending integriteit

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

BELEIDSREGELS INZAKE DE UITVOERING VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE VERORDENING OP DE ADVOCATUUR Paragraaf 1. Goedkeuring stage en patroon Artikel 1 Aanvraag goedkeuring stage en patronaat 1. Een verzoek om goedkeuring van de stage en het patronaat wordt ingediend door middel van het daarvoor door de algemene raad vastgestelde formulier vóór indiening van het verzoek tot beëdiging. 2. Bij het verzoek legt de stagiaire over: a. de instemming van de beoogd patroon; b. de relevante overeenkomsten met de beoogd patroon of zijn kantoor, waaronder de arbeidsovereenkomst en/of de stageovereenkomst; 3. De stagiaire-ondernemer legt tevens de volgende stukken over a. het ondernemingsplan, b. het bewijs van een passende kredietfaciliteit; c. een offerte of polis van de arbeidsongeschiktheidsverzekering; d. de huurovereenkomst voor de duur van de stage; e. afspraken over waarneming bij ziekte en vakantie; f. de overeenkomst met de stichting derdengelden, statuten van de stichting derdengelden en een uittreksel uit het stichtingenregister van de kamer van koophandel. g. een offerte van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering met daarbij een verklaring dat wordt voldaan aan afdeling 6.6 van de Verordening op de advocatuur. Artikel 2 Beoordeling goedkeuring van de patroon en stage 1. De onder artikel 1, tweede en derde lid, van deze beleidsregel genoemde stukken dienen te worden goedgekeurd door de raad van de orde. 2. De raad van de orde onthoudt de goedkeuring aan het patronaatsverzoek in ieder geval indien de beoogd patroon in de drie jaar voorafgaand aan de aanvraag een tuchtrechtelijke sanctie is opgelegd: a. aan de beoogd patroon en de sanctie ziet op de wijze van begeleiding door de beoogd patroon; b. aan de beoogd patroon of een of meer van zijn kantoorgenoten, en de sanctie ziet op de praktijkvoering of praktijkuitoefening van zijn kantoor. 3. De raad van de orde onthoudt de goedkeuring in ieder geval indien klachten zijn ontvangen bij de deken of de raad van de orde, die zien op gedragingen die plaatsvonden in de drie jaar voorafgaand aan het verzoek en die klachten gegrond zijn verklaard en: a. afkomstig zijn van stagiaires en betrekking hebben op de begeleiding door de beoogd patroon of een of meer van zijn kantoorgenoten of, b. afkomstig zijn van derden, en betrekking hebben op onbetamelijk gedrag van de beoogd patroon. 4. De raad van de orde onthoudt de goedkeuring op grond van artikel 3.6, eerste lid, onderdeel f, laatste zinsdeel, van de Verordening op de advocatuur indien het aantal stagiaires meer dan twee betreft. 5. De raad van de orde onthoudt de goedkeuring, op grond van artikel 3.6, eerste lid, onderdeel g, van de Verordening op de advocatuur, indien in de drie jaren voorafgaand aan het verzoek van meer dan een stagiaire de stage is geëindigd zonder stageverklaring om redenen die zijn toe te rekenen aan de beoogd patroon of het kantoor. 1

Artikel 2A. Ontheffing 7-jaareis Indien de beoogd patroon korter dan zeven jaar maar langer dan vijf jaar is ingeschreven kan de raad van de orde de goedkeuring verlenen indien: a. de beoogd patroon blijk geeft van voldoende ervaring om de stagiaire te begeleiden; b. de beoogd patroon de cursus voor patroons heeft gevolgd; c. het patronaat geen buitenstagiaire of stagiaire-ondernemer betreft; d. de beoogd patroon geen andere stagiaires heeft; e. de beoogd patroon en stagiaire aannemelijk maken dat het vinden van een andere patroon bezwaarlijk is en f. er geen andere bezwaren tegen goedkeuring zijn. Artikel 2B. Ontheffing EU advocaat 1. Indien de beoogd patroon, bedoeld in artikel 3.6, tweede lid van de Verordening op de advocatuur korter dan vier jaar maar langer dan twee jaar is ingeschreven, kan de raad van de orde de goedkeuring verlenen indien: a. de beoogd patroon blijk geeft van voldoende ervaring om de stagiaire te begeleiden; b. de beoogd patroon de cursus voor patroons heeft gevolgd; c. het patronaat geen buitenstagiaire of stagiaire-ondernemer betreft; d. de beoogd patroon geen andere stagiaires heeft; e. de beoogd patroon en stagiaire aannemelijk maken dat het vinden van een andere patroon bezwaarlijk is en f. er geen andere bezwaren tegen goedkeuring zijn. Paragraaf 2. Vrijstelling kantoor houden bij patroon ex. artikel 9b, derde lid, Advocatenwet Artikel 3 Aanvraag vrijstelling kantoor houden bij patroon 1. Op een aanvraag voor een vrijstelling om bij de (beoogd) patroon kantoor te houden, op grond van artikel 9b, derde lid, van de wet zijn het tweede tot en met derde lid van dit artikel van toepassing. 2. Een verzoek om vrijstelling, bedoeld in artikel 9b, derde lid, van de wet, wordt ingediend voorafgaand aan de indiening van het verzoek tot beëdiging. 3. De stagiaire gebruikt voor het verzoek het daarvoor bedoelde formulier van de raad van de orde en legt daarbij de volgende bescheiden over: a. de instemming van de beoogd patroon; b. een begeleidingsplan, waaronder verstaan wordt de afspraken inzake de concrete begeleiding van de stagiaire; c. de relevante overeenkomsten zoals de arbeidsovereenkomst of samenwerkingsovereenkomst en/of stageovereenkomst; d. een offerte van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering met daarbij een verklaring dat wordt voldaan aan afdeling 6.6 van de Verordening op de advocatuur of een verklaring van de werkgever dat de stagiaire wordt toegevoegd aan de bestaande verzekering van het kantoor; e. een bewijs dat het kantoor adequaat is ingericht als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van deze beleidsregel en, indien van toepassing, een huurovereenkomst; f. een verklaring van een meer ervaren advocaat als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van deze beleidsregel. 2

Artikel 4 Beoordeling vrijstelling 1. Bij de beoordeling of er sprake is van een behoorlijke praktijkuitoefening als bedoeld in artikel 9b, derde lid, van de wet, neemt de raad van de orde de volgende aspecten in acht: a. de stagiaire houdt voor de dagelijkse begeleiding in de uitoefening van de praktijk kantoor bij een advocaat die langer dan vijf jaar als zodanig werkzaam is, onvoorwaardelijk op het tableau is ingeschreven als advocaat en bij wie geen andere stagiaire werkzaam is. b. de stagiaire en beoogd patroon zijn in de gelegenheid om op regelmatige basis, dat wil zeggen het eerste jaar dagelijks, overleg te plegen over de lopende zaken en de in- en uitgaande post; c. de beoogd patroon bezoekt op regelmatige basis, dat wil zeggen in het eerste jaar wekelijks en vanaf dat moment eens per vier weken, het kantoor van de stagiaire; d. de stagiaire bezoekt op regelmatige basis, dat wil zeggen in het eerste jaar wekelijks en vanaf dat moment eens per twee weken, het kantoor van de beoogd patroon; e. het kantoor van de stagiaire is adequaat ingericht en beschikt over een behoorlijke inventaris, waaronder doelmatige communicatiemiddelen en voldoende handboeken en literatuur. 2. Voor de stagiaire die als advocaat in dienstbetrekking werkzaam is in de zin van artikel 5.9 onder g van de Verordening op de advocatuur geldt in afwijking van lid 1 onder a dat de stagiaire voor de dagelijkse begeleiding in de uitoefening van de praktijk kantoor houdt bij een advocaat of een jurist die werkzaam is op het zelfde rechtsgebied en minimaal vijf jaar juridische werkervaring heeft. 3. Geen vrijstelling wordt verleend aan een stagiaire-ondernemer, behoudens in die gevallen waarin de patroon wordt aangewezen op grond van artikel 9b, vierde lid, van de wet. Artikel 5 Aan vrijstelling verbonden voorwaarden Aan de vrijstelling worden de volgende voorwaarden verbonden: a. de stagiaire voldoet aan de voorschriften, gesteld bij of krachtens de wet; b. de stagiaire en de (beoogd) patroon komen de overeengekomen afspraken in het kader van de begeleiding na, zoals ze bij de aanvraag, bedoeld in artikel 1 van dezer beleidsregel, zijn overgelegd; c. de stagiaire en de (beoogd) patroon informeren de raad van de orde per ommegaande over wijzigingen in de kantoor(situatie) van de stagiaire en/of de (beoogd) patroon. Artikel 6 Intrekken vrijstelling 1. De raad van de orde trekt de vrijstelling in, indien: a. de patroon of stagiaire zich niet aan de bepalingen van artikel 3.8 en 3.9 en de artikelen in paragraaf 3.1.4. van de Verordening op de advocatuur, houden; b. de patroon of stagiaire de raad van de orde onvoldoende informeren over de (kantoor)situatie van de patroon of stagiaire; c. de raad van de orde van oordeel is dat de begeleiding van de stagiaire door de patroon of de meer ervaren advocaat in de praktijk onvoldoende is; d. de stagiaire zich op enige wijze aan het toezicht door de patroon of de raad van de orde onttrekt, waarbij onder meer gekeken wordt naar de reactie op verzoeken om inlichtingen, de bereikbaarheid, het beantwoorden van telefoongesprekken of andere berichten; e. de administratie niet conform de daartoe gestelde regels, in het bijzonder de Verordening op de administratie en financiële integriteit, is ingericht. 2. Voordat de raad van de orde een besluit tot intrekking neemt, stelt hij de patroon en de stagiaire in de gelegenheid hun zienswijze daarover naar voren te brengen. 3

3. Nadat de vrijstelling, bedoeld in artikel 9b, derde lid, is ingetrokken onderzoekt de raad van de orde of de stagiaire kantoor is gaan houden bij de patroon. Indien dat niet het geval is, mag de stagiaire de praktijk niet uitoefenen en is op grond van artikel 3.4, tweede lid, van de Verordening op de advocatuur de stage van rechtswege opgeschort. De raad van de orde kan in dat geval de maatregelen nemen genoemd in artikel 11 van deze beleidsregel. Paragraaf 3 Bemiddeling bij zoeken patroon Artikel 7 Bemiddeling bij het zoeken patroon 1. Een verzoek tot bemiddeling ontslaat de stagiaire niet van de verantwoordelijkheid om zelf te zoeken naar een nieuwe patroon. 2 De raad van de orde kan bij het zoeken van een (tijdelijke) patroon bemiddelen indien de stagiaire aan de raad van de orde aantoont dat de zoekacties onvruchtbaar zijn. De stagiaire legt daarbij bewijs over van de door de stagiaire in dat kader ondernomen activiteiten. Paragraaf 4. Verkorting van de stage Artikel 8 Verkorting stage Op een verzoek tot verkorting van de duur van de stage past de Raad van de orde de Beleidsregel stageverkorting van de algemene raad toe. (Deze is te vinden via: https://www.advocatenorde.nl/10801/beleidsregel-stageverkorting) Paragraaf 5. Voltooiing van de stage Artikel 9 Voltooiing van de stage 1. De raad van de orde ontvangt voor de beoordeling of de stage is voltooid van de patroon en/of stagiaire de volgende gegevens: a. het bewijs van het voldoen aan de verplichtingen in artikel 3.9, eerste lid, van de Verordening op de advocatuur; b. het bewijs van het voldaan hebben aan de verplichtingen in artikel 3.10, eerste lid, van de Verordening op de advocatuur; c. het bewijs van het behaald hebben van de beroepsopleiding advocaten als bedoeld in artikel 3.21 van de Verordening op de advocatuur; d. een verklaring van de patroon dat de stagiaire geschikt is voor het beroep van advocaat en over voldoende praktijkervaring beschikt; e. eventuele overige informatie die van belang kan zijn voor de beoordeling. 2. Bij de beoordeling of er sprake is van voldoende praktijkervaring als bedoeld in artikel 9b, tweede lid, van de wet, neemt de raad van de orde mede de volgende aspecten in acht: a. of de stage al dan niet opgeschort is geweest ingevolge artikel 3.4 van de Verordening op de advocatuur; b. of de stagiaire heeft voldaan aan de verplichtingen in de artikelen 3.8, 3.9 en 3.10 van de Verordening op de advocatuur; c. indien het een buitenstagiaire of stagiaire-ondernemer betreft, of de stagiaire heeft voldaan aan artikel 3.11 en 3.12 van de Verordening op de advocatuur; 4

d. of er klachten, al dan niet tuchtrechtelijk, bekend zijn over de stagiaire, zijn patroon of het kantoor van de stagiaire of de patroon. Artikel 10 Verlenging van de stage 1. De raad van de orde kan de stage verlengen, indien het aannemelijk is dat voor het einde van de termijn de stagiaire alsnog over voldoende praktijkervaring beschikt en dat de ontbrekende verplichtingen zijn vervuld. 2. Indien na afloop van de verlenging niet is voldaan aan de vereisten voor afgifte van de verklaring van voltooide stage, onderzoekt de deken de mogelijkheid van toepassing van artikel 46f van de wet. Paragraaf 6. Toezicht en handhaving Artikel 11 1. Indien de stage opgeschort of geëindigd is, onderzoekt de raad van de orde of de stagiaire de praktijk niet meer uitoefent. 2. Indien blijkt dat de praktijk niettemin wordt uitgeoefend: a. dient de deken een klacht, als bedoeld in artikel 46f van de wet in tegen de stagiaire; b. draagt de deken de patroon zo mogelijk op zorg te dragen voor de aan de stagiaire toevertrouwde belangen van cliënten. Paragraaf 7 Hardheidsclausule Artikel 12 Indien de toepassing van deze beleidsregels leidt tot een onevenredige uitkomst kan de raad van de orde van deze regels afwijken. Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de orde Den Haag van 18 december 2014. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2015. Laatstelijk gewijzigd op 19 november 2015. 5